Ragya haalde even diep adem terwijl ze nogmaals de koude doek over haar littekens liet gaan. Het was een rustgevende handeling, iets wat vooral kwam door de gevoeligheid van haar huid op deze plekken. Haar rode blik gleed naar deze delen van haar lichaam toe in de reflectie van de spiegel. Hetgeen wat nu het voornaamste zichtbaar was, was de wonde onder haar sleutelbeen. De schotwond was nog actief, nog helend en ze wist dat het nog een flinke tijd kon duren voor deze helemaal bijgetrokken was. Ze voelde het ook. Zoals verwacht had ze moeten afbouwen met haar pijnstillers en voor de verandering had de jongedame daar eens naar geluisterd. Er was iets aan die scherpe kant die ze niet wou missen. Iets wat ze meer waardeerde naar het constante zeurende gevoel. Het voelde echt, alsof het je op de grond zou kunnen houden. Dat had ze nodig, ze had die connectie met het echte leven nodig anders wist ze niet hoelang ze het nog zou trekken. Want zeker, ze had haar fysieke wonden erbij gekregen. Ze had het gat in haar borstkas en ze had de plekken hierom heen waar haar huid weggevreten was door zuur dankzij de meid die ze eerst had gemogen. Maar beiden oorzaken van de fysieke wonden waren ook de oorzaak geweest van meer pijn. Mentaal. En hoe goed het soms ook leek te gaan, en hoe veel ze haar normale agressievere trekjes weer op leek te pakken. De wonden bleven er zichtbaar inzitten. Gegrafeerd in de kleine dingend die ze deed. Het had haar laatste beetje gebroken en ze hielt zich nu vast aan de grootste scherven. Rustig liet ze haar blik weer omhoog glijden naar haar eigen blik, naar de pigmentloze rode ogen. Ze zocht er iets in wat ze herkende. Het was vreemd en moeilijk te omschrijven. Maar iemand anders had dit wel kunnen doen. Iemand had een kamer in een gesprek van anderhalf uur op kunnen schrijven wat er allemaal mis met haar was. Ze was een pyromaan had deze gezegd, en daarmee had ze ingestemd. Ze had ODD, en zelfs daar kon ze zichzelf in vinden. Er was uitgelegd wat dit betekende, wat te symptomen waren. En dit leek haar karakter perfect te omschrijven, dus ze zag niet precies in wat er mis mee was. En toen zeiden ze dat ze Bipolar kon zijn. Dat ze van de ene gemoedsstand naar het andere extreem wisselde in een zeer korte periode. Het duurde even, maar toen stemde ze in. En toen concludeerde het persoon tegenover haar dat alles kwam omdat ze bang was. Dat ze blootgesteld was aan enkele series van traumatische ervaringen waar haar lichaam en geest niet mee om konden gaan, en ze daarom in bescherming gingen op deze vreemde manier. Ze was de ruimte uitgelopen. Maar nu ze erop begon te letten kon ze het zien. Ze kon haar manisch en depressief nu makkelijk van elkaar onderscheiden, en het moment dat deze in elkaar over gingen. Medicatie was nu hetgeen wat haar op de been hielt. De tabletten die haar emoties wat afschuurde en evenwichtig hielden. Een pil die ervoor zorgde dat ze eindelijk kon slapen door nachtmerries heen en een laatste redmiddel in de vorm van een spuit. Een injectie in haar arm die ervoor zorgde dat als ze eens door leek te draaien en dingen begon te zien die niet bestonden ze de werkelijkheid weer kon vinden. Ze deed het allemaal, enkel en alleen omdat ze geen gevoel erger kende dan psychoses. Op dat moment zag ze alles weer voor zich wat ze probeerde te vergeten en het maakte haar serieus gek. Dit waren alle dingen waar ze nu het meeste mee bezig was, de dingend die haar dreigde over te nemen. Zeker, andere merkte het, maar zij had hier het meeste last van. Ze was bang zichzelf te verliezen. Nu ging het, nu had ze zichzelf onder controle maar hier kon zo snel verandering in komen als ze bij de verkeerde mensen rond hing, iets waar ze een natuurlijk talent voor leek te bezitten. Op het moment wist ze te zeggen dat ze naar het manische trok. Ze was opgewonden, actief, alsof er een constante rush van adrenaline in je bloed gepompt kon worden. Haar rationele gedachtes werden af en toe overgenomen door zulke vlagen. Deze zorgde voor een boost in haar zelfvertrouwen, tot op het punt dat ze geen grens meer zou zien. Zo ver waren ze nog niet, gelukkig. Maar ze die drang om iets te gaan doen, om weer verder te streven hielt niet op. In deze staat was ze impulsief, ze was het type persoon nu die iedere weddenschap aan zou gaan en met een blinddoek een snelweg over zou steken gewoon voor het plezier. Dingen waren nu pas leuk als er wat risico in zat, en op z’n minst de kans in een ziekenhuis te belanden als het mis ging. Ragya lachte even hardop naar haar reflectie, die zoals verwacht het gebaar terugdeed. Dit ging niet goed komen, ze voelde het al. En om die gedachte alleen al bleef de grijns op haar gezicht hangen. Ze duwde zichzelf hierna overeind en maakte haar werk staand af. Rustiger dan ze zich voelde droogde ze de nieuwe huid af en pakte hierna een rolletje steriel verband. Normaal liet ze de wond open zodat hij niet zou stikken, en ook voor het gemak. Maar ze had het gevoel dat het vandaag actiever ging worden dan dat haar lichaam leuk vond, dus de voorbereidingen mochten getroffen worden. Daarbij voelde het beter als er verband omheen zat, zelfs al zou het vanaf een medisch standpunt niet uit moeten maken, de schade zat toch achter de hechtingen. Soepel dankzij ervaring bond ze het verbandje af en trok haar topje weer aan, die rommelig naast haar had gelegen. Ze duwde zichzelf overeind en liet de rommel voor wat het was, niet de drang of behoefte voelend het ook echt op te gaan ruimen. De beweging zorgde weer voor een steek, voornamelijk door de ruwe manier waarop ze hem had uitgevoerd, ondanks dat ze wist dat die pijn dan moest volgen. Het werkte al bijna verslavend, pijn en adrenaline waren nog beter in dingen laten vergeten dan drank. Of werd ze nu iets te positief? Waarschijnlijk wel. De roodharige keek even haar kamer rond. Het was een kleine ruimte, een rechthoek met een bed tegen de muur aangeduwd, een kast, nachtkastje en twee deuren. Deze waren dezelfde grijze kleur als de muren zelf, een leidde naar de gang, de ander naar de kleine badkamer met een wc, wastafel en open douche. Het was klein en niet zo zeer stijlvol ingericht, maar het was een kamer in de base en deze was gratis. Ze hielt van gratis. Vooral omdat ze hier maar voor onbepaalde tijd was, haar originele doel om iets over te brengen was al in vervulling gegaan. Toch was nog even blijven hangen zonder goede rede. Misschien omdat ze snel reisziek was en die enkele dag ertussen niet genoeg was haar weer normaal te krijgen. Misschien wou ze ook een seconde afstand van alles wat er thuis gebeurde. Ze moest immers nog zwaar wennen aan hun nieuwe huisgenoot… en delen was niet haar beste punt. Die van Aldrei ook niet, dat was nogmaals duidelijk geworden. Met een zacht kreunend geluid rekte ze zichzelf uit en liep nu naar het bed toe, waar ze op ging zitten zodat haar schoenen aan kon doen. De gouden teef opende een van haar ogen bij het voelen van het extra gewicht op haar verblijfplaats. Lichtelijk verveeld bekeek deze haar acties, om hem hierna weer te sluiten zodat ze fatsoenlijk kon gapen. De vos ging overal waar zij ging, dat princiepe zou altijd blijven. Ze aaide Aldrei snel even door haar gladde vacht en stond hierna weer op, om haar tas van de grond af te pakken en haar enkele bezittingen die rondslingerde erin te duwen. Al snel zat de zwarte rugzak weer vol en was de ruimte weer wat leger. Ze zou later nog wel terug komen, misschien. Ze wist het niet echt, de behoefte om vooruit te denken had ze niet. Ze zou wel zien waar ze eindigde vandaag, de sleutel hielt ze wel. Altijd handig right? Waarschijnlijk hadden ze wel een reserve als ze toch naar binnen moesten, of een pokémon die explosion kon als dit niet geval was. Het maakte niet echt uit, het was immers toch niet haar probleem. Ragya keek dus weer naar Aldrei, die ondertussen rechtop was gaan zitten en kort met enkele van haar staarten zwiepte. “Kom je?” De vos sprong van het bed af, wat de roodharige maar opvatte als een ja. Het tweetal liep beiden naar de grijze deur, waarna Ragya deze hoffelijk open hielt voor de ander, en hierna weer achter zich vergrendelen. Ze trok de rugzak over haar schouder heen en haalde even diep adem. De gang was iets frisser als de ruimte, wat ze prettig vond. Na een seconde geaccomondeerd te zijn zette zich weer in beweging. Ze hielt de gang in de gaten, al leek er nog weinig te gebeuren dankzij het vroege tijdstip. Het was nog voor de zon haar hoogste punt had bereikt, dus de hitte zou nog wel meevallen. Waarschijnlijk was het voor de twee noordse wezens nog steeds onaangenaam warm, maar het kon in ieder geval erger. Langzaam voelde ze haar stijve spieren weer los geraken, alsof de laatste resten van de nacht slaap eruit werden gelopen. Onbewust zorgde dit ervoor dat haar tempo toenam. Ze had zin te sporten, actief te doen. Waarom deed ze dat eigenlijk zo weinig? Fatsoenlijk sporten. Wie weet werd ze dan wel sterker? Ja, ze zou meer gaan sporten als ze thuis was, gewoon iedere dag naar de sportschool ofzo. Een steek van normale gedachtegang leek haar sneltrein aan mania te doorbreken. Wat dacht je van sportschool prijzen? Goed punt. Of van het feit dat je faalt in fysieke sport en hier een hekel aan hebt? Ook een geweldig standpunt, logica, goed werk vandaag. Ze fronste even om haar vreemde gedachtegang en schudde haar hoofd even. Goed, ze moest focussen. Als ze niet gingen sporten moesten ze wel wat anders gaan doen. Het strand was ook een optie, maar ze hielt niet zo van de zee, of water… of zand. Wat deed ze dan op een eiland? Iets anders. Misschien naar een van de stadjes gaan? Er was nog genoeg hier dat ze niet had gezien. Een beetje onderzoeken zou haar goed doen, dat had ze gemist. Tevreden met zichzelf en haar beslissing liep ze dus ook het laatste stukje van de gang uit, waardoor ze in het receptie/welkomshal gedeelte kwam. De ruimte strekte zich wat meer uit en hier was de in en uitgang te vinden. Ragya zuchtte even toen ze onder de airco doorliep, en kon het niet laten hier even te blijven staan in alle tevredenheid. Ondertussen gleed haar blik naar Aldrei, die haar humeurig aankeek. “Niet zo ongeduldig” Mopperde ze terug, waardoor de vos naar haar gromde. Dramatisch draaide ze haar hoofd verder naar haar pokémon toe. “Wat zit je nu te grrr-en naar me? Als dat je motiverende speech is om me in beweging te krijgen moet je echt beter werk gaan verrichten” Geïrriteerd gromde de Ninetales nogmaals, nu met rook die opsteeg uit haar lichtelijk geopende muil. “Who who, zo motiverend hoefde het ook weer niet, straks motiveer je het brandalarm nog” De teef moest zuchten, waardoor zij weer grijnsde. Ze was niet bang van Aldrei, nog haar acties. Hoe kon ze ook? De vos was een uitbreiding van zichzelf, ze zou haar ook nooit iets aan doen. Dat wist ze gewoon. Maar om toch haar geliefde wederhelft tevreden te houden besloot ze weer te gaan lopen. Dit en het feit dat de vrouw achter de balie haar al lichtelijk fronsend had aangekeken. Alsof het zo raar was tegen je pokémon te praten, beter gezegd een heel gesprek te voeren. Ze opende de glazen deur naar buiten, en werd meteen geraakt door een vlaag van hitte. Nu was het haar beurt om humeurig te kijken, als was haar humeur gericht op het algemene klimaat van Hoenn. Gosh wat was it warm, kon iemand niet even de verwarming uitzetten ofzo? Een geïrriteerd geluid kwam over haar lippen, maar hierna liep ze door, tactisch in de schaduwen blijvend. Ze wist niet eens waar ze naar toe liep in alle eerlijkheid. Maar het zat er vandaag niet in om even rustig op het kaartje te kijken voor ze in actie kwam. Eerst denken dan pas doen. Hah. Kom aan, hoe moeilijk kon het ook zijn? Ze had alleen maar entertainment nodig meer niet. Ze grijnsde kort, wat ging dit goed zijn. Geweldig eigenlijk. Kon niet beter. Misschien wel een beetje beter. Zoals alles op orde hebben in je leven en weten waaraan je de dag ging verspillen. Zoals koffie. Ineens leek de realisatie haar te raken dat ze nog verdomd weinig koffie op had vandaag, en zoals je met iedere verslaving moest doen besloot ze meteen koers te zetten naar de dichtstbijzijnde plek waar ze dit verkochten. Het was toch vreemd dat je na heel even te denken aan het donker bruine spul meteen het nodig had, waar je eerst die drang niet voelde. Gelukkig duurde het niet al te lang voor ze een plek had gevonden waar de geur van koffiebonen vanaf straalde. Ze had er immers een natuurlijk aantrekkingskracht naar. Na een tijdje in de rij te hebben gestaan kwam ze bij de balie en bestelde een van de ijskoffies, niet doelbewust haar keuze makend, gewoon de naam opnoemend waar haar blik het eerste op bleef hangen. Terwijl haar beker in elkaar werd geflanst leunde ze rustig tegen de houten verhoging op, zelf weer achter zich kijkend naar de straat. Haar aandacht verschoof naar voren toen de beker met een zachte tik het werkblad raakte. Ze rommelde wat in haar zak en schoof wat munten naar de ander toe terwijl ze haar verkoeling in de hand nam en er een grote slok van nam. Meteen voelde ze een tevreden gevoel oprijzen. Ze konden weer hoor. Ragya wenkte Aldrei en liep weer de straat op. Ze scande de omgeving even en besloot de richting van de mensen maar te volgen, geen behoefte voelend om moeilijk te gaan doen. Dat was nieuw zeg. Nee, moeilijk doen deed ze straks wel als ze een leuk iets had gevonden haar tijd mee door te brengen. Deze stad leek echter weinig te kunnen bieden. Mossdeep was ondertussen de Lumiouse van Hoenn geworden. Er was simpelweg teveel kans een collega of bekende tegen te komen. Daar had ze immers geen zin in. Ze kon Huginn misschien uit zijn bal halen, maar ze had geen zin om te vliegen. Zat ze weer in die volle zon en koffie drinken was moeilijk op de rug van je vogel. Sleipnir erbij halen was ook een optie, maar die hengst was veel te druk om een lange rit mee te maken. In ieder geval niet nu ze nog wat te morsen bij zich had. “Wat denk je van de bus?” Vervolgde ze haar gedachtegang hardop. En hoewel Aldrei haar woorden precies kon verstaan, kon deze nog geen gedachte lezen. Vandaar dat ze even vragend opkeek. De roodharige nam nog een slok drinken en verklaarde haar eerdere vraag. “Of we een bus zullen pakken naar een andere plek op het eiland” Aldrei gromde wat afkeurend, duidelijk geen zin hebbend in een tijd in een voertuig te zitten. Maar haar ingeveving leek weining toe te voegen aan de beslissing die Ragya nam, en dat was haar hand op te steken zodra ze de rood witte bus aan zag rijden. Openbaar vervoer gebruiken terwijl je de omgeving niet eens kende. De wagen stopte aan de kant van de weg en de schuifdeuren opende met een licht piepend geluid. Soepel stapte ze van de stoep op het trappetje en keek naar de buschauffeur. Deze had het typische uiterlijk wat ze zou verwacten bij iemand van Hoenn. Gebruind door de zon, warm bruine ogen en zwart haar met een stoppelig baardje. Hij droeg een blauw uniform met het logo erop gehaakt van het bedrijf waarvoor deze werkte. De roodharige veegde even een pluk uit haar gezicht en grijnsde naar de ander, zelfverzekerd zoals haar huidige mood aansterkte. Mania maakte haar verassend makkelijker in contact met andere opzoeken, iets wat ironisch was aangezien ze een hell was om mee om te gaan. “Waar komt u allemaal langs?” Kwam er op een casual manier uit. De man keek vriendelijk terug en hielt zijn blik even op Aldrei, die achter haar de bus in was gesprongen en nu rustig in het gangpad wachtte. “We rijden door tot op de veerboot verderop, deze meert aan bij Dewford” ze knikte even en glanste even over de prijs van de kaartjes heen, om hierna weer het bedrag uit haar zak te rommelen en voor hem weg te leggen. De man knikte dat hij het had gezien en sloot de deuren, om hierna weg te rijden. De roodharige was behendig genoeg in de bus te blijven staan toen deze begon te bewegen, waarna ze verassend charmant een lege plek vond. Ze ging bij het raam zitten terwijl Aldrei plaats nam op de lege stoel naast haar, om vanaf hier onrustig om zich heen te kijken. In de hoop te zorgen dat haar vos niet heel het voertuig af zou branden zodra er iemand op zou staan begon ze door de gouden pels heen te aaien. Het was voor haar ook niet al te erg om te doen, de vacht was zacht en rond de nek werd het was langer en pluiziger. Uiteindelijk raakte ze de sweet spot net onder diens kaak, waardoor ze voelde hoe de vos met lichte tegenzin haar agressie wat liet zakken. Zelf begon ze nu ook naar buiten te kijken en merkte al snel hoe ze de bushaltes afgingen. Het was een vrij rustige busrit door de stad heen, voornamelijk omdat dit een eiland was en er niet enorm veel plekken waren waarnaar je toe kon. Maar ondanks dat de rit rustig verliep was moeder natuur toch een stapje voor en kon Ragya uiteindelijk niet voorkomen dat ze misselijk werd. Hoe snel kon ze zoiets vergeten? Vanochtend had ze er nét nog aan gedacht dat ze reisziek kon worden en nu moest ze ineens verbaast zijn dat ze wagenziek was? Zeker, had zij weer. Ze besloot dus ook uit het raam te gaan staren zodat het niet erger zou worden dan het al was, wat niet een verschrikkelijke besteding van je tijd was. Het was wel jammer van de koffie, die ze moest uitstellen tot het einde van de hun bustripje. De bus zelf was niet zo heel indrukwekkend. Het was typisch openbaar vervoer met alles krap en nauw op elkaar. Het gangpad was te klein om aangenaam in te lopen en de stoelen zaten te dicht op elkaar voor een persoon van normale lengte. Nu had ze er zelf weinig last van, voor haar paste het perfect. Maar verderop zag je het tegendeel met een lang type die opgefrummelt. Arm ding zeg, arm ding. Over de stoelen zelf was ook nog genoeg te zeggen, deze waren de meest vreemde, oncharmante kleuren stof met een vreemd patroon wat nog nooit in de mode is geweest. Waarom deden ze zulke dingen nooit een mooi effen grijs? Of zelfs die lelijke blauw maar dan zonder de toevoeging van gele en groene driehoekjes? Zo veel vragen, zo weinig antwoord. Gelukkig hoefde ze er niet te lang mee te zitten, want volgens de mechanische vrouwenstem hadden ze eindhalte bereikt. De roodharige wachtte tot de ergste drukte over was en stond toen zelf ook op, om snel naar buiten te vluchten en wat frisse lucht te krijgen. Al was de term van frisse lucht nog ruim genomen, warme kleffe lucht klonk wat reëler. Gelukkig leek warme kleffe lucht nog steeds zijn werk te doen als lucht en voelde ze de harde misselijkheid en de behoefte haar maaginhoud te legen wat zakken. In ieder geval genoeg om haar koffie eindelijk leeg te drinken en de beker in de dichtstbijzijnde prullenbak te gooien. Goed, waar waren ze nu weer terecht gekomen? De veerboot die eerder vermeld was leek er nog echt te zijn ook. Misschien was het grote eiland wel leuker, die had immers ook meerdere plekjes om te bezoeken. Ach, waarom ook niet? Ze zorgde ervoor dat haar rugzak weer goed hing en keek opzij naar Aldrei, die met een starre blik naar de boot staarde. “Ik heb goed nieuws en slecht nieuws” De teef keek zich als gebeten om, en de blik zei al genoeg dat ze niet stond te wachten op beiden. Maar ze was niet zo makkelijk tegen te houden. “Het goede nieuws is dat we naar het hoofd eiland gaan. Het slechte nieuws is dat we de boot nemen” De gouden vos was niet alleen enorm bang van water, maar ook nog eens onhelpbaar zeeziek. Wat waren ze ook goed gelukt als het om reizen ging zeg. Bij de verklaring kreeg ze dus ook een klagend geluid terug, maar Ragya begon al met lopen. “Je mag ook zwemmen als je daar blij van word, ik wacht wel hoor” opperde ze nog op een uiterst vriendelijke toon. Maar er werd jammer genoeg niet verder op in gegaan. Zo makkelijk stil te krijgen ook. Aldrei volgde gewoon met een duidelijke haat aan haar leven de boot op, waar ze op een van de bankjes gingen zitten en een kleine eeuwigheid moesten wachten tot ze vertrokken. Ondertussen was ze wat gaan prullen op haar Holocaster, al had het ding zijn beste dagen wel gekend. Uiteindelijk duwde ze het gewoon weg en legde ze haar hoofd tegen de kabine achter zich, waarna ze al snel wegdommelde in de felle zon. Het was een klanktoon van hun schip die haar wakker kreeg. Verward en wat sukkelig keek ze om zich heen, om hierna haar droge muil op te merken en het feit dat ze was verbrand. Zacht scheldend probeerde ze wat meer wakker en wat minder dood te worden, waardoor haar blik op Aldrei viel die half dood over de rand hing. Maar voorbij dit prachtige aanzicht zag ze Dewfort al in beeld komen. Dit zorgde wederom voor die grijns op haar gelaat waarna ze opstond, meteen een tweede ervaring met stijve spieren en een boze wond krijgen voor de dag. Meer onvrouwelijke termen werden in het rond gegooid tot ze genoeg moed had verzameld helemaal overeind te komen en haar pokémon voorzicht op te pakken en in de armen te nemen. Aldrei hing nu half over haar schouder heen en maakte een jammerend geluid. “I know, I know” sprak ze maar terug. Er was immers weinig anders te zeggen. Ze wachtte nog een tijdje in de rij maar na een dik kwatier stond ze weer op vast land. De vos werd nu ook neergezet en ze gingen weer op pad. Dewfort was nog weinig rede om echt te blijven, maar ze had nu wel een idee gekregen. Was die eerste gym van Hoenn niet in de buurt? Derniére was op een hoog genoeg level om deze te kunnen uitdagen, wat hielt haar tegen? Normale mensen zouden hun bezoekje aan een gym plannen en hierom heen werken. Maar Rag in deze stand van zaken? Hell no. Ze had nu zin om een gym te doen en dingen in de fik te zetten en dat was ook precies wat ze nu ging doen. Je kon je pyromanische behoeftes immers niet iedere dag zo dramatisch uiten zoals gebouwen of vliegvelden afbranden. Dat was alleen voor het weekend en bij speciale gelegenheden. Nu moest ze het maar met een gym doen. Ze had niet eens een idee welk type dit zou zijn. Zou het heel erg uitmaken? Misschien wel, misschien niet. Ze zou het wel vanzelf zien of niet soms? Moest ze wel in die stad komen. En aangezien ze nu niks bij zich had wat omver gegooid kon worden was Sleipnir wel degelijk een optie. Met een simpele aanraking tegen de Dark ball aan haar riem brak de hengst los en deed zijn standaard show naar de wereld. Hij steigerde even, schudde zijn stormgrijze manen uit en trok zijn charmantste pose. Ze schudde even haar hoofd, alsnog geamuseerd door het dier voor haar. Deze had ondertussen een seconde tijd over gelaten voor mensen een foto te nemen mochten ze die behoefte voelen, het was nog nooit eerder voor gekomen maar Sleipnir liet zich niet uit het veld slaan zo bleek, waarna deze weer wat ontspande. Met een nieuwsgierig en schooierig hoofd kwam hij naar haar toegelopen en duwde zijn snuit tegen haar hand aan. Jammer genoeg voor hem had ze geen appelkoeken, dus moest ze hem teleurstellen. Ze nam dus als trootstprijs even de tijd hem over zijn snuit te aaien voor ze zich op de rug van het dier hief. Deze hinnikte meteen weer en leek zich niet eens te deren aan de hitte. Aan de andere kant was Sleipnir hier geboren, iets wat ze vaker vergat, en hij zou het wel gewend zijn van zijn tijd hier. Echt lang kon ze hem toch niet tegenhouden, dus na een knikje naar Aldrei gaf ze been. Meteen spurtte Sleipnir vooruit en verlengde zijn pas naar een ruime galop. En het maakte niet uit hoe warm het ook was, het bleef een geweldig gevoel. Voor ze het doorhadden waren ze de stad uit en ze gaf de ander nu de ruimte helemaal los te gaan. Ze duwde zichzelf lichtelijk omhoog van de rug af en leunde wat naar voren, zichzelf ondersteunend op de schoft. Ze reed niet met zadel nog teugels, iets wat altijd een interessante combinatie was. Vaker dan niet belandde ze ook op de grond na een bocht, maar het was het allemaal waard. Er was geen gevoel op de wereld meer te omschrijven met vrijheid dan dit. Je kon gaan en staan waar je wou, je voelde wind om je heen en de grond onder je door het lichaam van je dier heen. Ze voelde zijn spieren en hoe deze hun werk deden vooruit te komen, hoe ze onder haar benen doorrolde. Haar blik was voor zich uit gericht, maar de weg leek vrij rustig te zijn en de enkele trainertjes die ze tegemoet kwamen rijden leken al hun ruimte in de pakken. Ze wouden ook niet aangereden worden. En zo kwamen ze dan na een ochtendje reizen aan in Rustboro City. De roodharige ademde diep adem en kreunde lichtelijk van de pijn terwijl ze weer naar achteren leunde. De hengst minderde vaart tot ze eindigde in een rustige stap. Ze voelde haar hart door haar wond heen kloppen en hoe haar geschade long wat mee zeurde. Maar het maakte niet uit. Nee. Pijn was fijn en bloed was goed. Toch? Ja, vast wel. De stad zelf was vrij groot voor een beginnersgym te hebben. Hij leek immers aangesloten te zijn op een school, alles hier draaide om leren en andere onzin. Ze had zelf nooit school gehad, waardoor ze veel basiskennis ook miste. Maar aan de andere kant had ze veel rondgereisd in haar nog korte leven en onderweg ook genoeg geleerd. Het hielp ook dat ze een pokémon had die bij haar pastte en daardoor geen echte opvoeding nodig had gehad. Al leken andere mensen hier wat anders over te denken. Mensen begrepen gewoon niet dat het oké was voor Aldrei om hun te haten en dit duidelijk te maken. Hun probleem, niet het hare. Eigenlijk wel. Goed, terug naar de gym. Na een tijdje gelopen te hebben zag ze het bekende bord ervoor staan, waarvoor ze dan ook stopte. Soepel gooide ze haar been terug over het paard heen en gleed van hem af. Ze beloonde hem in haar eigen taal en stuurde de Rapidash toen weer netjes terug, om hierna haar aandacht te verschijven naar het bordje. Stone gym. Dat werd nog leuk zeg, vooral als je vuur als enige beschikbare pokémon had. Ze zou nog kunnen wachten, maar haar boost van eerst doen dan pas denken was het hier niet mee eens. Ze liep dan ook naar de dubbele glazen deuren en duwde deze open. Meteen zag ze een indrukwekkend beeld van het museum voor haar. Enorme fossielen stonden tegen de achterste muur opgesteld en de voorkant van de grote ruimte had vitrines om de kleinere schatten beeld te geven. Maar nog voor haar eerste indruk goed en wel door was gekomen kwam er iemand naar haar toe lopen die het standaard riedeltje vertelde, om haar uiteindelijk een flesje water te geven. Aangezien ze nog een droge mond had na die boot was ze er vrij dankbaar voor. Al had ze nu wel weer genoeg stilgestaan, dus liet de Ninetales de man het zwijgen opleggen door eens bedreigend te grommen, waarna ze verder konden. Gelukkig leek deze gym niet al te fysiek voor je bij de gymleader kwam, want daar had ze echt een absolute hekel aan. Bergklimmen, touwzwaaien of skates. Allemaal onzin als je het haar vroeg. Gewoon ernaar toe lopen was inderdaad vele malen beter. Maar ze nam nog redelijk de tijd om naar de verschillende fossielen te kijken, iets wat ze best interessant vond. Ze vond het ook een raar idee dat sommige van deze fossielen weer tot leven gebracht konden worden. Vooral als ze naar het enorme beest achteraan keek. Na een rondje gelopen te hebben besloot ze wel richting het gymgedeelte te lopen, al was het duidelijk dat ze de beginners trainers gewoon kon overslaan. Dit zorgde voor een tevreden blik. Nog beter zelfs. Ze nam dus ook de omweg in het vrij simpele doolhofje en kwam zo zonder ook maar een young kid Joey te hebben moeten verslaan bij de leadster aan. En dit bleek ook een vrij jonge meid te zijn. Ach, ze zou niet oordelen. Vandaar dat ze maar diens richting op kwam gelopen. Toch was ze verbaast over hoe streng de toon van de meid was toen deze opsprak.
"Hello. You must be a new challenger. I am Roxanne, the Rustboro City Pokémon Gym Leader. I became a Gym Leader so that I may apply in battle all that I’ve learned at the Pokémon Trainers’ School. If you defeat me in a Pokémon battle, I’ll present you with a Gym Badge as proof of your strength as a Trainer. Please take up the challenge..” De roodharige knikte even bevestigend. “Ik neem de uitdaging aan” Besloot ze zonder enige vorm van twijfel in haar stem. Roxanne wees haar de weg naar het veld waar ze zouden gaan vechten, terwijl haar blik ondertussen onderzoekend richting Aldrei ging.
“Ben je van plan met je Ninetales te vechten? Want deze mag niet deelnemen aan de gym” Aldrei gromde haar bedreigend toe, duidelijk niet onder de indruk van diens woorden. Ze had zelf de nieuwsgierigheid in de stem wel gehoord, waarschijnlijk omdat ze gewend moest zijn dan mensen uit Hoenn zelf haar uit kwamen dagen. En nu stond zij hier met een te sterke pokémon en een duidelijke afkomst ergens anders vandaan. Maar Ragya was zo vriendelijk enkel en alleen de gegeven vraag te beantwoorden, “Aldrei zal gewoon kijken, ik vecht met een andere pokémon” dit antwoord leek het juiste te zijn, want de meid knikte even en nam toen haar plek in om te gaan vechten. De scheids kwam erbij staan en nog voor er een kans was iets anders te doen werd het startsignaal gegeven.
Derniére Danse against Geodude
Ragya sent out Derniére.
Roxanne sent out Geodude.
Derniére seems to wonder why she’s fighting against a rock.
Geodude feels slighty offended, he wasn’t a rock, he was a boulder.
Derniére uses a
Smokescreen like the ninja she is.
Geodude uses a Rock Polish, gotta go fast.
Derniére uses a
Flame charge, it isn’t very affective, this is going to be a long fight,
Geodude uses a Rollout, it hits 3 times.
Derniére is scolding the rock and uses a
Flamewheel, what he can do, she can do better with fire.
Geodude wasn’t very impressed and uses a Tackle.
Derniére comes right back with a
Quick attack.
Geodude uses Rollout again, it hits 2 times.
Derniére uses an
Ember, the target is burned.
Geodude is using Rollout again, not very much options in this fight.
Derniére uses a
Flame Charge, she has the same problem.
Geodude uses a Defense Curl.
Derniére uses a
tackle.
Geodude uses a Rollout again, 5 hits.
Derniére ends this madness with another
Flame Wheel. Geodude faints.
Derniére looks proud at Aldrei.
It isn’t very affective, Aldrei used grump.
Derniére Danse against Nosepass
Ragya keek toe hoe ander haar steen terug liet keren en even knikte, alsof ze net haar eigen gedachtegang wou bevestigen. Zelf stond de roodharige rustig op haar plek, haar handen in haar zakken en houding aan de laxe kant. Het was koel hierbinnen, dus al met al had ze het best goed hier. Haar rode ogen gingen nogmaals over de omgeving heen. Het was een veld met enkele stenen punten die omhoog rezen uit de grond, verschillende plekken om je achter te verbergen of als middel van aanval te gebruiken. Zelf hadden ze het niet echt nodig, maar het was belangrijk als je hoofd aanval stenen naar iemand zijn kop gooien was. Verder was het veld vrij saaitjes en stoffig, de echte blikvanger waren de botten om hun heen, die in de stenen muur zaten voor who knows how long. Ze klakte even met haar tong en keek weer opzij, waar nu ook de andere studenten aan de kant gingen zitten en dingen op een notitie boekje krabbelde. Waarschijnlijk was dat hun taak hier, opschrijven wat ze zagen en wat er misschien anders had gemoeten. Om deze gedachte moest ze spottend snuiven. Sure, alsof hun hier verstand van hadden. Haar aandacht verschoof weer naar haar pokémon, die hier een zwaar nadeel had op het veld. Het maakte niet uit in haar ogen, de egel moest die gewoon kunnen. Tja, Ragya was sinds haar eigen tekortkomen vrij hard geworden, vooral richting haar pokémon toe. De meeste van het Kalos team konden er wel onderuit komen aangezien het trainen voor hun niet meer voor sport was. Maar Derniére. Oh, die kreeg wat te verduren. De roodharige was er vrij genadeloos tegen geworden en ze werd met harde hand grootgebracht. Normaal was ze niet het type om haar pokémon wat aan te doen, maar dreigen was voor haar helemaal geen punt. Ze zou er voor zorgen dat niemand haar beesten meer ongetraind zou noemen. Ze zou zorgen dat het beest haar alles zou geven omdat ze wist wat ze kon verwachten als ze zou falen. Eerst werkte ze uit vertrouwen en wederzijds respect, maar de Cyndaquil werd gevormd uit angst en de onmogelijke drang haar enige moederfiguur tevreden te stellen. Zo stond het kleine bruine wezentje dus ook op haar plek. Het paars getinte vuur op haar rug brandde hoog op en ze was lichtelijk door haar pootjes heen gezakt. Ze zou letterlijk doorvechten tot ze erbij neerviel, daar had ze wel voor gezorgd. Er was nu ook geen sprake van een wederzijds begrijpen zoals bij Aldrei had. Of een gevoel van aanvulling en begrip die ze met de rest van het team deelde. Nee, Ragya zei nu iets en Derniére voerde het zonder vragen of tegenspraak uit. Het deed het kleine beestje niet enorm veel goed wat stabiliteit betrof. Ze was enorm nerveus en had agressieve trekken naar vreemde toe. Nu zou ze niks doen tegen Ragya haar woorden in, maar het schattige beestje was niet te min om niet te happen. De roodharige moest lachen bij haar gedachtegang, niet in staat de verkniptheid ervan in te zien. Zij gebroken, iedereen gebroken. Dat klonk geweldig of niet soms? Lang kon ze niet van zichzelf genieten, want het gevecht ging weer verder. Met een simpel gebaar verscheen nu de tweede pokémon in beeld. Een Nosepass. Vochten ze nu serieus tegen een stenen neus? Het leek erop van wel. Wederom zaten ze met het probleem dat ze steen met vuur betreden. Opzich maakte het niet uit, als iets moeilijker was betekende nog niet dat het onmogelijk was. Daarbij hadden ze het voordeel wat level kracht betrof. Alles bij elkaar gerekend was het dus een vrij eerlijk gevecht, heel erg in balans. Volgende keer zorgde ze er wel voor dat ze meer een overkill had, maar voor nu was het een geweldige manier haar snelle manier van denken bezig te houden. Ze keek schattend naar de blauwe pokémon tegenover hun en besloot toen de eer te nemen om als eerstes aan te vallen. “
Leer en
Quick attack” Haar hard klinkende stem met duidelijk accent vulde de holle ruimte. De Cyndaquil reageerde meteen en opende haar paarse oogjes, om hiermee een ijskoude glare te geven richting de neus. En hoewel deze ook zijn ogen gesloten leek te hebben was hij merkbaar meer op zijn hoede en viel zijn defense wat naar beneden. Goed, een goed begin. Aangezien boos kijken niet al te veel tijd in beslag neem kon de Cyndaquil nog naar voren schieten met haar Quick attack. Met een redelijke klap kwam ze tegen de ander aan, die hier natuurlijk niet van gediend leek te zijn. Meteen deed hij een Tackle terug, waardoor Derniére weer naar achteren werd geslingerd en tot stilstand kwam tegen een van de rotsen aan. Ze maakte een rommelig geluid terwijl ze omhoog kwam, om meteen haar vlammen weer op te laten flikkeren en zich klaar maken voor de volgende aanval. Ragya besloot aan die wens te voldoen. “
Flame Charge” Ze keek toe hoe het bruine ding zichzelf afzette en met al haar kracht richting de ander af rende. Het was bijna grappig hoe zo’n klein ding die alles of niks mentaliteit kon dragen. Ha. Vlammen begonnen zich rond het egeltje te vormen terwijl deze sprintte en niet lang daarna kwam de inslag tegen de rock type aan. Deze werd tevens naar achteren gedwongen door de kracht achter de inslag, al leken de vlammen minder uit te halen dan dat ze misschien had gewild. Echter was er wel een ander effect wat ze zeker waardeerde. De Cyndaquil was naar achteren gesprongen om zichzelf te herpakken toen haar ogen licht oplichtte. Deze witte gloed trok door naar de rest van haar lichaam waarna je kon zien hoe deze zich begon te hervormen. Haar ledematen groeide uit en ze werd nog groter, om pas te stoppen met groeien tot ze dezelfde hoogte als Aldrei had bereikt. Hierna zwakte de gloed af tot Derniére de rest van zich af schudde. De nieuw geëvolueerde Quilava maakte een hissend geluid en duwde zichzelf overeind van haar vier poten af. Recht overeind kon je zien hoe ze een bedreigender uiterlijk had gekregen dan voorheen, en dat ze klaar was deze te gebruiken. De vlammen op haar kop en rug brandde fel terwijl ze de afstand tussen haarzelf en de Nosepass verkleinde. “Góð vinna, Derniére. Use
Double Kick” Vervolgde ze weer, nog voor de Nosepass zijn eigen aanval uit kon voeren. Meteen draaide de Quilava zich om en trapte enkele kleren met een redelijke kracht in op de ander, om zich uiteindelijk tegen hem af te zetten en weer afstand te krijgen. Maar Roxanne was ook nog niet uit haar trucjes heen. Want terwijl de kinderen aan de zijlijn uitgebreid waren begonnen te schrijven na de lichtshow riep zij het volgende commando op. “Rock Blast” Klonk haar nog hogere stem richting het veld. Meteen begonnen enkele van de stenen te zweven en kwamen en gooide vijf forse stukken rots naar haar pokémon toe. Deze kreeg het voor elkaar een ervan te ontwijken, al moest ze de rest maar onder ogen komen. Ragya gunde haar geen tijd om zich te herstellen. Alles behalve, nog voor de laatste steen tegen diens kop aan was gekomen was ze weer aan het snauwen. “Nog een
Quick Attack” ze moesten weer dichterbij komen als ze meer schade wouden aanrichten. En dat wouden ze, dat was iets wat zeker was. Derniére keek vluchtig haar kant op voordat ze haar nieuwe lichaam uittestte wat snelheid betrof. Deze leek niet achteruit te zijn gegaan en met een indrukwekkende tijd vond ze zichzelf weer met een klap tegen de tegenstander aan rammen. Between a rock and a hard place. Ragya knikte even, om hierna opzij te kijken richting Aldrei, die een verveeld geluid had gemaakt. De teef had in de vorige gevechten nog het vooruit zicht gehad mee te mogen doen, deze keer niet. Ach, ze zouden later wel met iets of iemand anders ruzie zoeken zodat ze ook haar agressie kon uiten. Eerst dit. Ondertussen gebruikte de Nosepass een Rock Throw. Een aanval die precies deed wat je kon verwachten. Er werden stenen naar haar egel ding gegooid. Leuk zeg. Het was dat ze er niet tegen kon maar damn. Hoe dan ook duurde het even voor ze weer kans kreeg voor de aanval terug “
Double Kick” Jij gooit stenen naar andere? Ja, dan verdiende je een trap in het gezicht. Twee flinke trappen waren het antwoord op je problemen in dit geval. Nog voor ze weer met vier poten op de grond kon komen werd er een Thunder Wave uitgevoerd. De zichtbare elektrische stroom hielt Derniére voor nu op haar plek gebonden. Waardoor meneer de vliegende rots vrij spel kreeg. Meteen ging hij los met nog een Rock Blast, die dankzij de korte afstand en niet bewegende tegenstander met gemak raakte. Gelukkig waren die stenen het enige wat er gebeurde voor de Quilava weer los kwam. Beiden pokémon leken ondertussen fors afgezwakt te zijn. Nu beiden van een lager level waren kostte het immers minder tijd dit te bereiken dan bij een level 70. Ze vond het in ieder geval een poging waard om het af te ronden. “Maak het af met een
Flame Wheel” Derniére deed wat er van haar gevraagd werd en zette haar opgevoerde snelheid in met de toevoeging van vlammen. Ze raakte de ander weer voluit en de vlammen die zich uitspreidden belemmerde kort het zicht. Geduldig wachtte ze op een teken dat het gevecht of klaar was of dat ze weer verder konden gaan. Aldrei keek even schuin omhoog.
Wedden op een tientje dat je niet klaar bent? Pessimist dat het was. Maar het woord wedden kon ze onmogelijk afslaan. “Deal” sprak ze met een grijnsje en te grote ego terug, om haar aandacht hierna weer op het gevecht voor haar te richten.