Het was haar gelukt. Het meisje was enorm blij geweest toen de Vivillon was blijven liggen, na de strijd die haar Magmortar geleverd had. In het begin had het vrij hopeloos geleken, had het er naar uitgezien dat de Pokémon absoluut geen aandacht voor haar had. Hij luisterde niet en leek ervan overtuigd dat hij het beter wist. Dat zijn oordeel boven dat van haar uit zou steken, hoe dan ook. Karma was dus blij. Blij dat de Vivillon het slim had gespeeld en zijn ego wat had ingedimd. Ze was blij dat dit haar de kans zou geven om vooruit te gaan met de Magmortar. Anders had ze nu nog aan de startlijn gestaan, in plaats van een stap dichter bij het eind. Met een lichte glimlach had ze dan ook naar haar tegenstander gekeken, voor ze haar armen om de Magmortar heen had geslagen en de overwinning had gevierd.
Een Magmortar was een krachtige Pokémon en dit was precies wat Karma had gezien. In de gymbattle niet alleen, maar ook nu. De gigantische Pokémon stond voor haar, terwijl ze een bal in haar hand hield. “
Oké,” sprak ze kalm tegen het wezen. Ze voelde de ogen van Cooper in haar rug prikken en hoorde de zachte sis waarmee James zijn omgeving in zich op probeerde te nemen. Dit was iets wat met James veel lastiger was dan met Darter, of met Cooper. Ze trainde hem immers op dit moment om met de aanval die zij hem opdroeg, de bal te raken en het water in te mikken. Aangezien James de bal niet zien kon, had hij hier ernstig op moeten oefenen. Karma merkte dus maar al te goed aan de Pokémon dat hij een stiekeme jaloezie voelde, wanneer Cooper en Darter bezig waren met de training. Ze kwamen al meer in de buurt van zijn huidige niveau, dan het niveau waar hij mee had moeten beginnen. Het leek hem oneerlijk en ergens was Karma bang dat hij zichzelf zou proberen te bewijzen tegenover haar.
Maar, ze moest de anderen ook trainen. Dus, moest James maar wennen aan het idee dat het niet allemaal meer om hem draaide. Met een soepele beweging gooide het meisje dan ook de bal de lucht in. “
Ember,” droeg ze haar Pokémon op. Deze aarzelde geen moment en stak zijn hand uit. Zijn hand verdween en maakte plaats voor een gapend gat, waardoor zijn arm in een soort kanon (of een gigantische geweersopening) leek te gaan lijken. Uit het gat kwam één enkel vlammetje, welke het kleine balletje volop raakte en het in vlammen deed opgaan.
“
Goed zo,” complimenteerde ze het monster met een kleine glimlach. Ja, goed zo. Ze kwamen er wel, al hadden ze nog een lange weg te gaan. Voor nu was de band tussen haar en Darter oké, maar het was verreweg van perfect. De Pokémon moest leren begrijpen dat hij niet de enige was die een strategie had. Dat haar strategie nog verre van perfect was, maar dat zij als buitenstaander van het gevecht, een beter beeld had van de situatie en beter kon oordelen.
Hij moest leren blindelings op haar te vertrouwen. En ze wist dat James dit deed, maar Darter moest daar nog meer moeite voor doen. Zelfs Cooper deed het nog niet voor de volle honderd procent, maar wat wilde ze dan? Ze had de twee pas net. En omdat ze niet haar eerste Pokémon waren, had ze niet de volledige aandacht voor hen kunnen hebben, zoals James die in het begin gekregen had. Nee, het was absoluut niet het zelfde als met de Serperior en dat wist ze. Daar was ze zich maar al te goed van bewust. Maar, het hoefde ook niet het zelfde te zijn. Ze moest gewoon zorgen dat ze er kwamen.
“
Laten we dat nog een keer proberen,” zei ze daarom. Een kleine glimlach trok haar mondhoeken omhoog, terwijl ze de Magmortar aankeek. Deze knikte langzaam, al kon zij zien dat hij het er niet helemaal mee eens was. Hij wilde actie. Echte actie, niet deze zooi. Maar, hij moest geduld hebben. Ze wist dat het lastig kon zijn en dat hij er het liefste meteen in zou springen, maar simpele oefeningen als dit zouden hem stimuleren. Het verbeterde zijn vaardigheden, zodat hij in een serieus gevecht zowaar een kans maakte. En, hier zou hij vanzelf wel achter komen. Voor nu wilde ze gewoondat hij naar haar luisterde. En gelukkig waren ze daar al naar op weg, want het had hopeloos geleken in het begin.
Met een sierlijke zwaai gooide het rozeharige, kleine meisje opnieuw de disk de lucht door. Deze keer met een lichte wending, waardoor de Magmortar moest nadenken en uiteindelijk toch zijn Ember afschoot. Opnieuw was het goed getimed, aangezien de kleine vlammen de disk nauwkeurig raakten en ervoor zorgden dat deze uiteen spatte. Gelukkig had ze nog genoeg andere disks (note dat het eigenlijk goedkope frisbee’s waren, maar ze werkten en daar ging het om), anders was ze snel klaar geweest met trainen. “
Goed zo!” bracht ze enthousiast uit naar de Magmortar. “
Je gaat echt wel vooruit, Darter. We komen er wel. Samen,” sprak ze zeker tegen de Magmortar, wie licht fronste, maar uiteindelijk toch knikte. Het was nog niet helemaal oprecht en niet helemaal perfect, maar hey… Ze was blij met elk klein stapje dat er gezet werd. Ze kwamen er wel. Zolang de stappen vooruit gezet werden en niet achteruit, vond zij het helemaal prima. Ze had alle tijd van de wereld en als Darter meer tijd nodig had, dan zou ze hem dat geven. Daarom waren ze een team. Als één niet kon, viel de rest voor hem in.
“
Nu is het tijd dat Cooper even oefent,” sprak het meisje kalm. De Magmortar zette enkele passen naar achteren en al gauw verscheen de Shiny Gastly, wie maar wat blij leek dat ze eindelijk in beweging mocht komen. Karma kon het haar niet kwalijk nemen. Immers hield ze er zelf ook niet van om stil te zitten en toe te kijken hoe een ander het werk deed. “
Oké,” sprak Karma rustig. “
Je kent het principe. Gebruik je Thunderbolt maar,” vertelde ze haar Gastly, welke enthousiast haar kop (wat eigenlijk haar hele lijf was) een knik-beweging liet maken. Ze was enthousiast.
“
Oké, ga je gang maar,” sprak het meisje, de disk de lucht in werpend. Het ding schoot met een flinke snelheid door de lucht, maar een match voor de Gastly was het absoluut niet. De Pokémon volgde de disk met haar blik, voor een laag elektriciteit haar omhulde en een krachtige laag elektriciteit richting de disk schoot. Ook deze disk spatte in één en Karma pakte meteen een nieuwe, welke ze gooide zonder een waarschuwing te geven. Cooper leek te schrikken, maar vuurde per direct een nieuwe Thunderbolt af, welke helaas miste. De Pokémon keek even verbaasd, haalde diep adem en schoot er nog één af, welke dit keer raakte.
“
Oké, even pauze,” sprak Karma daarom, af lopend op de Gastly. Ze keek het zwevende wezen met een kleine frons aan. “
Weet je wat er zojuist gebeurde?” vroeg ze aan de Shiny Pokémon. Deze knikte langzaam. “
Juist, ja. Je verloor je concentratie. Verlies nooit je concentratie,” sprak Karma, in een poging om streng te klinken. Ze ging even met haar hand langs haar haren, welke in een losse, wilde knot gebonden zaten. Het was immers warm als je veel trainde, zelfs al was het vandaag duidelijk dat de herfst steeds een stapje dichterbij kwam en dat ze de zomer spoedig achter zouden laten. Ze hield niet van de herfst. Het was zo’n… doods seizoen. De bladeren vielen, de Pokémon gingen rusten… Nee. De winter was mooi, want de winter had sneeuw. De lente was mooi, want alles begon weer te groeien. Maar, de zomer bleef haar favoriet. Het seizoen waar alles vol in leven was. Het was het seizoen waarin ze zich het beste voelde.
“
Laten we het nog eens proberen,” besloot Karma echter te zeggen en ze gooide nog een disk de lucht in. De blik van de Gastly schoot achter de disk aan en al gauw werd deze kapot geslagen door een klap elektriciteit, afkomstig van een Thunderbolt afgevuurd door de Shiny Pokémon. Karma knikte rustig. “
Goed zo, dat is al beter,” complimenteerde ze haar Pokémon op een rustige toon, terwijl ze even fronsend keek naar de grond, welke bezaaid lag met stukken verbrande disk. Oeps. Een lichte glimlach trok echter al gauw weer over haar gelaat. “
Ook jij hebt het goed gedaan, Cooper,” besloot ze haar Pokémon te melden, even naar deze knikkend. Ja, het ging echt wel goed. Het ging ook steeds beter en ze wist zeker dat ze er absoluut komen gingen, mits ze samen werkten.
“
Dan is het nu tijd voor James,” sprak ze. Haar stem klonk kalm als altijd, terwijl ze toezag hoe de Gastly weer in het niets verdween en de Serperior met langzame bewegingen naar voren kwam. Zijn ogen stonden op haar gericht, maar zagen nog altijd leeg. De waas die erover lag deed hem bijna een droevige uitstraling geven, al wist het meisje wel beter. James was niet droevig. In tegendeel zelfs: James was een zeer fanatieke Pokémon. Hij liet zich niet zomaar uit het veld slaan en hij zou altijd en overal bewijzen dat je hem niet mocht onderschatten. Het was op het moment ook nog altijd haar sterkste Pokémon en hij had zichzelf omgedoopt tot leider van het team. Tot haar… rechterhand. En wat was ze blij om hem als haar rechterhand te hebben. Wanneer zij haar kalmte verloor, had hij die nog steeds en zorgde hij ervoor dat ze er kwamen, dat zij ook haar kalmte weer kon vinden. De Pokémon was nodig als ze succes wilde hebben, want zonder hem… Hij was haar houvast. Ze wist niet wat ze zou doen als ze deze ooit zou verliezen.
“
Oké, James,” sprak ze met een kleine glimlach. “
Je kent het principe zo onderhand wel.” Dit was immers een training die al jaren onderdeel was van hun routine, een onderdeel van hun training die nooit over zou zijn. Ze moest zijn zintuigen blijven stimuleren, anders zou hij het verliezen. Hij mocht zijn gevoel ervoor niet kwijt raken, want het was veel makkelijker af- dan aangeleerd. Daarom zuchtte ze een keertje, voor ze een nieuwe disk in haar handen nam. Haar lippen sloot ze op elkaar en ze begon weer door haar neus te ademen, langzaam haar rechterhand, waar de disk in zat, langs haar linkerheup leggend. Ze zag de blik van de Magmortar, maar voelde de blik van James. Zijn levenloze ogen stonden strak op zijn doelwit gepriemd, zelfs al zag hij deze niet. Hij was er volledig op gefocust, af en toe zijn tong de lucht in stekend om de geuren uit de omgeving in zich op te nemen. Met een soepele beweging schoot Karma haar arm naar voren, de Disk los latend in deze beweging. Het ding gleed door de lucht zonder al te veel moeite. Bijna leek het alsof James het ding miste, aangezien het aan zijn neus voorbij ging. Maar, toen schoot de Serperior plots opzij. Met een gigantische snelheid vloog hij richting de disk, voor hij het ding in zijn bek ving en tot stilstand kwam op de grond. Zijn nek hield hij recht en zijn kop legde hij wat naar achteren, zodat hij een duidelijk trotse houding kreeg. Voor een blinde Pokémon zonder extra vaardigheden, zoals een aura kunnen zien, was dit immers een immense overwinning. Hij kon het. Hij kon zich redden.
Hij was niet zo hopeloos als degene die hem had gedumpt gedacht moest hebben.
‘Ziet er goed uit,’ klonk er plots. De stem was er duidelijk één die het meisje nog nooit gehoord had. Ietwat verbaasd, maar duidelijk wat van haar stuk gebracht, keek het meisje met de lange roze haren om. Haar wenkbrauwen trok ze in deze beweging iets omhoog. “
Huh?” kwam er uit. Haar stem klonk hoger dan zij het bedoeld had en wat geschrokken sloeg ze haar hand voor haar mond. “
Ik bedoel… Sorry?” verbeterde ze zichzelf. Haar blauwe ogen glommen door de zon, terwijl ze met een blik van gemengde verwarring en nieuwsgierigheid keek naar de jonge vrouw die zich tegenover haar bevond. Deze had één hand op haar heup gezet. Haar lange, paarse haren hingen over haar schouders en haar ogen waren bijna… grijs. Ze droeg een topje die wel een maatje groter had gemogen door haar voorgevel, met een super strakke skinnyjeans eronder. Ze was duidelijk zeker van zichzelf en leek zich ervan bewust te zijn dat ze er niet slecht uit zag.
‘Dat je training er goed uit zag. Je Serperior is blind, is ’t niet?’ klonk de stem van de vrouw. Ze had een vrij felle stem. Karma fronste even, maar besloot het positieve in deze vrouw te zien. Al was het niet echt een keuze, aangezien het voor haar niet mogelijk leek om het slechtste in iemand te zien. Ze zou altijd positief blijven, wat er ook gebeurde. Ze geloofde niet dat het mogelijk was om enkel slecht te zijn. Mensen waren ervoor gemaakt om samen te leven. Iemand die daar niet toe in staat was, had een reden. Deze personen hadden slechts iemand nodig die hen helpen wilde. En zij zou er altijd zijn voor zo’n persoon, klaar om te helpen wanneer dit nodig was. Ja, ze was overduidelijk iemand waarbij het hart misschien op een iets te goede plek zat. Het was nog niet voorgekomen dat ze iemand kwaad had gedaan en ze zou altijd anderen te hulp staan, zelfs al zou het haar in gevaar brengen. Daarom was ze het perfecte type voor een Ranger.
“
Ja.. Altijd geweest,” sprak ze. Met het tweede deel van dit antwoord, gaf ze meteen antwoord op de vraag die meestal gesteld werd. Of hij het altijd geweest was, of dat het misschien wel het gevolg was van een ongeluk. Immers wist je het maar nooit. ‘Klinkt alsof je goed met hem getraind hebt,’ sprak de vrouw met een kleine glimlach. Over haar schouder hing een kleine Emolga, wie geïnteresseerd naar de vreemdeling keek. “
Ja, we hebben al die tijd getraind,” sprak Karma, een lichte glimlach over haar gezicht trekkend. “
We zijn er nog lang niet, maar we komen een flink eind,” sprak ze met een kleine glimlach. En op dat moment kwam de Serperior langs de zijkant naar haar toe en duwde deze zijn kop zacht tegen haar buik aan, waardoor ze hem over zijn grote kop aaien kon.
‘Misschien kan jij mij helpen?’ klonk de stem van de vrouw uiteindelijk weer en ze knikte naar Karma’s styler, welke rond haar heup hing. “
Oh… Met wat?” vroeg ze verbaasd. Ze wilde altijd eerst weten met wat. Want, hoe graag ze ook helpen wilde, ze was lang niet altijd in staat om te helpen. Wie weet overschatte dit meisje haar. Al luisterde James geweldig naar haar, had ze nog een lange weg te gaan met Cooper en vooral met Darter…
Maar, het meisje leek niet al te veel meer te twijfelen. Ze hield een Pokéball voor haar neus en al gauw kwam hier een Kabuto uit. Het ding lag compleet stil op de grond en zijn rode ogen stonden strak op Karma gericht. ‘Het is hopeloos,’ sprak ze. ‘Hij wil niets.’ Karma hief haar wenkbrauwen, de jonge vrouw verbaasd aankijkend. “
Hij wil niets?” vroeg ze, haar gedachten hardop uitsprekend. ‘Ja, hij… Wil niet bewegen. Hij heeft geen motivatie. Hij ligt alleen maar,’ sprak ze. De momentele houding van de Pokémon leek inderdaad duidelijk te maken dat dit het geval was. ‘En ik ben nog niet… Ik heb enkel Charles hier,’ begon de vrouw weer uit te leggen, even knikkend naar de mannelijke Emolga die aan haar schouder hing. ‘Maar die is geen match voor hem. En ik heb al geprobeerd hem een uitdaging te geven, maar hij gaat het uit de weg,’ klonk er vervolgens. Karma fronste even. “
Misschien houdt hij gewoon niet van vechten? Niet elke Pokémon wil dat,” opperde ze. De vrouw schudde haar hoofd langzaam. ‘Ik ben een trainer – de gyms verslaan is mijn doel,’ sprak ze. Oké, dat kon Karma nog begrijpen. Als zij een Pokémon had die weigerde te helpen, zou het ook niet echt goed werken. ‘Maar hij leek strijdlustig. De eerste keren ging hij er zo in. Maar het lijkt… Ik weet het niet,’ sprak ze hoofdschuddend. Ze ging even met haar hand door haar haren en keek wanhopig naar de Kabuto. ‘En toen heb ik erover nagedacht hem te verkopen, maar… Wie weet waar hij dan eindigt,’ sprak ze wat twijfelend. Karma knikte langzaam. Dit waren woorden die ze zeker kon begrijpen. Een Pokémon wegdoen deed je niet zomaar en als het niet klikte tussen jou en een Pokémon, zorgde je meestal dat deze verkocht of weggegeven werd. Helaas was dit niet altijd slim. Met het actieve Team Rocket, kon een Kabuto nog wel eens in de verkeerde handen belanden en mishandeld worden, of gebruikt voor het geld. Het ding zou dan een nare toekomst tegemoet zien en dit was iets waar je als verantwoordelijke trainer niet aan mee wilde werken. Zou je de Pokémon dan weg doen, dan zou je op zoek moeten gaan naar aan verantwoordelijke eigenaar. Karma wist namelijk dat een Kabuto een zeldzame Pokémon was. Ze had ervan gehoord in Kanto: Kabutops, Omastar en Aerodactyl. Het waren zeer gave Pokémon, maar al lange tijd uitgestorven en dus uiterst zeldzaam. En, hoe minder iets voor kwam, hoe liever mensen ze wilden hebben. Terwijl het eigenlijk uiterst onlogisch was. Want, een soort was niet zonder reden uitgestorven. Een Omastar was gewoon niet handig. Een Aerodactyl was veel te groot en zoveel minder wendbaar dan andere vogels. Daarbij was de typecombinatie alles behalve handig, dus was het gewoon een soort wat het niet overleefd had. Kabutops leek haar nog één van de handigere Pokémon van het stel, al was ook die verre van perfect. Maar, in een wereld van geld maakte niemand dit nog wat uit.
‘Misschien wil jij me helpen?’ klonk er en Karma keek verbaasd op. Oh, ja, natuurlijk. Ze had gevraagd om hulp, daar begon het mee. “
Hoe kan ik helpen?” vroeg Karma, haar stem nog altijd twijfelend, dat was duidelijk. Het andere meisje glimlachte enkel, leek vrij zeker te zijn van haar zaak. Maar zoiets was makkelijk: iemand anders de last op de schouders leggen. Wanneer je bij diegene zag dat die enig resultaat had, erop vertrouwen dat deze het wel zou kunnen doen. Zo haalde je een last van je eigen schouders, maar deze op die van iemand anders leggen was niet veel beter. Vooral niet aangezien Karma ook niet zeker wist of dit haar ging lukken. Ze was geen ervaren Pokémonoloog, noch had ze ook maar enige rehabilitatie ervaringen. Maar, toch wilde ze dit meisje niet teleurstellen en creëerde ze een wrange glimlach op haar gezicht. “
Natuurlijk, kom maar,” zei ze met een lichte glimlach.
En zo begon het. Het tweetal begon te trainen. Karma liet de Pokémon aangevallen worden door haar Magmortar. Deze zou immers weinig schade doen. Maar, interesse was er niet. Ook Cooper leek niet al te veel interesse op te wekken bij de Pokémon. Maar, zodra de Serperior voor de neus van de Kabuto stond, veranderde het. De Pokémon zette een stap terug en vuurde een Mud Shot af op de Serperior, wie de aanval onmiddellijk brak door de Kabuto aan de kant te slaan met een Vine Whip. De Kabuto rolde enkele keren over de grond en schoot dit keer met een Aqua Jet op de Serperior af. Deze leek niet onder de indruk en dit keer was het een Leaf Storm die de Pokémon omver gooide.
Dat de Serperior de overhand had, was het waarschijnlijk juist. Want, de Kabuto bleef erop door gaan. De Serperior, totaal niet onder de indruk zijnde, bleef de aanvallen afweren, tot de Kabuto uiteindelijk futloos op de grond neer viel en niet meer de energie leek te hebben om hiermee door te gaan. Met kalme passen zette Karma zich naast de Pokémon en legde ze haar hand op zijn schild. “
Zie je,” zei ze tegen de jonge vrouw. “
Hij heeft gewoon een doel nodig,” glimlachte ze, duidelijk overtuigd van haar eigen woorden.
‘Misschien moet jij hem dan meenemen,’ sprak de vrouw. Hierop hief Karma haar wenkbrauwen en begon ze haar hoofd wild te schudden. “
Nee, nee, nee.. Dat ben ik niet van plan,” zei ze direct. Nee, ze was niet van plan deze Pokémon van de vrouw af te pakken. Dat was niet haar bedoeling geweest. Bovendien: ze wilde er niet nog een Pokémon bij. Ze wilde het niet! De Serperior was altijd het ‘enige kind’ geweest, maar was dit nu niet meer. Hij moest zijn plek nu al delen met twee (!) anderen. Dat was al meer dan ze gewild had. Ze had het bij één ander willen houden voor een flinke tijd. Maar, toen had ze de Magmortar gevonden en had ze niet echt anders gekund. Maar, nog één erbij? No way!
‘Ik kan het niet. Ik heb nauwelijks de controle over hem en ik wil nog even verder trainen met Charles. Alsjeblieft?’ vroeg de vrouw. Haar stem klonk smekend. Nogmaals schudde Karma haar hoofd, al was het dit keer al minder overtuigd. “
Waarom?” besloot ze te vragen. De vrouw glimlachte. ‘Door hem,’ zei ze, knikkend naar de Serperior. ‘Jij bent zijn blik. Jullie hebben een gigantische band. Dat gun ik hem,’ zei ze.
En zo eindigde Karma dus met een gloednieuwe Pokémon. Het was echt absoluut niet haar bedoeling geweest, maar ze had dit niet meer kunnen weigeren. Onderhand zaten James, Darter en Cooper weer in hun balls, aangezien ze een oproep had gekregen via haar Styler. Schijnbaar was er een Pokémon gestolen en werd zij opgeroepen om de Pokémon terug te halen. Hierbij ging het om een situatie waar ze het fijne niet van af wist. Alles wat ze had, was een zeer klein berichtje. En daar moest ze het maar mee doen. Daarom had ze de Kabuto in haar armen genomen en was ze met snelle passen richting de Ranger Academy gelopen, waar ze gelukkig al vrij snel aankwam omdat het niet al te ver van haar locatie af was geweest (anders was waarschijnlijk ook een andere ranger opgepiept). De Kabuto kroop uit haar armen, over haar arm, langs haar schouder en klemde zich vast aan haar hoofd, waardoor hij vanaf een afstand nogal leek op een bruin, vreemd petje. Een lichte glimlach trok over haar gezicht, terwijl ze even naar hem omhoog keek. Ze was benieuwd hoe dit worden zou. Ze had namelijk niet echt verwacht meteen zo’n groot team te krijgen, maar als Ranger was het misschien zo erg nog niet… Immers kon de Kabuto haar ook flink helpen. Mocht ze ergens water voor nodig hebben, had hij dat immers. Plus hij kon moves zoals Surf leren en haar daardoor naar Hoenn brengen, mocht ze daar nog eens een dagje door willen brengen.
Kamer 5. Met de Kabuto op haar hoofd, stapte het meisje de kamer binnen. Een meisje met rode haren zat hier en een lichte glimlach trok de mondhoek van het rozeharige meisje omhoog. Met een soepele beweging trok ze haar knot uit, waardoor haar lange, roze haren langs haar schouders vielen. Het elastiek rolde ze om haar pols, voor ze haar hand uitstak naar de roodharige. “
Hey,” sprak ze met nog altijd een vriendelijke glimlach. Ze ging tegenover het meisje zitten en hief haar wenkbrauwen, duidelijk nieuwsgierig naar wat dit meisje te vertellen had. “
Vertel eens, waar kan ik je mee helpen?” vroeg ze. Zoals altijd klonk haar stem volop vriendelijk, hoog en vrouwelijk. Het leek bijna alsof ze ervoor gemaakt was om een ranger te worden en oh boy, wat had ze het ook naar haar zin. Het helpen van mensen, zoals ze nu zou gaan doen, was waar ze voor leefde en het enige doel waar ze zich echt, écht in kon vinden.
Notes:
Enkel de laatste alinea is boeiend voor je! c: