Naam: Maggie Ganlon
Leeftijd: 16
Geslacht: Vrouwelijk
Nature: Timid | Likes to eat
Hometown: Camphrier Town
Type: Breeder
Theme Song: American Authors – Think About It
Hobby's: - Lezen, de laatste tijd vooral reisboeken, aangezien ze zoveel mogelijk dingen wil zien zonder van het pad af te dwalen.
- Koken, alhoewel ze enkel weet hoe ze tosti’s moet maken, andere dingen hebben de neiging om spontaan vlam te vatten, of om enkel aan te branden als ze geluk heeft.
- Maggie is een grote fan van de band Fake Out Boy, ze vind het dan ook jammer dat ze een groot deel van haar merchandise niet mee heeft kunnen nemen.
Pokédex:KlikUiterlijk: Maggie is gemakkelijk in twee woorden te omschrijven: een mode-ramp. Op haar regenboogkleurige jas na, bevat haar tas vooral zwarte en grijze sweaters, met uitzondering van een aantal wat vrolijker gekleurde shirts. Haar lange, zwarte haar is meestal verdeeld in een of meerdere vlechten. Op haar neus staat meestal een bril met vierkante glazen en een rood montuur, alhoewel ze deze niet constant op heeft, ondanks dat ze deze wel degelijk nodig heeft om fatsoenlijk te kunnen zien.
Geschiedenis:Trainer? Coördinator? Nee, daar zou ze nooit geschikt voor zijn. Ze had het ‘iets’ niet. Wat het precies was dat ze niet had, dat had ze nooit kunnen beschrijven. Waarschijnlijk was dat ook waarom ze het niet had, ze wist simpelweg niet wat het was, of hoe ze het zou moeten verkrijgen. Misschien was het wel de oempf die het verschil maakte tussen een normaal persoon en een exceptioneel persoon. De vonk die er voor zorgde dat het kleine vlammetje veranderde in een indrukwekkend vuur. Dat had ze helaas altijd al gemist. Op de kleuterschool had ze het al geweten. Ze wilde veel liever de timide Jigglypuff zijn dan de grote gevaarlijke Pangoro (tot groot ongenoegen van haar klasgenootjes, ze zong namelijk verre van zuiver, zelfs voor een klein kind). Pokémon vond ze echter verre van saai. Ze vond het de meest fascinerende wezens, mits ze op een redelijke afstand van haar bleven. Pokémon waren eng van dichtbij. Gevaarlijk. Ze bestudeerde ze veel liever van veraf, of gewoon uit boeken. Er een aanraken was al helemaal uit den boze. Zelfs het aaien van de schattigste Growlithe sloeg ze maar al te graag af. Wat als hij haar zou bijten? Gevangen of niet, het was en bleef een wild beest. Ook zou ze er alleen maar vieze handen van krijgen, wie wist waar hij allemaal in gerold had. En haar kleren! Die zouden vast en zeker onder de oranje haren komen te zitten. Nee bedankt!
Het duurde een lange tijd voordat ze ook maar ergens in de buurt van een Pokémon durfde te komen, en zelfs dan was het schoorvoetend. Alhoewel ze niet langer dacht dat het gevaarlijke beesten waren, de Pokémon die een trainer hadden tenminste, was ze er nog steeds sterk van overtuigd dat ze niet eens één stap buiten het dorp zou kunnen doen zonder letterlijk verscheurd te worden door wilde Pokémon. Op het moment waarop ze eindelijk de moed bij elkaar had geraapt om een Bunnelby te aaien na veel aandringen van haar vrienden, bleek dat ze er al die jaren goed aan had gedaan om uit de buurt van Pokémon te blijven; ze bleek allergisch te zijn geweest voor de Pokémon. Hoe dichter ze in de buurt kwam, hoe harder ze nieste en hoe erger haar ogen traanden. De allergie werd dan ook meer dan eens verkeerd geïnterpreteerd als angst voor de Pokémon. Alhoewel het meestal om de verkeerde reden was, was Maggie blij dat mensen haar niet meer pushten om in de buurt van Pokémon te komen.
Het duurde een lange tijd voordat Maggie eindelijk haar ‘vonk’ vond. Tot haar eigen verbazing was het zelfs een Pokémon die de vonk had weten te ontsteken. Alhoewel, een Pokémon, het was niet bepaald een Pokémon te noemen toen ze hem kreeg. Het was niets meer dan een ei. Een ei waar ze heel toevallig voor had moeten zorgen, ondanks dat ze had geklaagd over dat haar allergie op zou spelen. Zelfs dreigen om het ei van het dak af te gooien had niet geholpen. De buurvrouw, die inmiddels niet meer de jongste was, had een doktersafspraak in Lumiose City. Maggie was dan ook de persoon die de verantwoordelijkheid had gekregen om het ei in de gaten te houden tot ze weer terug kwam. Helaas voor haar buurvrouw, was deze niet op tijd weer terug om het ei uit te zien komen. Op het moment dat het ei de eerste signalen van uitkomst gaf, was het paniekzweet bij Maggie uitgebroken. Haar ouders waren nergens te bekennen, waarschijnlijk boodschappen doen of iets, misschien ook niet, het kon zijn dat ze gewoon genoeg hadden gehad van Maggie’s gezeur, waardoor ze op haarzelf was aangewezen. Het was een Goomy. Een prachtige, gezonde Goomy. Een Goomy die… haar niet liet niezen? Misschien waren het niet de Pokémon geweest waar ze allergisch voor was geweest, maar waren het de haren geweest. Dat zou in ieder geval heel wat verklaren. De Goomy vormde nu een uitzondering op de regel. Zijn haarloze lichaam zorgde er voor dat Maggie maar al te graag bij hem in de buurt was. Dat hij eigenlijk van haar buurvrouw was, dat vergat ze maar.
De buurvrouw bleef echter weg. Wat oorspronkelijk een routine onderzoek was geweest, was veranderd in een nachtmerrie. Het oplopen van een flinke longontsteking was meer dan genoeg om haar familie er van te overtuigen dat het veel te gevaarlijk was om haar zo afgelegen van de stad te laten wonen. Nee, ze moest fijn in Lumiose City komen wonen, waar ze haar een oogje in het zeil konden houden. Het houden van een jonge Pokémon was dan ook uitgesloten, die hoorde niet thuis in een klein appartement. Die moest bewegen. Naar buiten kunnen. Zich onder andere Pokémon kunnen begeven. Hem vrijlaten zou echter ook niet kunnen, daar was hij opnieuw te jong voor. Het besluit werd genomen om het nog wat langer onder de hoede van Maggie te houden, die dit alles behalve erg vond. Ze mocht de Goomy wel. Hij was okay, voor een Pokémon, zelfs als je meerekende dat hij aan alles dat los en vast knabbelde als je maar even niet oplette. Vingers en tenen waren dan ook alles behalve veilig. Terwijl het de bedoeling was geweest dat ze hem zou verzorgen tot hij oud genoeg was om voor zichzelf te zorgen, had Maggie besloten om de Goomy, die ze tot Zorro had gedoopt, te houden. Zij kon niet meer zonder hem, en hij, wel, ze was er vrij zeker van dat hij zich nog steeds vermaakte door aan haar tenen te knabbelen.
Zorro had een deel van haar ontdooit waarvan ze had gedacht dat het haar ontbrak. Misschien ontbrak het eigenlijk wel nog steeds, maar was er iets anders voor in de plaats gekomen. Een zekere nieuwsgierigheid. Naar Pokémon. Alhoewel die er eigenlijk altijd al was geweest, dacht ze niet dat het iets meer zou worden dan gewoon een nieuwsgierigheid. Maggie had het mis gehad. Haar voeten jeukten, er naar verlangend om haar weg te nemen uit het dorpje. Ze zou nooit meer leren als ze altijd op dezelfde plek bleef. Met Pokémon vechten, daar voelde ze nog steeds bar weinig voor. Ze kon zich niet voorstellen dat ze Zorro ooit voor iets anders zou gebruiken dan voor gezelschap. Maar ze wilde meer dan dat. Haar nieuwsgierigheid was veranderd in een honger. Een honger naar kennis. Een honger naar Pokémon die ze nog nooit had gezien. Naar plaatsen die zo prachtig waren dat ze er nog niet eens van zou durven dromen. Dat was wat ze wilde. Waar ze naar verlangde. Bovendien, nu ze Zorro had zou ze vast niet direct worden verscheurd door wilde Pokémon. Het zou waarschijnlijk net ietsje langer duren.