Member Kate GriffinPunten : 293
Gender : Female ♀
Age : 20 [18/5]
Type : Ranger
Rang : Area Major
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: [Rangers] Jeopardy vr dec 04, 2015 4:18 pm | |
| De regen viel haast agressief naar onder. Tara staarde naar buiten vanuit het boomhuis waar ze tegenwoordig woonden. Het huis was prettig, het was niet bijzonder groot en ze moesten eerst wennen dat bijna alles in dezelfde kamer stond. Maar het was prettig. Kate zat op het bed, ze had liever geen hangmat aangezien ze bang was daar uit te vallen in haar slaap. Verder waren er in de kamer nog het keukengedeelte, het woonkamer gedeelte en het slaapgedeelte. Alleen de badkamer had een aparte ruimte. Het huis was niet erg vol aangezien Kate niet het type was om veel thuis te doen, er was geen TV of ander technisch vermaak. Ze had alleen een computer en een radio, al was die meer om ranger berichten op te vangen. Het woonkamer gedeelte was dan ook voornamelijk de aangename bank en een tafeltje waar je je eten op kon zetten of aan kon werken. Dan had je de keuken met alle standaard keukendingen, al was Kate geen kookwonder. De badkamer was niet van belang en de ‘slaapkamer’ was alleen een bed, klerenkast en opbergkast voor.. zeg maar alles. Tara zette een paar passen terug van het raam, niet omdat ze bang was voor de storm, maar omdat ze een hekel had aan water. Al had het geen bijzondere schadelijke gevolgen voor de Flygon, Tara had niet de beste herinneringen als Trapinch gekregen. Licht bezorgd keek Kate naar buiten, dit noodweer was niet super speciaal, maar deze storm was toch wel heftig. En het leek niet minder te worden, niet in het verst. Donder klonk dreigend in de verte, een aankondiging van nog erger weer. Als het nog erger zou worden zou er waarschijnlijk de evacuatieprocedure in proces worden gesteld. Bomen waren bijzonder kwetsbaar voor bliksem en de bewoners zouden makkelijk slachtoffer kunnen worden van de elektrische inslagen. En anders het vuur wat eruit kan dreigen te volgen. Het zou inderdaad erg gevaarlijk kunnen worden. Kate zuchtte en keek naar Tara, de Flygon leek ook een beetje nerveus. Maar dat kwam omdat ze wist dat er een storm aan zat te komen en ze die nog nooit had meegemaakt. Maar ach, door de moessons was het nu het regenseizoen en ze zou het ooit meemaken. Ergens in de verte sloeg de bliksem in en een luide donder volgde. Hopelijk kwam er snel een einde aan. Al was dat niet waarschijnlijk, er waren zelfs een paar Absols gezien de laatste tijd. Het leek erop dat de beesten het aan hadden voelen komen en kwamen om te waarschuwen. Hoewel de meeste misverstanden waren opgeklaard waren er nog steeds mensen die de pokémon als ongeluksbrengers zagen. In elk geval hadden de rangers bij de basis al maatregelen genomen en zouden ze een bericht sturen als het nodig werd die uit te voeren. Het leek erop dat de Absols gelijk hadden. De storm was echt losgebarsten en Kate was samen met Tara onderweg naar de basis van Fortree. Een of andere kleurcode was afgegeven – die kon ze beter leren – en het werd tijd de mensen hier weg te halen. Compleet met gogoggles op tegen het noodweer, al gaf ze dat na een paar meter op in verband met zichtproblemen, liep het meisje met haar draak naar het gebouw wat het geluk had wél op de grond te zijn gebouwd. Dat had te maken met dat er misschien gehandicapten waren of zo, ze wist er het fijne niet van af. Maar hé, rangers waren altijd mensen geweest die het optimaal wilden maken voor iedereen, behalve Team Rocket dan misschien. Eenmaal binnen kwam een kort en krachtige uitleg en werden ze weer weg gestuurd. Oké, het was code nog wat en dat betekende dat de mensen teveel risico liepen. En Kate vermoede dat ze gelijk hadden. Ergens verderop was een vuur ontstaan door inslaande bliksem. Ze zaten in het midden van de storm leek het. Oké, ze had een lijstje gekregen met mensen die ze moest weghalen. Iedere ranger had zijn eigen gebied gekregen en op die van haar waren drie familie’s. “Tara,” Kate keek naar haar Flygon, ze had nu de volle aandacht nodig van de pokémon. Maar die was ook zonder de woorden van haar trainer al in volle concentratie. Half rennend verplaatste het meisje zich richting de eerste familie. Een klop op de houten deur en een meisje met grote, bange ogen deed open. Ook dat nog. “Zijn je ouders thuis?” vroeg Kate vriendelijk aan haar, ze kon niet ouder zijn dan zeven jaar. En ze was overduidelijk doodsbang voor het noodweer. Een langzame knik was het antwoord. Het leek erop dat het rangervestje, doorweekt of niet, wel enig vertrouwen opwekte. “Kun je ze halen, samen met de rest van je familie?” snel trippelde het meisje terug en een man van middelbare leeftijd verscheen bij de deur. Kate had niet veel woorden nodig om de situatie uit te leggen en de hele familie verzamelde zich samen met een paar eigendommen die ze absoluut niet wilden verliezen. De rangers hadden een kamp opgezet in het open veld bij route 120, compleet met benodigdheden. Een moeder, vader, klein meisje en nog een jongen van ongeveer tien daalden langzaam de houten ladder af onder toezicht van de ranger en haar shiny pokémon. Zodra iedereen onder was volgde ze ook, als er iemand gewond moest raken zou zij dat wel zijn. Bliksem sloeg ergens in wat een gil van het meisje uitlokte. Een pokébal sprong open en een seconde later knuffelde ze heftig een Zigzagoon. Dat waren ook zulke populaire dingen. Overal in het wild te vinden, zacht en schattig. Met ook nog eens een leuke evolutie. Maar een extra obstakel konden ze echt niet gebruiken. “Tara, ik wil dat je alle bliksem opvangt,” zei Kate rustig tegen haar pokémon, rustig blijven en het goede voorbeeld geven was essentieel nu. De Flygon knikte, humde en vloog weg. De lucht in. Aangezien ze nu risico liepen geraakte te woorden door de mogelijk dodelijke bliksem konden ze dat maar beter vermijden. Toen Kate’s voet de grond raakte ging er een golf van opluchting door het meisje, al liet ze dat nauwelijks merken. Niet dat er veel te zien was in deze vreselijk striemende regen. “Oké, blijf rustig en volg me,” wist het meisje uit te brengen vlak voor de bliksem insloeg. Tara gaf een krijs, al was het meer een waarschuwingskreet dan eentje in pijn. De Flygon was geraakt door een elektrische schok en die verliet haar via haar staart naar de grond. Niemand geraakt, niemand gewond. Alleen een extreem geschokte familie aan de grond. Gelukkig was Tara immuun tegen de elektriciteit, anders was ze nu gebraden. Kate kon echter geen vertraging meer gebruiken en gebaarde de familie haar te volgen. Twee ongeruste ouders, een zwaar onder de indruk tien jaar oude jongen en een doodsbang zusje met een even bange Zigzagoon volgden haar. Het stuk wat ze had aangewezen gekregen was gelukkig in de buurt van de rand van het bos. Vast omdat ze nog maar een Graduate was en geen volwaardige ranger. Maar ze had al gehoord dat promotie er mogelijk aan zat te komen. Maar dit was niet de tijd om daar aan te denken! Door het ruige weer wisten ze op de een of andere reden ongeschonden het veld te bereiken. Geen bliksem en geen wegrennende kinderen. Gelukkig. Kate haalde opgelucht adem en herinnerde zich toen dat ze hierna nog twee familie’s moest. In elk geval had ze een familie in veiligheid gebracht. Een van de hulpverleners kwam aangelopen om de mensen in veiligheid te brengen. Ze zouden hier waarschijnlijk blijven tot het ergste voorbij was. Daarna konden ze terug naar hun huizen, als die nog stonden, of naar een andere stad. Waar de huizen niet uit bomen bestonden en het wél veilig was. Voor nu was er een vlieg- en vaarverbod, dus ze konden niet echt ver, niet met dit weer. Gelukkig had Fortree niet zo’n grote populatie. Kate draaide zich om om weer terug te gaan, terug naar de natte hel. Maar hé, die was nu eigenlijk overal. Aangekomen bij het tweede huis klopte Kate weer aan, beleefd. Maar alleen omdat ze wist dar hier een ouder koppel woonde dat van hun rust wilden genieten in de kalme natuur. Kalm.. Arceus heb genade. De deur ging trillend open en een golf van opluchting leek over het gezicht van de man te gaan toen hij zag wie het was. “Meneer Underhill, ik kom u en uw vrouw halen voor evacuatie,” bracht Kate de boodschap extreem formeel over. Ze had wel eens een praatje gemaakt met mr. En mrs. Underhill. Het waren nette, beleefde mensen die wel tegen een stootje konden. Blijkbaar waren ze vroeger de wereld over gegaan als succesvolle trainers, maar dat waren er zo veel. De man knikte en haalde zijn even oude vrouw. Ze moesten ergens rond de zeventig zijn, Kate had nooit gedurfd zoiets te vragen. Dat was zo vreselijk onbeleefd. Mrs. Underhill kwam trillend aanlopen en het meisje kon meteen zien dat trappenlopen niks ging worden. Het oude paar was extreem actief voor hun leeftijd, tot op het punt dat ze de vermoeiende trappen konden beklimmen, maar dat ging niks worden met dit weer. “Tara, ik reken op je,” mompelde Kate tegen haar partner. De Flygon humde geruststellend en bukte zich om de oude vrouw op haar rug te laten klimmen. Het duurde ongeveer vijf minuten, maar toen zat ze, Mrs. Underhill. Tara klapperde zo rustig als ze kon met haar vleugels en zette zo kalm en stil mogelijk de vlucht in. Jammer genoeg koos ze een erg ongunstig moment en een bliksemflits kwam met ongelofelijke snelheid naar onder. Kate gaf een gesmoorde kreet, dat was genoeg voor Tara om razendsnel te reageren. Een Protect vormde zich rondom haar en de oude dame op het moment dat de bliksem zou raken. Het sloeg in op de doorzichtige bol en ging er langs naar onder, de grond in. Kate haalde opgelucht adem, dat had héél fout kunnen aflopen voor de oude vrouw. Tara werd met de dag beter leek het. De oude man leek ook net bij te komen van de schrik en haalde een pokéball tevoorschijn. Een machtige Salamence verscheen die zijn eigenaar naar onder bracht. Het was heel onhandig, maar de bliksem had al takken gebroken, dus deze paar extra zouden niks uitmaken. Mrs. Underhill leek ongeschonden te zijn en mompelde iets over dat dit niet goed was voor haar hart. Kate kon de oude vrouw niet anders dan gelijk geven en ondersteunde haar zo goed mogelijk. Tara bewonderde ondertussen de Salamence, het beest hette Charly, en leek een vriendelijk praatje te maken. Niet echt de juiste situatie, maar waarom ook niet. Mr. Underhill zat doodgewoon op de rug van de draak en Kate herinnerde zich dat hij niet meer zo stevig op zijn benen stond. Met dit weer moest lopen vast moeilijk gaan. Vandaar de grote, blauwe lift. Deze tocht duurde overduidelijk langer dan de eerste, vast drie keer zo lang. En de laatste familie moest in huis blijven tot ze werden gehaald, dat was het protocol. Misschien had ze toch eerst voor de anderen moeten gaan. Verder kwamen Kate’s gedachten niet, op dat moment sloeg de bliksem achter hun in. In haar gedeelte! Erg duidelijk was het niet te zien, maar van Tara’s gil en de vage, rode kleur af te lezen was er een vuur ontstaan. Dat ook nog. En Kate kon nu al zeggen dat dat vuur niet meer uit ging door de regen. Het was te sterk. Ook al viel het met bakken uit de hemel, het zou het vuur niet kunnen blussen. Nu kon ze alleen hopen dat het niet in een huis was ingeslagen. Maar bijna alle huizen waren in de bomen gebouwd, dus die kans was jammer genoeg bijzonder groot. Ze moest er snel bij zijn, voor het naar de andere huizen zou uitbreiden. Wat gejaagd probeerde Kate iemand te vinden om voor de twee oudere mensen te zorgen. Ze kreeg nog een bedankt van de oude vrouw, maar eerlijk gezegd zat ze al helemaal met haar gedachten bij het vuur. Ze had pokémon nodig om het vuur te blussen, waterpokémon en Tara kon het bedeken met nat zand. Dat zou helpen! In plaats van direct terug te gaan naar Fortree en de brandende boom begon Kate richting rivier te lopen. Daar zou ze vast wel een of andere watertype vinden. Veel pokémon hadden zich verscholen met dit noodweer, ze zaten diep onderwater en waren niet van plan naar boven te komen. “Tara,” riep Kate naar haar Flygon. Door het noodweer was het haast onmogelijk elkaar te verstaan. De regen viel striemend neer, de wind huilde en om de zoveel tijd donderde het na een felle lichtflits. Tara begreep de boodschap echter en hoewel ze niet dol was op water, veel keus hadden ze niet. En bovendien was er niks meer droog door de regen. Vissen waren niet van nut, hoe wilde je die gebruiken op het land? Dus moesten ze op zoek naar pokémon die ook op het land konden bewegen. Tara maakte het water onrustig, al had het niet erg veel effect. Toen besloot de Flygon dat het genoeg was en zette een Dragon Breath in op het water. De weinige beweging die er was was niet erg bevredigend, maar een kleine groep doodsbange Wingulls en Pelippers was opgevlogen. Kate was niet meer zo dol op Pelippers na.. het incident, maar ze kon de kleine Wingulls wel gebruiken. Een klink klonk, gesmoord door de storm, en de tol schoot weg van de styler. Kate zwaaide met haar arm en stuurde het ding op weg, naar een sterker uitziende Wingull. Het was niet erg moeilijk het beest te ‘vangen’, ook al vloog het in blinde paniek rond. En toen de vogel was gekalmeerd leek het beter te gaan. De Wingull keek het meisje afwachtend aan, alsof het echt een pokémon uit haar team was. Maar de kon twee pokémon meenemen en alle hulp was op het moment welkom. De meeste vogels waren al weggevlogen, geen aandacht bestedend aan degene die werden achtergelaten. Waar kon ze een tweede vogel vandaan toveren? Wingulls waren ongeveer net zo zeldzaam als stenen, dus het moest niet al te moeilijk zijn. “Zie jij nog een Wingull?” schreeuwde Kate richting Tara, het was echt moeilijk boven het weer uit te komen. De Flygon hield haar hoofd even schuin, alsof ze bezig was met het verwerken van de informatie, en steeg toen met enige moeite op. Aangezien haar vleugels redelijk kwetsbaar waren en het weer nogal heftig was, op zijn zachts gezegd, was vliegen haast onmogelijk. Geen wonder dat er een vliegverbod was. Maar toch lukte het de Wingulls op de een of andere manier. Of wacht, Kate zag een jonger beest gevangen in het ergste van de storm. Misschien ging dat lukken! “Tara, Sonic Boom.” De Flygon reageerde bijna meteen en stuurde een schokgolf net boven de arme vogel af. Het raakte niet, maar zorgde ervoor dat de Wingull daalde en landde. Of eigenlijk gewoon tegen de grond sloeg. Kate had haar styler alweer vast, er was geen tijd mee te leven met de wilde pokémon. Terwijl Tara en de andere Wingull toekeken kon Kate de pokémon vangen en kalmeren. Nu ze twee van de watervogels had kon het wel lukken.. toch? Het proberen uit te leggen zou waarschijnlijk niet werken. Wingulls waren niet bijzonder slim en begrepen haar niet op de manier die Tara had geleerd. Bovendien kon ze nauwelijks boven de vreselijke storm uit komen. Dus gebaarde het meisje naar alle drie de pokémon dat ze moesten volgen en begon richting Fortree te rennen. Wel voorzichtig, de grond was zo glad dat je bij elke stap leek uit te glijden. Terug in de kleine stad kon Kate de horror van de blikseminslag zien. Het vuur had zich al verspreid, al was ze dankbaar dat het niet droog seizoen was. Anders had het vuur zich vast verspreid naar minstens nog eens vijf huizen. De regen hield het wel een beetje in toom, maar niet al te veel jammer genoeg. De vlammen sloegen uit het huis, wat gelukkig al verlaten was, en slaagden er op een of andere manier in om boven het geluid van de regen uit te komen met hun geknetter. Op zulke momenten wenste Kate dat Sunny Day ook echt iets zou kunnen doen, maar met dit weer was het vast onmogelijk. De zon was ver verstopt achter het wilde, grijze wolkendek. Niet veel aan te doen. Ze moest maar bij het vuur blijven. De Wingulls zweefden zo goed ze konden in de buurt van de ranger, niet zeker van wat ze moesten doen. “Tara, Mud-Slap en Sand Attack,” riep Kate haar eigen pokémon toe. Ze zou de twee vogels wel eerst een voorbeeld geven en dan zouden ze het hopelijk snappen. De Flygon begon met het bedeken van de vlammen met haar zand, wat op het moment eigenlijk meer modder was. Extreem natte modder. Maar het hielp, het vuur leek uit te gaan door de modder en de Wingulls leken ook te snappen wat ze moesten doen. Water Guns en Water Pulses kwamen van de twee waterpokémon. Het vuur begon langzaam, langzaam, erg langzaam uit te gaan. Uiteindelijk hadden ze pokémon het voor elkaar gekregen het tot het keukengedeelte te beperken. De Wingulls leken al uitgeput genoeg, dus het was aan Tara. Met een kleine Sand Tomb slaagde de Flygon er in het vuur compleet te blussen, en hopelijk zou het ook uit blijven. Maar met deze regen zou dat vast niet moeilijk zijn. De twee watervogels wachten netjes het oordeel van de ranger af, al was er geen nut meer voor ze. Kate knikte naar de vogels en gebaarde dat ze konden gaan. Dat leken ze nog wel te begrijpen en ze vlogen weg.. zo goed het ging met de wind. Nu was er nog één familie over om te helpen en dan zou iedereen in veiligheid zijn. Vermoeid keek Kate om zich heen, ze had echt geen zin meer met dit weer. Ze was gewend aan de Desert, waar het droog en heet was het hele jaar. Waar het regenseizoen alleen een wat minder hete tijd betekende. Jammer genoeg woonde ze nu in Fortree en was er niks wat ze er aan kon doen. Aangekomen bij het laatste huis leek het einde eindelijk een beetje in zich te komen, daar leek het in elk geval op voor Kate de hoogzwangere buik van de vrouw had gezien. Samen met een kleuter van ongeveer vier jaar oud stond de jonge moeder daar. Vast een geval van tienerzwangerschap en de illusie dat kinderen leuk en makkelijk waren.. maar het was niet de tijd vooroordelen te trekken. Nu moest de Ranger de vrouw en haar peuter in veiligheid brengen! Tara diende weer als lift en bracht eerst de moeder in veiligheid, dat leek beter aangezien de moeder op het moment de meest kwetsbare was dan haar kind. Toen Tara weer terug vloog naar het boomhuis tilde Kate het meisje op. Het kind leek de Flygon nogal eng te vinden, maar op het moment maakte het Kate geen muk uit. Ze was moe, alle lagen van haar kleding was doorweekt en ze wilde naar huis.. het leek in elk geval nog te staan. Een ander huis was al omgevallen, misschien was huizen in bomen bouwen toch niet zo een goed idee geweest. Zodra Kate en de kleuter op de rug van de shiny draak zaten zette die de vlucht in en landde netjes op de grond. Zo zacht als ze kon met dit weer. Het trillende meisje werd op de grond gezet, ze rende meteen naar haar moeder en klampte zich wanhopig vast aan diens broek. Kate onderdrukte een zucht en hoopte dat alles goed zou gaan. Ergens donderde het en het meisje dook nog wat meer ineen. Met zo weinig woorden mogelijk probeerde Katelynn duidelijk te maken wat er moest gebeuren. De moeder knikte, al leek ze niet erg onder de indruk. Fijn, ze had dus te maken met een arrogante tienermoeder. Op de een of andere manier lukte het toch op weg te komen, al ging dit nóg langzamer dan bij het oude koppel. Het ging goed, in elk geval tot ongeveer halverwege. Toen besloot het meisje dat het allemaal toch wat te eng was en dook ineen in een trillend hoopje. De moeder zuchtte en probeerde het kind mee te krijgen, wat te ruw voor Kate smaak. Het meisje was ondertussen al aan het huilen, al viel het niet erg op de in de storm en gingen de kreten verloren in het gehuil van de wind. Tara deed niet eens moeite om in de buurt te komen, ze was al uitgeput en het kind vond haar toch eng. Kate liet terug en bukte naast het meisje, proberend om haar gerust te stellen. Of het werkte kon de ranger zelf niet horen, maar op de een of andere manier ving ze wel de geïrriteerde zucht van de moeder op. Blijkbaar niet de beste familie. Waarschijnlijk een slechte vader, die zat vast ergens veilig, misschien wel met een ander liefje. Je zou toch denken dat mensen leerden van hun fouten, maar als je naar de gespannen buik van de vrouw keek leek het antwoord ‘nee’ te zijn. Bij gebrek aan een beter plan pakte Kate de peuter maar gewoon op en begon haar te dragen. Ze moesten nog een redelijk stukje en als het kind steeds zou instorten zou het niet beter worden. Kapot en doorweekt slofte Kate voorop met het doodsbange kind in haar armen. Ze zou nooit kinderen nemen, dat wist ze nu al. Kinderen waren alleen ellende. Wat was er zo goed aan het voortbrengen van kinderen behalve het voorkomen van het uitsterven van de mensheid? Het was niet alsof je er iets uit haalde behalve die geluksmomenten. Dat is waarschijnlijk ongeveer 5% van alle tijd die je samen was. Nah, in elk geval niks voor haar, ze zou gewoon voor haar pokémon zorgen, die waren ook net kinderen, alleen luisterden ze vaker. Het meisje leek in elk geval wat meer gerustgesteld en huilde niet meer, ze klampte zich alleen angstig vast aan het rangervestje van haar drager. In elk geval kwam het einde van het bos in zicht, en de storm leek minder te worden. Al kon dat ook een illusie zijn door de lange dag. Een bliksemflits sloeg in ergens in de buurt en ontlokte een gil aan de vierjarige. Kate sloot haar ogen voor een moment en probeerde de nare toon uit haar oren te krijgen. De zwangere moeder was onder supervisie bij Tara en veilig, gelukkig. Het kamp doemde op in de regen en gaf een aangenaam gevoel van veiligheid over Kate heen. Eindelijk was deze natte hel voorbij, veel zin hier nog langer rond te lopen had ze niet. Ze was doorweekt, moe en haar spieren zeurden. Hoewel dit niet het zwaarste werk was, als Ranger had ze waarschijnlijk meer werk gekregen. Voor het eerst was ze blij nog maar een Graduate was, want aan dit soort weer was ze niet gewend. Meer werk zou haar de das om hebben gedaan, naar haar gevoel dan. En dan eindelijk bereikten ze het veilige gebouw, de moeder en kind werden meegenomen door iemand anders, al kreeg Kate niet echt de dankbaarste blik. Maar dat soort mensen waren er ook in de wereld. Licht geïrriteerd wende de ranger zich tot Tara en klopte de Flygon op haar nek als teken dat ze het goed had gedaan. Ze was te moe om woorden uit te spreken. Nu moesten ze alleen nog op zoek naar degene die de supervisie had, dan kon ze melden dat ze klaar was. Hopelijk zou ze dan te horen krijgen dat haar werk niet meer nodig was en ze kon rusten met een warme kop drinken. Wat het drinken zou zijn maakte niet uit, als het maar warm was. Het duurde niet lang of Kate had de man gevonden, kort vatte ze samen wat ze had gedaan en wachtte op het antwoord van de man. Ze wilde echt die natte hel niet meer in.
|
|