Wild and free.
Zou ze ook een beloning krijgen voor het assisteren van mensen op een route wanneer ze geen patrouille liep? Het was nogal een zelfzuchtige gedachte voor Ambers doen. Toch zou ze het wel eerlijk vinden als iemand een beloning kreeg voor het verhelpen van een duidelijk probleem. Mits die persoon dit zelf wilde, natuurlijk. Zijzelf zou op het moment elke beloning accepteren omdat ze het niet zo breed had. Sparky’s ondersteuning werd enorm gewaardeerd, maar ze kon niet voor eeuwig van hem afhankelijk blijven. Misschien dat ze een parttime bijbaantje er bij moest nemen. Of was dat onmogelijk met een taak zo belangrijk als het zijn van een ranger?
Wat het antwoord ook zou zijn, Amber was toch van plan om een bezoekje te brengen aan Mt. Chimney vandaag. Daarom liep ze nu over de met as bedekte route die onder de vulkaan langs liep. Het rook er vreemd. Het zag er ook vreemd uit. Het was bijna alsof ze een film over de apocalypse binnen was gewandeld. Zij en haar Flareon, Daeva, wie nog steeds even timide was als altijd. Behalve Daeva had Amber nog een hoop andere Pokémon die ze hoopte te kunnen gebruiken mocht er iets gebeuren, maar die liet ze binnen hun Pokéball voor nu. Bleken ze niet nodig te zijn, dan had ze morgen altijd nog een trainingssessie ingepland.
Omdat het nog vroeg was – zo rond 9 uur ’s ochtends – was het vrij rustig op de route. Verderop kon Amber een jogger zien lopen en het leek er op dat een duo van trainers ook al op was en aan het reizen. Toen zij Amber in het zicht kregen benaderden ze haar en vroegen ze welke kant op Fallarbor Town was. Amber wees hen de weg en wenste ze vervolgens veel succes met hun reis. Aan de glimlachen te zien waardeerden ze het.
Voor de rest leek het er op dat dit alsnog geen erg spannende dag zou worden. Een half uur onderweg besloot Amber een pauze in te lassen om wat te snacken samen met Daeva. Er was een huisje op de route van een vent die as verzamelde waar ze even buiten mochten blijven zitten. Met een zucht haalde Amber het zakje bessen tevoorschijn wat ze voor Daeva had ingepakt.
“Ik had me dit iets leuker voorgesteld als ik heel eerlijk ben.” De zwartharige was zelden negatief, maar deze reis had haar blijkbaar echt verbaasd in zijn saaiheid.
“Hopelijk is de vulkaan zelf interessanter.” Daeva hield haar kopje even zorgelijk schuin. Of dit was omdat ze zich schuldig voelde dat Amber zich verveelde of omdat ze het gestoord vond dat haar trainer juist wilde dat er iets gebeurde was onbekend.
De bessen werden op de grond neergelegd en Daeva viel meteen aan. Gulzig at ze van het fruit, alsof ze eerder die dag nog niet had gegeten. Het liet Amber grinniken. Ze had niet door dat de Flareon dit deed omdat ze zich bekeken voelde. Amber at dan ook rustig van haar eigen lunch: een gezond belegd broodje. Ze was zich nog steeds van geen kwaad bewust, tot een immense schaduw op het tweetal geworpen werd. Nieuwsgierig keek ze omhoog, om voor heel even tegen de onderkant van een vliegende Pokémon aan te kijken. Huh? Het licht keerde terug waardoor haar ogen zich even moesten aanpassen. In die tijd kwam de vliegende Pokémon dichterbij en toen Amber weer normaal kon zien, landde hij met een dreun op de grond, zijn klauwen de grond doorborend. Een scherpe blik werd op Daeva gericht. De Flareon voelde zich meteen bedreigd en sprong op van haar plek om zich achter Amber te verschuilen.
De zwartharige sprong op van haar plek en slikte haar brood door. Inmiddels was haar nieuwsgierige blik veranderd in een die bijna angstig oogde. Ze was niet echt bang, maar vooral onder de indruk en ze wilde voorzichtig zijn. Voor haar stond namelijk de grootste Skarmory die ze ooit had gezien. Het beest kon maar zo twee keer zo groot zijn als een normale. De vogel bestudeerde haar voor even en begon toen de bessen van Daeva op te pikken die nog over waren. Amber had het gevoel dat ze er iets tegen moest doen, maar wilde niet riskeren om aangevallen te worden door de monsterlijke Skarmory. Zijzelf zou dat al mogelijk niet overleven en ze wilde Daeva ook zeker niet in gevaar brengen. Haar plan was dan ook om te wachten tot hij klaar was met eten en dan voorzichtig te vertrekken. Met deze Pokémon wilde ze niet sollen.
Gek genoeg ging er iets anders om in Daeva’s kop. De Flareon keek met tranen in haar oogjes toe hoe haar geliefde bessen werden opgeslokt alsof het niets was. Ze was het gewend om niet voor zichzelf op te komen en op een moment als dit was dat bijzonder pijnlijk. Had ze een goede reden om bang te zijn? Natuurlijk. Wenste ze dat ze dat niet was? Ja, ook zeker. Bij de één na laatste bes hield ze het niet meer. Ze
moest iets doen. Daarom kefte ze, de aandacht trekkend van de wilde Pokémon, welke de laatste bes liet liggen voor wat het was en zijn kwade oog nu op Amber en Daeva richtte, want de Flareon stond nog steeds verstopt achter de benen van haar mens.
Amber schrok van de kef. Niet alleen omdat het zo onverwachts was voor Daeva om te doen, maar ook omdat ze vermoedde dat dit één van de weinige wilde Pokémon was waar ze absoluut niet mee wilde sollen. Misschien als ze een heel team van Pokémon van level 50 had, maar dat had ze niet. Met grote ogen keek ze eerst achterom naar Daeva en toen snel weer terug naar Skarmory, bang voor wat deze zou gaan doen. Het leek er even op dat ze voor niks was geschrokken en de Pokémon zo weer terug verder ging met eten. Nog één bes en hij zou kunnen vertrekken…
Nog één bes. Daeva voelde haar hartje breken over de gedachte dat zoveel fruit in dat monster was verdwenen. Dit kon ze niet toestaan. Ze wilde iets doen. Met trillende pootjes sprong ze achter Amber weg en kefte ze nog eens, precies op tijd om de Skarmory er van te weerhouden om de laatste bes ook in zijn enorme snavel te laten verdwijnen. De vogel kreeg een kwade blik in zijn al kwaad uitziende ogen en hief dramatisch langzaam zijn kop op. Zijn voorkant werd naar Daeva toe gedraaid.
“Daev..!” zei Amber bijna geluidloos. Wat was haar Flareon aan het doen?! Ze leek zich zelf ook al te beseffen dat het foute boel was, want haar oren sloegen strak achterover en ze kroop heel langzaam weer verder naar achteren. De onderdanige houding was niet genoeg om Skarmory weg te krijgen. Hij was kwaad. Zijn immense vleugels werden opengeslagen en begonnen te gloeien. Amber herkende het als de voorbereiding van een Air Slash aanval. Ze had te weinig tijd om nu een strategie te verzinnen om de aanval tegen te gaan, en ze wist niet zeker of Daeva verstijfd zou raken van angst als ze moest ontwijken, dus zag ze maar één optie. Ze kwam razendsnel in beweging en greep Daeva bij haar middel, om haar met een koprol weg te trekken van de plek waar ze zojuist had gestaan. Ze hoorde dat de Air Slash werd afgevoerd en binnen een tel werd ze omhuld door een aswolk die door de impact omhoog was geblazen.
Amber bleef in een beschermende houding over Daeva heen zitten.
“Gaat het?” vroeg ze. De adrenaline raasde door haar lijf en toch bleef ze kalm. Ze moest het goede voorbeeld zijn voor haar Flareon. Diepe bruine ogen keken haar bezorgd aan, waarvoor de Flareon een aai over haar kop verdiende.
“Ik ben oké. Ik wil vooral weten wat jij wil. Wil je dit gevecht? Geloof je dat je het kan?” Ze nam niet veel tijd om er over na te denken, maar het feit dat Daeva zich zo op had gesteld tegenover de Skarmory moest iets betekenen. Dat het haar alleen maar om eten ging had Amber geen flauw idee van. Ze dacht dat het strijdvuur inde pluizige Pokémon eindelijk was aangewakkerd en dat dit haar grote moment zou worden. Dat moment wilde ze haar gunnen. Als ze echt een goede trainer was, dan was er een kans dat ze konden winnen. Niveau betekende namelijk niks als je een goede techniek had.
Daeva leek nog te twijfelen. Misschien dat dit toch niet haar moment zou zijn. Ze hadden echter geen tijd meer om na te denken want de stof trok op en Skarmory was boos. Niet alleen had hij zijn hapje niet ongestoord af kunnen maken, maar dat stomme mens en haar Pokémon durfden ook nog eens zijn aanval te ontwijken. Nu was het oorlog.
Daeva en Amber hadden geluk dat de Skarmory zijn aanval aankondigde met luid gekrijs. Het gaf het tweetal genoeg tijd om opnieuw aan de kant te springen en ernstige verwondingen te voorkomen. Amber deed haar best om te verzinnen hoe ze konden zorgen dat de Skarmory hen niet levend verscheurde. Ze herinnerde zich dat ze een apparaatje had wat een Pokémon kon kalmeren. Ze moest alleen zorgen dat Daeva het beest even afleidde…
“Daev?” Haar blik vroeg aan de Flareon of ze er klaar voor was. Gelukkig begreep ze de hint, want anders had Amber voor niets bewust gekozen om de woorden niet uit te spreken.
“Fire Spin!” Zelf sprong Amber achteruit om meer ruimte voor het gevecht vrij te maken. Daeva wekte vlammen op in haar bek en vuurde de draaiende vorm op de Skarmory af. Het leek er op dat het hem afleidde en een opening creëerde voor Amber om de styler te gebruiken. Ze pakte het ding, maakte hem klaar voor gebruik en –
Te laat. Skarmory sloeg hard met zijn vleugels en de vlammen werden gedoofd door de kracht die er van af kwam. Niet te geloven met hoeveel gemak hij een Air Slash aanval uit leek te voeren. Het was indrukwekkend en vooral angstaanjagend. Daeva maakte duidelijk geen kans om van hem te winnen – tenzij ze de zwakke plek konden vinden. Tijd voor een nieuwe techniek.
“Sand Attack!” Er was hier niet veel zand, maar het as van de vulkaan functioneerde ook. Daeva sloeg met haar poten op de grond en verdween in een dichte wolk. Wat Skarmory niet wist was dat er nog een tweede asvlaag aan zat te komen, welke op zijn ogen gericht zou worden. De eerste wolk maakte geen indruk. Hij hief zijn vleugels al op om het weg te blazen. Amber stond op het punt om het seintje te geven toen Daeva zelf al de tweede stoot as naar de tegenstander gooide. Het raakte hem volop in zijn ogen. Het gegil wat volgde was onaangenaam, en hij flapperde met zijn vleugels alsof dit het as weg zou halen. Dat deed het in principe ook – maar niet het as wat hij weg wilde hebben. Alleen de wolk die Daeva had verstopt werd door de wind beïnvloedt.
Skarmory was kwaad, en terecht. Zand in je ogen zorgde voor een erg irritant gevoel. Zijn wraakplan was om meerdere malen Peck zo hard mogelijk op de grond te doen in de hoop Daeva te raken. De Flareon was behendig genoeg om deze aanvallen te ontwijken terwijl Amber een volgende tegenaanval verzon. Ze overwoog om Baby-Doll eyes in te zetten om de aanvalskracht van Skarmory te verminderen, maar vreesde dat dat nu niet zou werken. Sowieso was het zicht van de wilde Pokémon beperkt. Daar ging haar plan om de ander pijnloos af te zwakken. Dan maar een andere optie.
“Growl!” Dit zou wel de aandacht van Skarmory hoogstwaarschijnlijk trekken en dat kon dan weer gevaarlijk zijn, maar als zijn aanvalskracht afnam was dat het waard. Een grom klonk diep vanuit Daeva’s keel en de wilde Pokémon leek even oprecht geïntimideerd. En toen spreidde hij zijn vleugels en vloog hij op.
Shit. In de lucht was hij een veel moeilijker doelwit. Konden ze hem op de een of andere manier terug naar beneden lokken? Zodra Amber zag dat zijn klauwen begonnen te gloeien, wist ze dat hem lokken niet meer nodig was. Hij had alleen een aanwijzing nodig waar zijn doelwit zich bevond. Oké, dat was geen probleem.
“Nog eens Growl.” Daeva wierp haar een frons toe. Ze begreep het plan duidelijk nog niet.
“Geen zorgen. Ik weet wat we doen.” De zelfverzekerde blik in Ambers ogen wist Daeva te overtuigen, maar haar grom klonk nog steeds twijfelachtig. Het was genoeg om Skarmory zijn daling te laten beginnen, zijn klauwen glanzend. Eenmaal dichtbij genoeg stak hij ze uit en werd de Metal Claw aanval ook voor Daeva duidelijk.
“Wachten.” Amber probeerde haar timing zo goed mogelijk in te schatten.
“Wachten…” Hij moest nog een klein stukje dichterbij. Impact was bijna onvermijdelijk.
“Spring!” Meteen toen Amber het zei duwde Daeva zich van de grond af, net op tijd om Skarmory te ontwijken. Haar val kwam zo snel er na dat ze op de rug van de Pokémon landde. Haar gewicht was niet eens genoeg om de stalen vogel te laten wankelen. Hij vloog verder alsof er niks mis was.
Nouja, dat was ook niet helemaal waar. Hij voelde heus wel dat er een Flareon op zijn rug zat en begon nu gevaarlijke manoeuvres te maken om te proberen haar te lozen, terwijl zij haar klauwen juist zo stevig mogelijk tegen zijn metaal aan drukte in de hoop dat ze niet zou vallen. Amber werkte ondertussen aan een plan om de Pokémon terug naar de grond te krijgen. De vleugels moesten het doelwit zijn. Ze wilde Skarmory zo min mogelijk pijn doen, maar begon het idee te krijgen dat het niet anders kon. Goed dan. Voor deze ene keer…
“Daeva! Gebruik Ember op de vleugels!” Het duurde even voor Daeva het bevel uitvoerde, want ze moest eerst haar grip vasthouden. Toen er een fractie van een moment was waarop ze haar kop naar de vleugel kon draaien en een Ember kon doen, greep ze die kans. Een schelle krijs volgde en Skarmory begon al snel hoogte te verliezen. Tijdens zijn val viel Daeva de andere vleugel ook aan, zodat hij geen kans meer maakte om op te trekken. Zijn val begon op een duikvlucht te lijken. Daeva sprong van zijn rug af voor hij de grond raakte en landde veilig een paar meter van hem vandaan.
De val bracht een aswolk in beweging, maar dat hield Amber niet tegen om haar styler er bij te pakken. Ze hoorde dat de Pokémon in beweging probeerde te komen, dus moest ze snel handelen. Ze vuurde het apparaatje af en maakte cirkels om waar ze de Pokémon had zien vallen. Het bewegen van de tol liet een groot deel van de as verdwijnen, waardoor ze kon zien dat ze inderdaad rondjes om Skarmory aan het draaien was. De vogel pikte meerdere keren naar de tol – gelukkig elke keer mis. De woede in zijn ogen ebde weg. Het duurde even voor het witte licht hem omsloot en de capture compleet was, maar het lukte. Met veel dank aan Daeva en haar Ember om de mobiliteit van Skarmory te beperken.
De zwartharige benaderde Skarmory en hurkte bij hem neer. Dat was nauwelijks nodig door zijn enorme omvang, maar ze wilde niet te dreigend overkomen nu ze hem eindelijk had gekalmeerd. Hij liet nog steeds een soort gegrom horen, waarschijnlijk omdat hij pijn leed.
“Kom maar, ik heb je dit aangedaan dus ik zal het ook voor je oplossen.” Voor een dief werd hij behoorlijk vriendelijk behandeld. Hij had geluk dat hij een Pokémon was, anders had Amber hem niet zo snel vergeven. Oké, het feit dat hij zo enorm was maakte hem ook wel interessant voor de trainer. Sterke Pokémon konden zonder moeite haar aandacht vangen.
Terwijl ze wat medicijnen tevoorschijn haalde kwam een oude man het huisje uit wat niet veel verderop stond. De blik in zijn ogen was beduusd, alsof hij net een legendarische Pokémon had gezien. Amber merkte hem pas op toen hij dichterbij schuifelde en langzaam begon te spreken. “Jij… Je hebt hem… Hoe?” Amber draaide haar hoofd zodat ze hem kon zien. Zijn houding was voorzichtig. Ze vermoedde dat hij bang was voor de Skarmory.
“Wat bedoelt u?” vroeg ze. Ze had een vermoeden, maar wilde er zeker van zijn voor ze conclusies trok. “Die Skarmory is hier sinds een maand… Hij terroriseert toeristen, hij terroriseert mij. En nu zit hij hier rustig bij jou. Hoe heb je dat gedaan?”
Amber liet haar blik weer naar de Skarmory afwenden. Ze vroeg zich af waarom niemand een melding had gemaakt als deze Skarmory echt zo’n probleem was.
“Ik ben een ervaren Pokémon trainer, ik heb mijn trucjes,” begon ze. Als ze Skarmory beter vertrouwde zou ze hem nu een aai over zijn kop willen geven, maar ze had zo het idee dat ze dan een vinger kwijt zou raken.
“De Capture Styler heeft ook geholpen. Ik denk dat de meeste Rangers deze jongen wel hadden kunnen temmen.” Hoe sterk hij ook was, hij was niet opgewassen tegen het kalmerende tolletje.
“Is hij echt zo’n probleem in dit gebied?” vroeg ze vervolgens. Als dat zo was, kon ze hem misschien beter meenemen. Ze wist al iemand die hem wilde hebben. Hem trainen zou een bijzondere uitdaging zijn. “Hij is erg… dominant. Hij eet het eten van de toeristen en dreigt naar ze zodat ze zijn territorium verlaten. Wie niet meewerkt, wordt aangevallen.” Dus eigenlijk hetzelfde als bij Amber was gebeurd. Hij was alleen maar zijn territorium aan het beschermen. Een territorium wat in eerste instantie niet aan hem had toebehoord. “Dat is op zich normaal gedrag, maar ik begrijp dat het in dit geval een probleem is,” zei Amber. Ze spoot het laatste beetje uit de Super Potion die ze gebruikt had over de ogen van de Skarmory en veegde met een doekje zo veel mogelijk van het zand weg. Het prikte, waardoor Skarmory naar haar hapte, maar ze haalde haar vingers op tijd weg. Een grinnik volgde.
“Je bent geen slechte Pokémon. Je hebt alleen wat discipline nodig.” Skarmory keek haar met zijn kraaloogjes aan. Hij leek haar niet te begrijpen.
“Ik neem hem mee,” zei Amber vervolgens, haar stem weer gericht op de man.
“Ik weet zeker dat ik wel raad weet met hem en dan hebben jullie geen last meer van hem.” Ze haalde een lege Pokéball van haar riem af en liet hem groot worden, maar wachtte nog even voor ze hem tegen de Pokémon aan drukte. Op een of andere manier voelde het onjuist om hem zomaar uit zijn leefgebied te halen. Hoe deden sommige trainers dat zo makkelijk? Maar ze kon nu ook niet meer terugkrabbelen. De Skarmory was een gevaar voor de toeristen. Hij zou geen vervelend leven hebben bij haar.
“Skarmory, wil je nog sterker worden?” Opnieuw keek hij haar aan met kraaloogjes. Ze probeerde emotie te herkennen in zijn blik, maar het was lastig. Wat ze met zekerheid kon zeggen, was dat hij niet meer vijandig leek. Dat was genoeg voor haar om de Pokéball tegen zijn neus te drukken, waardoor hij in een rode straal in de bal verdween. Het voorwerp schudde in haar handen.