Verveeld prikte Alexis met haar vork in haar salade terwijl ze uit het raam van het restaurant keek. Een slaapverwekkend stadje was het, Santalune City, heel anders dan de metropool van Lumiose City. Ze had een opdracht gekregen van haar officieren op de Team Rocket-basis – er waren berichten binnengekomen over een illegaal festival dat vandaag plaats zou vinden in Santalune, de tweede in korte tijd blijkbaar. Eenmaal daar aangekomen was er niets vreemds te bekennen, in de hele stad niet – loos alarm dus. Ze had het voorgeval gerapporteerd aan haar leidinggevenden, maar de avond was inmiddels als gevallen: te laat om terug te gaan naar Lumiose dus. Nadat Alexis bijna het hele stadje doorgelopen was, had ze uiteindelijk een restaurant gevonden. Ze was er naar binnen gelopen, had haar bestelling doorgegeven en was gaan zitten.
De zwartharige vrouw geeuwde, zo luid en oncharmant als ze maar kon terwijl ze probeerde te genieten van de salade die, nou ja, vooral bestond uit groenvoer – eerder geschikt voor Pokémon dan voor trainers. Gelijk nadat die gedachte haar hoofd binnen was geschoten voelde ze opeens een prikje in haar enkel. Ze boog haar hoofd en keek naar de grond, zoekend naar datgene dat haar geprikt zou kunnen hebben. Tot haar verrassing zag ze een blauwe Pokémon staan, die ze herkende als de vrouwelijke Nidoran. ’Hey daar!’ Waarschijnlijk was voor het eerst die dag een glimlach op haar gezicht verschenen. Ze strekte haar hand uit om de Pokémon te aaien, al leek die meer aandacht te hebben voor haar avondeten. ’Wil je eten?’ vroeg Alexis de Pokémon maar, haar voorzichtig een blaadje sla gevend. De Nidoran at het duidelijk dankbaar op, waarop Alexis haar wenkbrauwen fronste. Wat zou een Pokémon in haar eentje in een restaurant doen? De Pokémon zette haar tanden opnieuw kort in haar enkel en liep een paar passen vooruit om weer om te draaien, alsof ze haar wenkte. Verbaasd stond Alexis op van haar tafel, om de Pokémon te volgen.
Na een korte tocht door het restaurant kwam ze uit bij een tafel waar een jongeman met niets meer dan een glas water aan tafel zat. Geen wonder dat zijn Nidoran honger had. De Pokémon stond inmiddels voor haar voeten, kijkend naar de jongen die hoogstwaarschijnlijk haar trainer was. ’Sorry?’ begon ze, zich naar de jongen toebuigend. ’Deze Nidoran, is ze misschien van jou? Ze heeft me naar jou toegebracht, om wat voor reden dan ook…?’ Enigszins verward keek ze de jongen aan, hopend dat hij een verklaring had voor het gedrag van zijn Pokémon.