Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
Met een grote grijns liep hij door de straten heen, met zijn Meowth aan zijn zijde. ”Vind jij het ook een beetje spannend, Luc?” vroeg hij aan de pokémon die rond zijn enkels slingerde. De katachtige pokémon keek eventjes op en liet een miauw horen. Een glimlach verscheen op zijn gezicht, terwijl hij zijn handen in zijn zakken stak en om zich heen keek. Hij was op weg naar Fallarbor Town, al moest hij toegeven dat hij geen idee had waar het precies lag en daarmee was zijn kaart nat geworden toen die er een flesje water over heen had gemorst. Nee, zijn eerste dagen als Student Ranger waren niet bepaald rooskleurig geweest, maar hij wist dat hij dit vast wel ging overleven. Nu moest hij gewoon goed op de borden letten, al moest hij toegeven dat er niet echt veel borden te zien waren. Hij keek eventjes om zich heen. Hij had ook echt werkelijk geen idee waar hij zat momenteel. ”Oké, goed nadenken Matthew. Waar was je begonnen?” mompelde hij tegen zichzelf, terwijl hij eventjes stil bleef staan en om zich heen keek. ”Het begon met een M, geloof ik. Mawile, Mavile? Marile? Mauvile? Mauville!” Dat was ‘t. Hij grijnsde en sloeg zichzelf zachtjes tegen zijn hoofd. Soms was hij ook zo’n ontzettende stomkop, vergat van alles en was de weg nu al kwijt. Hoe moest hij dan in Arceus’ naam ooit een fatsoenlijke Ranger worden. Zijn blauwe ogen keken de verte in, waar hij een grote vulkaan zag staan. Gretig pakte hij een boekje uit zijn tas, met de informatie van de regio. Rustig bladerde hij door het boekje heen, totdat hij de naam van de vulkaan had gevonden. ”Mt. Chemney, hè?” mompelde hij in zichzelf, terwijl hij verder liep. Helaas lette hij niet al te geweldig op en struikelde ergens over heen. Met een niet al te mannelijke gil lande hij op de grond, waardoor zijn boekje door de lucht vloog en een paar meter verder op de grond viel. Hij zuchtte eventjes en krabbelde weer overeind, hij draaide zich om om te zien dat het een kleine gele pokémon was die hem stond aan te staren. Dat was blijkbaar datgene dat hem had laten struikelen en meteen verscheen er weer een glimlach op zijn gezicht. Wat een ontzettend leuke pokémon was ‘t, al had hij geen idee welke pokémon het precies moest zijn. Toen pas bedacht hij zich dat hij dat leuke rode apparaatje genaamd Pokédex bij zich had en snel haalde hij die uit zijn zak. Hij schoof het doosje open en scande de pokémon. Scraggy is a bipedal, lizard-like Pokémon. Its oval eyes are set to the sides of its head, and its teeth appear to be constantly exposed. There is a small red scale on its yellow head. Below the yellow portion of its head, its body is cream-colored with thin arms and a red, scaly belly. It carries its loose, yellow skin around its legs, resembling trousers. Some of the loose skin seems to trail off to form or cover a tail. This pelt is rubbery and can be raised to its neck in order to reduce the damage it takes from attacks. Scraggy is easily engaged in battle, as it will attack any foe that so much as meets its gaze with its thick cranium.”Scraggy dus, wat een leukertje ben jij,” zei Matthew met een glimlach. Hij ging op zijn hurken zitten, terwijl de pokémon zich opeens afzetten en tegen hem aansprong met iets wat leek op een Low-Kick aanval. Hij slaakte een gil, maar Lucian was er al voor gesprongen. De Meowth greep de Scraggy met zijn klauwen vast en draaide hem in het rond, waarna de kleine gele pokémon door de lucht vloog en verdween. ”Dank je Luc,” zei Matthew dankbaar en de Meowth miauwde eventjes naar hem. Hij kwam overeind, pakte zijn boekje van de grond en zetten zijn tocht weer door.
De vulkaan was dichterbij gekomen en hij had zowaar een extra kaart gevonden in het regio boekje. Hij had zichzelf dan ook weer een slag voor zijn hoofd gegeven, die wat harder was aangekomen dan de bedoeling was, waardoor hij nu een rode vlek op zijn voorhoofd had zitten. Lucian zat hem gewoon recht in zijn gezicht uit te lachen, terwijl de jongen voor een waterplas zat te kijken naar de vlek op zijn hoofd. ”Het wilt vandaag niet echt,” zuchtte hij zachtjes. Hij was in ieder geval bij zijn bestemming gekomen. Fallarbor Town lag letterlijk aan zijn voeten en hij moest zich nu dan toch echt als een Ranger gaan gedragen. Matthew kwam overeind, zuchtte eventjes en haalde diep adem. Uit zijn zak haalde hij het briefje waar de opdracht op stond en las deze eens goed door. "Volgens mij zit er een spook in huis... Het tocht steeds en ik heb het gevoel dat iemand naar me kijkt, zelfs als er niemand is..." Hij moest dus een geest uit een huis verjagen. Dan moest hij eerst maar eens zien te vinden waar het huis was en wat deze “geest” was. Met meer zelfvertrouwen dan dat hij daadwerkelijk voelde liep hij in de richting van het huis van de man die de hulp van de rangers had geroepen. Rustig klopte hij op de deur en wachtte een paar momenten totdat deze werd open gedaan. ”Goedemiddag meneer, Ranger Matthew Cheshire tot uw dienst,” zei hij met een glimlach. De man bekeek hem van top tot teen en slaakte een zucht. ”Pardon, is er iets mis?” vroeg hij daarna maar. De man keek kritisch op. ”Hoe denkt zo’n scharminkel mijn probleem te kunnen oplossen?” werd aan hem gevraagd en eventjes stond Matthew met zijn bek vol tanden. Oké, dit was een reactie die hij niet verwacht had. ”Uuuhhh,” stamelde hij een beetje uit het veld geslagen. ”Ik weet dat ik was een Student Ranger ben, maar ik weet zeker dat ik u kan helpen met uw geest probleem,” vervolgde hij, waarbij hij probeerde om zelfzeker te spreken. De oudere man haalde zijn schouders op. “Het is al goed, maar ik geloof je pas nadat je je werk af hebt. Kom maar mee, knul,” zei hij voordat hij de deur achter zich sloot en om het huis heen liep. Daarachter lag nog een schuur en dat was blijkbaar de plek waar de geest zich zou moeten bevinden. De deur stond half open en zelfs vanaf hier kon hij de wind erdoor heen horen fluiten. Geen wonder dat het was gaan spoken, het was de perfecte plek voor dit soort griezels. Matthew huiverde eventjes, maar liet zich niet kisten. Het zou vast niet zo erg zijn als dat hij zou denken.
Oh Arceus, wat had hij zich vergist. Op het moment dat hij de schuur binnen liep, sloeg de deur achter hem dicht en werd het geluid van de wind die door de kieren heen floot nog erger. Hij huiverde nog een keertje en slikte moeizaam. Misschien was het toch niet zo’n goed idee om dit te gaan doen. Een andere quest was misschien een betere optie geweest. Maar hij zat hier nu al, dus hij moest ‘t dan maar meteen af gaan maken. ”Lucian, jij kan beter zien dan ik hier. Let op of je ‘t spookje ziet, oké?” vroeg hij aan zijn Meowth, die meteen in speurhouding ging staan en goed in het rond keek. Het duurde dan ook niet lang voordat hij iets voelde in zijn nek. Zijn nekharen stonden overeind, terwijl hij zich omdraaide maar met de zaklamp, die hij van te voren uit zijn tas had gehaald, kon hij niets vinden. ”Hoe gaan we dit aanpakken?” vroeg hij, meer aan zichzelf dan iemand in het algemeen. Hij keek dan ook wat vreemd op toen hij achter hem wat geluiden hoorde. Snel scheen hij zijn zaklamp op de plek waar hij het geluid, wat klonk als iets van gegrinnik, had gehoord, maar het was leeg. ”Lucian?” vroeg hij voorzichtig, maar de “Meow” van zijn Meowth kwam van boven, van een van de steunbalken. Maar wacht? Als Lucian daarboven zat, wie zat er dan rond zijn enkels? Hij scheen de zaklamp omlaag en scheen rond zijn enkels, precies snel genoeg om een glimps op te vangen van een kleine spookachtige pokémon. De pokémon verdween weer even snel als dat ‘ie gekomen was. ”Found ya,” zei hij met een kleine glimlach. Nu wist hij dus in ieder geval dat het een pokémon was die hem zat te stangen en dan kon hij ook meteen een oplossing gaan verzinnen. Maar hij had geen idee wat hij als oplossing moest gaan bedenken. Soms hè, soms vroeg hij zich af waarom hij zijn hoofd nog niet verloren was. Hij kon echt zo dom overkomen als ‘t moest. Hij was hier heen gekomen om een quest op te lossen, zonder oplossing. Misschien was ‘t nog het slimste om gewoon een poké-assist te gebruiken op een wilde pokémon en de pokémon daarmee te verjagen, maar om eerlijk te zijn had hij geen idee wat hij moest gebruiken tegen deze pokémon. Terwijl Matthew probeerde erachter te komen wat hij moest doen, was de pokémon rond hem gaan zweven en probeerde geintjes uit te halen, maar gelukkig wist Lucian dat tegen te gaan. De Meowth sprong op de pokémon, om er pardoes doorheen te gaan. Hij keek eventjes beledigd en probeerde uit te halen met een Fury Swipes, maar ook die ging er dwars door heen. ”Het heeft geen zin, Luc. Normal aanvallen hebben geen effect op een Ghost type,” zei Matthew rustig. Dat was dan ook ongeveer het enige wat hij wist van Ghost type pokémon. Hij besloot zijn pokédex erbij te halen, om te kijken welke pokémon het precies was. Misdreavus is a dark bluish-green, ghost-like Pokémon. While it has no visible arms or legs, its lower half has several small appendages and resembles a ruffled dress. It has several round, red gems around its neck, which are used to absorb fear as nourishment. It has long, flowing lilac-tipped "hair". Misdreavus's large, red eyes have yellow sclera. Misdreavus lives in caves. As a nocturnal Pokémon, it spends its days sleeping in darkness and its nights startling people with mischievous tricks. Since it loves watching frightened people, it is known to yank and bite at people's hair or sneak up on them and cry and shriek. Dat verklaarde dus de geintjes die werden uitgehaald. Blijkbaar was deze Misdreavus gewoon verdwaald geraakt en uit de … de … oh Arceus, wat was de naam ook al weer. Hij dacht diep na, er moest hier in de beurt iets van een grot zijn, iets met meteoren was ‘t toch? Nee, wel iets in de richting. Hij schudde zijn hoofd. In ieder geval kon hij proberen om de- ”METEOR FALLS!” Hij onderbrak zijn eigen gedachten gang met een schreeuw, waardoor de Misdreavus weer verdween. Misshchien kon hij de pokémon gewoon vangen met een poké-assist en haar dan terug brengen naar het Fiery Path, in die grot zou ‘ie zich vast wel thuis voelen. Uit zijn zak pakte hij zijn Capture Stylus en scheen zijn zaklamp in het rond om de Misdreavus weer te vinden. Deze was echter weer verdwenen. Hij zuchtte eventjes. ”En we gaan weer op zoek,” mompelde hij zachtjes.
Het duurde bijna een uur voordat hij de Misdreavus weer had gevangen, maar uiteindelijk was het kleine spookje moe geworden van de chase en hadden ze ‘m in een hoekje kunnen drijven. Snel pakte Matthew zijn Capture Stylus en liet de Poké-Assist zijn werk doen. Hij draaide de cirkels om de pokémon te ‘vangen’ en glimlachte toen de Misdreavus rustiger werd. ”Goed zo,” zei hij op een rustige toon, waarna hij de pokémon bij zich riep. ”We gaan we je nu eventjes terug naar een veiligere plek brengen,” zei hij rustig. Matthew opende de schuur achter zich en keek naar de oudere man, die was waarschijnlijk op de geluiden af gekomen. ”Kijkt u aan meneer, deze kleine plaaggeest zat u dwars. Ik zal ‘m naar de Meteor Falls brengen, daar zal ‘ie zich waarschijnlijk meer thuis voelen dan in uw schuur,” legde hij uit aan de meneer. Deze knikte enkel en keek eventjes naar het spookje. Deze stak daarna plagend z’n tong uit en grinnikte zachtjes. ”Dan zal ik ‘m maar eens gaan wegbrengen, tot ziens meneer,” zei Matthew daarna met een glimlach. Hij zwaaide eventjes naar de man, voordat hij een steegje insloeg op weg naar het Meteor Falls.
Hij had opvallend snel de doorgang gevonden en bleef voor de ingang staan. ”Zo, dan is dit het eindpunt,” zei hij tegen de Misdreavus. Hij pakte zijn Capture Stylus weer en liet de Misdreavus los. Lucian likte eventjes aan zijn pootje en besloot geen aandacht meer te besteden aan het spookje. Matthew zwaaide naar het spookje, voordat hij zich omdraaide en klaar maakte om te vertrekken.