Moderator Cecille SkarsgårdPunten : 84
Gender : Female ♀
Age : 22
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: This Will Be The Day [Closed] do mei 12, 2016 8:51 pm | |
| Misschien had ze beter na moeten denken. Misschien, heel misschien, had ze in moeten zien wat voor een slecht idee dit wel niet was geweest. Ze had geen hersenen, maar ze had best in kunnen schatten dat dit fout af zou lopen – want dat was precies wat het nu deed. Cecille herinnerde zich het begin van de dag alsof het vijf minuten geleden had plaatsgevonden, al kon dat ook komen omdat ze haar leven op het moment aan haar voorbij zag flitsen. In pure angst kneep ze haar ogen dicht. Hoe had ze het tot zo ver kunnen laten komen? Dit was niet hoe het moest eindigen. Dit moest gewoon het begin zijn. Het begin van haar leven. Zo voelde het niet. Het voelde alsof ze al jaren en jaren achter de rug had en nu in vogelvlucht daarop reflecteerde.
De ochtend was niks spectaculairs geweest. Ze werd gewekt door haar Holocaster, stond op, kleedde zich aan en at haar ontbijt. Ze ging bij Sara langs zoals ze de afgelopen paar dagen al had gedaan en maakte toen in haar hoofd een plan van aanpak. De tijd begon te dringen en ze had echt geld nodig voor de rekening van het ziekenhuis, maar een baantje, daar kon ze nog altijd naar fluiten. Voor de zoveelste keer sinds hun geldproblemen dacht ze aan de oplossing die ontzettend veel geld bood, maar ze weigerde daar nog altijd op in te gaan. Het was te riskant en bovendien kon ze zelf een hogere rekening krijgen dan ze al hadden. Cecille plaatste daarom haar hoop op iets anders; ze ging trainen met haar pokémon en ging meer pokémongevechten aan. De kans dat ze daarmee verloor was er ook – het was geen zeker inkomen, maar ze had geen andere keus. Het was of met haar team gevechten houden of… Of zelf vechten. En dat was gewoon geen optie.
Ze had eigenlijk geen rede om dat te denken, maar blijkbaar vond ze Mt. Chimney de perfecte plek om heen te gaan. Dat was het wellicht nog wel, als je naging dat je er veel beweging kon krijgen, alleen was het er ontzettend gevaarlijk. Cecille had er ervaring mee. Ze had zelfs op de eerste rang gestaan toen haar vriendin naar beneden gleed en haar been brak. Desondanks brachten haar voeten haar toch naar de voet van de berg en stond ze op het punt om het pad te betreden. De warmte van het gebied zorgde ervoor dat ze zich sowieso niet al te dik had aangekleed, maar het zweet brak haar nu alweer uit aan de voet van het wandelpad. Uit voorzorg had ze een hoop drinken meegenomen en ook wat lunchpakketjes bij zich, al had ze niet het idee dat ze al haar pokémon vrij liet. Hooguit één voor gezelschap, want ze wilde niet zomaar iemand anders uit het oog verliezen door onvoorzichtigheid. Cecille was dan ook niet van plan om erg hoog te klimmen. Ze zou op een veilige hoogte blijven en zo vaak mogelijk nauwe paden vermijden. Hier en daar waren immers plateau’s te vinden waar ze prima met haar pokémon kon trainen.
Een rond, rood met wit gekleurd voorwerp werd tevoorschijn gehaald. Niet veel later liet ze die openklappen en verscheen er in een felle lichtstraal een figuur uit. Het was niet Sivar die vandaag haar eerste keuze was. Vandaag zou in het teken staan van Minnoo en zij – want de blondine was meer dan klaar voor de megaevolutie van haar Blaziken en daar leek die zelf ook graag naar te willen streven. “Hey Minnoo,” begroette Cecille de pokémon. Het was niet heel enthousiast, maar vandaag hadden ze dan ook een erg serieuze missie. “Vandaag gaan we samen trainen, oké? Alleen wij tweetjes.” Het kostte haar iets meer moeite dan ze wilde toegeven, maar al snel verscheen er een klein, vriendelijk glimlachje op haar gezicht. Minnoo weerspiegelde deze met gemak en liep rustig achter haar trainer aan toen deze aan de klim naar boven begon. “Please kijk waar je loopt. Ik wil je geen angst aanjagen, maar sommige stukken zijn minder stevig dan ze eruit zien,” sprak Cecille, gebarend naar de klifrand. Nu zaten ze nog praktisch bij de grond, maar straks niet meer. “Blijf vooral bij de rand weg. Dan zit je wel goed.” Ze besloot zelf het goede voorbeeld te geven, al had de Blaziken niet veel aansporing nodig om hetzelfde te doen.
Een stilte viel en die bleef een tijd lang hangen. Cecille vond het geen prettige, ondanks dat het haar niet ongemakkelijk liet voelen, maar ze wilde iets tegen haar pokémon zeggen en een sterkere band opbouwen. Het probleem was dat ze geen flauw idee had waar ze het met haar Blaziken over kon hebben. Minnoo was een erg verlegen pokémon en bleef liever binnen dan dat ze op avontuur ging en het risico liep om gewond te raken. Ze was compleet het tegenovergestelde van haar trainer en dat was niet per se een problematisch iets, maar het zorgde er wel voor dat die erg lange stilte niet gemakkelijk verbroken kon worden. Bovendien concentreerde de blondine zich erg op het pad. Telkens als ze het niet vertrouwde, dan hield ze halt en gebaarde ze naar Minnoo dat die achter haar moest blijven, terwijl ze zelf checkte of erover heen te lopen viel. Zelfs de Blaziken werd er een beetje moe van met hoe voorzichtig haar trainer wel niet was. Ze had er echter wel alle begrip voor, want hoewel ze zelf niet echt aanwezig was geweest bij het ongeluk, wist ze er wel vanaf. Minnoo zou dan zelf nog meer paranoïde zijn dan Cecille.
Uiteindelijk bereikten ze het eerste plateau van het pad en hoewel ze niet erg goed was in inschatten, gokte de blonde trainer erop dat ze niet veel hoger hoefden te gaan. Het was niet alsof ze hoogtevrees had, maar ze wilde gewoon geen herhaling van haar vorige bezoek. Dit keer had ze geen gids bij zich, dus het was veiliger om op dit plateau te blijven en hier te trainen dan om het hogerop te gaan zoeken. Cecille was niet altijd verstandig, maar dit keer besloot ze wel voor de verstandige keuze te gaan. “Oké, dit is wel ver genoeg, denk ik,” sprak de jongedame tegen haar Blaziken. Deze keek haar afwachtend aan, want het was de blondine die de aanwijzingen voor de training gaf. Cecille glimlachte zwakjes naar Minnoo en kreeg toen een idee van wat ze konden proberen. “Waarom ben jij niet vandaag de leidinggevende?” vroeg ze aan de pokémon. Deze keek haar verbaasd aan. Cecille zag dat ze op het punt stond om te weigeren, maar ze vulde algauw aan waarom ze de Blaziken als coach wilde hebben. “Leer me je technieken. Asjeblieft.” Ondanks dat ze zelf niet voor geld wilde vechten, was ze onbewust toch bezig met het verrijken van haar vechtkennis. Dahlia’s vechtstijl was op het moment haar voorkeur om mee te oefenen, maar het was ontzettend moeilijk en vergde veel van haar geduld. Cecille was gewend om erop los te slaan, niet om rustig te mediteren en de aanvallen van de tegenstander in te schatten.
Oké, toegegeven, Minnoo’s vechtstijl had veel weg van die van Dahlia. Het ging om rust en kennis van je lichaam. Het verschil met Chaquan en Baguazhang, echter, was het feit dat Baguazhang inging op de aanvallen van de tegenstander en die tegen hem keerde. Cecille’s was veel beter in het reageren op een aanval dan op het voorkomen van een aanval en dat was dan ook één van de redenen waarom ze Baguazhang wilde proberen. Wat Minnoo’s vechtstijl echter moeilijk maakte, was het afwachten. Cecille stond niet bepaald bekend om haar geduld. Ze viel zelf liever aan dan dat ze moest wachten op haar tegenstander. Toch besefte ze zich dat het haar niet moest tegenhouden – en dat het handig zou zijn om meer dan alleen kickboksen tot haar beschikking te hebben. Ze had ook wel een beetje kennis van gewoon boksen door haar vader, maar haar meest gebruikte vechtstijl was gewoon kickboksen. Tot haar genoegen keek Minnoo voor een moment bedachtzaam naar haar, wat betekende dat ze het wel in overweging nam. Om zichzelf te testen, wachtte ze geduldig op het antwoord van haar pokémon. Daar werd ze uiteindelijk mee beloond, want de Blaziken stemde dan toch toe in het coachen van Cecille.
“Echt waar?” vroeg de blondine enthousiast. Ze was benieuwd naar hoe goed Minnoo les kon geven – want ze kon zich voorstellen dat ze heel anders was dan Dahlia. De Blaziken gaf geen verbaal antwoord. In plaats daarvan gebaarde ze dat Cecille op de grond moest gaan liggen. Verbaasd deed de jonge trainer wat van haar gevraagd werd. “Waarom? Is dit weer een mediteeroefening?” vroeg ze iets bitterder dan haar bedoeling was. Minnoo schudde met haar hoofd en begon met haar klauw kleine krassen te maken in het gesteente. Nieuwsgierig tilde Cecille haar hoofd op, maar werd er al snel op gewezen dat ze moest blijven liggen, dus wachtte ze totdat ze weer op mocht staan van haar pokémon. De Blaziken liep een heel rondje om haar heen en hurkte om de paar passen naar de grond om daar een kras neer te zetten. Pas toen ze volledig om de blondine heen was gelopen, mocht Cecille opstaan. Vragend kwam ze overeind en klopte ze haar shorts af voor het stof die er op was komen te zitten. Toen ze opkeek, ondervond ze dat Minnoo een cirkel had gemaakt. Geen volledige, want er waren maar kleine krassen getekend in plaats van een doorgaande streep, maar het viel alsnog op dat het om een cirkel ging.
“Oké,” begon Cecille met geheven wenkbrauw. “Je hebt een cirkel getekend met behulp van mijn lengte?” Minnoo knikte. De blondine begreep niet waarom, maar vragen kon ze niet, want haar pokémon hield haar poot omhoog en maakte toen duidelijk dat ze moest kijken naar de demonstratie die de Blaziken haar ging geven. Cecille was te nieuwsgierig om haar in de rede te vallen, dus keek ze rustig toe hoe haar pokémon plaatsnam op een punt van de cirkel en een buiging maakte. De focus van Minnoo werd toen meteen verhoogd. Cecille had geen flauw idee hoe het zo snel was gebeurd, maar de pokémon was nu zo geconcentreerd, dat haar trainer dacht dat ze op het moment niet meer voor haar teamlid bestond. Onder de indruk van het hoge concentratielevel van de Blaziken, vroeg de blondine zich af of dit niet ook een mislukte poging ging worden voor haar.
Minnoo stapte toen voorzichtig naar links en boog meteen verder naar beneden, waardoor ze dichter bij de grond kwam. Haar klauwen werden naar weerszijden van haar lichaam gebracht op sierlijke wijze, waardoor er voor een kort moment een kruis werd getekend met haar poten en het toen leek alsof ze haar balans ging peilen. Vervolgens verplaatste ze haar rechterbeen dichter naar haar linker, waarbij ze al haar gewicht op haar linkerbeen plaatste en voorzichtig met haar rechter de grond aantikte. Haar klauwen begaven zich inmiddels naar het midden van haar lichaam, haar rechterklauw hooggeheven en haar linker iets meer richting de elleboog van haar rechterpoot. Het leek haast alsof ze haar handen offerde aan de lucht. Minnoo stapte direct erna naar voren, haar rechterpoot nu tegen haar borstkast gedrukt, terwijl haar linker zich langzaam kruislings langs haar gezicht bevond, alsof ze op het punt stond iemand een mep met de rug van haar klauw te verkopen. Dat deed ze niet, want toen ze de andere kant van de cirkel had bereikt, draaide ze haar bovenlichaam terug naar het midden van het figuur, zo ver als ze maar kon. Haar rechterpoot strekte ze ook compleet naar voren, maar zodra ze niet meer verder kon, draaide ze haar lichaam terug naar hoe ze net stond.
Minnoo’s klauw volgde haar bovenlichaam soepel, maar in tegenstelling tot net, werd nu de linker klauw hoger gehouden dan de rechter. Wederom zag het eruit alsof ze een offer maakte. Het duurde echter niet lang voor ze haar klauwen ietsje liet zakken; nogmaals haar linker hoger geheven dan de rechter. Ze liet haar lichaam terug naar het midden van de cirkel draaien en focuste haar blik op haar klauwen. De Blaziken begon toen soepel naar rechts te stappen, de lijnen van de cirkel volgend. Cecille keek erg onder de indruk naar het schouwspel, want hoewel Minnoo geen enkele misstap maakte, leek ze op maar één ding gefocust te zijn – haar linker klauw. Haar pokémon liep op deze wijze een aantal keren rond de cirkel en dat was het moment dat Cecille zich besefte waar de cirkel eigenlijk voor was. “Natuurlijk!” sprak ze. Ze verbrak de concentratie van Minnoo niet, maar ze ging toch verder met praten. “Daarom had je me nodig!” Net nadat ze die woorden had gesproken, liet Minnoo haar armen zakken en stopte ze met lopen. Voorzichtig glimlachte ze naar de blondine, welke de glimlach meteen weerspiegelde en verbreedde.
“Is dat de basis?” vroeg ze aan de Blaziken. Deze knikte. Cecille liep meteen op haar af. “Leer het me!” Oké, ze was eigenlijk nooit zo enthousiast over de basis, maar zelfs zij begreep dat zoiets enorm belangrijk was als je de rest onder de knie wilde krijgen. Bovendien deed haar brede glimlach Minnoo schijnbaar erg goed, want die was op het moment een stuk opener dan normaal. Ze begeleidde Cecille bij de cirkel vandaan en nam toen plaats naast haar trainer. De jongedame begreep niet helemaal waarom het niet bij de cirkel kon, maar toen ze Minnoo’s bewegingen zag, begreep ze al dat ze eerst wilde oefenen met Cecille voordat ze echt de cirkel zou kunnen maken. De Blaziken begon met een buiging en de stap naar links en keek toen afwachtend naar de blondine. Deze volgde de bewegingen soepel en gemakkelijk, hoewel Minnoo wel opstond en voor haar kwam staan om haar houding te corrigeren. Ze boog niet ver genoeg. “Oh, right,” mompelde Cecille al snel. Ze boog wat verder door. “Ik moet goed in contact staan met de aarde.” De Blaziken knikte instemmend. Die regel gold immers voor alle vechtsporten – en alle sporten die daar buiten vielen, eigenlijk.
Nu ze het begin goed had, was het tijd om verder te gaan. Minnoo deed elke houding langzaam voor en assisteerde haar trainer wanneer ze iets fout deed. Na drie keer alles te hebben doorgenomen, was het aan Cecille om het in haar eentje te doen. De blondine bewoog minder flexibel dan haar pokémon deed, maar dat was normaal, aangezien ze nog een beginner was. De Blaziken keek daarom niet op haar neer – ze was juist erg geduldig en behulpzaam. Cecille concludeerde dat ze er goed aan had gedaan door haar uit te kiezen voor de training van vandaag. Dahlia’s vechtstijl was dan misschien cooler om naar te kijken; Minnoo was een veel betere leraar. Waar haar Lucario allang gefrustreerd zou zijn geraakt door de onwetendheid van haar trainer, liep de Blaziken alles nog een keertje met Cecille door. Dat waardeerde ze enorm aan deze les en dus kon ze al snel beginnen aan het maken van het rondje. Voor ze echter begon, probeerde Minnoo duidelijk te maken dat ze, zodra ze begon te lopen, haar handen naar het midden van de cirkel gericht moest houden en dat ze haar focus op haar middelste knokkel moest houden. De blondine begreep niet waarom dat moest, maar ze deed wel wat er van haar gevraagd werd.
Haar cirkel was minder rond dan die van haar pokémon en haar focus lag niet altijd op haar hand. Cecille lette erg op haar voeten, ondanks de strenge waarschuwingen van Minnoo dat ze dat niet moest doen. Na de vierde waarschuwing stopte ze abrupt en zuchtte, haar blik op haar Blaziken gericht. “Sorry. Dat ligt aan mij…” begon ze teleurgesteld. “Ik ben niet zo goed met focus.” Ondanks de vele pogingen om te mediteren, was het Dahlia nooit gelukt om het echt tot haar door te laten dringen. Minnoo kwam naar haar toegelopen en legde een poot op haar schouder. In eerste instantie was het geruststellend bedoeld, maar daarna zette de Blaziken er kracht op, zodat ze samen op de grond gingen zitten. De pokémon ging op haar knieën zitten en gebaarde Cecille ook een houding aan te nemen. Inwendig gromde ze al. Mediteren was niet iets waar ze op zat te wachten. Toch ging ze in kleermakerszit tegenover Minnoo zitten en rustte haar handen op haar bovenbenen. “Mediteren helpt me niet. Dahlia heeft–” Cecille mocht haar zin niet afmaken. De Blaziken legde haar het zwijgen op door een klauw naar voren te steken, vlak voor haar lippen. Verwilderd stonden lila ogen voor een moment op de beige poot gericht en gleden vervolgens verder naar de snuit van de pokémon.
Minnoo ademde in. En uit. En weer in. Een tweede klauw kwam nu omhoog. En weer uit. Cecille fronste, maar keek in stilte toe hoe de Blaziken diep in en uitademde, waarbij een derde klauw omhoog ging. Ze begreep het. Dacht ze. “Wil je dat ik mijn ademhaling bij hou?” vroeg ze aan haar teamgenoot. Minnoo opende haar ogen en knikte. Dat was een techniek die ze nog niet hadden geprobeerd, dus misschien dat het kon werken… Dan lag haar focus bij het tellen en niet bij het blokkeren van gedachten. “Oké.” Cecille glimlachte naar haar pokémon en sloot vervolgens haar ogen. Haar ademhaling begon eerst kort, maar geleidelijk aan nam ze dieper adem en duurde het langer voor ze verder kon tellen. De blondine had geen flauw idee hoeveel tijd er verstreek bij het ademen, maar ze verloor de focus niet. Gek genoeg was het tellen een optie die wel bij haar werkte.
Totdat een stem de stilte doorbrak – evenals de focus van zowel mens als pokémon.
Nieuwsgierig en verbaasd keken ze elkaar voor een tel aan, waarna hun blik opzij ging en een onbekende jongen in beeld kwam. Hij liep hun kant op. Waarom hij dat deed wist Cecille niet, maar hij leek geen kwaad in de zin te hebben door de brede glimlach die op zijn gezicht stond. “Hey!” riep hij, zijn hand opstekend in een begroetend gebaar. De blondine deed hetzelfde nadat ze was opgestaan. “Sorry dat ik stoor, maar, man je Blaziken is gaaf,” complimenteerde hij. Nu hij dichterbij stond, kon Cecille zien dat hij ook een reiziger was. Hij had in ieder geval een lichtgekleurde rugtas aan zijn schouders hangen. “Bedankt,” reageerde ze verbaasd. Dat was niet per se wat ze verwachtte. Kwam hij haar hiervoor storen…? “Heh. Ik zag jullie zitten en ik wilde jullie eigenlijk niet storen, want jullie waren aan het mediteren, toch? Anyway, ik vroeg me af of je een gevecht met me zou willen houden?” Gelukkig draaide hij er niet al te lang omheen, want hoewel ze net had zitten mediteren, was ze haar geduld al snel kwijt. Desondanks verscheen er een speelse grijns rond haar lippen toen ze de uitdaging hoorde. “Met Minnoo hier?” vroeg ze, wijzend naar de Blaziken die naast haar stond. De jongeman knikte. “Ja, heel graag!” Paarse ogen zochten toen die van haar pokémon. Minnoo was geen echte vechter. Ze had een hoog niveau bereikt door de intense trainingen, maar als ze er onderuit kon komen, dan vocht ze liever niet met een ander.
Dus verbaasde het de blondine dat haar pokémon zomaar toestemde. Of dit was omdat Cecille haar gezegd had dat ze samen zouden trainen vandaag, omdat ze de blondine net ook tot iets had ‘gedwongen’ waar ze helemaal geen zin in had of omdat ze zelf een gevecht wel zag zitten, was de jongedame onduidelijk. Desondanks klaagde ze er niet over. Integendeel zelfs, ze draaide zich terug naar de uitdager en knikte instemmend. “Sure, waarom ook niet?” sprak ze, waarmee ze de uitdaging aannam. Terugkrabbelen was nu geen optie meer. De jongeman zijn dag leek wel gemaakt te worden door Cecille’s reactie, want zo’n brede glimlach zag ze alleen als ze in de spiegel keek. Hij draaide zich meteen om en creëerde een veilige afstand tussen hen in, zodat hun pokémon de ruimte hadden om hun gevecht door te zetten. Minnoo nam ondertussen vlak voor Cecille plaats op het strijdveld. “We gaan hem eens wat laten zien, oké?” grijnsde ze naar haar Blaziken. Deze knikte instemmend. Blijkbaar was ze eens een keertje zeker van haar zaak. Het viel haar wel op, maar daar maakte ze ook geen opmerking over. Zolang ze maar plezier hadden en met elkaar optrokken, vond de blondine alles best.
De jongeman gooide inmiddels een pokéball bij zich vandaan, welke openklapte en vervolgens weer bij hem terugkeerde. In een felle lichtflits verscheen daar hun tegenstander. Cecille herkende de pokémon als Ampharos; een elektrische pokémon die ook een mega evolutie ter beschikking had. Ze zag echter geen megastone bij het beest, noch een keystone bij de trainer zelf, maar laatstgenoemde kon die nog ergens verbergen. Die van haar zat immers ook verstopt onder haar bandana. “De basisregels?” hoorde ze de jongen vragen. Ze keek op. “De eerste die neergaat of zich terugtrekt verliest. Eén tegen één,” legde hij uit, zelfs al wist Cecille de basisregels van pokémongevechten al. Dat zei ze echter niet hardop, want ze wilde het niet op een ruzie laten uitlopen, hoe graag ze ook wilde roepen dat ze niet achterlijk was. “Ik vind het best,” reageerde ze op hem. “Scheidsrechter is niet nodig. Die vinden we hier niet zo makkelijk,” deelde hij vervolgens mee. Wederom wilde ze hierop ingaan, maar ze besefte zich dat het misschien oneerlijk was als één van de pokémon het deed. Die kon een partij voortrekken en dat was niet de bedoeling. “Dames eerst,” hoorde ze de jongeman toen spreken, waarbij hij een galante buiging maakte. Cecille rolde met haar ogen. Dat ging zijn ondergang worden.
“Minnoo, begin maar met een Bulk Up en dan een Fire Punch!” droeg de blondine haar Blaziken op. Minnoo spande haar spieren aan, waarmee ze sterker kon uithalen en zich beter kon verdedigen, waarna ze op de Ampharos af stormde. Cecille had verwacht dat de jongeman met een tegenaanval zou komen. Ze had alleen niet verwacht dat hij dezelfde aanval zou inzetten. “Ampharos, jij ook!” riep hij. Terwijl Minnoo’s vuist al gehuld was in vuur en ze gevaarlijk dichtbij de tegenstander kwam, hief ook deze zijn vuist omhoog om het vuur te laten verschijnen. Beiden knalden tegen elkaar op en door de kracht stoven ze allebei ietsje achteruit. Haar Blaziken herpakte zich echter al snel en nam haar gebruikelijke vechthouding aan. Cecille’s mondhoeken krulden wat omhoog toen ze de pokémon om haar tegenstander heen zag cirkelen. Het verwarde zowel de Ampharos als haar trainer en dat was een mooi verrassingseffect van de techniek die de blondine vandaag probeerde te leren. “Vang de Ampharos met een Fire Spin!” Omdat de pokémon als het ware al gevangen zat in Minnoo’s cirkel, was het makkelijk voor hen om de Ampharos ook te vangen in een cirkel van vuur. De aanval raakte, waardoor hun tegenstander geen kant meer op kon, tenzij ze verbrand wilde worden door de withete vlammen.
“Ampharos, verdedig jezelf met een Discharge!” Cecille vloekte. Ze was even vergeten dat er ook zoiets bestond als lange afstandsaanvallen – dus de pokémon zou in dit geval geen contact hoeven maken met de vlammen om haar heen. Omdat Minnoo ook dichtbij stond, was ontwijken niet mogelijk. Het enige dat haar trainer nu kon doen, was hopen dat er geen verlamming zou ontstaan. Blijkbaar stond het geluk aan hun zijde, want dat bleek niet het geval te zijn. De Blaziken kon weer om haar tegenstander heen cirkelen alsof er niets was gebeurd. “Val aan met Flame Charge!” Minnoo was snel met het wisselen van houding. Het ene moment leunde ze achterover, het andere moment sprong ze op haar doel af en wikkelde ze zichzelf ook in vlammen. Ze tackelde de Ampharos naar achteren en wist hiermee extra schade aan te richten dankzij de Fire Spin. “Goed zo Minnoo!” complimenteerde Cecille haar, terwijl de Blaziken probeerde op te staan. Ampharos pakte haar echter strak om haar middel beet, waardoor ze niet makkelijk kon ontsnappen. “Zap Cannon!” hoorde ze de jongeman toen roepen. Oh nee, dat zou flink pijn doen! “Minnoo, maak dat je daar weg komt!” waarschuwde de blondine haar pokémon. Het mocht echter niet baten.
De pijnkreet die weerklonk was genoeg om Cecille hard op haar onderlip te laten bijten. De Blaziken werd losgelaten en dat liet haar achteruit wankelen. “Gaat het?” vroeg trainer aan pokémon. Minnoo keek om en knikte naar haar, waardoor ze zich al wat beter voelde. Hier ging ze dus echt wel wraak voor nemen. Ondanks dat de vuurvogel achteruit had gewankeld, was de afstand makkelijk te overbruggen zonder de ander een kans te geven om een aanval te ontwijken. “Sla terug met een Sky Uppercut!” Cecille demonstreerde de aanval op haar eigen plek, zelfs al had het weinig toevoeging voor haar pokémon, maar ze was enthousiast door het gevecht. Minnoo kopieerde de bewegingen van Cecille en wist hiermee een rake klap uit te delen, waardoor ook de Ampharos wat naar achteren wankelde. Ze kon echter nog net haar evenwicht bewaren. “Ampharos, doe je Dragon Pulse om afstand te creëren!” Blijkbaar had haar tegenstander door dat Blaziken een pokémon was die gebruik maakte van fysieke aanvallen. Cecille riep meteen naar Minnoo dat ze het moest ontwijken – iets dat ze gelukkig wel kon door haar soepele vechttechnieken in de strijd te gooien. De Blaziken ontweek de straal op een haar na door naar rechts te stappen en door zich diep naar de grond te buigen, waar ze niet veel later weer van omhoog kwam en wederom om haar tegenstander heen begon te cirkelen.
Een arrogante grijns verscheen op Cecille’s gelaat. Ze hadden nog een lange weg te gaan als team, maar ze waren al ontzettend gegroeid sinds het begin. Vooral Minnoo, want die was blind aan één oog en toch had ze het tot hier al geschopt. Dat bracht haar op een idee. “Oké Minnoo, doe nu een Blaze Kick!” Als ze geluk hadden, dan had de Ampharos niet alleen last van de Fire Spin, maar werd ze ook nog verbrand. Helaas voor hen werd daar echter een stokje voor gestoken. “Counter het met Thunder Punch!” Het klonk misschien gek, een been tegenhouden met een vuist, maar Blaze Kick in Minnoo’s geval was een hoge trap tegen het hoofd van haar doelwit. Er werd dan ook niet echt uitgehaald – de trap werd geblokkeerd met een in elektriciteit omhulde vuist van de Ampharos. Cecille gromde zacht. “En dan nu Discharge nog een keer!” Haar ogen werden groot toen ze zich realiseerde dat dit niet te ontwijken was. Minnoo werd opnieuw geëlektrocuteerd en had er dit keer meer last van dan de keer ervoor. Ze was verlamd.
Verschillende scheldwoorden en gevloek gingen door de blondine haar gedachten heen. Nu stond het tij tegen hen gekeerd en dat zou niet makkelijk worden om het weer om te slaan. Desondanks gaf Cecille nog niet op. Ze mocht nu dan in het nadeel zijn; ze kon het altijd nog naar haar voordeel laten gaan. Opgeven stond immers niet in haar woordenboekje. “Minnoo, Focus Energy!” droeg ze de pokémon op, hopend dat het in ieder geval ging helpen met het versterken van hun aanvallen. Aangezien focus niet veel van het lichaam vergde, was het geen probleem dat de Blaziken verlamd was. “Take Down!” hoorde ze haar tegenstander toen roepen. Cecille hief een wenkbrauw. Dat was een aanval die ook schade bij de pokémon die het uitvoerde aanrichtte – en ze had altijd gedacht dat de meesten die als laatste plan gebruikten. Blijkbaar had ze het mis. De blondine droeg haar Blaziken echter niet op om het te ontwijken, want dat had wellicht niet eens zin. Minnoo werd daarom tegen de grond getackeld en dat was een kans die haar trainer met beide handen gretig pakte. “Overheat, nu!”
Het enige dat haar pokémon hoefde te doen, was haar snavel te openen en vuur te laten verschijnen. Gelukkig ging dat ook goed en werd de Ampharos flink geraakt door de aanval, want de elektrische pokémon lag bovenop Minnoo en bevond zich daarom erg dichtbij. Een pijnkreet was hoorbaar, dit keer van de Ampharos. De Blaziken duwde het wezen van zich af toen ze de aanval had uitgevoerd, waarbij de ander met gemak van haar afrolde doordat ze geen tegenzet gaf. Moeizaam kwam de vuurpokémon toen overeind, waarbij haar verlamming duidelijk aanwezig was. Ze hoefde echter geen aanval te ontwijken, want haar tegenstander moest nog bijkomen van de Overheat waar ze net onder had geleden. Het was duidelijk dat beide partijen nu moe begonnen te raken van het gevecht. Het was al een tijdje bezig en ze hadden allebei flinke schade geleden. Misschien was het tijd om er dan eindelijk een einde aan te maken. Cecille dacht na over een volgende zet, maar voor ze een opdracht kon geven, was de jongeman haar voor. “Zap Cannon! Maak het af!”
Cecille zou Cecille niet zijn als ze zich daarmee gewonnen gaf, dus reageerde ze snel op het commando. “Flame Burst! Snel!” Nu was het hopen dat de verlamming haar pokémon niet overmeesterde, maar Minnoo deed overduidelijk haar best om in actie te komen. Elektriciteit kwam in een sterke golf hun kant op – maar op het laatste moment wist de Blaziken dat te counteren met een sterke vlammenzee van haar kant. De aanvallen botsten en een krachtstrijd ontstond, gevolgd door een explosie met veel rook. Cecille hief haar armen voor haar gezicht om haar ogen af te schermen voor de stofwolk die op kwam zetten, terwijl de wind aan haar kleren en haren rukte. Ze kon nog net haar evenwicht bewaren door wat door haar knieën te buigen, zodat ze niet werd meegenomen door de sterke windvlaag. “Minnoo!” riep ze, waarna ze haar armen omlaag liet zakken en iets probeerde te zien. “Minnoo, ben je oké?!” Ze kreeg geen reactie en Cecille vreesde het ergste. Helaas kon ze nog altijd niks zien omdat het rookgordijn zo dik was. De donkergrijze kleur hielp ook niet echt… Het enige dat ze kon doen, was afwachten tot de rook wat was gaan liggen. Gelukkig dacht haar tegenstander daar ook zo over, want ze hoorde geen nieuw commando van zijn kant.
Het duurde langer dan het waarschijnlijk echt was, maar de rook trok uiteindelijk goed genoeg weg om eindelijk weer wat te kunnen zien. Cecille zag daardoor beide pokémon nog overeind staan, zwaar hijgend van de inspanningen van net. Het was duidelijk dat ze allebei hun best deden om niet als eerste neer te vallen. Dat betekende dat haar eigen pokémon met nog één klap neer zou gaan, maar dat betekende ook dat haar tegenstander precies hetzelfde probleem had. Risico’s nemen was Cecille’s manier en daarom riep ze al snel een aanval het veld op. “Maak het af met Flame Charge!” Minnoo kwam, tot haar lichte verbazing, in beweging en hulde zichzelf al snel in het vuur. Hopelijk diende dat ook een beetje als schild voor wanneer de Ampharos ook nog een aanval loste. “Ampharos, Thunder Punch als de Blaziken in de buurt is!” Nu werd het spannend. Het lag aan wie het snelste was en daarmee de ander als eerste raakte. Cecille wachtte in spanning af en hoopte vurig dat haar pokémon de eerste was. Toen de twee vlak voor elkaar kwamen te staan, haalde de Ampharos uit met haar vuist en zette Minnoo zich extra krachtig af. Ze botsten weer.
De Ampharos ging tegen de vlakte. Minnoo wankelde naar achteren, maar wist wel recht te blijven staan.
En daarmee was de strijd beslist. Cecille kon haar ogen niet geloven. Ze hadden gewonnen! De jongeman zuchtte en liet zijn Ampharos terugkeren, terwijl de blondine een gat in de lucht sprong en op haar Blaziken af rende. “Minnoo!” riep ze onderweg. Toen ze tegen de arme pokémon aan knalde en haar armen om die heen legde, vervolgde ze. “Je was geweldig!” Cecille liet haar vreugde extra blijken door haar Blaziken op te tillen, welke een verrast geluid liet horen en met haar benen begon te spartelen. Minnoo werd weer losgelaten toen de blondine haar aandacht werd getrokken door haar uitdager, welke naar haar toe kwam gelopen om haar te complimenteren. “Je Blaziken is echt sterk! Maar waarom heb je geen mega evolutie gebruikt?” vroeg hij nieuwsgierig. Cecille keek van hem naar Minnoo, welke wel de megastone al droeg. “Euh,” begon ze schaapachtig. “Dat hebben we nog niet bereikt. Daar wilden we vandaag aan werken, heh.” Begrip kwam toen in zijn ogen opzetten toen hij knikte. “Ah. Ja, dat kan,” reageerde hij, waarna hij enthousiast naar achteren wees. “Verderop de berg staat een standbeeld van Swampert, Sceptile en Blaziken in hun megavorm. Misschien heb je daar wat aan?” Cecille keek op bij het horen van die woorden en kon het opkrullen van haar mondhoeken niet helpen. Daar kon ze best een bezoekje aan brengen. “Vast wel! Thanks,” bedankte ze hem.
Hij schudde met zijn hoofd. “Nee, jij bedankt voor het gevecht! Veel succes nog,” sprak hij. Het leek erop dat hij niet langer bleef rondhangen en daar had de blondine geen enkel probleem mee. Ze mocht dan vrij sociaal zijn; maar ze wilde eigenlijk meer tijd met Minnoo door brengen dan met anderen. Wederom bedankte Cecille hem en namen ze afscheid van elkaar. Langzaam verdween de jongeman uit haar zichtveld, waarna ze haar blik op haar pokémon vestigde. “Laten we jou maar eerst verzorgen voor we verder gaan. Dat standbeeld loopt niet weg.” In alle eerlijkheid was ze nerveus om verder te gaan, maar dat probeerde ze te verbergen. Cecille haalde de geneesmiddelen uit haar tas, gepaard met een doekje, en begon de sprays over het lichaam van Minnoo te verspreiden. Gelukkig prikte het niet – daar leek het in ieder geval niet op, want haar Blaziken leek juist te genieten van de verzorging. Nadat ze klaar was met de verzorging, besloten ze om even te rusten en te lunchen, zodat Minnoo weer wat energie kon opwekken. In tegenstelling tot het begin van hun tripje, wisten ze dit keer wel een gesprek te voeren, al was voornamelijk Cecille aan het woord. Soms verbaasde het haar dat haar pokémon haar zo goed konden verstaan – en zij hen ook vrij goed kon begrijpen. Ze brak er echter haar brein niet over. Dat was hoogst onnodig.
Nadat hun lunch op was, vond Cecille het tijd om eens een bezoekje te brengen aan dat standbeeld. Nerveus was ze nog steeds, maar ze besefte zich dat dit misschien belangrijk kon zijn, wilde ze echt mega evolutie bereiken met Minnoo. Met Dahlia had ze het immers ook bereikt bij de toren in Kalos; en daar was een standbeeld van een mega Lucario te vinden. “Heb je genoeg gerust?” vroeg de blondine aan haar pokémon. De Blaziken keek op en knikte, een vriendelijke glimlach rond haar lippen. “Oké,” sprak ze vervolgens, waarna ze opstond en zich uitgebreid uitrekte. Blijkbaar had ze toch langer gezeten dan origineel gedacht. “Dan vervolgen we de training hierna wel. Als je nog zin hebt, tenminste?” Cecille keek Minnoo vragend aan, maar die gaf geen tegenspraak. Integendeel zelfs, de Blaziken scheen er nog naar uit te kijken ook. “We kunnen hier gewoon weer terugkomen, neem ik aan,” sprak de blondine, knikkend naar de zelfgemaakte cirkel verderop. “Hoeven we dat ritueel in ieder geval niet te herhalen,” vervolgde ze grappend. Daarmee kreeg ze een glimlach van haar pokémon toegeworpen. Cecille gaf zichzelf een schouderklopje, want ze voelde zich altijd ontzettend trots als Minnoo meer met haar optrok of zich opener stelde tegenover haar.
De Blaziken kwam nu ook recht en keek afwachtend naar haar trainer. Cecille had eigenlijk geen flauw idee waar ze heen moest. Misschien had ze dat beter even kunnen navragen… “Euh… Hij wees die kant op, toch?” sprak ze schaapachtig. Ze keek vragend naar Minnoo, terwijl haar priemende vinger aangaf waar ze dacht dat ze heen moesten. De Blaziken knikte gelukkig. “A’ight. Laten we gaan,” sprak de blondine toen tevreden, waarna ze het voortouw nam en voorop ging. Cecille hield zich nog altijd aan de zijkant van het pad, weigerend een stap richting de rand te doen. Dat was logisch ook, want ze wilde niet vallen en de herinneringen van haar vorige bezoek waren nog vers. Minnoo hield zich netjes aan de regel en liep vlak achter haar trainer. Ze hield een oogje in het zeil voor het geval dat, maar voor de rest was ze een stuk relaxter dan Cecille zich voelde. De stilte vervolgde, want ze waren te geconcentreerd op het pad om daadwerkelijk een gesprek gaande te houden. Bovendien was Cecille ontzettend nerveus, dus durfde ze niet te praten uit angst dat haar stem begon te trillen.
Hun weg bracht hen langs een nieuw platform, ietsje hoger gelegen dan het platform waar ze zojuist hadden staan trainen. Zoekend keken ze rond, maar op het platform zelf was geen standbeeld te vinden. Misschien moesten ze nog hoger zijn, want het pad stopte hier in ieder geval niet. Cecille fronste echter toen haar lila ogen het pad volgde. “Ik weet het niet, Minnoo. Het zit me niet echt lekker…” Ze keek haar Blaziken aan, welke alleen maar begripvol terugkeek. Ze snapte waarom de blondine niet verder wilde. Minnoo was sowieso niet het dwingerige type, dus dat zou ze in ieder geval niet doen. Cecille echter wel. Ze wilde haar grenzen verleggen en die angst overwinnen, want het sloeg eigenlijk nergens op. Hoe groot was de kans dat zoiets nog een keer gebeurde? Bovendien konden ze misschien de sleutel tot het mega evolueren van Minnoo daarboven vinden, dus ze moest zich niet aanstellen. Als ze geld wilde verdienen met pokémongevechten, dan zou ze daar hard voor moeten werken. Opeens werd ze zich ervan bewust dat ze geen geld had gekregen van de jongeman die haar had uitgedaagd, maar ze kende zijn naam niet eens. Daar was nu ook niks meer aan te doen. De volgende keer moest ze gewoon beter opletten.
Cecille zette, tot Minnoo’s verbazing, een aantal stappen richting het pad naar boven. De Blaziken vroeg of ze het wel zeker wist en dat bracht haar voor een paar tellen weer aan het twijfelen, maar ze hield stand. Vastberaden richtte ze haar blik op haar pokémon. “Als we het nu niet doen, dan komt er misschien nooit wat van,” sprak ze, doelend op de mega evolutie. “Ik wil je naar het volgende niveau brengen. Als jij dat ook wilt, tenminste.” Vragend keek ze Minnoo aan, welke zelf even leek te aarzelen, maar één blik op de vastberaden uitdrukking van haar trainer zei haar genoeg. Ze zou Cecille volgen. Tot het einde, als het moest. Daar was ze haar pokémon voor. De Blaziken knikte instemmend en dat bracht een glimlach bij de blondine teweeg. Minnoo vertrouwde haar tenminste genoeg om met haar in zee te gaan. Dat was een belangrijke stap voor het bereiken van de volgende evolutie. “Oké. Blijf dichtbij me in de buurt, goed?” Na die woorden gezegd te hebben, richtte Cecille haar aandacht weer op het pad voor haar. Verbazingwekkend genoeg kon ze zich tot nu toe erg goed focussen daarop. Kwam dat door het mediteren van net? Dat kon niet al zijn vruchten afwerpen… Niet zo snel, in ieder geval. Of toch wel?
Ze waren halverwege het pad toen een lage grom haar oren bereikte. Cecille keek verbaasd op en zag een paar meter verderop een opening tussen de rotsen. Een grotopening? Ze waagde een bleek op de rotswanden, welke op sommige stukken lager zat dan de rest van de rotsen en toen ze naar de richel keek, merkte ze op hoe hoog ze wel niet zaten. Damn. Hier konden ze maar beter niet naar beneden vallen. Nog een grom weerklonk en de blondine keek achterom naar Minnoo. “Zeg me asjeblieft dat dat je maag was,” sprak ze. Hoewel ze het als semi-grapje bedoelde, klonk het haast smekend. Minnoo fronste en schudde met haar hoofd. Great. Het was ook niet haar eigen maag, want ze hadden net gegeten en dat had ze dan wel gevoeld. Haar lila ogen gleden terug naar voren en dat was het moment dat haar hart een slag oversloeg. In de grotopening was een enorme pokémon verschenen en die leek niet al te blij te zijn met hun aankomst. Hij keek met een boze frons hun kant op. Cecille wist dat er naar hen gekeken werd, maar ze kon het niet helpen om even achterom te kijken. Misschien keek hij wel naar een andere pokémon van zijn soort? Een territoriumgevecht had nog altijd gekund…
Helaas was dat niet het geval. Cecille zag geen tweede Camerupt achter hen staan. Met een moeilijk gezicht keek ze terug naar de pokémon in kwestie en zag ze dat hij met zijn poot over de grond schraapte. Oh nee. Victoria’s waarschuwing galmde door haar hoofd heen. Als ze hier een gevecht zou veroorzaken, dan verstoorde ze niet alleen de rust, maar liep ze ook nog het risico om naar beneden te vallen. Het pad was blijkbaar breed genoeg voor een pokémon als Camerupt om overheen te lopen, maar het was absoluut niet breed genoeg voor een pokémongevecht. De paniek kwam langzaam opzetten. Wat moest ze doen? Ze kon het niet riskeren om haar pokémon te verliezen, maar ze konden alleen nog maar terug en dat zou absoluut niets uithalen. Praten met een boze, wilde Camerupt was iets dat al was afgeschreven nog voor het in haar opkwam. Het enorme beest wilde waarschijnlijk zijn territorium beschermen voor indringers en toevallig zag hij hen als die indringers. Cecille kon wel huilen. Ze wilden alleen maar langs. Ze wilden geen ruzie veroorzaken.
“Euh…” begon ze twijfelend, langzaam een stap naar achteren zettend. “Minnoo…?” Ze keek over haar schouder naar haar Blaziken, maar die stond zelf ook als aan de grond genageld. Shit. Vluchten was dus ook geen optie meer. Was dit dan het einde? Vanuit haar ooghoeken zag ze dat de Camerupt was gestopt met over de grond te schrapen. In eerste instantie dacht ze dat dit een goed teken was – totdat ze de grond voelde trillen en de pokémon klaarblijkelijk op hen af kwam gestormd. “Minnoo!” riep Cecille in blinde paniek. Een gigantisch wezen van bijna twee meter en tweehonderdtwintig kilo kon ze niet zomaar met haar eigen vuisten stoppen. Gelukkig kwam haar Blaziken eindelijk in actie toen de Camerupt hen naderde, want ze sprong via de rotswand vlug voor haar trainer en maakte zich klaar voor een aanval. “Sky Uppercut!” droeg Cecille haar op, haar stem verbazingwekkend zeker. Ze riep eigenlijk maar wat, maar haar pokémon wist er wel een beetje strategie in te verwerken. Ze wachtte namelijk tot haar tegenstander in de buurt was en gooide toen haar vuist omhoog, waardoor ze hem tegen zijn kaak raakte en hem achteruit liet wankelen.
Cecille had er geen rede voor, maar ze dacht even dat dit de Camerupt zou afschrikken. Het maakte hem echter alleen maar bozer, dat was te horen aan de boze snuif die volgde. Hij liet een kwade, lage grom horen en maakte zich klaar voor een eigen aanval. Minnoo was hem echter voor; ze duwde hem met een Flame Charge naar achteren. Cecille keek beduusd toe, zich pas later beseffend dat haar Blaziken dit had gedaan zodat haar trainer geen gevaar liep. Wel, minder gevaar. Ze stonden nog altijd aan de rand van een ravijn en dat maakte de blondine nog steeds nerveus. De Camerupt wist Minnoo toen te raken met een Eruption aanval, welke hard aankwam en de pokémon op haar beurt weer naar achteren werkte. De Blaziken had op het moment geen focus, viel Cecille op, en ze wist precies waarom dat was. Ze wilde haar trainer beschermen en daarom lag haar aandacht meer bij de blondine dan bij het gevecht. Cecille beet zachtjes op haar onderlip. Hoe moest ze dat in Arceusnaam gaan oplossen?
Het antwoord was niet. Ze kon zich niks bedenken en haar arme pokémon werd alsmaar belaagd door haar tegenstander. Af en toe wist Minnoo een aanval te ontwijken, maar dan miste het ook echt maar op een haar na. Cecille overwoog om nog een pokémon in te zetten, alleen besefte ze zich net op tijd dat daar helemaal geen plek voor was. Ze zouden elkaar alleen maar in de weg lopen in plaats van te helpen en bovendien was de kans op het verliezen van een teamlid dan groter. Dat kon ze niet riskeren. “Minnoo, let niet op mij! Je ademhaling, weet je nog?!” riep de blondine naar haar Blaziken toen die weer werd geraakt. Die deed haar uiterste best om zich echt te focussen, maar met het gebrek aan ruimte en het gevaar die ze allebei liepen, was dit niet echt een ideale situatie om zich in te focussen. Bovendien kon Minnoo haar vechttechnieken niet toepassen hier, want daar had ze de ruimte voor nodig. Hoe konden ze zich hier uit redden? Cecille klemde haar handen om de hanger van haar ketting heen. Hun enige hoop was de keystone. Minnoo’s kracht en snelheid zouden toenemen en misschien konden ze daarmee een einde maken aan dit gevaarlijke gevecht. De blondine bad tot elke pokémongod die in haar opkwam, maar na een paar af te zijn gegaan, was er nog steeds niks gebeurd.
Ze moesten dit anders aanpakken. Cecille keek verwoed om zich heen, waardoor haar blik op de rotswanden viel en ze zich herinnerde dat haar pokémon het gebruikt had om haar te beschermen. Misschien konden ze dat weer in hun voordeel gebruiken? Op deze manier bleef de Blaziken bij de rand vandaan en konden haar aanvallen toenemen in kracht. “Minnoo, gebruik de rotswand om je af te zetten en doe dan een Hi Jump Kick!” droeg de blondine haar pokémon op. Ze moest haar teamgenoot assisteren in een gevecht. Alleen dan was de band tussen trainer en pokémon op z’n krachtigst. Tot haar genoegen werd er niet verbaasd of vragend omgekeken. Minnoo deed precies wat ze gevraagd had en even later knalde de Blaziken haar knie tegen de Camerupt zijn zij aan. Daar bleef het echter niet bij. Een fel, wit licht verscheen bij zowel Minnoo als Cecille en hoewel het de blondine eerst verblindde, was ze alles behalve boos op het schouwspel. Dit betekende immers maar één ding. Het licht trok even later weg en Cecille moest even wennen, maar toen haar blik weer verscherpte, zag ze dat haar Blaziken inderdaad niet meer als een normale Blaziken uitzag. Ze was geëvolueerd. “Nice, Minnoo!” riep ze trots. Ze kon de grijns dan ook niet helpen, al viel die direct van haar gezicht toen ze zich herinnerde waarom ze dit nodig hadden gehad. De Camerupt bromde weer laag en gevaarlijk, waarna hij de arme pokémon onderschepte en met zijn voorhoofd tegen de rotswanden aanduwde. Minnoo kermde het uit van de pijn en Cecille dook wat ineen toen ze de klap hoorde. Ze kon zich voorstellen dat zoiets erge pijn deed.
“Sla jezelf los met een Poison Jab!” riep de trainer naar haar pokémon. Als ze geluk hadden, dan vergiftigde het de Camerupt en was de kans groter dat de Blaziken kon ontsnappen. Blijkbaar werden haar gebeden dan eindelijk verhoord en was dit inderdaad het geval. Minnoo sprong meteen bij de pokémon vandaan. Hun tegenstander schudde met zijn kop en richtte toen zijn blik weer op de mega Blaziken, welke een afwachtende gevechtshouding had aangenomen. Cecille merkte op dat het nog altijd de standaard Baguazhang houding was, maar dat de gebruikelijke bewegingen er niet aan te pas kwamen. Dat was meer dan logisch. De Camerupt gooide toen roet in het eten door de grond onder hun voeten te laten trillen met zo’n kracht, dat ze hun evenwicht niet meer konden bewaren. De blondine wankelde wat heen en weer en liet zich toen uit voorzorg naar de grond zakken, terwijl haar Blaziken de trillingen probeerde te evenaren door haar soepele voetwerk te gebruiken. Helaas was dat echter niet genoeg om de aankomende Earth Power te ontwijken. Minnoo kreeg een flinke klap hiervan en liet zich bijna voorover op de grond vallen.
Cecille zag het allemaal gebeuren. Ze moest iets doen. Op deze manier zou de Blaziken alleen maar uitgeschakeld worden en had de blondine een veel groter probleem aan haar broek hangen. Maar wat kon ze doen? Ze zag dat Minnoo alweer opstond om aan te vallen en de Camerupt probeerde in een hoekje te drijven, maar hoe lang ging ze dat nog volhouden? Haar lila ogen gleden nog een keer rond. Ze moest iets vinden om te gebruiken. Dat moest gewoon. Toen ze opmerkte dat ze naar boven kon klimmen, kreeg ze een idee. Een heel gevaarlijk en roekeloos idee – en ze was er ook geen voorstander van omdat de uitkomst erg luguber was, maar ze had geen andere keus. Op dit punt was het sterven of laten sterven. Vastberaden stond ze op en greep ze met beide handen een stukje rots vast, waarna ze haar voeten verplaatste en langzaam naar boven klom. Zonder een stuk touw was het enger, maar er was dit keer ook geen gids erbij om de boel te redden. Cecille vervloekte haar keuze om vandaag hier te trainen. Ja, ze had haar band met Minnoo zodanig versterkt dat de pokémon mega evolutie had bereikt, maar dat had ook best op andere manieren gekund. Nu liep ze het risico haar Blaziken te verliezen door haar een ravijn in te zien vallen.
Met meer moeite dan ze zou willen toegeven, voornamelijk omdat de paniek bij haar toe had geslagen en haar enorm liet trillen, kwam ze langzaam een stukje hoger dan de twee vechtende pokémon. Gelukkig zat er op een bepaald punt een vlakker rotsblok, waar ze gemakkelijk op kon staan en de boel in de gaten kon houden. Cecille probeerde haar evenwicht te bewaren en richtte toen haar blik op de Camerupt en Blaziken vlak onder haar. Dit was nog best hoog vergeleken waar ze net stond, maar ze zou haar benen niet kunnen breken als ze hier naar beneden viel. In ieder geval als ze niet verkeerd viel. De blondine zag dat de Camerupt Minnoo had gevloerd en op het punt stond haar te verpletteren, maar dat wilde ze natuurlijk voorkomen. Cecille zag op het moment geen andere optie meer mogelijk en stapte naar voren – om vervolgens zo snel ze kon weer terug naar beneden te rennen, langs de steile rotswand af. Dat leek haast onmogelijk, maar ze wist toch haar gewicht naar achteren te verplaatsen en daarmee nog enigszins wat grip te hebben. Op een bepaalde hoogte van de Camerupt vandaan, zette ze zich met beide voeten af en sprong naar voren; recht naar de rug van de pokémon.
Het was een geluk dat Camerupt uitstekende rotsen op zijn rug had zitten en ze zich daaraan kon vastgrijpen. Cecille had niet verwacht dat ze ook maar een klein beetje beweging in het wezen kon krijgen door zijn gewicht, maar ze verraste hem zo dat hij begon te steigeren in een poging haar van zijn rug af te gooien. De blondine greep zich alleen maar steviger vast. Het maakte de Camerupt steeds kwader en kwader, waardoor hij ook wilder en wilder werd bij zijn pogingen om Cecille van hem af te gooien. Het was niet zo dat ze daadwerkelijk iets bij hem kon doen; ondanks haar sportverleden waren haar spieren niks vergeleken met een beest als hem. Het ging hem om dominantie. Cecille stond letterlijk boven hem nu en dat kon hij niet hebben. Waar de blondine op hoopte, gebeurde. De Camerupt was zo druk met het mens van zijn lijf afgooien, dat hij niet doorhad dat hij zich naar de richel begaf totdat het te laat was. Zijn achterpoten zakten weg en door zijn massieve gewicht was het onmogelijk voor hem om zich terug het pad op te werken. Het resultaat? Hij gleed achterover naar beneden.
Samen met Cecille.
Pas nu bezonken de gevolgen van haar plan. De blondine raakte wederom in paniek en deed een poging zich van de rug van de Camerupt af te zetten, maar ze kon nu al zien dat ze de rand op een klein stukje na niet meer zou halen. Met dat besef kwam de ontkenning. Ze kon niet naar beneden vallen, dat zou ze niet overleven. Ze had nog heel veel jaren te gaan – dat kon haar niet ter plekke ontnomen worden. Cecille zag haar leven aan haar voorbij flitsen. In een poging om dit niet te hoeven zien, want ze weigerde haar dood tegemoet te vallen, kneep ze haar ogen stijfdicht en deed nog een schietgebedje.
En toen voelde ze het. Ze viel niet naar beneden, zoals ze had verwacht, maar bleef langs de rotswand bungelen omdat iets zich om haar pols had gewikkeld. Verrast opende ze haar lila ogen en verplaatste die naar haar pols, om tot haar opluchting te zien dat Minnoo over de rand van de richel keek en haar trainer letterlijk uit de lucht had geplukt. De Blaziken was nog steeds in megavorm, maar Cecille kon zelfs vanuit haar huidige positie zien dat de pokémon veel te verduren had gehad. Desondanks wist ze de blondine terug het pad op te trekken, zij het met wat hulp van haar trainer zelf. Cecille, die niet door had gehad dat ze haar adem de hele tijd had ingehouden, kroop hijgend terug op het vaste land. Ze kon het wel kussen na wat zich zojuist had afgespeeld, maar daar had ze de energie niet voor. Het was alsof haar lichaam opeens in kakte, omdat de spanning was verdwenen en de adrenaline daarom niet meer nodig was. De blondine liet zich op haar rug vallen en bleef even naar de lucht staren. Vaagjes merkte ze op dat er voor een paar tellen weer een fel licht verscheen – waarschijnlijk omdat Minnoo weer terug veranderde naar haar normale vorm. Er iets van zeggen deed ze echter niet. Dat deed ze pas toen ze merkte dat haar ademhaling weer wat rustiger werd.
Cecille kwam recht en keek even naar haar Blaziken. Die lag nog steeds bij te komen, dus wachtte ze nog even met spreken. In plaats daarvan liep ze voorzichtig naar de rand en kreeg daar meteen spijt van. Haar zicht werd voor een moment minder en ze kreeg het gevoel alsof ze opnieuw naar beneden zou vallen. De blondine weerhield zichzelf ervan om naar achteren te wankelen – want ondanks de angst die weer in haar op kwam wellen, wilde ze wel weten hoe de Camerupt het ervan af had gebracht. Tot zijn geluk en haar genoegen zag ze dat hij niet ter pletter was gevallen. Hij was op een stuk rots terecht gekomen en hoewel hij een flinke afdaling had gemaakt, leek hij alleen maar verward te zijn. Cecille zuchtte opgelucht. Zijzelf zou misschien haar rug wel hebben gebroken, maar een pokémon zo zwaar als hij kon dus wel nog een veilige val maken. Nu ze had geconstateerd dat ze niet zomaar een pokémon had vermoord, draaide ze zich terug naar haar Blaziken en liep ze zo ver mogelijk bij de rand vandaan. Ze wilde het niet toegeven, maar het was nu tien keer zo eng geworden om hierboven te staan.
“Minnoo, ben je in orde?” vroeg ze aan haar Blaziken. Die kwam nu ook langzaam omhoog en knikte moeizaam. Cecille fronste. Kennelijk had zelfs de meest verlegen pokémon iets van haar koppigheid overgenomen. Die weerkaatste de vraag nu naar haar, waardoor de blondine ongemakkelijk in haar nek wreef. “I mean… Ik… I don’t know. Het was even schrikken.” Ze gaf niet graag toe dat ze ergens van schrok, maar die bijna dood ervaring was wel erg intens geweest voor haar. Ze keek haar Blaziken dan ook dankbaar aan. “Dankjewel. Ik sta echt bij je in het krijt.” Om er zeker van te zijn dat ze inderdaad nog leefde, stapte ze op haar pokémon af en gaf haar een stevige omhelzing. Minnoo deed hetzelfde voor haar en dat was genoeg voor Cecille om te weten dat ze nog met beide benen op de grond stond. “Ik denk niet dat ik nog verder wil trainen,” sprak de blondine vervolgens, waarbij ze achterover leunde om haar Blaziken aan te kijken. “Laten we maar naar Mauville gaan. Dan kan jij ook weer rusten.” Minnoo had immers ook veel te verduren gehad. Bovendien smachtte ze er naar om na deze hele toestand haar vriendin weer in de ogen te kunnen kijken. De pokémon was het in ieder geval ermee eens en liet haar trainer voorgaan, al bleef ze wel dicht in de buurt van Cecille om in de gaten te houden of het wel goed bleef gaan.
Ze konden in ieder geval zeggen dat ze meer naar elkaar waren gegroeid die dag. Minnoo verdween dan ook niet meer in de pokéball totdat ze bij de stad waren.
|
|