Lionell Ryu Aguna
Hij was op een rare plek verzeild geraakt. Op handen en knieën zat hij, op een grijze vloer. Waar was hij? Oh wacht... Hij had een idee. Hij kroop voorzichtig een eindje vooruit. Het duurde niet lang voor hij in het geweldige gat keek. De bodem kon hij niet zien. Hij keek even naar zijn handen en hij voelde iets van een dejá vu. Zijn handen waren klein. Hij was weer 6 jaar oud. Het was weer dit. Hij wist wat er zou gebeuren. Het was dezelfde droom. Zijn handen gleden al onder hem weg. De voorkant van de klif brokkelde af. Zijn knieën vonden geen vaste grond meer. In de laatste seconden dacht hij nog aan zijn ouders, die zo slecht voor hem hadden gezorgd in zijn jaren vanaf zijn derde. Hij dacht aan zijn perfecte zusje, en wenste dat hij iets beter was geweest. Hij dacht aan zijn Rattata, welke zijn brein wel kende, maar zijn fysieke vorm niet. Aan zijn Jolteon, zijn Flareon. Hij zou vallen, en vallen voor altijd. Het zesjarige jongetje schreeuwde alsnog, ookal had het brein van de negentienjarige dit al zo vaak meegemaakt. Er was niemand om hem te redden deze keer. Hij viel in de diepte van eenzaamheid...Er trok iemand aan zijn shirt. Met een schok schrok hij wakker. Hij hijgde alsof hij een eind had gerend. Meteen was hij zich bewust van zijn locatie. Hij was op de bank in het pokécenter in slaap gevallen. Er waren gelukkig nog maar weinig bezoekers op de vroege ochtend. Toch waren er enkelen die naar hem keken. Hij had duidelijk geschreeuwd. "Meneer?" Hij keek op. Een klein meisje staarde hem aan van naast de bank. In haar hand had ze een bekertje water. Lionell nam het aan.
"Dankjewel," fluisterde hij, en wreef het meisje even over haar hoofd. Deze hobbelde op haar korte beentjes terug naar haar moeder, welke hem vriendelijk toeknikte. Hij knikte terug. Omdat hij midden in het center in slaap was gevallen checkte hij zijn zakken even. Één, twee drie pokéballs in zijn ene zak, en één, twee, drie, vier, vijf in de ander. Dat was het. Hij dronk het bekertje water leeg en gooide het in een prullenbak vlakbij de bank. Toen haalde hij zijn vest uit zijn rugzak en trok het aan. Hij stond op van de bank, zich maar al te bewust van het zweet in nek en op zijn shirt. Deze droom was anders geweest dan anders. Normaal was er altijd iemand die hem naar boven haalde. Altijd iemand die hem redde van de val. Deze keer niet. Hij schudde zijn haar even over zijn voorhoofd, niet de moeite nemende om het een beetje te fatsoeneren. Lionell hees zijn rugzak over zijn schouder en liep naar de telefooncel in de hoek. Hij ging Duke maar eens bellen, een goeie vriend van 'm. Hij stapte de ruimte in en sloot de deur achter hem. Hij wreef zijn handen eventjes droog aan zijn vest en toetste een nummer in, terwijl hij de hoorn van de haak pakte met zijn andere hand. 7... 5... 3. Dat moest het zijn. Nu drukte hij het zwarte, banaanvormige ding tegen zijn wang aan. Hij schraapte zijn keel even. Er klonk een diepe stem aan de andere kant van de lijn. "Met Duke Porter, met wie spreek ik?" Lionell grijnsde, ookal kon zijn vriend dat toch niet door de telefoon heen zien.
"Hey man, met Lionell," sprak hij vrolijk. Er klonk gelach. "Hey Nelly!" Lio lachte terug. Duke was absoluut de enige die toestemming had om hem zo te noemen. Zijn zusje noemde hem vroeger wel eens zo, maar dan noemde hij haar taugé en dan hield ze op. "Hoe is het?" klonk de vraag.
"Ja, goed hoor. En met jou?" Er klonk een hard geluid bij Duke op de achtergrond.
"Wat ben je aan het doen? Of is dat Zipper?" Geen antwoord en een boel gestommel. "Zipper, laat dat heel!" hoorde Lionell zijn vriend zeggen. Duke had een nogal obstructieve Pawniard. Verder had hij een Grovyle en een Growlithe. "Sorry," verontschuldigde hij zich daarna, toen hij weer terug aan de lijn was. "Zipper is erg druk vandaag. Maar verder gaat het heel goed met 'm." De roodogige breeder moest lachen.
"Hoe is het met Wappy en Lyah?" vroeg hij enkele seconden later. "Heel goed!" reageerde zijn vriend enthousiast. "Wappy is laatst geëvolueerd in een Sceptile, nu is 'ie nog ontzettend veel cooler en sterker. Lyah heeft laatst de move fire fang geleerd. Ohja, en met mij is het ook goed. Ik heb vier badges!" Lions roodkleurige ogen verwijdden zich ietwat.
"Wauw man! Mijn andere Eevee is nu ook geëvolueerd. Een Flareon." Hij hoorde Duke grinnikte. "De fire type. Wat anders ook." merkte de trainer op. Nu lachte Lion ook.
"Ik ga nu naar huis. Kom je binnenkort 'es langs?" suggesteerde hij aan zijn vriend. "Ja, nice. Je huis, of naar je ouders?" vroeg Duke.
"Nee man, m'n huis natuurlijk. Alsof ik vrijwillig naar m'n pa en ma zou gaan," reageerde Lion quasi-vinnig. De trainer aan de andere kant van de lijn lachte even gnuivend. Li wist precies hoe hij op dit moment grijnsde. "Ik zit je maar te k'tten man, ik kom volgende week wel ergens. Ben dan toch dichtbij Lumiose voor de gym." De donkerharige breeder grijnsde weer even.
"Oké, cool. Later!" Ook van zijn vriend kreeg hij een groet, en deze hing op. Lio plaatste zijn hoorn weer op de haak. Het was nu echt tijd om te gaan. Hij hees de andere band van zijn rugzak over zijn andere schouder en liep de cel uit. De meeste bezoekers van net waren verdwenen. Goedzo. Tevreden liep hij het center uit, en ademde de buitenlucht in. Ja, hij kon de geur van zijn eigen huis nu al ruiken.
Oké, hij was nu dichtbij. Ruim een jaar geleden was hij er weggegaan om eropuit te gaan. Hij had zijn eerste ei gebreed, en die aan zijn zusje gegeven voor haar vijftiende verjaardag. Hij hield op enige wijze toch van haar, maar hij besefte het zelf niet. Dus had hij het ei gegeven. Toen hij haar laatst tegenkwam bleek de Eevee die uit het ei gehatcht was gegroeid te zijn in een gracieuze Glaceon, de ijseeveeluatie. Hij herinnerde zich nog hoe het ei hatchte, en hoe een kleine Eevee zich kort bij haar ouders nestelde voor ze doorkreeg dat Tawnee haar trainer zou zijn. Daarna vertrok Tawnee, en niet veel later ging Lion zelf weg. Niet om terug te gaan, weet je. Hij nam een omweg. Een groot deel van Kanto pakte hij mee, en daarna een deel van Kalos. Hij had veel breeders ontmoet en wat vaardigheden en handigheidjes opgepikt. Hij besloot dus, na Lumiose city gehad te hebben, terug te keren naar zijn eigen fokkerijtje. Het was niet erg populair. Nóg niet, tenminste. Nu hij zijn deuren weer open zou gooien zou het allemaal anders zijn. Hij had veel meer ervaring gekregen. Terwijl hij deze dingen herhaalde in zijn hoofd liep hij verder. Plots stond hij daar. Sleutels in de hand, voor zijn eigen deur. Hij was thuis. Hij stak de juiste sleutel in het slot en draaide deze enkele keren rond.
Klik! Hij deed de deur open, en stond daar op de beklede vloer. Het eerste wat hij deed was een gordijntje opentrekken. Er kwam een boel stof bij vrij, en het raampje achter het gordijn mocht dus meteen open. Hij haalde de eetkamerstoelen van de stapel af, en zette de dubbele deur wagenwijd open. Er was nogal wat werk te doen. Hij wilde wel meteen beginnen... Maar het kwam later wel. Ooit. In een verre toekomst. Voor nu pakte hij een stoel en ging op de mini-veranda voor de deur zitten. Hij had deze tuin, dit uitzicht over loofbomen met een dun laagje rijp eroverheen, dat had hij moeten missen voor een jaar. Hij pakte zijn drie pokéballs.
"Rino, Shuriken en Yura, we zijn thuis," zei hij vrolijk, terwijl hij zijn twee eeveelutions en zijn bijtpokémon uit hun ball liet. Yura schudde haar pluizige vacht uit. Toen was het weer fluffy als altijd. Ze keek om zich heen en begon wat te rennen en te springen, zoals ze wel vaker deed. Ze was jong en ontzettend vrolijk, maar ze was de koningin als het erop aankwam. Shuriken daarentegen was snel pissig, maar hij gaf nooit op. Raticate was heel gedreven en daarbij ook erg koppig, maar hij stond Lion altijd bij als deze hem nodig had. Zo had elk van zijn magische vrienden hun voordelen en nadelen. Hij keek naar hun enthousiasme over het 'thuis zijn,'. Voor Yura was het nieuw. Shuriken was hier als jonge Eevee geweest, en Raticate was hier als Rattata een tijd geweest. Langer dan Shuriken. Even lang als zijn trainer zelf, eigenlijk. Deze was samen met zijn Rattata van huis gegaan. Zijn ouders prefereerden het gezelschap van Tawnee, zijn zusje. Dus was hij weggelopen. Er was iets fout gegaan, iets waar de donkerharige jongen liever niet over sprak, en de Rattata had hem gered. Hij had de bruine ratpokémon mogen houden, en was direct weggegaan. Op zoek naar een betere plek. Een plek die hij wél thuis kon noemen.
Opeens viel er iets interessants in zijn blikveld. Misschien niet heel interessant voor enig ander, maar voor Lionell, die een voorliefde had gecreëerd voor electric en fire types, was het best leuk om het te zien. Langs de bosjes tegenover hem liep een vosachtige pokémon snel voorbij. Het vosje rende niet, het liep wel hard. Jammer voor het ding dat het niet rende, want zo'n kans liet Lio nooit schieten.
"Shuriken!" riep hij, en knikte naar de fire type bij de struiken. De electric type rende eropaf en stopte voor de rood-gelige pokémon. Deze schrok. Ze maakte zich al bijna uit de voeten, maar toen Lionell achter zijn Jolteon kwam staan begreep ze het. Ze liet haar tanden zien ter 'intimidatie,'. Shuriken was niet erg onder de indruk, maar volgde wel het voorbeeld. Ze zag het niet eens meer. Ze zette ze per direct een scratch in.
"Shuriken, thunder shock!" begon Lion. Gezien de Jolteon een electric type was waren zijn electric moves meestal het sterkst. Maar de Fennekin was redelijk snel, en ontweek de aanval. Ondertussen vervolgde zij haar tackle.
"Ontwijk die scratch, Shur, dan je sand-attack!" Hij had geleerd dat ground type moves goed werkten tegen fire types, en toevallig bezaten zijn eeveelutions die ook. Sand-attack was niet de beste aanval, maar het verblindde het vosje tijdelijk. Voor enkele seconden had hij dus vrij baan.
"Oké Shur, thunder shock, nog eens!" Oké, dat was geraakte aanval nummer twee. Echter had de Fennekin het meeste zand alweer uit haar paar rode ogen geschud, en plots kwamen er enkele rode bolletjes richting Jolteon vliegen. Dus het beestje kende de move ember al.
"Probeer he..." ...t te ontwijken! Nou, daar was het dus te laat voor. De electric type kreeg de vuuraanval recht in zijn snuit en tegen zijn borst. Lionell wilde aan zijn pokémon vragen of het goed ging, maar vastberaden stond deze alweer op zijn vier poten, misschien minder sterk dan zojuist, maar even vastberaden om de fire type in te peperen. "Jolt!" klonk het. Lion grijnsde.
"Oké, we gaan voor tackle, go!" Shuriken had vrij weinig echte aanvalsmoves, alleen tackle en thunder shock. Meer moves zou hij binnenkort wel leren, verwachtte Lionell. Voor nu waren het deze twee moves die hij kon gebruiken om aanval te leveren. Defensie was toch iets sterker. Oké, de fire starter - wat klinkt als een lucifer of een aansteker, maar goed - zette opnieuw haar ember in werking. Deze raakte ook, maar op de één of andere wijze liep de electric type sneller. Witte lichtflitsen vormden zich langs zijn poten en hij ramde hard in op de fire type. Wat was dat? Quick... attack? Quick attack!
"Way to go, dat was quick attack!" Hij was trots op zijn goudgele vriend. Hij verwachtte echter niet van hem om het nogmaals te proberen, integendeel. Het was vast een keer toeval, en te uitputtend om het nog eens te doen. Eens de rode starter pokémon weer op vier poten stond, begon ze opnieuw aan een scratch, een close-combat move. Goed, hetzelfde dan.
"Tackle, Shuriken!" De twee ramden opnieuw op elkaar in, en beide attacks raakten. Ze sprongen beiden een stukje naar achter. Lionell zag dat de Fennekin erg begon te verzwakken. ze konden het nu afmaken.
"Shur, we maken het af. Thunder shock!" De mannelijke Jolteon sprong weer op en gaf nog een schok elektriciteit. Zijn energie was niet allemaal op, maar bijna. Oké, ze konden het afmaken nu... Of toch niet. De Fennekin stond op en ontweek de aanval. De vonken vuur kwamen Shurikens kant weer op.
"Ontwijk ze Shurik, ik geloof in je! We maken dit af, en dan mag je uitrusten!" Goed, hij ontweek er een aantal, maar toch kreeg hij een paar tegen zijn kop.
"Thunder shock!" De elektriciteit reikte naar de fire type, en die kon geen kant meer op. Ze werd omringd door elektriciteit. Hèhè, die koppige fire starter lag nu uiteindelijk uitgeschakeld op de grond. Uit zijn vestzak haalde Lionell een pokéball. Hij maakte hem gereed en gooide hem naar het kleine lichaam van de rode pokemon. Een rode lichtflits, en het lichaam verdween in de bal. Hij sloot zijn ogen even, en wenste dat ze erin zou blijven.
- 2274 woorden + Open