The Better Kind Of Scarring
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 The Better Kind Of Scarring

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Cooper Brimstone
Member
Cooper Brimstone
Punten : 370
Gender : Male ♂
Age : 20
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Hoppip
https://pokemon-journey.actieforum.com/t1469-cooper-brimstone https://pokemon-journey.actieforum.com/t1470-cooper-s-dex

The Better Kind Of Scarring Empty
BerichtOnderwerp: The Better Kind Of Scarring   The Better Kind Of Scarring Emptyvr okt 11, 2019 11:01 pm

Let's bust that tearful face with our
sour   mayonnaise
And get back our lost dream
Erg ver kon het niet meer zijn. Zo stevig als hij maar kon, alsof hij bang was dat het zou verdwijnen als hij zijn greep ook maar één seconde verslapte, klemde Cooper zijn vuist om de sleutel die hem zojuist was overhandigd. Geld maakte niet gelukkig was wat er altijd werd gezegd, maar hooo boy, wat was het toch verdomde prettig om er wat van te hebben. Een nieuwe start, maar deze keer dan ook voor het écht echt. Het leek, nee, het wás jaren geleden sinds hij de roekeloze jongen was geweest die halsoverkop in zijn onderbroek uit het raam van zijn vaders’ kantoor was gesprongen. Het was echter pas nu, een flink aantal motels en andere slaapplaatsen later, dat hij het gevoel had dat hij weer met beide benen op de grond was geland. Het voelde alsof hij jarenlang een korset had gedragen, waar hij zich nu eindelijk uit had weten te worstelen. Hij kon weer ademen. Hij kon zulke diepe adem teugen nemen als hij maar wilde zonder dat er iets knelde, knapte, of op een andere manier pijn deed. Hij hoefde niet meer in een mal te passen waar hij niet in hoorde, en hij vond het fantastisch. Dit was het moment waarvan hij al vanaf kinds af aan gedroomd had.

Hij had een lange tijd getwijfeld of het wel verstandig was om een appartement te nemen in Lumiose City. De stad scheen tegenwoordig behoorlijk gevaarlijk te zijn, wat met die geruchten over Team Rocket en alles. Nou ja, geruchten - er was een avondklok ingesteld en alles, dus dat zei eigenlijk al behoorlijk wat. Alhoewel hij nog nooit een Rocket tegen was gekomen, voelde hij er niet bepaald veel voor om zijn geluk te beproeven door er een op te zoeken. Niet dat hij bang was om er een tegen te komen, natuurlijk. Hij was namelijk fantastisch in het wegrennen van al het hooi dat hij teveel op zijn vork had genomen – en anders had hij ook altijd zijn Pokémon nog, als het er écht op aan kwam. Dat wilde hij echter liever niet, want met alles dat hij over Team Rocket had gehoord rende hij liever gewoon heel hard weg dan dat hij plots géén Pokémon meer had. Nee, dacht Cooper, die de sleutel nog wat harder omklemde, dat zou ik nooit toestaan.

Hij wierp een vluchtige blik achteruit naar zijn Infernape die – al was het met behoorlijk wat tegenzin – zijn enige verhuisdoos droeg. De enige reden waarom de Infernape had ingestemd om de doos te dragen, was ironisch genoeg het feit geweest dat Cooper enige fysieke bescherming aan zijn zijde had willen hebben tijdens het verhuizen, die in dit geval niet alleen uit zijn Hoppip zou bestaan. Jetpack was natuurlijk fantastisch, maar wanneer je belaagd werd had een Hoppip die op je af zweefde niet dezelfde impact als de dreiging die een chagrijnige Infernape met zich mee bracht. Dat de Infernape voornamelijk uit scheen te kijken naar een eventuele clash met een belager, besloot Cooper in dit geval maar te negeren. De Infernape had de laatste tijd kortaf gereageerd op elke vraag die Cooper hem ook maar stelde, dus het feit dat hij instemde met het dragen van een doos was in dit geval al veel meer dan hij ooit had kunnen hopen.

Als je alle nadelen en gevaren wegstreepte, dan had de aanwezigheid van Team Rocket in de stad echter wel één groot voordeel; de huurprijzen waren er enorm door omlaag gegaan. Als hij nog een paar nullen extra had gekregen aan smartengeld, zou hij misschien zelfs hebben overwogen om een huisjesmelker te worden. Tenminste, als hij er ooit achter zou komen hoe je in hemelsnaam een melkmachine op een huis aansloot. Want dat was immers wat een huisjesmelker deed, niet? Cooper fronste. Was dat wat een huisjesmelker deed? Hij stopte met lopen om de Hoppip die op zijn schouder zat fatsoenlijk aan te kunnen kijken. ”Jetpack, help me eraan herinneren dat ik moet opzoeken hoe huisjesmelken werkt, okay?” De Hoppip knipperde langzaam met haar ogen, wat Cooper opvatte als een bevestiging. Mooi, was dat probleem ook weer opgelost.

Terug naar waar hij mee bezig was – het vinden van zijn nieuwe woning. Als hij de online kaart op zijn Holocaster correct had gelezen, dan zou hij er nu toch echt bijna moeten zijn. Cooper keek naar het adres dat hij op zijn handpalm had gekrabbeld, en keek vervolgens naar de huisnummers op het dichtstbijzijnde flatgebouw stonden. Cooper staarde een paar tellen naar de nummers, vervolgens weer naar zijn hand, en daarna nogmaals naar de huisnummers. Huh. Hij was blijkbaar op precies de juiste plek gestopt met lopen, want de nummers leken overeen te komen. Was dit hoe lotsbestemming werkte? ”Jetpack… We zijn er… fluisterde Cooper met overslaande stem. Cooper waggelde naar de voordeur van het appartementencomplex toe, genietend van elke stap die hij zette. Trots duwde hij zijn druppel tegen de wandlezer aan. Nog nooit had het geluid van een elektronische deur die opende hem zoveel plezier geboden. Bijna, bijna was hij er. Hij hoefde alleen nog via het trappenhuis naar boven te lopen, en dan was hij eindelijk thuis.

Het gevoel dat door hem heen ging toen hij eindelijk de sleutel in het slot van zijn nieuwe appartement stak was moeilijk te beschrijven. Euforie, dat was eigenlijk het enige woord dat het kon omvatten. Vermoeid misschien ook wel een klein beetje, maar dat was vooral omdat hij op de bovenste verdieping woonde, en daardoor een behoorlijk groot aantal traptreden had moeten beklimmen. Cooper stak zijn hoofd door de deur opening en ademde diep in. Ah, de geur van een nieuw appartement. De geur van zijn nieuwe appartement. De geur van overwinning, en misschien ook wel een geur die een beetje weg had van de laag aangekoekte sokken die hij ooit onderin zijn wasmand had gevonden. Cooper haalde zijn neus op, zich voornemend om het eerste raam dat hij zag direct open te zetten.

Nadat hij zijn Infernape voor had laten gaan om eindelijk de verhuisdoos met spullen ergens te kunnen dumpen, ging Cooper eindelijk ook zelf zijn appartement in. Hij gooide zijn rugzak ergens in de hal neer, en duwde de eerste de beste deur die binnen zijn bereik kwam open. Het bleek de keuken te zijn. Of nou ja, keuken – veel meer dan een aanrecht en een paar kastjes was het eigenlijk niet. Een koelkast en fornuis zou hij later zelf nog aan moeten schaffen, waarschijnlijk nog behoorlijk snel ook als hij niet langer dan een paar dagen van afhaal maaltijden wilde leven. Misschien dat een kookplaat in dit geval een goede tijdelijke oplossing zou zijn - dan zou hij tenminste een paar basis maaltijden kunnen maken. Borden en bestek en dergelijke zou hij overigens ook moeten aanschaffen als hij niet meer uit de doosjes waar het eten in werd bezorgd wilde eten. Eigenlijk zou hij vrijwel alles aan moeten schaffen, om het zo maar te zeggen.

Nadat Cooper uitvoerig alle keukenkastjes had gecontroleerd op de mogelijke boosdoener van de aangekoekte-sok geur, besloot hij om zijn nieuwe woning verder te verkennen. Zijn hele verkenning duurde echter veel korter dan hij verwacht had, want veel meer dan een lege huls met een wc en een aantal kastjes bleek zijn appartement niet te zijn. Met over elkaar heen gekruiste armen bleef hij in de deuropening van wat zijn huiskamer zou moeten zijn staan. Zijn blik bleef rusten op de rug van zijn Infernape, die meer interesse scheen te hebben in het uitzicht dat het raam aan de voorzijde van het appartement bood, dan in de rest van de woning. Cooper kon het wel begrijpen; buiten was tenminste iets om naar te kijken. Alhoewel hem van tevoren duidelijk was gemaakt hoe karig de woning aan hem opgeleverd zou worden, had hij zich nooit in kunnen denken dat de woning zó leeg zou zijn. Of het was omdat hij nog nooit was verhuisd of omdat hij een huis vol met spullen gewend was wist hij niet, maar hij wist in ieder geval wél dat de leegte hem veel erger stoorde dan hij oorspronkelijk had verwacht.

Zich realiserend dat hij voor zich uit stond te staren, nam Cooper het besluit dat hij zich maar beter nuttig kon maken door een poging te doen om de leegte op te vullen met de spullen die hij wél al had. Hij knielde bij de verhuisdoos, en begon te peuteren aan de tape die bedoeld was om deze dicht te houden. Wetende dat hij in een leeg appartement aan zou komen, had hij eerder die week al een aantal aankopen gedaan om ervoor te zorgen dat hij in ieder geval iéts had. Cooper trok de flappen van de doos open, en werd als eerste begroet door de koekenpan die hij er de vorige avond met behoorlijk wat moeite in had weten te stoppen. Cooper gnuifde. Wel, die zou hij in ieder geval nog een tijdje niet nodig hebben. Misschien dat hij hem decoratief aan een of andere muur zou kunnen hangen voor nu, ofzo. Dan had hij tenminste nog enig nut. Cooper legde de pan naast zich op de grond neer, tilde hem vervolgens kort weer op omdat hij zich afvroeg of dat wel hygiënisch was, en legde hem vervolgens resoluut weer neer omdat hij besloot dat hij de pan gewoon af zou wassen voordat hij hem daadwerkelijk zou gebruiken.

Terwijl hij verder ging met het uitpakken van de verhuisdoos, begonnen zijn gedachten langzaam aan af te dwalen. Voor iemand die zichzelf zo af en toe nog wel eens een briljante trainer noemde tijdens zijn dagelijkse spiegel-peptalk sessies, voerde hij maar bar weinig daadwerkelijke trainingen uit. Het aantal daadwerkelijke ‘trainingen’ dat hij zijn Pokémon – en zichzelf daarbij ook, natuurlijk, want in zijn ogen was het geen effectieve training als de trainer er niet aan mee deed – de afgelopen tijd uit had laten voeren was, op zijn zachts gezegd, dieptreurig laag. Hij had eigenlijk niet eens beseft hoe erg hij zijn zogenaamde carrière was vergeten totdat hij ergens onderin de verhuisdoos een stoffige kopie vond van het zelfhulp boekje dat hij tijdens zijn eerste weken als trainer als zijn eigen, persoonlijke heilige geschriften had beschouwd. Cooper blies hard over het boekje heen in een tevergeefse poging om het stof er af te krijgen.

Verstandig als zijn ik-uit het verleden was geweest, had hij netjes een boekenlegger gestopt tussen de pagina’s die hij voor het laatst had geraadpleegd. Nou ja, verstandig – dat was misschien discutabel in dit geval. Cooper gnuifde bij het zien van wat hij als boekenlegger had gebruikt. Het was een van de Gymleague plaatjes die hij vroeger spaarde, en nog eentje waarvan hij had gedacht dat hij hem kwijt was geraakt ook. Ah… De rest van zijn collectie lag nog thuis in Shalour City, of niet soms? Misschien dat hij eens naar zijn moeder moest bellen om te vragen wanneer zijn vader eens van huis was zodat hij eindelijk eens de rest van zijn collectie op zou kunnen halen. Misschien, als het mee zat, zou hij ook nog wat andere spullen mee kunnen nemen. Alhoewel hij zich niet direct kon herinneren of er überhaupt spullen waren die hij wilde hebben buiten zijn Gymleague plaatjes om, kon het nooit kwaad om op zijn minst een kijkje te nemen. Wie weet, misschien dat hij iets vond waar hij een goede herinnering aan had. Een of ander voorlees boek, ofzo. Misschien dat Truck het zelfs leuk zou vinden als hij eruit voor zou lezen.

Cooper bladerde kort door het boekje, las een paar pagina’s, en stopte het vervolgens zorgvuldig weer terug in de doos. Hij bleef een paar minuten lang gehurkt naar het boekje staren, zich afvragend waarom hij in de eerste plaats een trainer was geworden. Het antwoord was simpel, eigenlijk, maar verklaarde niet waarom hij nú een trainer was. ”Ik wilde mijn vader trots maken,” fluisterde Cooper. Hij fronste. Wilde, dat was hier het sleutelwoord. Als kind had het zo simpel geleken. Als hij maar hard genoeg zijn best deed om iets te vinden waar hij goed in was, als hij maar hárd genoeg werkte, dan zou zijn vader eindelijk een reden hebben om trots op hem te kunnen zijn. Misschien, heel misschien, had hij dwaas genoeg gedacht, zou zijn vader hem dan zelfs wel geweldig noemen.

Cooper de Geweldige, zoals hij zichzelf ooit had genoemd, zou hij voor zijn vader echter nooit worden. En als hij eerlijk was tegen zichzelf, en tegen de rest van het universum, dan wilde hij dat eigenlijk ook niet. Hij wilde zich niet bewijzen tegenover iemand die niet in hem geloofde. Nee. Hij wilde niet geweldig worden genoemd omdat hij iets geweldigs had gedáán, maar gewoon omdat hij dat wás. Sterker nog, hij wilde gewoon Cóóper zijn. Niet meer, niet minder. En juist dát was wat hem geweldig zou moeten maken. Gewoon zichzelf zijn. De focus van Cooper’s ogen verschoof zich naar het gestalte dat nog steeds uit het raam naar buiten stond te kijken; zijn Infernape. Voor zijn Pokémon was hij altijd Cooper geweest. Gewóón Cooper. Cooper, de roodharige jongen die zich uitsloofde om precies dezelfde trainingen te ondergaan als zijn Pokémon. Cooper, die alle bananen van een supermarkt opkocht omdat een boekje zei dat deze gezond waren. Cooper, die alle bananen opkocht omdat een boekje zei dat deze het beste waren voor zijn Pokémon.

Het was alsof er eindelijk een lampje aan ging in de lege, stoffige ruimte die zich ergens achter zijn voorhoofd bevond. Eigenlijk was de reden waarom hij een trainer was zo simpel als wat. Het was niet omdat hij iemand trots hoefde te maken of omdat iemand hem geweldig hoefde te vinden. Niemand hoefde HÉM geweldig te vinden. Maar zijn Pokémon – nee, zijn vrienden? Die waren het geweldigst van allemaal. Zijn vrienden, die zijn commando’s blindelings volgden omdat ze hem vertrouwden. Zijn vrienden die hem hadden gered van zijn vader. Die hem hadden gered van zichzelf. Zijn vrienden die geweldiger waren dan wie of wat dan ook op de wereld, en die de eer die daarbij hoorde verdienden. En misschien, héél misschien, als hij zou blijven werken totdat hij erbij neerviel, dan zou de rest van de wereld ook ooit op een dag ook inzien hoe geweldig ze waren. Dát was waarom hij een trainer was.

Cooper haalde diep adem, en ging eindelijk weer overeind staan. Hij ontspande zijn handen, die hij tijdens de afgelopen paar minuten onbewust tot vuisten had gebald. Hij had het fout gehad toen hij eerder die dag had gedacht dat hij weer adem kon halen. Alhoewel hij inderdaad weer een hap lucht had kunnen nemen, was hij nog steeds mijlenver van de kust verwijderd. Het was tijd om te stoppen met watertrappelen, en om te beginnen met zwemmen. ”Rocket!” riep Cooper vastberanden uit. De Infernape keek op van zijn belangrijke uit-het-raam-kijk bezigheid. Een van de mondhoeken van de Pokémon trok lichtelijk naar boven tot een geërgerde grimas, alsof hij verwachtte dat zijn trainer hem opnieuw zou opdragen om een of andere doos te sjouwen. Cooper’s wenkbrauwen trokken naar elkaar toe als zoenende rupsen. Cooper hoestte vlug in zijn vuist om zijn verbazing te verbergen, en schraapte zijn keel.

”Sorry, ik –“ Cooper fronste opnieuw, en liet zijn vuist zakken. ”Nee, wacht. Dat… dat is eigenlijk precies wat ik wilde zeggen. Het… Het zit zo, ik…” vervolgde hij langzaam, elk woord met zorg uitsprekend. Cooper ging met zijn hand door zijn haar heen, in een poging om tijd te rekken terwijl hij naar de juiste woorden zocht. Wat waren eigenlijk de woorden waar hij naar zocht? Cooper keek zijn Pokémon aan, zoekend naar de oorsprong van de frustratie die van zijn gezicht af droop, totdat de Infernape het wachten zat leek te zijn, en zich met een geïrriteerd gesnuif weer terug naar het raam draaide.

Het was alsof de bliksem insloeg in zijn hersenen. Wachten. Dat was het woord dat nu misschien wel de kern was van alles. De afgelopen paar jaar had hij zijn Pokémon, die hij net nog zo hoog prees, laten wachten. Hij had ze laten wachten tot ze hem eindelijk uit de nesten hadden mogen helpen, en had ze daarna beloond door – ja ja, hier kwam de klapper – ze nog langer te laten wachten. Wachten tot hij eindelijk zijn zaken weer op orde had, zodat hij zich daarna eindelijk, eindelijk heel misschien weer eens zou herinneren waarom ze in de eerste plaats aan zijn zijde stonden? Misschien, dacht Cooper, was het wachten precies waar de frustratie van zijn Infernape vandaan kwam. Of misschien dat het dat was dat ná het wachten kwam wat hem frustreerde. Wat als hij nadat hij zijn zaken op orde had – wat dat ook mocht betekenen – zich niet zou herinneren waarom ze samen waren? Wat als hij van gedachten was veranderd? Wat als het settelen in een woning niet een bewijs was van een terugkeer naar de oude situatie, maar dat het juist betekende dat het een volgende stap was in het wachtproces? Wat als dit het was? Wat als dit zijn manier was om te laten zien dat hij had opgegeven?

Cooper haalde diep adem. ”Rocket, sla me,” zei hij gedecideerd. Een paar tellen van stilte gingen voorbij, voordat de Infernape zich langzaam omdraaide, zijn gezicht vervuld met verwarring. ”Ik weet dat ik niet de aller slimste of beste trainer ben, maar… Ik wil beter zijn. Beter worden,” legde hij uit, alsof dat zijn statement duidelijk zou maken. ”Ik heb een fout gemaakt. Ik heb een belofte verbroken, en heb jullie te lang laten wachten, zonder duidelijk te laten weten voor hoe lang en waarop. En dat… Dat deed pijn, denk ik. Ik heb jullie pijn gedaan. Ik heb jou pijn gedaan. Dus het is niet meer dan eerlijk dat ik het wachten laat ophouden door jullie mij pijn te laten doen.” Zijn Infernape rechtte zijn rug, en keek zijn trainer berekenend aan, bijna alsof hij de beste plek zocht om zijn trainer te kunnen slaan. Een mep bleef echter uit. Cooper twijfelde, zich afvragend of hij de juiste conclusie had getrokken. Dit was waarom zijn Infernape pissig was, of niet soms?

Cooper hief het trainingsboekje op. “Ik… Ik weet dat het niets is in vergelijking met hoe lang ik jullie heb laten wachten, maar… Misschien, heel misschien, als je het mij kan vergeven, dan kunnen we-“ de rest van de zin zou de wereld nooit kennen, want deze werd verstoord door de harde vuist van zijn Infernape. Cooper kwam met een doffe dreun op zijn rug neer, een paar seconden later gevolgd door zijn Hoppip, die ongedeerd op hem neerdaalde. Cooper kreunde, en bracht zijn hand naar zijn kaak, die aanvoelde alsof iemand er met een baksteen op had getimmerd. Een zacht geritsel klonk naast hem – zijn Infernape raapte het trainingsboek op, dat uit Cooper’s handen was gevlogen tijdens de impact. Cooper volgde het gestalte van zijn Pokémon, dat nu boven hem uit torende. Het boek werd met een zachte plof op zijn borstkas neer gegooid, waarna de Infernape zijn arm naar zijn trainer uit stak. Cooper keek zijn Pokémon in zijn ogen, en zag eindelijk iets dat hij al maanden kwijt was. Kleine pretlijntjes stonden om de ogen van de Infernape, wiens geërgerde grimas plaats had gemaakt voor een opgelaten grijns.

Was dit misschien hoe het voelde om volwassen te worden? Cooper fronste, en wuifde de gedachte snel weer weg. Misschien wel, misschien niet. Hij wist het eerlijk gezegd niet. Wilde het eigenlijk niet weten ook, want het was simpelweg niet iets waarvan hij vond dat hij zich er druk moest maken. Het waren altijd andere mensen die zich druk maakten om hoe volwassen hij zich wel of niet gedroeg, en dat wilde hij eigenlijk zo houden ook. Misschien dat dit gewoon was hoe het voelde om in je gezicht te worden geslagen, en meer niet. Cooper pakte de hand van zijn Infernape aan en liet zich overeind trekken. Het was tijd om weer te gaan zwemmen. Samen, deze keer.
The Better Kind Of Scarring 187 * The Better Kind Of Scarring 392 * The Better Kind Of Scarring 444 * The Better Kind Of Scarring 417 *  The Better Kind Of Scarring 426


X
Terug naar boven Ga naar beneden
 
The Better Kind Of Scarring
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» You're one of a kind
» She's a dog and he's a wolf, he knows she's not his kind.
» Quest #8 Bee Kind
» Some kind of training[open]
» A Different Kind Of Dynamite +Valeriya

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Lumiose City-
Ga naar: