Daar. Daar, in het lage gras net achter de perfect gesnoeide heg. Een flits van dofbruin had zijn aandacht getrokken en zijn hart ging sneller kloppen bij het horen van het onmelodieuze getjilp. Onmiskenbaar. "Onmiskenbaar", fluisterde hij zacht tegen zichzelf. De pokémon die hij al jaren zocht, die hem steeds weer te snel af geweest was, hem steeds weer was ontsnapt. Chen Xu, pokémonmeester, wereldreiziger, drakentemmer, trainer der trainers, winnaar van badges, vanger van vele sterke pokémon, voelde een straaltje zweet langs zijn voorhoofd lopen. Is dit de dag? dacht hij. Hij keek achterom, naar zijn team, aarzelde even, wenkte toen Feihung, zijn Dragonite, naar voren. "Kan ik niet beter..." kwam een aarzelende telepatische boodschap van Qingshan binnen, maar hij stak zijn hand op. Hij begreep haar twijfel, maar hij was niet van plan het Hyper Beam debacle te herhalen. Hij en de Dragonite slopen het hoekje om en zijn ogen werden groot bij het zien van het onderwerp van zijn grootste verlangen: de Pidgey.
Hij zou het subtiel aanpakken deze keer. Een Thunder Wave om hem te verlammen, een Wrap om hem te verzwakken tot hij hem kon vangen. Het kon niet mis gaan. Hij keek even opzij naar het serieuze gezicht van Feihung en voelde zich gesterkt.
Deze keer zou het lukken.
De ruwe voetstappen van een aankomend figuur verstoorden de Pidgey, die onder luid vleugelgeklapper wegvloog. "Hyper Beam!" riep Chen met overslaande stem. Nee, nee, niet Hyper Beam, die had tijd nodig om op te laden! "Julong, Take Down! Haal die vogel neer!" De Garchomp schoot van de grond als een straaljager, achter de Pidgey aan. Bijna had hij hem, maar toen liet Feihung, die dacht dat het Hyper Beamplan ook nog steeds doorging, zijn aanval los, precies op het moment dat zijn teamgenoot tussen hen en de Pidgey door vloog, en schoot het met zijn welgemikte aanval uit de lucht. Chen keek wanhopig toe terwijl Julong neerstortte en zijn droom buiten bereik wegfladderde. Feihung wreef beschaamd over zijn neus, terwijl Qinshan een razende Julong overeind hielp - en door Fengmian de Tyranitar geholpen moest worden de Garchomp ervan te weerhouden Feihung aan te vliegen.
"Pardon, heb ik iets verstoord?" klonk een stem. Na een korte stilte richtte Chen zich op de boosdoener: een oude man met een kapiteinspet op zijn witbehaarde hoofd en een rokende houten pijp in zijn hand. Chen was sprakeloos. Of hij iets verstoord had? OF HIJ IETS VERSTOORD HAD?! Ja, hij had iets verstoord, ja! "Die Pidgey", begon Chen met een stem die trilde van ingehouden woede. Het duurde even een paar tellen voor hij zijn zin af kon maken. "Die Pidgey probeerde ik te vangen." De man grimaste verontschuldigend, al zag Chen ook wel hoe hij met een schuin oog naar het kampioensteam achter Chen keek. Dragonite, Garchomp, Alakazam, Tyranitar, Salamence, Metagross. En hij zag hem denken: wat moet deze man in Arceusnaam met een Pidgey? Hij leek echter net iets te beleefd om deze gedachte hardop uit te spreken. "Mijn excuses", zei hij in plaats daarvan, waar hij geruststellend aan toevoegde: "Ik heb hier wel meer Pidgey gezien, je komt er zo weer een tegen. Of was deze speciaal?" De onwetendheid. O, de onwetendheid van deze oude man, die op zo'n verkeerd moment op zo'n verkeerde plek was geweest. Chen hief zijn handen ten hemel. Misschien kon hij het deze man ook wel niet kwalijk nemen. Hij was maar een marionet van het universum dat hem koste wat het kost tegen wilde houden. Het waren het universum en de Pidgey die tegen hem samenspanden, die eropuit waren hem te schande te maken. Altijd al, altijd al hadden ze hem dwarsgezeten. Maar hij was gegroeid, hij was beter geworden, sterker, groter. Maar wat was al deze roem en glorie waard als de pestkoppen toch nog gelijk kregen? Jij wil pokémontrainer worden? Ha, je kunt nog geen Pidgey vangen!
"Voel je je wel goed, jongeman? Je ziet een beetje bleek. Kom, ga anders even zitten en zeg me wat er aan de hand is", zei de oude man terwijl hij Chen naar een bankje dirigeerde. Chen snoof even. Jongeman. Weinigen noemden hem nog jongeman. Met een zucht nam hij plaats op het bankje, maar vloog even snel weer overeind.
Daar. Daar in het lage gras naast de fontein. Dofbruine veren, onmelodieus getjilp. Onmiskenbaar. "Chen?" klonk de vragende stem van Qingshan in zijn hoofd. Hij knikte. Maar voor hij iets kon zeggen, klonken er voetstappen van achter de heg en vloog de Pidgey geschrokken op. Het vleugelgeklapper brak Chens hart een beetje, en met een diep teleurgestelde blik keek hij naar de boosdoener die op dat moment achter de heg vandaan stapte.