“Gyms uitdagen? Nee joh! Dat wil je helemaal niet!” Zijn vriend sloeg hem lachend op de rug. Wat onzeker lachte Keith terug. ”Nee?” vroeg hij wat twijfelend. “Uh, nee? Da’s eenmanswerk, dat wil je niet. Je wilt met een groep zijn! Je wilt samen Pokémon battles houden, niet in je eentje!” Zijn vriend keek hem met vrolijke ogen aan. Wat twijfelachtig glimlachte Keith terug. Dat klonk wel leuk… Hij hield van gezelschap, en hij wist zeker dat Rabo dat ook leuk zou vinden. Maar… Was het hele doel van Trainer zijn niet dat je Gyms uitdaagde? Gyms uitdagen, badges halen, dat was wat Keith verwacht had te doen toen hij zijn huis verliet met zijn gloednieuwe Mudkip. Hij wilde deze dingen doen, maar zijn vriend had het over samenwerking en groep battles…
Keith was dertien jaar oud. Sinds een paar maanden was hij aan het rondreizen met zijn trouwe Mudkip Rabo aan zijn zijde. Ze hadden al veel Pokémon gezien en veel nieuwe mensen ontmoet. Ze hadden veel getraind, en nu was de tijd dan eindelijk daar om zijn allereerste Gym uit te dagen. Maar zijn vriend leek dat helemaal geen goed idee te vinden. “Luister, Keith, ik ken een groep Pokémon Trainers die jou er zeker weten bij zouden willen hebben. Je bent een natuurtalent!” De complimentjes vlijden Keith en of hij het nou wilde of niet, een brede grijns verscheen om zijn lippen. Natuurtalent… Hij? Wie had dat gedacht! Een arm jongetje uit Littleroot town met maar één Pokémon en grote dromen… ”Natuurtalent?” vroeg hij aarzelend. Een bulderende lach vulde de ruimte en weer sloeg zijn vriend hem op zijn rug. “Ja, joh! Jij en je Pokémon zijn geweldig! Je hebt mij met gemak verslagen, en ik doe dit al jaren!” zei zijn vriend luid. Hij was een over-enthousiast persoon met net zulke grote dromen als Keith, alleen waren zijn dromen ontzettend anders. Hij wilde met zijn groep vechten en bekend worden, terwijl Keith de League uit wilde dagen. Hij wilde met een gevulde budgehouder naar huis gaan en hem vol trots aan zijn moeder laten zien. Hij wilde door haar omhelst worden. Hij wilde zijn zusjes met zijn Pokémon zien spelen. Maar… Een team zou ook leuk zijn… Kameraden. Vrienden. Mensen die hij kon vertrouwen en met wie hij lol kon hebben… Zijn donkere ogen vonden die van zijn vriend. Heldere, grasgroene ogen keken hem twinkelend aan, gevuld met blijdschap en enthousiasme. Hij leek het echt te willen… Hij leek echt te willen dat Keith met hem mee zou gaan. Hoe kon hij nou nee zeggen tegen die brede glimlach? ”N-Nou, oké dan… Ik kom wel mee, maar ik kan niks beloven hoor!” zei Keith toen met een zucht. Een opgeluchte grijns lichtte zijn gezicht op. Het voelde goed zo’n beslissing te maken, hoewel iets in zijn onderbuik niet helemaal goed voelde. Wilde hij dit? Zijn hele leven had hij uitgekeken naar het uitdagen van Gymleaders… Misschien dat hij dat ook kon doen met meerdere mensen aan zijn zijde.
Hij had moeite zijn vriend bij te houden, die met brede, verende stappen voor hem uit liep. Hij was vrolijk aan het kletsen over deze enorme groep mensen die allemaal Pokémon Trainers waren. Blijkbaar waren ze verdeeld in allerlei groepen van vier tot zes en vochten ze in die groepen tegen andere groepen. Het was een beetje onduidelijk en Keith kreeg maar antwoord op de helft van zijn vragen, maar de toon waarmee zijn vriend sprak zorgde er toch voor dat de jonge Trainer geïnteresseerd werd door deze groep. Scarlet. Het klonk als een leuke groep, een vriendelijke gastvrije groep die echt van hun Pokémon hielden. Of, nou ja, zo klonk het. Zijn vriend was een goede verteller en een goede omprater. Keith had hem ooit horen spreken tegen een winkelpersoontje over hoe hij de prijs van een shirt te duur vond. Uiteindelijk liep de jongen weg met het shirt gratis en voor niets. Hij had Keith dan ook meerdere keren uit de brand geholpen met zijn geweldige talent. De jongen was ook altijd vrolijk en was nieuwsgierig als de pest. Hij was eigenlijk het tegenovergestelde van Keith. Hoewel de jongen zeer enthousiast kon zijn, was hij altijd een beetje op zichzelf gekeerd en waren zijn schaterlachen maar schaars. Hij was een klein ventje met weinig spiermassa en een kleine, schattige Pokémon die niet echt hielp. Hij wilde stoer en groot en vrolijk zijn, net als zijn vriend, maar inplaats daarvan werd hij bestempeld als schattig en leuk. Ach, Keith had het geven om meningen van andere mensen al lang opgegeven, maar het was leuk om met iemand zoals zijn vriend om te gaan. Hij was naar Keith toegekomen toen hij met succes een Pokémon gevecht gewonnen had. Een of andere chagrijnige dude had hem uitgedaagd, en Keith had het gevecht niet afgeslagen. Dus haalde ze, midden op een plein, hun Pokémon tevoorschijn en hadden ze een gevecht. Het duurde maar kort. De jongen zijn Farfetch’d lag al snel knock-out op de grond zonder Rabo ook maar een klein beetje verzwakt te hebben. Zijn vriend was vol wonderbaring naar Keith toegegaan en al snel waren ze vrienden geworden. Tot op de dag van vandaag was het nog steeds een raadsel voor Keith waarom de jongen hem uitgekozen had, maar hij was er zeer blij mee. Zijn vriend was een goede vriend. Keith wist dat hij hem alles kon vertellen, hoewel hij dit niet wist, en hij was het bijna altijd met Keith eens. Hij was een goede vriend…
Wat gespannen keek Keith op naar de reusachtige man die voor hem stond. Hij had zijn armen over elkaar geslagen en keek met een keurende blik naar het kleine jongetje. Keith’s vriend vertelde opgewonden over de gevechten die hij met zijn Pokémon gewonnen had en zijn acrobatische talenten. Blijkbaar was dat ook belangrijk als je lid van de groep wilde worden: Zowel jij als je Pokémon moesten een goede conditie hebben. Dat was geen probleem voor Keith. Waar hij brute kracht miste, had hij lenigheid en goede reflexen voor in de plaats. De gigantische man knikte uiteindelijk en stapte opzij. Keith had eigenlijk geen idee, maar toen hij op zijn rug geslagen werd door zijn vriend en een stap vooruit gedrongen word, werd het hem duidelijk. Hij moest het gebouw in. Nou, oké. Wat twijfelachtig liep Keith naar binnen, zijn hand stevig om zijn bovenarm geklemd terwijl hij met grote ogen rondkeek. Het was een soort gigantische garage, en overal waren mensen. Het viel hem op dat er veel Growlithes waren, van alle soorten en maten en zelfs een paar met compleet unieke kleuren. Ze keken allemaal echter niet echt aardig… Het schuim stond hun om de lippen, die omhoog getrokken waren om scherpe tanden te ontbloten. De Puppy Pokémon gromde en blaften en hapte naar alles wat los en vast zat en hun trainers leken nou ook niet zo enthousiast. Misschien leek het gewoon zo… Misschien moest Keith ze gewoon even leren kennen, en zouden ze, zodra ze vrienden waren, net zoals Keith’s vriend zijn. Misschien
“Jij, nieuwe,” werd Keith ruw toegesproken. De zwartharige jongen keek om. Een grote, gespierde man die onder de tattoo’s zat gebaarde dat hij bij hem moest komen zitten. Hij had twee Growlithes die met ontblootte tanden naast hem lagen. Wat aarzelend ging Keith op een van de enorme banden (waarschijnlijk afkomstig van een tractor) zitten en keek hij op naar de man. “Ik heb gehoord dat jij nu ook lid bent van Scarlet?” vroeg de man met zijn ruwe stem. ”Uh, nou… Lid?” begon Keith protesterend. Hé ho! Hij had nog helemaal niet ja gezegd op zijn vriend zijn verzoek om zich bij de groep aan te sluiten! “Luister, als je bij deze groep wil horen moet je die Mudkip van je wegdoen,” ging de man echter verder. Wat geschrokken leunde Keith naar achter. Rabo wegdoen? Waarom zou hij dat nou weer doen? “Je wilt toch wel lid zijn? Samen met je kameraden tegen andere groepen strijden? Het is een geweldige manier om de band met je Pokémon te vormen, maar die Mudkip kan niet blijven,” zei de man, en hij keek Keith doordringend aan. Net op dat moment plofte zijn vriend echter naast hem op de band en sloeg hij zijn arm om Keith’s schouder. “Let maar niet op hem! Je kunt je Mudkip gewoon houden, hoor! Maar je moet wel een Growlithe vangen en die gebruiken in gevechten,” zei hij opgewekt. Keith wilde net vragen waarom hij Rabo niet tijdens gevechten kon gebruiken, maar de grote man ging verder. “Als je lid wilt worden, moet je ook een stempel krijgen. Een tattoo. Kom, ik zal hem laten zetten. Waar wil je hem?” Hij stond op en liep naar een ijzeren tafel waar meerdere, blinkende voorwerpen oplagen. Huh? M-Maar hij had nog helemaal niet besloten of hij lid wilde worden. Hij moest er nog over nadenken, dit soort beslissingen kon hi niet zomaar maken… Zijn vriend had hem verteld dat hij niet meer Gymleaders uit kon dagen, maar had hij dat ervoor over? “Hey! Niet zo twijfelen! Het wordt echt leuk, en je kunt altijd nog weggaan als het je niet bevalt!” zei zijn vriend met een aanmoedigende toon. Hij sprong overeind en trok Keith aan zijn arm mee naar de tafel. Met een rommelend gevoel in zijn onderbuik wist Keith echter een kleine grijns op zijn gezicht te forceren en met een iet wat opgewonden toon zei hij: ”Oké dan. Op mijn schouder, graag!”Wat afwezig zat hij aan de tafel. Zijn dunne vingers wreven over de huid die permanent gemarkeerd was door de zwarte inkt. De tatoeage zat op zijn schouderblad, uit het zich omdat hij het ten alle tijden bedekte. Hij had moeite met het concentreren op het bord eten dat voor hem stond. Een croissant, een broodje kaas en een glas jus d’orange. Het was een beetje een mager ontbijt, maar de jongen had nog geen hap of slok genomen. Hij was sipper dan normaal. De wallen onder zijn ogen leken groter geworden te zijn en zijn haar hing futlozer naar beneden. Het leek alsof alles een beetje dood aan hem was. Met een zucht schoof de jongen het dienblad uiteindelijk van zich af. Het geluid van schuivend plastic op plastic zorgde ervoor dat Sekki vragend opkeek. De Growlithe lag opgekruld op het bankje. Zijn warme lichaampje lag tegen Keith’s heup. Het beestje leek nog niet helemaal uitgeslapen te zijn. Ach, Keith kon het ook wel begrijpen. Hijzelf gaapte ook om de drie minuten luid en langdurig. Hij had slecht geslapen en iedere keer dat hij wakker schrok, waakte hij zijn Pokémon met hem. Uiteindelijk had hij hen maar in hun Pokéballen gedaan zodat de drie viervoeters (natuurlijk weigerde Lunarock zijn Pokébal te verlaten) nog een beetje rust konden krijgen… Het was nu ongeveer half acht en de Trainer had alleen Sekki uit zijn Pokébal gelaten. Hij wilde nog even wat tijd met de wolf doorbrengen voordat hij naar de Gym zou gaan, want vandaag was de dag. Vandaag zou hij de Gymleader van Santalune City Gym uitdagen. Hij had hard en lang getraind en had zeer veel informatie opgedaan en Keith had het gevoel dat hij en Sekki er nu wel klaar voor waren. De Puppy Pokémon zat er ook vol goede moed in; Hij had er zin in. Na al dat trainen wilde hij nu zien of het genoeg was geweest een Gymleader te kunnen verslaan. Stel je voor… Hij zou vandaag misschien met een badge in zijn nog lege badgecase de Gym uitlopen… Zijn allereerste badge… Ooit.
Vandaag was echter niet alleen de dag dat hij de Gymleader uit zou dagen. Vandaag was het vier jaar geleden dat de jongen zich bij de bende had aangemeld met het idee groepsgevechten te doen. Niet dus. Hij had in die vier jaar vreselijke dingen gedaan, dingen die hij nooit goed zou kunnen maken. Hij had zijn familie verraden en levens geëindigd, en nu zat hij hier. Vrij als een vogel aan een ontbijttafel in een Pokémon Center. Wie had ooit gedacht dat hij hier zou komen? Om heel eerlijk te zijn had de jongen zelf verwacht zijn leven te verliezen tijdens een van zijn missies. Misschien had hij dat gehoopt, toen hij daar vastzat, alleen in een duistere wereld met bloed over zijn kleding en in zijn haar. Hij was echter niet alleen. Hij was nooit alleen geweest. Rabo en Sekki waren trouw bij zijn zijde gebleven, zelfs na alles wat hij had gedaan. Ze hadden nooit hun vertrouwen en loyaliteit verloren. Zonder hen had de jongen het waarschijnlijk niet zo lang weten te redden. Een kleine glimlach verscheen om zijn lippen terwijl hij door Sekki’s zachte vacht aaide. Hij kreeg een lik over zijn hand die hem aan het lachen maakte.
”Kom op, jochie. We gaan,” mompelde hij met een rauwe stem. De Pokémon sprong op en van het bankje af en al kwispelend wachtte hij terwijl zijn Trainer zijn ontbijt onaangetast de prullenbak inschoof. Toen liep hij terug naar de tafel waar hij aan zat, pakte hij zijn tas en liep hij met Sekki aan zijn zij de lege Pokémon Center in. Hij wilde de Puppy Pokémon eerst laten checken voordat hij met hem de Gymleader uit zou dagen.
Het onderzoekje duurde vrij kort. Met een lieve glimlach bekeek de zuster de Fire Type Pokémon en vroeg ze hem wat dingen te doen, die Sekki succesvol uitvoerde. “Het ziet er naar uit dat uw Pokémon helemaal in orde is, meneer! U heeft zeer goed voor hem gezorgd,” zei de zuster uiteindelijk toen ze klaar was. Ze aaide Sekki lieflijk over zijn oranje vacht. Met een glimlach om zijn lippen bedankte Keith haar en liet hij Sekki naar zijn Pokébal terugkeren. “Als er iets mis is met u of uw Pokémon bent u altijd welkom! Tot de volgende keer!” sprak de zuster haar gebruikelijke praatje. Keith stak zijn hand op als een bedankje en keerde de balie toen de rug toe. De glazen deuren schoven voor hem open en met zijn handen om de riemen van zijn tas liep hij de drukke straat van Santalune City op. De Gym was niet ver van het Pokémon Center, maar Keith wilde nog niet direct daarheen gaan. Het was nog vroeg in de ochtend en hij wilde pas ’s middags de Gym betreden. Dus liep hij wat doelloos de straten door. Alle winkels waren nog dicht op dit vroege ochtenduur, dus al snel raakte Keith verveeld. Het idee om maar gewoon de Gym binnen te stappen was aanlokkelijk, maar nee. Zijn hoofd was een warboel, als hij in deze mentale chaos een Pokémon gevecht zou hebben zou hij geheid verliezen. En verliezen betekende dat hij zonder dat dat nodig was zijn Pokémon verzwakte. Nee, hij wilde winnen. In één keer, zodat zijn Pokémon niet meer hoefde te lijden dan nodig. Het was misschien onnozel; Verliezen hoorde er nou eenmaal bij, maar net als ieder ander had Keith er totaal geen zin in. Zijn redenen waren waarschijnlijk wel wat anders. De meeste mensen wilde niet verliezen omdat dat zwakte aantoonde. Het gaf hen het gevoel dat ze gefaald hadden en dat ze zwak en onnozel waren, maar Keith was niet zo. Hij vond zwakte niet iets slechts. Tuurlijk, je was kwetsbaarder als je niet sterk was, maar was dat altijd een slecht iets? Verliezen, het was iets wat sowieso zou gebeuren. Het was balen, maar je leerde ervan en het moest soms nou eenmaal. Je kon net zo goed gewoon knikken, je fouten verbeteren en het opnieuw proberen. Zo dacht Keith, hoewel hij heel bekend was met de frustraties die verliezen in iemand los maakte.
Uiteindelijk was de jongen dus maar naar een of ander parkje gegaan. Hij plofte neer onder een boom met rode, stekelige bessen en leunde met zijn rug tegen de stam aan. Even liet hij zijn spieren ontspannen, maar toen ging hij weer overeind zitten en pakte de Pokéballen van zijn riem. Vier stuks. Ze waren zo kleiner dan biljartballen en paste met gemak in één hand. Een hele tijd hadden er maar 3 aan zijn riem gehangen, maar sinds kort was Soraya nu ook bij zijn Team gekomen. Soraya de doodsbange Zorua. die op zo’n jonge leeftijd al zo veel verloren was… Keith was, nadat hij het beestje succesvol gevangen had, op zoek gegaan naar sporen. Hij was verbaast geweest dat zo’n jong beestje al helemaal op zichzelf was, dus was hij op onderzoek uitgegaan. Sporen herkennen was ook iets geweest waar hij in uitgeblonken had en zelfs met al die nattigheid was het niet moeilijk het nest van de Zorua te vinden. De diepe pootafdrukjes hadden hem regelrecht naar het overstroomde nest geleid. Hij kon echter zien dat dit niet de eerste keer was dat dit nest overgestroomd was en dat het eerst een nest van twee Pokémon was. Waarschijnlijk Soraya’s vader of moeder. De Pokémon was waarschijnlijk verdronken en had Zorua alleen achter gelaten. En sinds dien was de Pokémon alleen geweest. In een groot bos waar je gemakkelijk verdwaald kon raken. Keith kon het verdriet van de Zorua bijna voelen. Hij kon voelen hoe zijn hart in meerdere stukken gescheurd werd, hoe hijzelf het weer aan elkaar moest zetten. Hij had dit eerder gevoeld… Maar Keith had ervoor gezorgd dat het repareren van Soraya’s hartje sneller gegaan was. De Pokémon was nu al veel uitbundiger geworden en Keith wist dat de Tricky Fox Pokémon hem geaccepteerd had als nieuwe familie.
En dan was er nog Lunarock. Lunarock, oh, Lunarock. De bizarste Pokémon die Keith ooit had ontmoet. De enige reden dat hij deze vreemde Pokémon gevangen had, was omdat hij in de weg zweefde. Als het aan Keith gelegen had, had hij de Pokémon nooit gevangen, maar hij wist dat hij geen andere optie had wilde hij dat de Pokémon hem met rust liet. Dus vandaar. Hij kon het zich nog helemaal herinneren.
Met gehaaste passen rende hij over de gekreukelde bladeren. Licht hijgend keek hij met schichtige ogen rond. In zijn handen hield hij de vlijmscherpe stalen draden die zijn wapen waren. Hij had al zo veel levens genomen met gebruik van deze draden… In tegenstelling tot andere, die hun Pokémon gebruikte hun vuile werk te doen. Keith kon dat zijn Pokémon echter niet aandoen. Nog nooit hadden ze gedood. En nooit zouden ze doden. Keith was er klaar mee. Hij kon het niet langer meer aan; Het beeld van het betraande gezicht van zijn lieve zusje stond voor altijd in zijn geheugen gegrift. Hoe had het ooit zo ver kunnen komen?
Zijn pas haperde en stopte toen plotseling een zwevende Pokémon hem de weg versperde. Hijgend en met een nijdige blik op zijn gezicht bekeek Keith de Pokémon kort, voordat hij door wilde rennen. Hij had nog geen paar stappen gezet of de Pokémon maakte een uithaal. Geschrokken sprong Keith achteruit. Even keek hij om, maar toen hij daar niks zag focuste hij zijn blik weer op de Pokémon. ”Wat moet je?” vroeg hij het wezen snauwend. Hij had hier geen tijd voor, hij had hier geen zin in. De Pokémon reageerde niet, maar bleef gewoon daar zweven. Wat was er mis met dit ding? ”Uit de weg!” snauwde Keith hem toe en hij duwde de Pokémon opzij. Met een stevige pas ging hij verder, maar de Pokémon leek nog niet klaar met hem te zijn. Voor een tijdje zweefde hij gewoon met Keith mee, die deed alsof hij de Pokémon niet kon zien. Uiteindelijk verscheen het ding weer voor Keith en werd de jongen gedwongen zijn pas abrupt te stoppen. ”Jij weer? Ga toch weg! Zie je niet dat je me alleen maar tot last bent?” sprak Keith gefrustreerd en opnieuw duwde hij het zwevende ding weg, dit keer feller dan de eerste keer. Weer begon de jongen te rennen, dit keer sneller, maar de Pokémon leek niet van plan te zijn hem te laten gaan. Wederop weerhield hij Keith ervan verder te rennen. En nu was de jongen er dan ook klaar mee. ”Als je niet uit m’n weg wilt, dan dwing ik je wel, jij…” Wist hij veel wat hij de Pokémon moest noemen. Met een ruwe beweging haalde hij Sekki’s Pokébal tevoorschijn en met een snauwende ‘Sekki, ik kies jou!’ verscheen de Pokémon. ”Tackle!” beval Keith zijn Pokémon. De Growlithe kwam direct in beweging en sprong op om de Pokémon te tackelen. Hoewel het niet erg effectief leek te zijn, deed de Pokémon geen moeite de aanval te ontwijken of terug aan te vallen. Keith bleef daar echter niet stil bij staan en beval Sekki een Ember te doen. Vuur werd op de Pokémon afgestuurd en opnieuw deed de Pokémon geen moeite Sekki’s aanval te ontwijken. Dit keer viel het Keith wel op. What the…? Wat had deze Pokémon nou weer? Hij wist toch wel hoe een Pokémon gevecht ging? Hij had Keith nota bene uitgedaagd! ”S-Sekki, nog eens Ember!” zei Keith nu wat twijfelend. De Growlithe leek zijn twijfel op te pikken en over te nemen en aarzelde even, maar toen viel hij toch aan. Wederom deed de Pokémon geen poging het voor te ontwijken, maar bleef hij daar gewoon met halfgesloten ogen in de lucht hangen. Wat had dit ding toch? Eerst viel het Keith de hele tijd lastig, en vervolgens deed het geen reet tijdens een gevecht! Wat twijfelachtig haalde Keith een lege Pokébal tevoorschijn. Hij zwaaide het ding even voor de neus van de Pokémon langs, maar deze reageerde er niet op. Een wilde Pokémon zou toch niet zomaar gevangen willen worden? Hij zou toch van zijn vrijheid willen blijven genieten? Waarom reageerde de Pokémon dan niet op Keith die met een Pokébal stond te wapperen? Met een frons op zijn gezicht gooide hij de Pokébal uiteindelijk met een slap boogje op de Pokémon, die in een rode straal werd opgezogen.
Direct zat hij. Keith deed geen moeite zijn verbaasdheid te verbergen. Zijn mond viel open terwijl hij naar de Pokébal staarde. Wat… Was er net nou gebeurd? Had hij zojuist een Pokémon gevangen? Echt vangen wilde hij het niet noemen, hij had niet eens een echt gevecht gehad en de Pokémon had niet eens moeite gedaan om uit die Pokébal te komen… En ondertussen had hij Keith wel ontzettend geïrriteerd door dat vervelende meegezweef. Wat een weirdo. De vluchteling had echter geen tijd om zich nu te verbazen over het gedrag van een of andere vreemde Pokémon. Hij zou het ding later wel vrijlaten, nu moest hij zich haasten. Hij moest weg hier; Hij had zijn achtervolgers, mocht hij die hebben, al veel te lang gegeven om bij hem te komen…Hij wist nog steeds niet waarom Lunarock zich zomaar had laten vangen. Hij vroeg het zich zo nu en dan af, maar had het ontraadselen van dit mysterie al een hele tijd geleden opgegeven. Er waren nou eenmaal rare Pokémon in de wereld, en Keith was er nou net eentje tegen gekomen. Met een zucht vergrootte hij alle Pokéballen en liet hij één voor één zijn Pokémon vrij. Zoals verwacht ging Lunarock op eigen houtje de Pokébal direct weer in, dus met een zucht hing Keith die terug aan zijn riem. In kleermakerszit ging hij vervolgens voor zijn Pokémon zitten, die hem alledrie nieuwsgierig aankeken.
”Jongens, vandaag is een grote dag,” zei Keith ernstig. De Pokémon knikte allemaal en wachtte zwijgend tot Keith verder sprak.
”Mijn eerste Gym! Ik heb er zo veel zin in!” Zijn stem schoot een paar octaven omhoog en een opgewonden grijns verscheen om zijn lippen terwijl hij heen en weer wiegde. Alledrie de Pokémon begonnen luid te kirren en geluidjes te maken en sprongen tegen hem aan. Hij gaf alledrie de Pokémon uitgebreid aaitjes over hun hoofd voordat hij verder sprak.
”Rabo, Soraya, wens Sekki veel geluk! Ik zie jullie na het gevecht weer!” zei hij en hij tilde de Pokémon uit zijn schoot. Soraya en Rabo kirde wat tegen Sekki, die wat terug kirde en keken toen naar Keith. Succes was gewenst. Hij liet alledrie de Pokémon weer terugkeren en duwde zichzelf behendig overeind. Op naar de Gym!
—
Het parkje was dichterbij dan hij in de eerste instantie had gedacht. Zijn maag maakte vreemde sprongen terwijl hij omhoog keek naar het gebouw. De Gym. Het kleine stukje wandelen was niet genoeg geweest voor Keith om zich voor te bereiden… Dit was zijn aller eerste Gym gevecht ooit… Het was gewoon — gewoon bizar! Zijn donkere ogen gleden naar de gesloten deuren. Lilium was door deze deuren naar binnen gegaan en was vertrokken met de Bud Badge in haar bezitting. Zou Aiden al door deze deuren gegaan zijn? Zou hij, net als Lilium, ook naar buiten gelopen zijn met één nieuwe Badge in zijn Badge case? Zou Keith hen volgen en ook, zodra het gevecht eenmaal over was, dit gebouw verlaten met een Badge op zak? Hij moest er maar op hopen. Hij en Sekki hadden nu zo veel getraind, was het genoeg om de Gym Leader te kunnen verslaan…? Met een zucht liep Keith naar boven en duwde hij de deuren open. Met genoeg wilskracht moest het lukken… toch?
Eenmaal binnen had de jongen even nodig om alles in zich op te nemen. In het midden van de Gym waren met witten strepen op de grond gekalkt die samen een strijdveld vormde. Eromheen groeide allerlei soorten planten die Keith nog nooit gezien had. De Gymleader stond aan de andere kant van de Gym alsof ze hem verwacht had. “Hallo daar, Trainer! Mijn naam is Viola, Gym Leader van de Santalune City Gym!” riep ze naar hem, “Ben je hier gekomen om mij uit te dagen?” Keith trok zijn blik weg van de begroeiing en keek met een vastberaden blik naar de Leader.
”J-Ja!” antwoordde hij, hoewel zijn stem was raspend klonk. “Neem dan plaats in het vak en kies je Pokémon!” Viola leek er zin in te hebben. Ze greep naar een van haar eigen Pokéballen en wachtte tot Keith plaats nam op de aangewezen plek. Na een knikje liep hij met iet wat trillende benen naar het vak en haalde hij Sekki’s Pokébal van zijn riem.
”Mijn naam is Keith, en ik zal alles op alles geven om u te verslaan!” riep hij naar de Gymleader en hij stak Sekki’s Pokébal voor zich uit. Hij kon een grijns op het gezicht van de Gymleader zien verschijnen. “Surskit, ik kies jou!” riep ze, en met een zwaai van haar arm klikte de Pokébal open en verscheen daar de kleine Pokémon. Surskit. Dual Type Bug en Water Pokémon. Zwaktes: Rock Type, Electric Type en Flying Type. Precies die die Keith niet had. Maar gelukkig kon Keith dat compenseren met zijn Vuur Type Growlithe, die, als wat hij gehoord had klopte, 10 levels boven deze Pokémon zat.
Met een vastberaden zucht hief Keith zijn arm iets en klikte hij de Pokébal open.
”Sekki, ik kies jou!” riep hij uit, zijn stem hoog door de spanning. De rode straal verscheen en nam de vorm aan van Sekki, totdat de Pokémon daar verscheen en met een stevige houding naar de Surskit keek. Keith liet zijn arm zakken en zette zijn benen iets uit elkaar om een stevigere houding te krijgen. Oké, rustig blijven nu. Hij kon deze Pokémon verslaan. Hij moest en zou deze Pokémon verslaan!
De Surskit viel als eerste aan. “Surskit, doe Quick Attack!” riep Viola. Haar stem barstte van het zelfvertrouwen. Hoeveel Pokémon Trainers had ze al verslagen met haar Pokémon? Vast een hele boel, ze was uiteindelijk toch een Trainer en die hadden al veel Pokémon Battles achter de rug… Direct beval Keith zijn Sekki echter de aanval te ontwijken, en die deed dat dan ook met succes. Van hem zou ze niet winnen. Nee, hij zou haar verslaan! Hij zou deze Gym uitlopen als officiële Trainer! Vol moed en met een enthousiaste grijns op zijn gezicht riep hij naar zijn Growlithe:
”Sekki! Doe Bite!” De Growlithe kwam direct weer in beweging en hapte met zijn stalen kaken naar de fragiele Pokémon, maar zijn tanden kregen niks anders te pakken dan lucht. De Surskit was direct weggedoken en schoot met ongekende snelheid over het veld. “Surskit, doe opnieuw Quick Attack!” beval Viola haar Pokémon opnieuw, en voordat een woord Keith’s mond kon verlaten beukte de Surskit op Growlithe in. Deze wist zelf ook niet te ontwijken, en werd daarom dus in zijn flank geraakt. Gelukkig bleef hij wel overeind.
”Sekki! Ember!” riep Keith uit. De Vuur Pokémon sperde zijn bek open en meerdere vuurballetjes werden op de Surskit afgeschoten. Deze ontweek de aanval echter opnieuw en reageerde direct toen Viola hem beval de aanval “Bubble” te doen. Bubble. Dat was zonder twijfel een wateraanval, en dus de aanvallen die Sekki moest ontwijken.
”Sekki! Ontwijk, nu!” riep Keith uit en net op tijd wist de oranje Pokémon weg te springen.
”Nu, direct nog eens Ember!” ging Keith verder en opnieuw werd de vuuraanval op de Surkit gebruikt. En deze keer raakte het! De lichtgewicht Surskit werd door de aanval van zijn pootjes geblazen en kwam een paar passen verderop weer neer. Yes! Dit ging de goede richting op! De Surkit was echter nog ver van uitgevochten en toen Viola riep dat hij een Quick Attack moest doen, schoot de Dual-Type Pokémon met ongekende snelheid wederom op Sekki af.
”Ontwijk! En vervolgens Flame Wheel!” Met succes wist Sekki de aanval te ontwijken en zodra zijn pootjes de grond weer raakte, verscheen er een vuur dat hem omringde. Met een zwaai slingerde hij een lading vuur richting de Surskit, die deze wist te ontwijken.
”Opnieuw!” riep Keith direct en weer slingerde Sekki een boel vuur naar de Surskit. Dit keer raakte het hem en werd de Pokémon wederom weggeslingerd.
”Goed zo, Sekki!” riep Keith zijn Pokémon aanmoedigend toe. Hij stond met gebalde vuisten en een opgewonden blik op zijn gezicht in zijn vak. De Growlithe keek kort even om om naar Keith te grijnzen, maar focuste zich vervolgens weer op het gevecht. “Surskit, doe Bubble!” riep Viola weer. De water aanval! Ontwijken die handel!
”Sekki, uit de weg!” riep Keith en opnieuw wist de Puppy Pokémon de aanval te ontwijken. De Quick Attack die volgde raakte hem echter wel voor. De Pokémon verloor zijn balans en viel op zijn zij en opnieuw schoot de Surskit met razende snelheid op Sekki af.
”Sekki! Bite!” riep Keith geschrokken uit, en het moment dat de Surskit zijn lichaampje tegen de Fire Type Pokémon aangooide, beet Sekki hem met zijn ijzeren kaken. De Surskit piepte van schrik en pijn, maar Keith en Sekki zouden het niet zomaar laten gaan.
”FIRE FANG!” gilde Keith. Adrenaline gierde door zijn lichaam en hij wilde springen, rennen, gillen en schreeuwen. In plaats daarvan keek hij gespannen naar zijn Pokémon, die meters van hem weg de Dark Type aanval over liet gaan in een Fire Type aanval en de Surskit met vurige tanden wederom beet.
Geschrokken en verzwakt sprong de Surskit naar achter. Ook Sekki sprong wat naar achter, hoewel deze ontzettend in zijn nopjes leek door de geslaagde aanval.
”Goed zo, Sekki! Geweldig!” riep Keith zijn trouwe Pokémon toe. Dit ging goed! De Surskit was flink verzwakt door de krachtige aanvallen, terwijl Sekki nog boordevol energie leek te zitten. Natuurlijk had hij ook wat klappen te verduren gekregen, maar de Pokémon leek er minder zwaar aan toe dan de Surskit van Viola. “Surskit, rustig aan! Doe Bubble!” beval Viola haar Pokémon. Ze had een bezorgde blik op haar gezicht. Waarschijnlijk vond ze het niet leuk om haar Pokémon gewond te zien, maar dat hoorder er als Gym Leader toch wel een beetje bij, of althans, dat vond Keith. Waarschijnlijk was hij niet de enige.
”Ontwijk, Sekki!” riep Keith zijn Pokémon toe, maar deze was net te laat. De bubbels spatte uiteen toen ze zijn vacht raakte en zorgde ervoor dat de Pokémon geschrokken zijn ogen stijf dicht klemde. “Nu, Surskit, doe Quick Attack!” hoorde Keith Viola roepen, en direct riep hij zelf naar Sekki de aanval te ontwijken. Maar deze was wederom te laat en werd geraakt door de Surskit.
”Sekki!” riep Keith wat geschrokken, maar de Pokémon sprong al snel weer overeind en schudde zijn vachtje uit.
”Goed zo! Nu, doe opnieuw Flame Wheel!” Sekki sprong op de Surskit af terwijl zijn lichaam in een grote hoeveelheid hongerige vlammen verscheen. De vlammen werden op de Surskit afgeslingerd en hoewel Viola schreeuwde dat hij de aanval moest ontwijken, werd de Water-Bug Type Pokémon toch geraakt. Deze werd door de impact van de aanval, die hem vol raakte, opnieuw de lucht in gestuurd, maar dit keer leek het niet direct overeind te komen. Was het hen gelukt….? Hadden ze deze Pokémon verslagen? Ja! De Pokémon kwam niet meer overeind en met een bezorgde blik haalde Viola een Pokébal tevoorschijn. In een rode straal verdween de Pokémon en Viola stopte de Pokébal weer weg! Yeah! Eentje neer, nog maar één te gaan!
Ze gaf Keith even de tijd om met zijn Pokémon te spreken. Growlithe kwam opgewonden maar licht hijgend aanhobbelen en likte zijn Trainer enthousiast over zijn wang toen deze voor hem neer hurkte. Zijn vacht zat door de war en toen Keith het aaide kam er een wolkje van stof uit en hij had wat schrammen, maar verder zag de Pokémon er nog goed uit.
”Goed zo, Sekki! Dat was geweldig! Je bent geweldig!” zei Keith enthousiast en hij haalde zijn handen over de vacht van zijn trouwe Growlithe. Oh, wat was hij trots!
Viola hief opnieuw en Pokébal en vroeg: “Trainer Keith! Wil je van Pokémon ruilen?” Keith ging weer staan en al nee schuddend antwoordde hij.
”Nee, ik wil met Sekki doorvechten!” Sekki dribbelde weer verder het strijdveld op, een vastberaden blik nog steeds in zijn ogen dansend. “Goed! Vivillon, ik kies jou!” riep Viola en met een zwaai van haar arm sprong de Pokébal in haar hand open. Een Vivillon met prachtige, roze vleugels verscheen en fladderde even rond. Vol bewondering kon Keith even niks anders doen dan kijken. Oh jeetje. Wat een schoonheid. Hij moest even denken aan Oz, Lilium’s Vivillon. Die had een compleet ander patroon, maar was ook een echte schoonheid geweest. Hij had toen niet geweten dat deze Pokémon soort verschillende patronen op hun vleugels konden hebben. Misschien dat hij er eens wat over op zou zoeken, want hij vond het best interessant. Zijn bewondering voor de Vivillon ging echter ten koste van Sekki. “Vivillon, doe Gust!” riep Viola en voordat Keith kon roepen dat Sekki de aanval moest ontwijken, werd de Pokémon geraakt door de harde wind. De aanval kwam hard genoeg aan om Sekki van zijn pootjes te blazen, en de Pokémon kwam een paar passen verderop met een gedempte ‘plof’ neer.
”Sekki! Gaat het?” riep Keith bezorgd, maar Sekki sprong al weer overeind en schudde het stof uit zijn vacht.
”Oké, Sekki, Flame Wheel!” riep Keith zijn Pokémon toe. Grote vlammen verschenen weer en bedekte de vacht van Sekki, die met een stevige pas naar de gevleugelde schoonheid rende. Het vuur afkomstg van Sekki’s lichaam wist de Vivillon te raken op zijn vleugel en door de grote impact van de aanval stortte de vlinder naar de grond. Het wist zich nog net op te trekken, maar de vuuraanval had grote schade gedaan. Keith wist dat deze Pokémon soort niet goed tegen vuuraanvallen konden, en met het verschil in sterke van de twee Pokémon kwamen Sekki’s vuuraanvallen nog harder aan. In tegenstelling tot Sekki, hadden Vivillons aanvallen bijna geen effect. Het was eigenlijk al een gewonnen match, hoewel Keith die gedachten wegdrukte. Eerst zien, dan geloven!
“Vivillon, Sleep Powder!” riep Viola met een serieuze toon in haar stem. Ze ging er helemaal voor, en Keith verwachtte ook niks anders van een Gym Leader. De Vivillon begon met zijn vleugels te slaan. Een dun, sprankelend poeder viel neer. Slaappoeder. Oh shit!
”Sekki! Ga dat poeder uit de weg!” riep Keith geschrokken, maar doordat de Vivillon hoog in de lucht was, had hij een veel groter bereik. Hoe hard Sekki ook voor de vliegende Pokémon en zijn poeder wegrende, redde hij het toch niet. Hij voelde hoe zijn ogen zwaarder werden des te meer slaappoeder in zijn vacht kwam, totdat de Pokémon voorover viel. Diep in slaap.
”Sekki! Sekki, wordt wakker!” riep Keith geschrokken. Hij wilde naar zijn Pokémon toerennen, maar wist dat dat niet mocht. Dus was het enige wat hij kon doen naar zijn Pokémon roepen en hopen dat zijn stem de mist van slaap in zijn koppie zou verdrijven.
”Sekki!” riep Keith wat paniekerig. Als hij lang daar bleef pitten, zou het er niet goed voor hen uitzien… “Vivillon, doe Gust!” riep Viola echter. Zij maakte natuurlijk gebruik van dit moment. Zonder veel verrassing raakte de Gust Sekki, en werd deze van zijn plek gegooid om iets verderop nog steeds in slaap te belanden.
”Sekki! Kom op, wordt wakker!” riep Keith opnieuw, maar het werkte niet. “Nog een keer!” beval Viola haar Vivillon en weer werd een windvlaag Sekki’s richting in gestuurd. Deze opende zijn zwarte oogjes echter plotseling en direct gilde Keith:
”ONTWIJK!” Nog net wist de Growlithe weg te rollen.
”Snel, Ember en dan direct Fire Fang!” riep Keith en razendsnel schoot Sekki op de Vivillon af. Zijn Ember raakte het insect over zijn buikje en linkervleugel, waardoor het moeite had met vliegen en dus razendsnel naar de grond zakte. Zodra de Pokémon dichtbij genoeg was, schoot Sekki de lucht in en klemde hij zijn vlammende kaken rond één van de vleugels van de Pokémon. Deze begon in paniek en pijn te spartelen, maar Sekki hield koppig zijn kaken stijf op elkaar.
”Sekki, maak het nu af met Ember!” riep Keith vastberaden. Sekki liet de Vivillon lot, maar zodra die weg probeerde te komen, werd hij vol geraakt door Sekki’s Ember. Het beestje kwam met een zachte plof op de grond neer en bleef daar even liggen. Gespannen keken Sekki en Keith toe. Hadden ze gewonnen…?
Words: 6430
Words in battle: 1916