Member Keith GrimPunten : 388
Gender : Male ♂
Age : 17 years old
Type : Trainer
Icon : | Onderwerp: Full of Surprises. di aug 12, 2014 2:52 pm | |
| “Keith? Oi, Keith?” Waarom noemde ze hem Keith? Zijn naam was Jonathan… Ze had hem nog nooit bij zijn tweede naam genoemd, en al helemaal niet met zo’n… snauwende toon? Waarom snauwde ze nou weer naar hem? Dat deed ze nooit. Haar stem klonk altijd als duizenden belletjes die rinkelden. Haar stem liet hem altijd lachen, altijd. Maar nu niet. Nu was hij niet aan het lachen; Hij wilde huilen. Hij wilde ineen zakken en in tranen uitbarsten…
“Oi, Keith!” Met een schok werd de jongen wakker. In reflex zwaaide hij met zijn gebalde vuisten naar de man die over hem heen gebogen stond, maar deze ontweek zijn aanval met gemak. Licht hijgend keek de jongen hem aan, verward en sip. Het was een droom geweest? Zij was een droom geweest? Hij keek opnieuw om zich heen, maar nam dit keer de omgeving in zich op. Hij zat aan een rommelig bureau dat onder de papieren lag, hoewel het midden van het bureau leeg was. Waarschijnlijk omdat hij de stapels papieren weggeschoven had om plaats te maken voor zijn armen, waar hij zijn hoofd op had kunnen rusten om als een blok in slaap te vallen. Hmm. Wanneer was hij in slaap gevallen? “Keith!” herhaalde de man die hem wakker gemaakt had nog eens aandringend. “Da’s meneer Grim voor jou,” antwoordde Keith nog half in slaap terwijl hij zich uitrekte en eens lang gaapte. “Wat moet je?” vroeg hij vervolgens wat ruw terwijl hij zich van het bureau afduwde. Hij was bezig geweest met een report. Zijn eigen report, van zijn laatste missie. Hij haatte report, verafschuwde ze, maar hij moest ze schrijven. Ook was het zijn taak de reports van andere leden met lagere rangen te lezen en beoordelen, wat resulteerde in de enorme stapels papieren op zijn bureau. Bah. “De Baas wilt je zien,” zei de man kort, waarna hij zich omdraaide en weg liep. Met een zucht duwde Keith zich uit de houten stoel. De Baas… Dat betekende waarschijnlijk een nieuwe missie. Bah. De jongen slofte naar het kantoor van de Baas, wat op de eerste en enige bovenverdieping was van het gebouw. Eenmaal daar aangekomen klopte hij op de deur en werd hij naar binnen geroepen. “Grim, ik wil dat je in een half uur klaar staat. Lees dit door voor je gaat. Je werkt alleen,” zei de volwassen man, waarna hij met een hand gebaartje Keith weer weg stuurde. Deze nam met een zucht het mapje vol papieren en informatie aan en verliet de kamer. Zoals hij had gedacht, wederom een missie. Hij werkte alleen. Pfft, even moest hij denken aan zijn ‘vriend’ zijn woorden. Groepsgevechten, ja tuurlijk.
Het beeld veranderde plotseling. Even was het beeld onscherp en wiebelde het, alsof het met een onstabiele camera werd gefilmd, maar toen verscherpte het beeld. Keith zag zichzelf. Hij hijgde; condenswolkjes verlieten zijn mond terwijl hij met lege ogen neerkeek op het lichaam. Hij had een spat bloed op zijn wang en zijn lange vingers zaten onder de rode vloeistof. Het lichaam tussen zijn benen zat onder de sneeën en krassen en miste een aanval vingers. Dit was de laatste. De laatste, de laatste, de laatste. Hij hoefde er geen meer. Hij was klaar. Klaar voor nu, kon terugkeren naar het Hoofdkwartier en daar een of ander saai rapport schrijven, alsof hij een pakje had geleverd in plaats van een leven genomen had. Het was ziek. Hij probeerde zijn hijgende ademhaling weer tot rust te krijgen, maar voelde zijn hele lichaam trillen. Hij walgde van zichzelf.
Een luide gil deed de jongen doen opschrikken. Verschrikt keek hij op, wilde, ver opengesperde ogen schoten door de nacht, totdat ze op een klein meisje vielen. Ze leek ongeveer dertien jaar, haar lichaam leek op het punt te staan te gaan puberen. Ze had krullende, donkerbruine haren en een geschokte blik op dat prachtige gezichtje. Grote tranen biggelde over haar roze wangetjes terwijl ze daar stond, in stilte met haar mond en ogen wijd open. ”Kate,” mompelde Keith. Zijn stem was ruw en trilde, en met een geschokte blik op zijn ogen keek hij haar aan. Hij had zijn wapen nog in zijn hand, zat onder het bloed en daar stond ze dan. Zijn lieve Kate. Zijn zusje. Het meisje stamelde achteruit, geschrokken en bang en huilend. Keith wilde een stap haar richting in zetten, maar het lichaam dat tussen zijn benen lag weerhield hem daarvan. Plotseling leek de jongen zich te realiseren hoe hij eruit zag. Hij had bloed op zijn gezicht en op zijn handen, en hij stond over een lijk. Een lijk dat hij daar neergelegd had. Een lijk dat, als Keith er nooit geweest was, nu slapend in bed lag. Levend. Het leek alsof al zijn slechte daden nu op hem afgevuurd werden. Dit was karma. Dit was puur en alleen karma. Hij kreeg nu de klap die kwam voor alles wat hij gedaan had en het deed pijn. Het voelde als een ruwe hand die vol in zijn gezicht sloeg. ”K-Kate,” mompelde Keith opnieuw. Hij stak zijn trillende handen naar het meisje uit, maar deze zetten bang nog een stap naar achter. Ze was bang. Bang voor hem. Bang voor haar grote broer. De broer die haar zou moeten beschermen in plaats van haar voor haar hele leven lang te traumatiseren. Zijn onderlip trilde terwijl hij onhandig over het lichaam heenstapte en haar richting in struikelde. Na nog een gil ging het meisje op de vlucht. Snel als ze was schoot ze een andere straat in, en Keith had even nodig om achter haar aan te gaan.
Toen hij om de hoek kwam, zag hij haar daar. In de armen van zijn moeder, wiens hand vastgehouden werd door zijn andere zusje. Een gebroken blik lag in zijn moeders ogen en Keith kon het niet aan langer te blijven kijken. Zijn hart leek een slag over te slaan, en even hoopte de jongen dat de spiermassa gewoon uit zou vallen, maar het tikte verder en bonkte tegen zijn borstkas, zo hard dat het pijn deed. Hij deed een stap naar voren, stak een trillende arm naar zijn lieve familie uit, maar de hand was rood. Alles werd even rood. ”M-Mam,” mompelde Keith met een hoge, gebroken stem. Zijn moeder schudde haar hoofd en zette een stap naar achter. Een stap weg van het monster dat met uitgestoken hand daar stond. Keith liet zijn hand zakken, keek het drietal met een lege blik aan, en draaide zich toen om. Hij vluchtte in de nacht, omhuld door schaduwen. Tranen biggelde over zijn wangen. Dit had nooit mogen gebeuren…“Keith?” Keith schrok overeind, zwaar hijgend en badend in het ijskoude zweet. Hij had kippenvel en hij voelde zijn hart tegen zijn ribben aanbonken. De jongen was omringd door bomen en de frisse geur van dennenbomen prikkelde in zijn neus. Geschrokken keek hij rond, alsof hij het bos om zich heen wel zag maar het er niet was. “Keith?” Een stem. Het was jong, klonk bijna als een vrouwenstem, maar Keith wist dat dit een jongetje was dat zijn naam uitsprak. Hij keek rond, op zoek naar de eigenaar van de stem. Er was niemand. Niemand die zijn naam had kunnen roepen. Al hijgend fronste de jongen, terwijl hij overeind ging zitten en nog eens goed om zich heen keek. “Keeeeeeith.” De jongen keek wat verbaasd naar zijn hoopje Pokémon; Rabo had blijkbaar besloten dat de opgekrulde Sekki een perfect bedje was en lag vast in slaap op de warme vacht van de Growlithe. Soraya lag tegen de Fire Type Pokémon aan en had zijn koppie geheven met een bezorgde blik in zijn ogen. Hij leek de enige te zijn die wakker was. Opnieuw keek Keith rond, maar nog steeds zag hij geen jongetje wiens stem hij gehoord had. “Keith!” De stem klonk bijna geërgerd. Het duurde even voordat Keith doorhad dat hij deze stem niet hoorde, maar… dacht? Was de stem in zijn hoofd? Vanuit zijn ooghoeken kon hij Soraya breed zien grijnzen. De Zorua leek zich ontzettend te vermaken. ”Wat staar je mij nou aan?” vroeg Keith was geërgerd terwijl hij zijn hoofd naar de trouwe vriend draaide. Hij wist dat hij zijn angst niet in de vorm van ergernis op de Tricky Fox Pokémon af moest vuren, maar hij kon zichzelf er niet van weerhouden. “Ik staar niet. Staren is onbeleefd.” Weer keek Keith rond, verward omdat de stem daar toch weer was. Het duurde een paar seconde voordat Keith doorhad wat de stem precies gezegd had. Staart… niet? Hij had helemaal niks over — Oh. Langzaam keek Keith terug naar de vos Pokémon, die trots zijn grijnzende kopje in de lucht stak. ”Hoe…?” was het enige woord dat Keith uit wist te brengen. “Leuk trucje hè? Heb ik geleerd ~ Het leek me wel handig!” Keith staarde de Zorua alleen maar aan, waarop deze zei: “Wat staar je mij nou aan?” Een gniffel verliet de speelse Pokémon zijn mondje, terwijl hij met een plagerige blik naar zijn Trainer keek. ”Telepathie?” vroeg Keith wat ongelovig. Soraya knikte opgewekt. “Vet hè? Ik heb er heel hard op getraind, dus nu verdien ik extra veel eten bij de volgende maaltijd. Ik heb altijd al zo’n stuk aardbijen cake willen proberen.” Soraya leek volledig in zijn nopjes te zijn. Ha! Daar had hij zijn Trainer mooi te makken gekregen! Keith was nog steeds niet in staat zijn Pokémon met een iet wat intelligentere blik aan te kijken, dus staarde hij met zijn mond open naar de voldane Pokémon. Woah. Soraya kon praten… Dat was een aangename verrassing… De blik waarmee de Pokémon in het rond keek veranderde echter snel van ondeugend naar wat bezorgd. “Je lag ontzettend te woelen in je slaap. Ik kreeg je maar niet wakker, gaat het?” De Pokémon spak met een voorzichtige, ietwat twijfelende toon. Keith keek weg, naar zijn handen die in zijn schoot lagen. Schoon. ”Gewoon… Een slechte herinnering…” mompelde de jongen. Soraya wist niks af van zijn verleden. Keith had hem nooit erover verteld en hij was er ook nog nooit over begonnen. Zou de Pokémon trouw blijven als Keith hem zou vertellen wat hij allemaal gedaan had? Hoeveel gezinnen hij had laten rouwen om hun verloren familielid? Kon Keith het de Pokémon ooit vertellen? Hij wist het niet… Met een zucht trok Keith zijn knieën naar zich toe en omarmde ze. ”Maar ’t gaat weer, het gaat weer,” voegde Keith er mompelend aan toe. Hij wist niet zeker of hij de woorden tegen Soraya of tegen zichzelf zei… De Pokémon leek zelf ook wat te twijfelen en keek met zijn ogen tot spleetjes geknepen naar Keith. ”Kom, laten we een stad gaan opzoeken,” voegde Keith er met een wat krakende stem aan toe. Hij liet zijn benen los van zijn omarming en klopte even tweemaal op zijn knieën, voordat de jongen zich overeind duwde tegen de boom waar hij tegenaan geslapen had. Dat overeind slapen was niet zijn beste idee ooit geweest; Hij kreeg er ontzettende rugpijn van. Maar hij was na al die jaren rechtop slapen niet meer in staat te gaan liggen. Door rechtovereind te slapen was het makkelijker wakker te worden en kon hij sneller overeind komen, wat handig was als je elk moment aangevallen kon worden door agressieve weduwen. Zelfs nu hij weg was van dat oude leventje, behield hij deze gewoontes. Je wist maar nooit. ”Ik weet niet of cake zo’n goed plan voor jou is, meneertje,” begon Keith terwijl hij op de jonge Zorua neerkeek, ”Maar we gaan zeker wat lekkere aardbijen voor jou plukken. Maak de andere wakker, wil je?” Een grijns kroop op Keith’s gezicht en hoewel hij nog bleekjes was van de droom, voelde hij zich al wat beter. Zijn Pokémon wisten hem altijd op te vrolijken… Soraya knikte enthousiast en tikte met zijn rode pootjes Sekki en Rabo aan. ”Sorry, jongens, maar jullie moeten helaas je Pokéballen in,” deelde Keith mee terwijl hij de twee Pokéballen tevoorschijn haalde. De Pokémon werden in enkele seconden opgezogen door de rode straal. Soraya mocht eruit blijven; deze moest zijn telepathie namelijk nog lekker oefenen. Keith hing zijn tas om zijn schouders en tikte op zijn schouder om aan te geven dat de Zorua erop kon springen, maar deze leek iets te zien en met een sprongetje en een paarse gloed nam hij de vorm van Rabo de Mudkip aan. Keith deed een stap in de richting van de Pokémon en keek wat op zijn hoede in de richting waarin Soraya gekeken had. Wie of wat had de Pokémon gezien? Words: 2124 Open, I guess C: |
|