Member Abigail PagePunten : 353
Gender : Female ♀
Age : 17 years
Type : Trainer
Icon : | Onderwerp: The fuzzy gift vr sep 05, 2014 5:48 pm | |
| Ze had zichzelf in het gras neergezet, waarbij ze voorzichtig het witte ei met licht blauwe vegen voor haar had neergezet. Een grassprietje plukte ze uit de grond en wreef het tussen haar wijsvinger en haar duim, in een rollende beweging. Een lichte frons was op haar gezicht getekend en ze liet haar vrije hand door haar blonde lokken gaan, niet goed begrijpende wat er in dit ei zat en waarom ze het precies in haar handen gedrukt had gekregen. Waarom? En wat moet ze met een heuse baby pokemon? Zou dit niet alleen maar problemen geven? Ze had ooit een Trainer ontmoet –en voor de naam moest ze even diep in haar geheugen graven omdat namen niet altijd haar sterkste punt waren, maar het lukte haar wonder boven wonder wel-, Silvie, die een Bagon vanuit een ei had opgevoed. Na een maandje had de pokemon er even sterk uitgezien als haar eigen Reese, maar het meisje had ook de woorden uitgesproken dat het opvoeden van een pokemon niet makkelijk was. Nee, waarschijnlijk zou de pokemon in dit ei een echte baby pokemon zijn, die niet tegen veel stootjes zou kunnen. De Trainer beet op haar lip en pakte het ei op, om het vervolgens voorzichtig in haar schoot te leggen. Ze voelde een soort warme gloed van het ei komen, een gloed dat je niet te voelen kreeg bij een kippenei. Nee, dit voelde wel.. speciaal. Abigail richtte haar blik naar beneden en glimlachte in zichzelf. Het was een zeer mooi geschenk geweest van die man. Maar nog steeds was ze er zich niet zo zeker van waarom hij haar zomaar had vertrouwd met een van zijn eieren.
Een stapje terug in de tijd, om alles duidelijk te maken. Op diezelfde dag had Abigail nog midden in Geosenge gelopen, haar hoofd in de weer met trainingen die ze nog moest uitstippelen en pokemon die ze nog moest trainen en zonder het te weten hoorde ze plots een schreeuw om hulp. Haar ogen richtte ze in een razendsnelle actie op en ze zag een man, voornamelijk in donkere kleding, snel om een hoekje rennen en in ditzelfde blikveld zag ze een redelijk oude man op de grond. Abigail rende naar de vreemdeling en hielp hem weer op zijn voeten door haar hand te gebruiken als steun. De oude man hijgde, hij had waarschijnlijk achter de donkergeklede man aan gezeten, maar was gestruikeld. Een witte pokemon stond aan zijn zijde. Onbeleefd zou het zijn nu haar pokedex erbij te pakken, dus hield ze het maar voor een nog onbekende pokemon. De pokemon had geen voeten, maar een gloed lichaam en een hoorn boven op zijn kop. De grote ogen keken bezorgd naar zijn Trainer en een licht gehuil klonk uit zijn mond. De man mompelde iets tegen de pokemon en keek Abigail plots aan, een iet wat smekende blik in zijn ogen. ‘Wil je me alsjeblieft helpen?’ Vroeg hij, met een zachte, duidelijk geraakt door ouderdom, stem. Abigail beet op haar lip, ze had zich wel andere dingen ingepland vandaag, maar knikte toen toch, waarna ze een dankbaar schouderklopje kreeg en ze het pad van de vreemdeling volgde. Ze wist niet eens wat die man had gedaan, maar het kon niet veel goeds zijn. De pokemon leek verdrietig te zijn, misschien had de man wel iets gestolen dat van de pokemon was? Of juist van de man en dat de pokemon daar bezorgd om was? Toen ze het steegje waar de donker geklede man in was gegaan, betrad kwam ze uit bij een doodlopend einde. Fronsend liep ze naar voren, haar passen echoden tegen de koude muren waar mensen waarschijnlijk aan de andere kant gezellig aan het praten waren met hun families, maar erbuiten stonden een paar vieze vuilniscontainers en opengescheurde vuilniszakken. Bij een plotseling krassend geluid keek ze op, maar zag dat het maar een wilde Houndour was die met zijn voorpoten tegen een container aan kraste en een licht jankend geluid maakte. Waarschijnlijk kon hij niet naar binnen en was daarbinnen juist voedsel. Zwervende pokemon stonden er wel om bekend dat ze vuilnis aten en zo nu en dan op bijvoorbeeld een marktje hun deel opeisten door te stelen. Abigail schudde haar hoofd en liep zacht weer verder. In dat korte moment dat ze met de oude man had gesproken had ze de vreemdeling niet uit het steegje zien komen, dus hij was of hier nog aanwezig of hij moest over een drie meter hoge muur geklommen zijn en over de daken verder zijn gegaan. Het eind van de steeg kwam steeds dichterbij en met een licht trillende hand had ze de pokeball van Apollo vastgeklemd. Het was doodeng en ze kreeg het bij elke pas benauwder. Wat als het een gewapende man was? In zo’n snelle beweging zou Apollo niet begrijpen dat hij zijn Trainer moest beschermen en misschien zichzelf wel. Plots stond de gladde muur voor haar neus en had ze niet echt goed opgelet waar ze aan het lopen was. Huh? Ze draaide zich razendsnel om, wie weet stond de man niet achter haar, maar werd begroet door dezelfde kale en redelijk stinkende steeg. Waar was die man naartoe geglipt? Hoe? Ze hief haar hoofd omhoog, maar zou nooit sporen kunnen zien van iemand die geklommen had, want wat voor een sporen liet een mens nou achter op stenen. Warmte kon ze ook weer niet zo goed voelen. Met een zucht liet ze haar hoofd weer zakken en keek naar haar voeten. Nu moest ze die man teleurstellen. Ze versleepte haar voeten weer, nu gerustgesteld en luider, en liep weer langs de containers, waar het zoemende geluid van vliegen haar mateloos irriteerde. De Houndour kraste nog tegen het ijzerwerk en begon luider te jammeren. Abigail fronste en bleef stilstaan. De zwerfpokemon landde op zijn vier poten en even was de Trainer bang dat hij haar zou aanvallen, dus greep ze als reactie haar pokeball steviger beet, haar vingers dichtbij de knop die haar pokemon zou vrijlaten, maar de pokemon keek haar slechts aan en vervolgens weer naar de container. Huh? De pokemon krabbelde weer naar het ijzeren ding toe en begon nu te blaffen, wild. De Houndour draaide zijn kop weer naar haar om, een jankend geluid makende. Abigail deed een stap naar voren, waarna de Houndour met een kwispelend staartje naar achteren stapte en vervolgens opende ze de container. Ze verwachtte natuurlijk een stuk vlees of iets waar Houndours gek op waren, maar in plaats daarvan zag ze een man, in donkere kleding, in een bal gerold. De plotselinge instroming van licht deed hem opschrikken en redelijk behendig sprong hij over de rand van de container, maar ook Abigail reageerde snel en stapte opzij. De Houndour rende langs haar heen, naar de man en greep zijn zwarte jas beet en schudde eraan. Vloekend trok de man de stof beet en rukte hem uit de kaken van de pokemon, maar een deel scheurde af. Pokemon brokjes vielen uit de losgescheurde zak en de Houndour begon te eten. ‘Potver!’ Grauwde de man en richtte een felle blauw, met ijskoude blauwe ogen, op haar. Een pokeball rolde uit zijn mouw en plots verscheen er een Zangoose voor haar neus. De pokemon had een even felle blik in zijn ogen en stapte met dreigende passen op haar af. Zomaar stond Apollo weer voor haar, zijn houding klaar voor het gevecht. ‘Slash.’ Zei de man met een koele stem en de pokemon rende op Apollo af om hem razendsnel een klap te geven met zijn scherpe klauwen. De Grovyle viel tegen de container aan, maar krabbelde snel overeind. Abigail beval hem zijn snelheid te verhogen met Agility, zodat hij nog steeds de overhand had met die status op zijn tegenstander. Nu kwam de Zangoose met een Quick Attack op haar pokemon af, maar Apollo deed precies hetzelfde, alleen gebruikte hij die aanval als een verdedigende zet. De Grovyle rende tegen de muur aan en sprong toen van de stenen af, recht op zijn tegenstander af. ‘Leaf Blade!’ De bladeren die aan zijn armen groeiden lichtten op met een groene kleur en begonnen te groeien, waarbij ze messcherp werden en hij landde op de rug van de Zangoose, waarbij hij met snelle bewegingen, versneld door zijn Agility, de rug van de Zangoose begon te verwerken. De vreemdeling riep zijn pokemon terug bij hem en behendig sprong Apollo van de rug van de pokemon af. Plots verscheen er een tweede pokemon, dit keer een Magmar. De Zangoose had zich even terug getrokken bij zijn Trainer en de nieuwe tegenstander stapte naar voren. Een kanon van vuur werd plots op Apollo gericht, die recht in zijn maag werd geraakt en nogmaals tegen de container landde, dit keer kreeg het ijzerwerk een ware beuk te verduren. Rook steeg op van de plek waar Apollo tegen was geknald en met een licht verschroeide huid kwam de Grovyle overeind. Abigail wilde hem terugkeren, om een andere pokemon te gebruiken, maar de Grovyle schudde zijn kop en kwam op zijn tenen. Nogmaals schoot de Magmar een bal van vuur op de Grovyle af, maar deze ontweek hem sierlijk door rennend over de grond te glijden en voor de Magmar op te duiken en hem een beuk uit te delen met zijn lichaam. Maar dat was niet zo makkelijk als Apollo had verwacht. De Zangoose dook achter hem op en kreeg de armen van de Grovyle te pakken, die hij zo vast hield dat Apollo geen kant op kon en zelfs geen weg hieruit kon trappen. Met een duivelse grijns kwam de Magmar tevoorschijn, een schram stond op zijn wang van de klap die Apollo had uitgedeeld. ‘Maak het af.’ Grijnsde de man en Abigail had haar volgende pokemon al klaar, toen Apollo een sereen licht begon te geven en een gedaanteverwisseling onderging. Met een plotselinge groei van lengte werd de Zangoose opzij geduwd, want bij de armen kon hij niet meer en de roodgloeiende snuit van de Magmar begon snel te doven en alleen een sliertje rook gleed uit zijn snuit. De twee pokemon waren met verbaasdheid geslagen en Abigail zelf ook. Haar Apollo was.. een Sceptile geworden. Met open mond staarde ze naar de pokemon die nu voor haar stond en een trotse glimlach begon te verschijnen op haar gelaat toen de Sceptile met een klap van zijn staart de Zangoose tegen de muur gooide en met zijn voorpoten de Magmar beet greep en hem weggooide. Met dreigende passen kwam hij naar de Trainer toe, beide zijn pokemon lagen wat uitgeteld tegen de muur. Met knikkende knieën viel de man op de grond en Abigail krabbelde bij haar pokemon, die haar een tevreden grijns toewierp. ‘Doe me niets, hier heb je het vervloekte ding.’ Hij haalde een zwarte rugzak van zijn rug en Abigail wist het ding net te vangen. Ze wenkte dat de man kon opstaan en met een enkele beweging verdwenen zijn twee pokemon in hun pokeballs en rende hij met een beuk langs haar heen. Bijna was Abigail van haar voeten geblazen, maar Apollo ving haar met al het gemak van de wereld op en maakte een vrolijk geluid. Ja, ja, hij had weer bewezen dat hij de grotere pokemon in haar team was.
Met een Sceptile aan haar zijde was ze bij de oude man teruggekeerd en had ze duizenden bedankjes gekregen en alsof dat niet genoeg was geweest, haalde hij een pokemon uit uit zijn rugzak. De witte pokemon slaakte gerustgestelde zuchtjes, maar prikte de man toen in zijn zij en wees naar Abigail zelf. Toen had ze het ei als een bedankje gekregen, alsof het niets was. En nu had ze zag buiten Geosenge geworsteld, met een ei in haar handen gedrukt en ze had niemand recht aangekeken, bang dat iemand het uit haar handen zou rukken. De man had gezegd dat het ei, waar hij aan was gekomen als zijn beroep namelijk Breeder, binnenkort zou uitkomen. Binnenkort lag in een tijd van nu tot morgen. Een rustige plek zocht ze dus om het ei naar te zetten. Het pokemon center was haar te druk en midden in de stad was het.. niet veilig, want blijkbaar waren pokemon eieren heel erg kostbaar. Nu zat ze hier, het lichtgekleurde ei op haar schoot en zo nu en dan voelde ze een licht schokje door het ei trekken, alsof de schil maar een millimeter dik was en ze elke beweging kon voelen die zich binnen het ei bevond. Wat zou er uit komen? Welke pokemon zou de oude man allemaal op zijn fokkerij hebben? Het antwoord kwam sneller dan verwacht. Het witte ei begon te schokken en te bewegen en Abigail haalde haar armen weg en plaatste het bewegende ei op het gras voor haar. Nieuwsgierig keek ze naar voren, haar adem stokte in haar keel toen een stukje schaal werd weg geslagen door een poot of een vin of een wat dan ook. Oh nee! Straks was het een water pokemon die hier niet kon leven! In het wild keek ze om zich heen en zag toen een vijvertje. Zodra ze zo’n pokemon zou zien verschijnen, zou ze hem zowat in het water werpen. Als hij dat maar even zou overleven. Maar niets was daarvoor nodig. Het topje van het ei werd weggeduwd door een hoorntje op een sneeuwwitte kop. Een klaaglijk geluid kwam uit het ei en Abigail leunde naar voren, op haar handen en knieën en keek in het overgebleven stukje eierschaal. Daar binnen zag ze een kleine witte pokemon, bijna een kopie van de pokemon die de oude man had, maar dan een.. evolutie terug? Met open mond keek ze naar beneden en de baby pokemon maakte oogcontact met haar. Het bleef even ijzig stil en Abigail wist niet goed wat ze moest doen. Wat nu? Moest ze de pokemon nu oppakken? Iets te eten geven? Iets— De pokemon boorde met zijn hoorntje door het stukje schaal dat haar van Abigail verwijderde en kroop wat onhandig naar de Trainer toe, om zich vervolgens met een sprongetje op haar schoot te werpen. Met schattige geluidjes wurmde ze zich door haar armen en drukte haar kopje tegen alles wat ook maar van Abigail was. Een lach verscheen op haar gelaat en ze aaide de pokemon over haar kopje, en de pokemon antwoordde met vrolijke geluidjes. Snel pakte Abigail haar pokedex erbij en kreeg te horen dat dit een Seel was, een pokemon die vooral in Kanto voorkwam. Covered with light blue fur, its hide is thick and tough. It is active in bitter cold of -40 degrees Fahrenheit. Dat klonk.. dat klonk al seen pokemon met veel potentie in gevechten. Maar met zo’n soort pokemon kwam waarschijnlijk ook een groot gewicht. Abigail slikte en voelde plots al een aardig gewicht op haar schoot drukken. Het was nog een baby, dus die moest nog groeien, in grootte en in gewicht. Maar het bleef een schattige pokemon. Het kleine roze tongetje dat een beetje lui uit het mondje hing, het hoorntje, nog niet zo scherp als dat hij zou moeten zijn en de sneeuwwitte vacht. Ja dit was een perfecte aanwinst voor haar team. Een water pokemon had ze nog niet en kon van pas komen, maar een baby zou ze niet inzetten in een gevecht. Die zou ze eerste moeten opvoeden, zoals Silvie bij Nova had gedaan, en goed moeten verzorgen. De Seel, nog geen naam gekregen, maakte met een vrolijk geluidje een hop uit haar schoot en begon weer wat onhandig over de grond te wurmen, waarna ze in de vijver dook, met een grote plons. Abigail’s adem werd haar ontnomen en ze krabbelde overeind. Waar deed ze dat nou? Kon ze wel zwemmen? Ja hoor. De seel verscheen weer boven water, vrolijk in het heldere water spartelend en zo nu en dan met haar staart water op de oever spetterende. De vrolijke ‘oink’jes deden Abigail breed glimlachend. Baby pokemon.. ze konden lastig worden, maar het was verdomd schattig om naar te kijken. De Seel had genoeg gespeeld in het water en kroop weer op de oever, nu was haar sneeuwwitte vachtje wel bedekt met modder. “Kom eens hier.” Glimlachte ze en zakte door haar knieën, waarna ze in haar rugzak rommelde en een bijna even witte handdoek eruit haalde. De Seel kroop blij naar voren en drukte haar natte snuitje tegen Abigail’s gezicht en snoof een paar keer vrolijk. “Hey, hey!” Grinnikte ze en duwde de natte Seel snuit weg uit haar gezicht en begon te moddervlekken van de vacht van de Seel te vegen. Halverwege rolde de pokemon zich echter op haar zij, de handdoek meenemende en plots verwikkeld rakende in de stof. Paniekerig spartelde ze op de grond, angstige geluidjes kwamen er nu uit haar mond. “Rustig maar.” Suste ze de pokemon, waarbij ze de handdoek onder haar uit haalde en geruststellende aaitjes over haar nog natte rugje gaf. De Seel kalmeerde weer zo snel als dat ze gepaniekeerd was geraakt en maakte weer vrolijk geluidjes. “Wat dacht je van de naam Pam?” Vroeg Abigail na even gebrainstormd te hebben en de Seel keek gelijk om, om zich gelijk weer op Abigail te storten en vrolijk te oink’en. Het viel blijkbaar wel goed? Grinnikend gaf ze de jonge Seel een knuffel. Ze was blij dat ze de oude man had geholpen en dat ze zo dit ei had gekregen. Hoe had ze anders zo’n schatje van een pokemon kunnen krijgen? In Kalos had ze deze nog niet gezien en ze was verrast dat er ook in Kanto van die lieflijke pokemon rondhuppelden. Maar deze was nu van haar. “Dan wordt het Pam.” Besloot ze met een glimlach en de Seel rolde van haar af, om nu in het gras rond te rollen en zo nu en dan met haar witte vinnetjes tegen elkaar te klappen. Dit was zeer zeker een van de vrolijkste pokemon die ze ooit had meegemaakt. Ja zelfs Reese was vergeleken met Pam een.. bleke pokemon. Nou die twee gingen het vast goed met elkaar vinden, maar ze wilde nog wachten totdat ze Pam zou voorstellen aan de rest. De baby pokemon moest nog wennen aan alles van deze nieuwe wereld.
|
|