Het was vroeg in de ochtend. De zon was pas net aan het opkomen en Hallr had zijn speer vast. Deorwin wreef zijn pootje over zijn gesloten ogen heen en jammerde een beetje. “Als we nu gaan, kunnen we onze prooi binnen een uur vangen.” Tja, hij had dan misschien een zwak voor Deorwin, maar eten was eten. Hier ging Deorwin zich niet onderuit kunnen werken. Hallr hield zijn speer in de aanslag en wenkte zijn kameraad dat hij mee moest komen. Hallr sloop, door zijn knieën gezakt, laag bij de grond. Deorwin kroop ook laag over de grond. Hun prooi bevond zich nog een paar honderd meter van hen vandaan. Het was een lang en moeizaam process, maar je moest iets ey. Ze maakte hun weg naar een dichter begroeid stuk van het bos. Dat is waar hun prooi leefde. Toen ze dichtbij genoeg waren, wachtte ze af achter een boom. Hun prooi kwam tevoorschijn en begon aan de dagelijkse routine van de dag. Op een flinke afstand achtervolgde het tweetal hun prooi. Eerst ging het beest drinken bij een meer. Een plek van veiligheid. Iets dat Hallr en Deorwin absoluut respecteerden. Maar het was ook een kans. Hallr gaf Deorwin aanwijzingen en Deoriwn sloop weg. Hallr positioneerde zich ook zoals het hoorde. Nadat het beest klaar was geweest met drinken ging het weg van de drinkplaats, waarschijnlijk op zoek naar eigen eten. Dat was het moment dat Hallr van achter een bosje vandaan sprong. Uit schrik rende het beest weg, de andere kant uit. Daar werd het opgewacht door Deorwin. Hallr had zijn speer al klaar om te werpen. En in de korte seconde dat hun prooi zich weg draaide van Deorwin gooide Hallr de speer in het been van het beest. Het was nu verzwakt. Deorwin sprong er boven op. En hapte het op plekken die er voor moesten zorgen dat het beest zich gewonnen zou geven. Hallr liep er rustig op af. Maar het beest wilde niet opgeven. En toen gebeurde het. Deorwin kreeg een gloed, en werd groter. Hij evolueerde. Zijn poten werden groter, en zijn tanden scherper. Het was net dag geworden, dus hij was geëvolueerd in de dag vorm van een Lycanroc. En toen hij door bleef bijten met die tanden gaf het beest zich gewonnen. Hier was geen ontkomen meer aan. Het beest bloedde dood en Hallr bedankte het bos en haar wezens voor deze maaltijd. Vervolgens bond hij de poten van het beest bij elkaar, zodat hij het makkelijker op zijn rug kon dragen. Zijn speer had hij natuurlijk teruggenomen. Ze hadden de buit binnen. Ze konden smakelijk gaan eten. En Deorwin was zelfs sterker geworden. Hallr kon enkel trots omlaag kijken. Deorwin werd nu echt volwassen. Hij liep zelfs helemaal anders. Alsof hij eindelijk begreep hoe geweldig zijn voorvaderen waren en zijn vaders daarvoor. Alsof hij eindelijk begreep dat hij oersterk was. En zelfs nóg sterker zou worden. Aah.. een jongen en zijn Lycanroc. De mooiste band die er bestaat. Ze begaven zich naar een wat meer open stuk van het bos. Deorwin kreeg de opdracht om hun voedsel te bewaken terwijl Hallr brandhout ging verzamelen en vuursteen. Het duurde ongeveer een kwartier voordat hij alles bij elkaar had dat nodig was om een fatsoenlijk kampvuur te maken. Hij stak het vuur aan door de vuurstenen tegen elkaar aan te slaan. Hierdoor ontstond er een vonk, waarmee het droge hout begon te roken. Met een paar goed geplaatste, en goed getimede, pufjes lucht wist Hallr het vuur aan te maken. Tijd om hun maaltijd aan het spit te ragen.
Hallr liet zijn andere kameraden ook tevoorschijn komen. Als eerste kwam Anwyl tevoorschijn. Een Alolan Vulpix. Net zo kalm en ondoordringbaar als een stevige winter. Het beestje droeg een even mysterieuze sfeer met zich mee als een gletsjer. Daarna was het de beurt voor Conrad. Deze Growlithe was vooral heel luid rondom nieuwe mensen en Pokémon. Dus nu nog even niet. Het beest had een passie voor stoeien, knuffelen en kusjes. Maar kom niet in de buurt met slechte bedoelingen, dan springt hij je naar je keel. En wat Deorwin betreft. Hij is gewoon een beste vriend. Dat straalde hij aan alles uit. En zo trots als een Pyroar, dat mocht je wel zeggen. Er waren nog geen twee seconden voorbij of Conrad stond al met zijn pootjes over Hallr zijn schoot heen. Hij gaf zijn nek een paar likjes en vervolgde toen met naar Anwyl hoppen. Die was rustig gaan zitten, op twee meter afstand van het vuur. Hij staarde ernaar. En Deorwin ging bij de twee zitten. Hij keek over ze heen als een soort leider die zijn troepen moest overzien. Hallr hield zich, nadat hij van Conrad de ruimte had gekregen, bezig met het vlees op het spit. En toen het goed geroosterd was en klaar om te eten verdeelde hij het in stukken. Ieder van zijn Kameraden kreeg een deel van het vlees zo groot als dat genoeg voor ze zou zijn. Deorwin legde zijn poten op het stuk vlees en begon happen te nemen. Hij was opgegroeid in een roedel, en dan moest je er goed voor zorgen dat niemand je eten weg nam. Conrad was veel te enthousiast. Zijn happen waren ofwel te groot, ofwel hij hapte mis. Anwyl keerde zijn rug naar de rest en begon ook rustig te eten. Wat zijn doel was wist niemand, maar dat was Anwyl. Er was niet zo veel duidelijk over hem. Hallr bedacht zich tijdens het eten dat het ook tijd werd voor Anwyl en Conrad om te leren wat Deorwin al allemaal wist. Hij zou nog niet beginnen met jagen. Maar met was meer basis dingen. Ze waren geen babies meer, en moesten leren wat het was om op te groeien, zodat ze grote sterke Pokémon zouden worden. Hallr had zijn vlees nog niet op, maar hij besloot als oudste van het roedel op te staan en om zich heen te kijken, op zoek naar eventuele gevaren. Vuur was immers iets dat mens en Pokémon aantrok. Dat was een universeel feit.
[Open]