Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
Een vlammenzee was uit de kaken van Cannon op hem afgeschoten, en zelf had hij er gewoon geen zin meer in het te ontwijken. Hij kon amper de baggere staat van zijn bloedeigen Pokémon bevatten en dan al helemaal het feit dat ze in plaats van doorgedraaid daarentegen ook flink tegen hem gekeerd had. De pijn en psychologische schade die hij ze in de laatste gymgevecht had aangedaan had de druppel gevormd en leidde uiteindelijk toch tot dit moment. Hij had zijn ogen al gesloten en voor deze ene keer verachtte hij de snikhete vlammen die op hem af werden geschoten. Vuur was iets waar hij meer dan een beetje van hield en hoewel het hem o zo vaak brandwonden had opgeleverd had hij het geen probleem gevonden. Nu daarentegen dacht hij er enkel over hoe erg hij de vlammenzee haatte die recht op hem af werd geschoten. Waarom hield hij eigenlijk al jaren van de vlammen die hij op anderen afgevuurd had, de keren dat hij ze gebruikt had in gevechten, voor plezier en het belangrijkste… voor warmte? De jongen snoof luid. Grmpf, nee, hij kon het toch niet over zijn hart krijgen om het vuur écht helemaal te haten. Op het laatste moment had hij zijn ogen geopend en werd direct verblind door de felrode kleur. “Ugh,” Dit moest het einde wel zijn… geweest? Huh? Een vleugje wind gleed langs zijn bruine haren en gezicht, gevolgd door een schaduw wat over hem heen werd geworpen. W-Wat? Een gespierde been werd vlak voor zijn gezicht de vlam in gestoken en brak daarmee de vlammenzee stroming. De vlammen schoten vlak langs hem voorbij en brandde daarmee enkel een stukje van zijn shirt af. “W-Wat… Wat de Arceus?” Iets had duidelijk de vlammenzee gestopt, iets massiefs… Wacht, het was toch niet een loskomend stuk rots wat hem deze keer gered had van de aanval, iets zieligs als dat? Bijna durfde hij wegens de teleurstelling niet recht naar voren te kijken, maar anderzijds had hij het zeker uiteindelijk gedaan. Zijn mond vormde een ‘o’ en met een flinke frons bleef hij staren naar de witte schim die vlak voor hem stond met zijn klauwen en punten van zijn oren met een typische bloedrode kleur. Het litteken op zijn staart verklaarde dan ook meer dan genoeg. “W-Wat doe je hier?” Het was voor Arceus sake zijn vaders Zangoose die plotseling dacht te verschijnen op een moment die zijn zorgen zo makkelijk had laten kunnen verdwijnen. Die vlammen hadden het af kunnen maken, maar er moest weer iets in zijn weg staan, waardoor hij nou nog steeds vast zat in de rot situatie. Omringd door een stelletje teleurstellende, doorgedraaide groep van Pokémon die hij ooit zijn kameraden durfde te noemen. De oranje hagedis die verantwoordelijk voor de aanval was stapte verbaasd naar achteren en brulde met dezelfde glimlach op haar gezicht.
Ditmaal stond ook Nambu haar bij en liet enkele vlammen om haar heen dansen, voordat ze Ciro daar genadeloos mee onder besloot te kogelen. Arceusdomme, waarom had die rot Zangoose hem nou weer gered? De jongen greep zijn staart vast en gaf er een ruk aan. “Ga uit de weg! Het was bijna voorbij!” De witte Pokémon keek over zijn schouder neer op hem maar bevrijdde enkel zijn staart uit zijn grip. ‘Zangoose!’ gromde de Pokémon luid die een witte glans over zijn klauwen deed verschijnen, sprintte richting de vlammen en naar deze uithaalde. De vlammen braken in stukken maar zijn poten raakten onder de lichte brandwonden. Waarom hielp die Pokémon hem nou nu van alle momenten? Hij had nu zijn vader overleden was absoluut geen redenen om de zoon van zijn Trainer te hoeven helpen. Hij was vrij, wild en mocht en doen en laten wat hij kon! Waarom besteedde hij al zijn kostbare energie in Arceusnaam dan aan hem? Au! Hij duwde zichzelf moeizaam weer overeind en keek met afschuw hoe heftig de wezel tegen de aanvallen van zijn Pokémon vocht. Tsk, kon hij echt niet stoppen? Hij hoefde dit niet te doen! Hij moest ermee kappen! Het deed hem bijna pijn om te kijken hoe de Zangoose de Fire type aanvallen had moeten opvangen met zijn lichaam. Nee, godver. Zijn hand hield hij vlak boven het litteken dat nog resteerde van de hartoperatie. Het deed écht pijn! “Stop, Zangoose, stop!”’ Van alle momenten was hij juist nu de naam van de wezel vergeten, de bijnaam die hij van zijn vader gekregen had. Tijdens de keer dat hij zijn vader betrapt had op het trouwen met een andere dame had hij die opgenoemd maar het waren vage flarden geworden. Tsk, wat viel er dan nog te doen? De aanvallen bleven maar komen en keer op keer probeerde de wezel hem te beschermen. Wacht, in dat geval was er misschien maar één ding mogelijk. Bijtend op zijn onderlip begreep hij de zes Pokéball’s van zijn Pokémon. Ja, hij zou ze terugkeren, eens en voor altijd! De koud aanvoelende voorwerpen eenmaal in zijn hand stak hij die uit naar hen. Geen bedankje of een glimlach op één van hun gezichten zou er volgen deze laatste keer. Geen. De Zangoose spitste zijn oren en keek over zijn schouder naar de verzameling Pokéball’s. Zijn wilde ogen leken een tel te verzachten maar Ciro weigerde de wezel hem nog over te halen hem tegen te houden. Dit was nog het enige wat hij kon doen als de voormalige Trainer en vriend van hen. Ze vrijlaten. Een Flamethrower werd weer recht op hen afgevuurd en direct leek de wezel voor een dilemma te staan; de Pokéball’s, of zijn eigen veiligheid. Pft, als hij nu nog voor de voorwerpen zou gaan was hij wel verre van snugger. Ciro grinnikte vermaakt in zichzelf en liet de Pokéball’s al tussen zijn vingers glippen, recht op een reeks rotsen af die flink wat meters lager zaten. Het was helemaal voorbij. Alles was voorbij. En vuur was nooit meer hetzelfde.
Dacht hij.
Een klauw verscheen in zijn ooghoek en greep de voorwerpen stevig vast, vervolgens drukkend tegen Ciro’s buik. W-Wat… M-Maar… Nee, het was voorbij, alles was voorbij! Ciro keerde zich om naar de wezel om hem een pak slaag uit te delen. Hij was zeker fysiek niet sterk maar dat nam niet weg dat hij de Zangoose het betaald zou zetten! Het moment dat hij echter in de ogen van de Zangoose keek, verloor hij al zijn wilskracht voor een broodje vuist. Een vlammenzee spatte alle kanten uit, achter de Zangoose. “N-Nee… Ik zei al dat je dit niet hoefde te doen! Stop er dan ook mee, ik heb niemand meer nodig, zeker jou niet!” De wilde blik in de ogen van de Zangoose werd zachter, alsof hij medelijden had. Nee, dat was het laatste wat hij wilde van hem. Medelijden, na dit alles. Maar… de Zangoose had wel ondanks de aanval hem beschermend én zelfs de Pokéball’s weten te redden. Hij gaf het echt niet op, ondanks het feit dat er niets meer voor Ciro was. Iedereen was veranderd, ook zijn bloedeigen Pokémon. Hoe kon hij daar in Arceusnaam dan mee gaan leven? De vuuraanvallen bleven inmiddels komen en de Zangoose had de Pokéball’s aan hem overhandigd, voordat hij alles op alles zette om de aanvallen tegen te houden. Afwezig tuurde Ciro naar de glimmende voorwerpen in zijn handen. “Wat wil je dat ik er mee doe…” mompelde hij geagiteerd. Ach, wie hield hij ook in de maling, nooit kon een simpele Pokémon hem een antwoord geven. Daar moest hij zelf op komen, hoe cliché het ook was. Gefrustreerde balde hij zijn vuisten. Juist, hij moest dat doen! En hij kon nu maar één ding doen; hij stak de Pokéball’s elk één voor één uit. “Vaarwel, Calliber,” mompelde hij zacht, de aan eczeem lijdende en futloze Flygon terugkerend in haar Pokéball, waarna hij de volgende Pokéball richtte op Revolver die nou eerder weg had van een Snorlax, “Vaarwel, Revolver,” De twee verdwenen elk n hun Pokéball en spoedig vervolgde hij met de eveneens flink aanzette Musket en doorgedraaide en té vrolijke Charizard, “Vaarwel, Cannon en Musket,” Er resteerde nog twee Pokémon, de nieuwste en oudste aanwinst die op dit punt gelukkig nog één ding gemeen hadden: ze verschilde flink van elkaar op het gebied van karakter. De Volcarona bedankte hij eerst en keerde hem terug, waarna de laatste Pokémon overbleef, zijn geliefde en meest loyale kip die hem door hete vuren had bijgestaan. Ooit brandde er passie in zijn ogen en bezorgdheid die nooit en te nimmer verdween maar nu… Nu zag hij niets, een uitgedoven kaars waar eens een bosbrand woedde. “R-Rifle, het spijt me,” Nee, hij kon het niet over zijn hart halen fatsoenlijk afscheid te nemen en keerde hem met afgewende blik terug.
Pfoe, het was voorbij, maar die rot pijn bij zijn hart wilde maar niet weg. Of was het nu nog zijn hart of die van zijn vader? Grmpf. Hij rustte de koudvoelende Pokéball’s bij zijn riem en hzag de witte poten van de Zangoose in zijn blikveld verschijnen. “Tsk, ben je nú blij? Ik heb het overleefd maar… Maar.. ze zijn nog steeds in die staat en jij bent ernstig gewond geraakt voor niets. Er is niets opgelost! Rot op!” Alles in hem trilde, elke spier was aangespannen en hij had de Zangoose vastgegrepen bij zijn schouders en wild door elkaar geschud, “Echt, wees vrij en bemoei je niet meer met mijn zaken! Bespaar je die Arceusdomme moeite!” De Pokémon gaf geen krimp of maar een reactie erop en gefrustreerd liet hij hem los, en rechtte zijn rug. Hij moest even alleen zijn, hij kon dit nu niet een seconde langer aan. Enkel vier stappen genomen en de wezel gromde zijn richting op, waarop hij zich tot hem keerde. “Wat.. wil je nu weer verzieken?” siste hij hem geagiteerd toe, enkel om vervolgens tussen de klauwen van de Zangoose iets wits te zien wapperen. Was dat niet een.. “Een stuk papier, dat is laag.. zelfs voor jou,” Bij nader inzien… Er stond iets op geschreven en spoedig herkende hij al het stuk papier; het was het handgeschreven brief van zijn vader! Direct ging hij zijn broekzakken langs maar de brief vond hij niet meer terug, enkel leegte, waarna hij furieus de wezel recht in zijn ogen aankeek. Van alle dingen wat hij had kunnen doen besloot hij hem te ergeren met het enige wat hij van zijn vader over had? Bijna had hij hem willen dreigen maar toen de wezel de brief al naar hem toe wierp, verdween dat als sneeuw voor de zon. Huh? W-Wat… Iets gekalmeerd nu hij rustig weer het dierbare voorwerp in handen had, raapte hij die op en las deze nogmaals door. Er was niets mee veranderd. Beste Ciro, Jarenlang had ik mij niet in je leven gezet als iemand die je een rasechte vaderfiguur zou kunnen noemen, of zelfs maar een vriend. Dat spijt mij zeer, en zelf heb ik daarbij zat stomme dingen dingen terug in mijn jeugd gedaan met wel een liefhebbende vader aan mijn zijde, maar dat was de reden dat het mij slecht was afgegaan. Veel heb ik je misschien niet verteld over je opa, maar hij was een vriendelijke man maar door zijn liefde voor de mensheid en Pokémon, deed hij snel de verkeerde dingen om goede dingen te verwezenlijken voor alles wat hij lief had. Doorgedraaid door wat hij het beste vond om te doen, was hij blind voor wat er écht gaande was. En wat heeft dat met mij te maken? Ik deed pogingen hem te stoppen, maar dat eiste uiteindelijk dat ik ondergronds moest werken, via Team Rocket. Eenmaal daarin stal ik veel Pokémon, o.a. mijn Zangoose die oorspronkelijk als experiment zou eindigen. Voordat ik het wist raakte ik echter gehecht aan de voorheen menshatende Zangoose, puur om zijn blik op ons rooskleuriger te laten zien. Ow, ik dwaal weer eens af, maar ik wilde zelf niet verblind raken door mijn idealen en besloot zoveel mogelijk familiegericht te denken. Jij, Sarah en je moeder zijn mijn alles en ik zal – hoe smerig de klus ook is en hoe moeilijk het mag zijn- alles doen om jullie een redelijk leven te bieden en misschien een beetje hard. Het moment dat ik dan aan mezelf dacht en mijn ideaal om gelukkig te zijn met het trouwen met iemand die haast een vreemde voor mij was, was mijn dieptepunt geweest. Het was dan ook voornamelijk jouw reactie en woorden die mij aan vroeger deden denken en op het juiste pad bracht. Ik begon mezelf volledig te concentreren op mijn familie’s welzijn en zette daarom mijn cardioloog carrière voort. Allemaal om minstens jou, mijn zoon, niet dezelfde pad te laten bewandelen als ik en mijn vader hadden gedaan. Maar goed, tegen de tijd dat je dit leest is de hartoperatie al geweest en hoop ik dat ik succesvol je dierbare leven gered hebt, en daarmee de familie een dienst hebt gedaan. Tsja, elke vader offert uiteindelijk toch zijn hart op voor zijn kinderen, letterlijk en figuurlijk? Daarbij wil ik dat je mijn Zangoose trouwens op zoekt rond Cyllage City, niet alleen om hem als vriend op te nemen in plaats van vijand, maar iemand om je hee te hebben die je duidelijk maakt dat je door gebrek aan kennis of begrip mensen en Pokémon niet buiten moet sluiten. Daar is hij de beste leermeester voor.
Maar ik denk dat je nou wel vermoeid van een brief als deze raakt en je nog de groeten aan je zusje en moeder doet, namens mij… Dat kan jij immers wel, zoon van me, ik ben namelijk voor altijd bij je, dus alleen jij kan dan de groeten doen als het zover is. Met vriendelijke groeten, Raedmund
Zwakjes glimlachte hij maar bij het zien van de Zangoose en voelden zijn ogen vochtig worden toen hij de laatste zin had uitgelezen. Nee, hij huilde niet, het was enkel aan het regenen, heel hard en het wilde niet stoppen! Ja, dat was het.. “Rot regenbui,” Bij de eerste keer had de brief hem nog niet geraakt, maar dat was toen hij bleek was van de pijnstillers na de operatie en nu.. Nu hij het herlas leek elke woord nu pas hun stempel in zijn gedachten achter te laten. De jongen zakte door zijn knieën en hield krampachtig de brief vast die vochtig raakte door de tranen die over zijn wangen druppelde, en recht op de brief terecht kwamen. “H-Het regent te hard… “ sprak hij gefrustreerd en zacht uit, inmiddels voelend hoe zijn keel dicht werd geknepen en zijn wangen rood op begonnen te gloeien, “Zangoose, l-laten we schuilen,” Meer kon hij niet zeggen, voordat zijn stem net als zijn woede en haat jegens de wezel verdwenen was. De witte Pokémon knikte moeizaam en wist ondanks de wonden van het gevecht naar de knul toe te lopen. Zijn enorme klauwen bracht hij hem om de rug van de knul, en bracht hem met enige moeite overeind op zijn eigen benen. Met kleine stappen trotseerde hij de ‘regenbui’ en plofte hij samen met de wezel neer in een grot. Ironisch genoeg scheelde het enkel een minuut of twee, voordat het weer spontaan losbarstte in een heftige regenval en de wind luid loeide. Met de brief nog in zijn handen keek hij moeizaam op naar de Zangoose die zijn warme lichaam tegen hem aandrukte in een poging hem iets te kalmeren. Amper in staat normaal te ademen bracht Ciro dankbaar zijn hand omhoog en aaide daarmee de Zangoose over zijn kop die van uitputting in slaap was gevallen. Zijn vingers gleden door het witte vacht van de Zangoose en de regenbui bij hemzelf stopte langzamerhand. Muk, wat was hij zonet een idioot geweest. Zijn Pokémon had hij eigenlijk uitgescholden en gehaat voor iets wat zijn eigen schuld was geweest, zijn eigen ideaal had hen te heftig aangetast. Dan dacht hij vervolgens zonder erbij na te denken hun vrij te laten alsof ze daar behoefte aan hadden? Nee, dit was gebeurd omdat ze elk hem lief hadden en zijn ideaal wilde bereiken. Samen met hem. Damn, hij had écht dezelfde fout begaan. Stom, stom, stom. Ontevreden over zichzelf snoof hij om vervolgens de brief op te rollen en op te bergen. Al die tijd had de Zangoose hem puur willen helpen en dat gebeurde er weer iets onbenulligs als dit. Hij had echt zelf de brein van een kip. Hij kon het echt maar beter goed maken met de wezel, en gaf hem een extra aai over zijn kop. “Het spijt me, echt, ik was harteloos en was de boodschap van mijn vader aka jouw Trainer vergeten in mijn eigen waanzin,” Verontschuldigen kon hij voor geen meter maar dat kon hem al niets meer boeien. Als de boodschap maar aan kwam. Hij moest eigenlijk wel meer dan een paar lieve woorden geven. De Zangoose had zoveel voor hem moeten doen, ondanks dat hij zo’n rotzak tegen hem geweest was.
‘Noi-Noivern!’ Het gebrul van een Pokemon vulde de grot en echode genadeloos, de grond haast trillend met de kracht van zijn stem. Ugh, die Dragon type kende hij maar al te best, maar waarom nu?! Dit was geen goed moment! Hij was uitgeput en de Zangoose kon amper een klap meer aan. Nee, echt waar, niet nu! Helaas verscheen uit de diepte van de grot al de paarse schim van de Pokémon, wild brullend. Moeizaam duwde hij zijn zwaar aanvoelende lichaam overeind, gevolgd door de Zangoose die dreigend zijn klauwen voor zich hield en alert zijn oren gespitst hield. Dacht hij nog echt te kunnen vechten vlak na wat er zonet gebeurd was? De brandwonden verspreid over zijn lichaam spraken boeksdelen: nee. Veel kon de wezel niet meer aan maar wegens zijn plicht zou hij Ciro tot doods aan toe willen beschermen. Buiten zijn hart en de brief was de Pokémon ook het laatste wat er nog bestond van zijn vader. Maar niet alleen dat, op dit moment was dat het enige wat nog overeind stond in zijn wereld om hem te beschermen. Nu moest hij zichzelf leren te beschermen. Met een stap of twee stond hij voor de Zangoose met een deodarant busje en een aansteker bij de hand. Vuur verafschuwde hij op dit moment, maar nu was het écht het enige apen wat hij tot zijn beschikking had. D’Z-Zang?!’De wezel achter hem kraamde verraste geluiden uit en was duidelijk zwaar ontevreden met zijn actie maar hier had hij voor gekozen. Die rot draak zou hij verslaan en daarmee de wezel bedanken voor alle moeite die hij eerder voor hem in had gestopt. De Noivern opende zijn kaken en vuurde een krachtige Dragon Pulse af die recht op hen afschot. Oké, snel! Hij spoot gelijk een heerlijk geurtje naar voren en draaide de aansteker open, daarmee een flinke explosie en vuurvlaag opwekkend. Als dit maar genoeg was… Natuurlijk niet! De Dragon Pulse nam in kracht af maar één straal denderde voort met een Noivern vlak achter vliegend, zijn kaken wijd open. Muk, hij wilde niet als Noivern voedsel beëindigen.
Tenzij.. “Pak aan, rot vleermuis!” Direct spoot hij weer de deodorant in combinatie met een aansteker om een vlam op te wekken die de resterende Dragon Pulse tegen hield. Enkel om vervolgens weer te spuiten met de deodorant, waarmee hij vermakelijk toe keek hoe de Noivern verschrikt en lichtelijk verblind naar achteren vloog en daarmee zijn aanval staakte. Kijk eens aan, hij kon toch vechten! De Zangoose keek hem lichtelijk verrast aan maar al spoedig verdween die blik weer en schoot enkel zijn witte vacht uit intimidatie overeind. De Dragon type was niet lang genoeg afgeleid gebleven door de deodorant en keerde woester dan ooit tevoren zich naar de twee toe. ‘Noi…’ gromde de Pokémon laag, voordat hij een enorme schokgolf afvuurde die de grot meer deed trillen. Ugh, direct hield Ciro zijn handen over zijn oren in een poging de schokgolf aan te kunnen en het verschrikkelijke geluid te dempen en de Zangoose volgde zijn voorbeeld. Hoe stopte hij in Arceusnaam de Pokémon met dat gegil van hem? Wacht eens even… De Noivern besloot tijdens de verschrikkelijke geluiden recht op de Zangoose af te vliegen, gereed hem uit te schakelen. De Zangoose liet zijn klauwen weer wit opgloeien en zakte al door zijn knieën voor een uithaal. Ciro sprong echter tussen hen in en sloeg zo krachtig als hij kon met het deodorant buis tegen het gezicht van de Noivern. De vleermuis gilde pijnlijk en fladderde een meter naar achteren, voordat hij recht op hem afvloog. “O… Mijn.. Muk,” Wat nu? Achter hem zat enkel een wand en de Zangoose kon zeker nu niet fatsoenlijk verder vechten. Nee, hij mocht geeneens vechten! Hij vocht! De vleermuis had weer zijn kaken geopend en zijn vleesachtige vleugels kwamen akelig dichtbij. Oké, er zat maar één ding op en liever deed hij dat niet gezien deze twee voorwerpen hem dierbaar waren, maar… Nee, hij had besloten zichzelf te redden en niet continu te moeten vertrouwen op anderen. Hij moest zijn Pokémon beschermen en niet vice versa wat hij jarenlang had gedacht. Het was nu aan hem de schild te vormen voor zijn Pokémon. Hij greep de deodorant bus steviger vast en de aansteker en liet een laatste blik op zijn vertouwde wapens vallen, voordat hij die vastberaden naar voren wierp. Regelrecht in het gezicht van de Noivern die te laat had gereageerd op zijn werp actie en enkel de voorwerpen met zijn ogen had kunnen volgen. De twee voorwerpen knalden tegen elkaar op, barstten beide open en op dat moment greep Ciro de Zangoose bij zijn poot vast. Ze moesten nu opschieten! Geen tel langer konden ze stil blijven staan! De grot zou gegarandeerd instorten door de aanval. Snel, ren, ren en ren naar veiligheid! De wezel achter zich aan sleurend sprintte hij niet alleen de grot uit maar de gehele heuvel die naar de gym ernaast leed. Snel zigzaggend over de rotsen en de verraste grommen van de Zangoose negerend, wist hij uiteindelijk aan de voet van de heuvel te komen door de boost aan adrenaline wat door zijn systeem pompte.
Het moment dat zijn voeten weer een voetpad raakte, weerklonk er een krachtige explosie boven hen, gevolgd door de kreet van een Pokémon. Niet lang klonk het gekraak van rotsen die door de klap breuken opgelopen hadden en uiteindelijk uit hun plaats vielen. Oké, dat was een goed geluid maar niet genoeg! Volledig gestuurd door angst maar ook de drang nu juist de wezel te beschermen, sleurde hij hem verder achter hem aan, het strand op wat een eind verderop lag van de grot. De zand maakte de sprint echter te uitputtend en spoedig zakte Ciro uitgeteld door zijn knieën neer, in de inmiddels afgezwakte regenbui. De Pokémon liet hij los en voordat hij zelf oprecht opgelucht adem kon nemen keek hij eerst om naar de Zangoose om te zien of hij oké was. De wezel hijde misschien luid, maar hij zag er goed uit buiten de wonden van zonet e-De witte Pokémon spitste zijn oren en schoot overeind. Geagiteerde gromde hij diep, zij klauwen weer recht voor zich en zijn staart wild heen-en weer zwaaiend. Nee, dat kon je niet menen! Helaas was het zo. De Noivern vloog recht op hen af, onder de wonden en lichtelijk gedesoriënteerd, maar nog even strijdlustig zijn territorium te beschermen en hun weg te jagen. Odver, die combinatie had dus niet genoeg uitgehaald. Tsk. De Zangoose sprintte echter al recht op de Noivern af om hem neer te halen of hem minstens weg te leiden van Ciro. Nee, dit kon hij al niet meer zomaar toe zien, en hij balde zijn vuisten en rende roekeloos maar met een duidelijk doel recht op de Dragon type af. Met een sprong bracht hij zichzelf de lucht in en duwde de Zangoose richting de grond in de beweging. “Laat het maar aan mij over,” Met de eenvoudige woorden had hij daarmee ditmaal wel écht de boel misschien voor zichzelf verpest. Nou had hij écht geen wapens meer tot zijn beschikking maar als hij niet in staat was zelfs maar één Pokémon te beschermen, wat was hij dan voor een mens? Het moment dat de Dragon type zijn kaken wijd opensperde voelde hij plotseling drie set klauwen uithalen tegen zijn riem. Wa-Voordat hij erop kon letten barstten zes Pokéballs open en volgde een verblindend licht. Ügh,”[/b] kreunde hij moeizaam, geen idee hebbend wat er gaande was buiten dat er vlak voor zijn neus een rot Pokémon stond. Hij balde zijn vuist en gaf een stoot, dwars door het licht heen, tegen het gezicht van de Noivern. Hij voelde hoe hard zijn klap geweest was tegen de Pokémon maar dat was wel het laatste. Alles kleurde wit en het volgende moment lag zijn lichaam in het zand. Maar niet voordat hij een geweldig beeld gezien had: zijn Pokémon om hem heen die met een glimlach de Noivern een laatste stoot uit hadden gedeeld.
Gesnuffel, gelik en een verschrikkelijke adem bracht hem weer bij kennis. Yuk, vooral de adem was.. behoorlijk smerig. Langzaam sperde hij zijn ogen open, enkel om de bezorgde gezichten te zien van de zes Pokémon. Ze hadden hem toch weer geholpen in de laatste actie. Maar het moment dat hij zijn hand naar ze uitstak lichtte ze op en verdwenen in hun Pokéball, enkel één Pokémon achterlatend. De Zangoose. Bezorgd keek hij naar de knul en snuffelde kort aan hem, voordat hij met een glimlachje naar achteren schoof. Wat… was dat…? Waarom waren ze verdwenen en nog belangrijker, waar heen..? Afwezig keek Ciro al spoedig naar de riem die om zijn middel hing. Zonder enige reden liet hij zijn vingertoppen over de Pokéball’s glijden. Warm, zoals ze vroeger altijd waren. Moeizaam verdrong hij het zwaar opgeluchte gevoel. Zijn Pokémon hielden echt nog steeds van hem! Ontroerd ademde hij diep in en uit en veegde wat zand van zichzelf weg, voordat hij de ongemakkelijke Zangoose aankeek. Deze krabde zijn wang en tuurde naar de uitgetelde Noivern die enkele meters verderop in het zand lag. Die wezel. Wacht, zijn klauwen… had hij niet zijn Pokéball’s opengeklapt op dat ene moment? “Jij, kleine….Je bent me er één, you little sneaky Pokémon,” De wezel leek niet te weten hoe hij daarop moest reageren en krabde ongemakkelijk verder, “Zangoose, ik wil me echt verontschuldigen voor nou ja… ehm, alles… werkelijk waar, ik was bijna het verkeerde kant op gegaan,” Op dat moment brak eindelijk het zon alweer door en stopte de heersende regenbui, waarop hij in stilte een besluit nam. Ja, vader, hij zou vechten voor wat hij lief had en ze tevens beschermen met zijn hart en alles waar hij toe beschikte. Zoals familie. Ciro greep een lege Pokéball en legde de Zangoose die voor, waarna hij hem recht in zijn ogen aankeek. De wezel spitste verrast zijn oren en staarde hem een tel aan, maar Ciro knikte met zijn meest dankbare glimlach. De zon scheen al spoedig recht over het strand heen, waardoor de Pokéball prachtig glansde. Dit was de enige manier hoe hij de wezel officieel kon laten behoren tot zijn familie. Zijn eigen familie, niet alleen de familie Raedmund zelf.
De Zangoose’s mond viel open en hij staarde de knul nog steeds niet-begrijpend aan. Dit had hij als Pokémon niet aan zien komen. Al was dit uiteindelijk wat zijn vorige Trainer al die tijd had gewild en had hij daarom zijn leven op het spel gezet in zowel de grot als tegenover de vlammen die op hem af werden gevuurd. Maar om vervolgens na dit alles deze woorden te horen uit Ciro had hij niet verwacht. De jongen was misschien zelfs opgegroeid van de haatvolle knul dat hij was door zijn eigen vader bijna te verminken toen hij besloot te trouwen. Toen deelde hij als Pokémon ook de haat naar de jonen en had hij zijn Druddigon, Combusken en Shuppet bijna afgemaakt. Exact anderhalf jaar later zag hij dezelfde knul voor zich. Niet geheel, natuurlijk. De jongen had nou een wijze les geleerd. Dezelfde glimlach als op Ciro’s gezicht kwam ook op de zijne terecht. Langzaam stak de Zangoose zijn poot uit naar de Pokéball onder het zicht van de knul en tikte deze vervolgens aan. Ja, hij zou zijn taak voldoen die zijn vorige Trainer aan hem gegeven had en zijn zoon ten alle tijden bijstaan. Het lichaam van de Pokémon kleurde rood en loste uiteindelijk op tot een straal die de Pokéball ingezogen werd. Het voorwerp maakte een zacht sirene-achtig geluid en begon al heen-en weer te schudden in het zand.
Dit werd het de vangst die al zijn vorige oversteeg buiten natuurlijk Rifle en Calliber. Al lag dat net wat anders. Dit was zijn eerste vangst met een herboren mindset en een nieuwe begin voor ogen. De jongen rechtte zijn rug en kwam overeind, het zand afvegend van zijn kleren, starend naar de Pokéball en de zee die op de achtergrond kalm zijn golven neer liet komen. Dat was misschien niet dezelfde plek als waar hij zijn eerste reis begon, maar wie had er nou gezegd dat het perse zo moest zijn? Lumiose City, de stadse wereld vol deftige figuren was zijn begin geweest in Kalos en met het strand onder zijn voeten moest hij misschien verder denken. Een andere regio. En plek om zijn nieuwe mindset, team en leven in verder te gaan. Zijn thuisregio; Hoenn waar de strand wel overal te vinden was en hem altijd aan dit moment kon laten denken. Terwijl de Pokéball nog steeds heen en weer schudde kon Ciro één ding maar niet laten. Grijnzen om het zicht wat de ingestorte rots hem gaf die vlak naast de gym stond. De vlammen van de explosie dansten er bovenuit en de ironie deed hem grinniken in zichzelf. Vuur had hij als zoiets slechts gezien deze hele lange middag maar nu wist hij wel beter. Het was een deel van hem. En als hij iets erover wist was het maar één ding: na regen komt vuur. *