“Verkennen, verkennen, we zijn aan het verkennen.” Zong Philip zachtjes. “Zeg Philip, wat ben je aan het doen? Nou, ik ben aan het verkennen!” Hij deed alsof een boom het aan hem had gevraagd. “Zeg steentje daar, zal ik je eens wat vertellen? Ik ben aan het verkennen!” Linus legde zijn armpje op Philip’s been. Hij vond het niet zo leuk. “Oh wil je dat ik stop?” Linus knikte zachtjes. Hij vond het niet zo leuk om daar naar te vragen, maarja, het moest. “Geen probleem vriendje.” Zei Philip met zijn gepatenteerde glimlach en ze liepen verder. Verder door de Petalburg Woods. Ze waren nog steeds niet helemaal klaar met het verkennen van Hoenn. Philip had ook aangegeven nog niet bijzonder ver van de Base af te willen zijn, voor het geval van echte noodgevallen. Vandaar dat hij vandaag voor de Petalburg Woods had gekozen. Lekker dichtbij. Dat hadden de Rangers boven hem ook aangeraden. Hij was wellicht een Graduate Ranger, maar hij was ook nog pas kort een Ranger. En als hij zich niet helemaal zelfverzekerd zou voelen, ver van de Base, vonden ze dat hij het maar beter even rustig aan moest doen. Het was fijn geweest om dat te horen. En tegenwoordig was Linus ook een stuk sterker geworden. Dat hielp wel met alles. Dat zorgde er ook weer voor dat Philip zich veiliger voelde. Hij kon er nu meer op bouwen dat Linus wat meer vaardigheden had om zichzelf en anderen te helpen. En eentje daarvan was de Sunny Day aanval. Die hij dan ook veel te vaak gebruikte als je het Philip vroeg. Dit meneertje hield te veel van de zon. Oh, daar ging hij weer. Linus deed een zonnedans en het begon harder te schijnen, maarja, dat ging moeilijk tussen de bomen door. “Helaas, in het bos gaat dat niet zo. De hoogste bomen vangen de meeste zon.” Philip draaide zijn hoofd serieus maar voor een halve seconde of hij zag al hoe Linus in een boom was gesprongen om naar boven te klimmen. Hij glimlachte en schudde zijn hoofd. Het was me er eentje. Een normaal persoon had nu zijn Pokémon van de boom af gehaald en had gezegd dat dat niet de bedoeling was. Maar Philip ging ook de boom in, en klom mee. Hij wist hoeveel Linus van de zon hield, en hij zag geen reden om hem er van af te houden. Linus had de laatste tijd minstens net zo hard gewerkt als hijzelf. Als hij dan af en toe zon wilde, dan mocht dat wel een keertje. Dus ze klommen en klommen omhoog totdat ze helemaal bij de top waren. Ze zagen een weide van bladeren, en daar achteren Rustboro City. Linus spreidde zijn armen om het zonlicht op te nemen. Philip keek er geamuseerd naar en deed gewoon mee. Eens even kijken hoe het was om Linus te zijn. Hij spreidde zijn armen en stelde zich voor dat hij het zonlicht aan het opnemen was. En het voelde wel fijn eigenlijk. Dat was.. totdat de tak waar ze beide op stonden brak en ze omlaag vielen. Eerst viel Philip op de grond, en vervolgens Linus in zijn armen. Soms kwam er een geluk, na een ongeluk. En dit was een van die momenten. Ze keken elkaar aan en waren blij dat ze nog leefden. Niet dat het een dodelijke val had kunnen zijn, maar weet je, je gaat toch bepaalde dingen ineens meer waarderen in het leven nadat je zo geschrokken bent. En om eerlijk te zijn, de persoon bij wie ze in de buurt waren gevallen leek het moeilijker te hebben vandaag. Ze was in paniek tussen de bomen en struiken aan het zoeken. Zo in paniek dat ze de jongens niet eens had opgemerkt. Dan moest het wel serieus zijn. Ze stonden op en Philip liep op de vrouw af. “Goedemiddag mevrouw. Mijn naam is Philip Schulz en ik ben een Hoenn Graduate Ranger. Kan ik u vandaag ergens mee helpen?” Hij deed zijn Ranger Saluut. De vrouw ging rechtop staan en keek Philip eens goed aan. Hij had een aardig gezicht en een Ranger Tuniek aan. “Oh, ja je kunt wel helpen. Ik ben mijn trouwring vandaag in het bos verloren. En ik wil hem graag terug, mijn man zou het heel vervelend vinden als ik hem kwijt zou hebben gemaakt.” “Helemaal geen probleem mevrouw. Linus en ik zullen u helpen uw symbool van eeuwige liefde weer terug te vinden.” Hij wist al precies wie hij er voor om hulp ging vragen. Zie je, Zigzagoon is een Pokémon die in Hoenn heel vaak voorkomt. Maar het zijn ook hele slimme Pokémon, ze kunnen vooral goed zoeken naar dingen. Dus Philip begon direct naar een harig vriendje te zoeken. En na zo ongeveer een kwartiertje zoeken meende hij er een tussen de bosjes te zien. Hij had een appel neergelegd en was erbij gaan zitten. “Hey daar, ik heb je hulp nodig. Wil je me helpen, als je deze appel dan krijgt?” Het duurde even, en kostte nog een paar hulpmiddeltjes. Nog wat fruit vooral, maar nadat de Zigzagoon tevoorschijn was gekomen, en het fruit had gegeten, kon de capture beginnen. Het tekenen van de cirkel ging verrassend makkelijk voor zo’n snelle en behendige Pokémon, maar dat kwam waarschijnlijk omdat hij zijn buikje helemaal vol had van die zoete goedheid. Vervolgens gingen ze terug naar de plaats waar ze de vrouw achter hadden gelaten, ze wilde per se verder zoeken. Philip hurkte zich naast de Zigzagoon. “We zoeken naar de trouwring van die mevrouw. Het is klein, rond en van goud gemaakt. En er zit een heel groot gat in.” De Zigzagoon deed overdreven serieus, en toen ging ze snuffelen. Philip keek toe hoe ze van plek naar plek zoefde. En toen klom ze ineens in een boom. Toen Philip de boom onder liep en keek, zag hoe de Zigzagoon de ring probeerde af te pakken van een Taillow, die het in zijn snavel had. Philip maakte al aanstalte om het te sussen, maar de Zigzagoon liet los en begon tegen de Taillow. Het zag er erg koddig uit, en uiteindelijk knikte de Taillow begrijpen, en kon de Zigzagoon de ring meenemen. Al kwispelend kwam ze het afgeven aan de mevrouw. “Oh wat ben jij een schatje zeg. Zou je het misschien leuk vinden om mee te komen? Ik heb wel wat lekkers voor je als beloning.” Haha, ja dat beestje deed alles voor eten. Philip en Linus zwaaide de twee gedag toen ze terug naar huis gingen. Oh dat gaf ze echt een fijn gevoel.
[Closed]