Member Mabel GreenePunten : 268
Gender : Female ♀
Age : 18 Y/O
Type : Breeder
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: A New Day za mei 23, 2015 11:41 am | |
| Stil zweefde Silvester over de bossen, Santalune net achter hem, nog steeds in zijn mega vorm. Hij kwam rechtstreeks vanuit Lumiose vliegen. De zon was nog lang niet op en zijn trainer hield hij in zijn machtige klauwen geklemd, beetje wanhopig. Ze hadden Mercy verloren. Alleen de gedachten aan de Lopunny deed de Pidgeot nog een tandje sneller vliegen, het schuld gevoel. Het was lang niet zo sterk als van Amy, maar toch. De Zoroark zat op de rug van de vogel en keek zwijgend terwijl de bomen onder haar door flitsten. Van binnen knaagde er een vreselijk gevoel aan haar en er was niks wat het beter kon maken. Zij was Mercy kwijt geraakt door een o zo domme fout. Haar schuld, haar schuld. Amy kneep haar ogen dicht en onderdrukte een snik. Ze had behoefde gehad aan een familie, ze was zonder te vragen met Mabel meegegaan en nu dit. Haar schuld. Ze had haar nieuwe familie tekort gedaan en nu hadden ze een vreselijk verlies geleden. Oké, het was waar, ze vond Mercy niet geweldig. Misschien was het een beetje jaloezie geweest, de Lopunny was een shiny, een goede vechter en Mabel had haar bijna meteen vertrouwt. Zij had er hard voor moeten werken, maar het vertrouwen was er, lichtjes. Maar Mercy, die hoefde maar een ‘Punny’ te roepen en kreeg een knuffel van haar trainer, stom, stom konijn. Ze at die voor ontbijt! Naja, dat was ook niet waar, want er waren geen Lopunny’s in het gebied waar ze woonden, maar bij wijze van spreken dan. En nu was ze dat irritante konijntje kwijt geraakt. Mercy was niet alleen de pokémon die Mabel meteen had vertrouwt, maar ook de pokémon die door zich te laten aaien haar trainer meteen rustig kreeg. Geen idee hoe dat kon, maar het werkte. En nu was ze weg. Toegegeven, de Lopunny was ook deel van de familie. Amy zag tranen in de veren van Silvester druppelen, waar kwamen die opeens vandaan? Ze veegde met haar poot langs haar ogen en keek naar de nattigheid die er aan vast zat. Was ze hier nu echt aan het huilen om Punny? Ongelovig keek de Zoroark naar de tranen en snikte toen, ze miste de Lopunny nu al. Nog geen uur weg en ze was al wanhopig. Wie moest ze nu plagen, of discussies mee voeren, voornamelijk over de bijnaam van de shiny. Amy begroef haar klauwen in de veren van de vogel waar ze op zat en liet de tranen in het verenkleed vloeien. Silvester vroeg of het wel ging en ze wuifde het weg. De Zoroark had geen zin in het uit te leggen. Gelukkig voor haar klonk er ook net een kreun, Mabel werd wakker! Silvester richtte zijn aandacht meteen op zijn trainer. Mabel kwam langzaam bij uit de leegte die men bewusteloosheid noemde, het was fijn geweest. Nadat ze een beetje wakker was geworden voelde ze iets steken, haar hele lichaam deed pijn en de snelheid waarmee ze zich bewoog was alles behalve prettig. Het meisje kreunde en probeerde op te staan, waarom kon ze niet weer slapen, het was zo fijn geweest. Het lukte niet. Voor het eerst drong de situatie een beetje meer door. Mabel sperde haar ogen open en sloot ze bijna meteen weer. Waarom werd ze door Silvester in mega vorm en top snelheid gedragen? De wind beukte tegen haar aan en het was nogal ongemakkelijk. De Pidgeot had ook gemerkt dat zijn trainer wakker was en daalde wat, de lucht was redelijk ijl waar ze vlogen. “Wa..?” Mabel kreunde, ze kon niet eens normaal praten. Amy’s kop verscheen van de rug van de grote vogel, ze keek naar haar trainer met pijn in haar ogen. Niet begrijpend keek Mabel terug, waarom was de Zoroark van slag? En waar was Mercy? Was die niet ook buiten geweest? Vaag kwamen de herinneringen terug, Amy was zo stom geweest een of andere man aan te vallen en toen had Silver, door haar schuld, zich er ook nog mee bemoeid. Toen kwam er een of andere Lucario en zijn trainer en er was mist.. o ja, toen kreeg ze last van hoofdpijn en viel ze flauw.. Maar Mercy, ze had de Lopunny toch vast gehad? Mabel richtte haar blik weer op Amy, maar de Zoroark had haar blik afgewend. “Waar gaan we heen?” wist de trainster zachtjes uit te brengen, Silvester keek even naar de grond en begon te dalen, de Pidgeot vloog richting route 1 waar ze net boven vlogen. Aquacorde was alweer achter gelaten, zo snel vloog de vogel. Zachtjes landde Silvester op het gras, zijn trainer net ervoor zacht laten vallend. Amy sprong van de rug van de vogel op bijna hetzelfde moment dat de Pidgeot veranderde van mega naar zijn normale vorm. Mabel kwam langzaam overeind, ze miste de kracht nog, pokémon aanvallen hadden op mensen hele andere effecten dan op pokémons. “Wat is er gebeurt?” hoewel het meisje duidelijk zwak was in haar staat was er duidelijk een dwingende ondertoon in haar stem. De vraag was tot Amy gericht, de Zoroark zuchtte, een trieste zucht, en nam een illusievorm aan. “Punn-... Mercy,” verdrietig keek de pokémon haar trainer aan. “Z-Ze.. we.. ik ben haar.. kwijt geraakt.” Tranen blonken opeens in de ogen van de Zoroark, geen Fake Tears, maar echt tranen. Amy zakte op de grond, alsof ze opeens al haar kracht was kwijt geraakt. “Het spijt me,” snikte Amy, moeilijker verstaanbaar omdat een dierlijke ondertoon in haar stem te horen was. “I-Ik was zo stom om iemand uit te dagen e-en toen was er die Lucario.. zijn trainer, iemand heeft haar meegenomen.” De pokémon sloeg haar armen om zich heen, erg van slag. “Ik w-wilde dit niet, het spijt me, het spijt me zo erg.” Mabel keek naar de snikkende Zoroark, ze had echt geen herinneringen, nou ja, vaag.. er was een Lucario geweest, en iemand had Confusion gebruikt die haar had geraakt. Maar verder. “Het is jou schuld niet,” zei Mabel zachtjes tegen haar pokémon. Amy.. Amy was zo van slag, ze wist niet wat ze er precies mee aanmoest. Ze had eerlijk gezegd gedacht dat als de Lopunny verdween de Zoroark vrolijk zou zijn. “Is het wel,” van slag keek Amy haar trainer aan. Ze ging met haar poot langs haar neus, al zag het er raar uit aangezien de neus van de pokémon zich ongeveer tien centimeter vanaf haar illusieneus bevond. “Ik ben alleen een last,” mompelde de pokémon met haar blik op de grond. “Het is beter voor iedereen als ik nu meteen weg ga.” Mabel keek Amy licht geschokt aan, ze voelde het verlies van Mercy zwaar op haar drukken, maar meteen ook nog de Zoroark verliezen. “Nee, niet doen,” vol medelijden keek Mabel naar haar pokémon. “We krijgen Mercy we terug, ik wil niet dat je weg gaat, je bent nu deel van onze clan.” Het meisje kon het niet goed zien, maar er was toch een klein glimlachje op de snuit van de vos te zien. Amy had het wel eens over haar ‘clan’ gehad, en nu waren zij er ook aan. “Je zei toch, in een clan zorgen je voor elkaar?” Mabel keek de Zoroark wat vragend aan, die knikte, nog steeds met tranen in haar ogen. “Dat is precies wat we gaan doen, zorgen voor elkaar. Ook voor Mercy, en we gaan er alles op alles zetten haar terug te krijgen.” Amy knikte lichtjes en keek op. “Ik zal vanaf nu een brave pokémon zijn,” mompelde ze met haar blik zelfverzekerd op haar trainer. “Mijn gedrag heeft ons in de problemen gebracht, dus nu zal ik alleen iets doen als jij dat zegt, als een echte, trouwe pokémon.” Mabel glimlachte, ze zouden zien hoelang Amy dat zou volhouden. Het meisje wankelde opeens even, ze was nog steeds niet lekker en het verlies van Mercy overspoelde haar nogal. “We moeten naar huis,” mompelde ze vooral tegen de Pidgeot. De rest van de weg naar huis gebeurde er niet veel, Amy ging in haar bal en Silvester droeg zijn uitgeputte trainer naar Vaniville. Mabel gleed van de rug van de Pidgeot voor haar huis en haalde diep adem, Lawrence was in slechte staat en ze moest zich op het ergste voorbereiden. Ze haalde de sleutel uit haar zak en deed de deur van de bloemenzaak open, het was ergens rond drie uur in de nacht, maar dat deed er niet toe. Lawrence. Dat was nu belangrijk. Stil liep Mabel door de winkel, Silvester volgde, al was het wat onhandig door zijn grote. Maar Law paste ook door alle deuren en die was nu maar een klein beetje kleiner dan de gigantische Pidgeot. Nadat de winkel weer op slot was liep het meisje rechtstreeks naar de trap naar het woongedeelte van de bloemenzaak. Deur en slot open, deur en slot dicht. Met Silvester op haar hielen liep Mabel naar boven, ze had geen idee of haar moeder nog wakker was of niet, maar ze wilde niemand storen. Stilletjes liep het meisje de woonkamer in, midden in de kamer, ze stapte er bijna op, lag een matras. Het matras herkende Mabel als het ding uit de logeerkamer, maar haar aandacht ging meer uit naar het ding op de matras. Lawrence lag zwakjes op het ding en leek zich in een onrustige slaap te bevinden. Even vergat het meisje haar gedachten om stil te doen en liep snel naar de Noctowl. Silvester volgde en keek treurig naar zijn vriend. Lawrence. Het ging duidelijk niet goed met de vogel. Gestommel klonk ook op uit een kamer in de buurt en al snel stond er een volwassen vrouw in de kamer. Slaperig als iemand die midden in de nacht werd gewekt. Mabel keek even op, ze hield haar aandacht vooral bij Lawrence die ook wakker was geworden. De Noctowl kraste zacht en keek het meisje met troebele ogen aan. Zachtjes streek Mabel over de veren van de uil, er was niet overdreven, Lawrence was er echt slecht aan toe. Er was geen twijfel aan dat de vogel een ernstige ziekte had en dat het niet zo maar over zou gaan. Een traan drupte in de veren van de Noctowl, Mabel keek triest naar een van haar beste vrienden, zo zwak. De volgende ochtend bracht het meisje de tijd vooral door bij de zieke Lawrence, voerde hem en aaide de doffe veren. Amy en Silvester zaten erbij, de Pidgeot warmde zijn maatje met zijn eigen lichaam terwijl de Zoroark meer van een afstandje toekeek. Amy kende de Noctowl niet, maar had duidelijk begrip voor het verdriet van haar trainer. Het was net zo als toen ze haar vader verloor, aangereden door een brutale auto. De laatste uren waren zo triest en pijnlijk geweest. De pokémon zuchtte en stond op, er was toch niet veel te doen en ze voelde aan dat Mabel wat tijd met haar naasten nodig had. De pokémon die ze goed kende.. de pokémons die geen teleurstelling waren. Verdrietig keek de Zoroark nog een keer naar de uil en liep toen de trap af, de winkel in. Het was niet heel druk, de Illusion Fox pokémon kon met haar illusie makkelijk niet opvallen, en de zon scheen heerlijk de winkel in. Kalos was een mooi gebied, leek het. Maar ze had de mooie dingen niet gezien. Eerst Mercy en nu ook nog een andere pokémon die belangrijk was voor Mabel. Hield het dan nooit op? Amy keek op, toen ze klein was hadden haar ouder haar vertelt over Arceus, de pokémongod. En ze geloofde er nog heilig in dat die echt bestond, maar hij had waarschijnlijk geen macht over de gebeurtenissen. Want Mabel verdiende dit niet, ze verdiende het niet twee pokémon die belangrijk waren op zo een korte periode te verliezen. Maar als Arcues er macht over had, dan hoopte Amy dat hij dit zou zien en er wat aan zou veranderen. Ook al was haar trainer maar een van velen, ze was bijzonder voor de Zoroark, voor Lawrence, Silvester.. Mercy. Ze moesten de Lopunny terug krijgen, het moest gewoon! Lawrence kon ze niet helpen, de Noctowl was zoals de gewonde prooidieren waar ze op jaagde toen ze in haar clan woonde. Als je ze in die toestand zag wist je dat je wat te eten had aan het einde van de dag. Maar de uil was geen prooidier, en het was het beste om Mabel maar wat tijd te geven met haar vriend. Amy zuchtte, lang zou de vogel het waarschijnlijk niet meer uithouden. En er was niks wat ze er aan kon doen.. de Zoroark wierp even een blik naar buiten, het was mooi werk, zonnig. Maar waarom heerste er hier dan zo een bedompte sfeer? Ze moest Mercy vinden, het goed maken. Als ze de shiny Lopunny niet terug vond was ze.. een teleurstelling. Een pokémon het niet waard om in zo een geweldige clan te leven. Want dat was wat het was, een clan, voor Amy dan, de Zoroark had een heel sterk groepsgevoel. En in een groep moest je voor elkaar zorgen. Iets waarin zij geweldig in had gefaalt. Niet alleen was ze er in geslaagd haar trainer en groepsgenoten in groot gevaar te brengen, maar ook was ze niet sterk genoeg geweest om haar tegenstander te verslaan. Er moest iets gebeuren, ze wist het zeker.
De begrafenis was kort en Amy kreeg er niet veel van mee. Lawrence was overleden in de nacht nadat ze was aangekomen en Mabel leek niet meer uit haar dip te komen. Een en al tranen. Triest keek de Zoroark naar de pot met de as van de Noctowl, ze dacht terug aan toen haar vader stierf, hij was begraven, maar Lawrence wilde dat blijkbaar niet. Silvester had uitgelegd dat de Noctowl begraven wilde worden zoals hij had geleefd: vrij. Niet opgesloten in een kist in de grond, maar uitgestrooid over de bloemenvelden waarvan de uil zo hield. Zachtjes klapperde de Pidgeot met zijn vleugels waardoor een briesje ontstond, de as werd meegenomen door de wind, tussen de bloemen de langzaam begonnen te bloeien. Amy wierp even een blik op haar trainer, tranen gleden over Mabel’s wangen. Dat leek al de hele nacht non-stop door te gaan. En zij.. zij was alleen een last geweest. In Hoenn had ze zich als een klein kind gedragen en in Lumiose had ze iedereen in een gevaar gebracht omdat ze dacht dat ze iedereen wel aankon. De Zoroark staarde naar de grond, waarom moest ze zo.. egoïstisch zijn, zo egocentrisch. Met een plof kwam Amy op de grond, met vochtige ogen keek de Zoroark de resten van het as na. Het was al laat en de kleine stofdeeltjes glinsterden prachtig op in het avondlicht. Hopelijk was het zoals Lawrence was geweest, zo mooi als de schemering. Ze had de vogel niet gekend, maar ze voelde zich wel op een bepaalde manier verbonden. Amy keek even naar Mabel, het meisje vond steun bij haar moeder, en wende haar blik toen af om naar de dalende zon te kijken. Had zij dat maar.. een moeder bij wie ze troost kon vinden. De Zoroark liet nog een diepe zucht gaan, als ze Mercy had gevonden en het allemaal goed had gemaakt moest ze misschien weg gaan. Ze was hier niet op haar plaats. Alles wat ze gaf was problemen.. problemen en verdriet. Piekerend zat Amy op de grond, als ze nou had meegewerkt had Mabel sneller bij Lawrence kunnen zijn, als ze braaf was geweest had ze Mercy niet in de problemen gebracht, als, als, als. Een traan gleed over de pokémon haar wang en verdween in het vacht, nutteloos, waardeloos, hopeloos. Een vriendelijk duwtje deed Amy opkijken, Silvester zat naast haar en keek haar vriendelijk aan. Het verscheurende verdriet van het verlies van een goede vriend was in zijn ogen te lezen, maar ook de bezorgdheid om zijn teamgenoot. De Zoroark zuchtte en keek weer naar de zon, kon zij ook maar zo verdwijnen. Niemand vroeg zich ooit af waar de zon heen ging, ze was er en dan was ze er weer niet. Net als een Ghosttype, het moest echt veel makkelijker zijn om een Ghosttype te zijn, verdwijnen en verschijnen waar het maar kon. Veel makkelijker dan de verachte Darktypes. Want wie vertrouwde nu een Darktype? Ze waren gluiperig en verraderlijk, zij kon het weten; ze was er zelf een. Amy verborg haar kop in haar voorpoten en hoopte dat zij nu kon verdwijnen, gewoon wegvagen zonder dat iemand zich afvroeg of zorgen maakte waar ze heen was. Nutteloos, waardeloos, hopeloos. Als een mantra bleef het maar rondspoken in de kop van de Zoroark, want ze was echt hopeloos. Silvester keek bezorgd naar Amy, Lawrence had natuurlijk de meeste aandacht gehad de laatste dag, maar Mabel had zich veel meer zorgen gemaakt dan hij. De Noctowl had het zelf gezegd, zijn leven was geleefd, en het had hem goed gedaan om zijn vrienden, zijn familie nog eens te zien. Ook al was die wat groter dan hij zich herinnerde. De uil zei dat ze niet moesten treuren, het leven lag nog voor hun uit, en na zeventig jaar te hebben geleefd verlangde je ook wel naar wat rust. Maar Amy.. de Zoroark zag er uit alsof ze die rust vervroegd wilde opzoeken. Het was niet moeilijk te zien voor de Pidgeot dat het schuldgevoel dat aan zijn teamgenoot knaagde gigantisch was. Misschien wel groter dan het verdriet wat hij voelde bij het verliezen van een pokémon die als een soort vader was geweest, al leek dat onmogelijk. In stilte zat Silvester naast de huilende Zoroark, geen Fake Tears, dat zou nooit zó echt kunnen lijken. De vogel wist niks te doen en staarde uiteindelijk ook naar het punt waar de Illusion Fox pokémon naar keek: naar de ondergaande zon en de glinsteringen van Lawrence zijn as. Lawrence. Moge Arcues zijn ziel zegenen en Ho-oh hem leiden naar veiligere plaatsen. Silvester zuchtte en zag de laatste glinsteringen verdwijnen, Lawrence was weer vrij.
Mabel kwam kreunend overeind, het was alweer een paar dagen geleden dat Lawrence overleed. Ze had de laatste dagen wat depressief in bed door gebracht en terug gedacht aan wat de Noctowl allemaal voor haar had betekend. Veel. Zo bleek ook uit haar herinneringen en gedachten. Maar de vogel had niet alle plek in haar hoofd ingenomen. Amy was ook een beetje zorgwekkend. De Zoroark bleef vaak uren weg, vertrok in de ochtend en kwam rond tien uur weer binnen. En ze wilde niet kwijt waar ze heen was. Het meisje zuchtte en keek uit het raam, weer een prachtige dag die niet paste bij hoe ze zich voelde. Misschien moest ze er eens uit. Langzaam kwam Mabel overeind en verwisselde haar pyjama voor kleren. Nadat ze haar haar had gekamt liep ze naar onder en ontdekte Silvester in de tuin. De Pidgeot kon er beter mee om gaan dan zijzelf, maar het verse verlies lag ook in zijn ogen te lezen. Amy was er niet, de Zoroark was er weer op uit getrokken en ze had niet de zin gehad er naar te vragen of het te verbieden. Ze was.. lusteloos. Maar het verliezen van Lawrence was ook zo een klap geweest, en dan ook nog Mercy... Mabel schudde haar hoofd, nu moest ze niet ook aan Mercy gaan denken. Het verliezen van één belangrijke vriend was al erg genoeg. Maar de Lopunny was niet dood, alleen.. vermist. Ze moesten daar ook eens wat aan doen. Mercy moest terug komen. Ze kon zich voorstellen dat de shiny ergens was, doodsbang voor wat zou komen.. Mabel kromp ineen, en ze had er niks aan kunnen doen, ze was pokémon niet waardig. Silvester was er opeens en keek zijn trainster bezorgd aan. “Het is niks Silver,” mompelde Mabel met haar blik op de grond. De Pidgeot liet zich er niet door misleiden en drukte zijn lichaam troostend tegen het meisje aan. Stilletjes beantwoordde Mabel de knuffel, waarom kon alles niet eens soepel gaan? Waarom moest alles zo ingewikkeld zijn? Waarom was het leven zo hard. Waarom was Arceus zo hard? Mabel liet haar pokémon weer los en keek even de kleine tuin in. Er waren verschillende boompjes, struiken en een kleine kas waar de planten groeiden die een andere omgeving nodig hadden dan die van Vaniville. Alles leek zo normaal en toch vreemd zonder Lawrence. Silvester hupte naar een tafeltje en had opeens een brief in zijn snavel. Wat verbaast nam Mabel het ding aan en las de buitenkant. Voor Mabel, was er in hanenpoten op gekrabbelt. Ze glimlachte, typisch iets voor Sarah. De oude vrouw had een handschrift waarbij zelf Unownrunes leesbaar bij leken. Maar het was altijd leuk wat van de oude breeder te horen. Het meisje opende de brief en las de inhoud snel door.. voor zover dat kon. Ah, oké. “Ze wil dat we op bezoek komen,” mompelde Mabel tegen Silvester. “Ze heeft vast van mam gehoord dat Lawrence is overleden en wil graag praten onder het genot van een kopje thee.. ik denk dat dat er staat, het is een beetje onduidelijk.” Ze staarde nog een moment naar het woord wat ‘thee’ kon zijn, maar ook misschien zoiets als ‘koffie’. “Hmm, laten we maar gaan,” voegde het meisje er nog aan toe. Een uur later stond het meisje en haar vogel voor de deur van de bekende boerderij. De oude fokkerij lag net buiten Vaniville, het had een prachtig gebied en een heerlijke stilte aangezien het niet aan de kant lag waar iedereen naar Aquacorde vertrok, maar juist aan de bergerige kant lag. De bergen doemden in de verte op en gaven een bepaald gevoel van veiligheid. Het maakte niet uit hoe erg het was, die bergen waren er. Ze zouden niet verdwijnen, ze stonden stevig en duidelijk in de verte. Mabel richtte haar aandacht weer op de boerderij en liep het erf op. Het veld achter het vogelgebouw, Sarah was een vogelbreeder geweest, was ook altijd leuk om te zien. Er groeide van alles en nog wat en het bos wat ergens aan het einde begon gaf je het gevoel dat je je in de vrije natuur bevond. Wat op een bepaalde manier ook het geval was. Mabel zuchtte en klopte toen op de deur van het kleine boerderijhuis. Het huis was aanzienlijk kleiner dan de rest, vroeger had Sarah het niet zo breed gehad en ze had gekozen om zich op haar pokémon te concentreren. Maar dat het huis klein was gaf niks, het was een mooi gebouw en paste perfect in het plaatje. De deur ging licht krakend over en een vrolijke, oude dame keek het meisje aan. “Je bent gekomen,” een beetje verbaast keek Sarah haar bezoeker aan en draaide zich toen om om naar binnen te gaan. “Toen ik de laatste drie dagen nog niks van je had gehoord dacht ik dat je niet meer wilde, maar je had vast wat tijd nodig.” Een opeens ernstige blik kwam in de ogen van de gepensioneerde breeder. “Het spijt me voor je, gecondoleerd met Lawrence, hij was een prima vogel.” Mabel knikte met een brok in haar keel, Lawrence, ze miste hem zo veel. Ze liepen door en kwamen uit bij het balkon, het balkon kwam uit op het veld waardoor je tussen de pokémon zou kunnen zitten.. dat wou zeggen als er pokémons waren. Op het moment woonde alleen Scarlet er, de moeder van Silvester, zijn vader was al overleden. Maar dat leek hem niet zo veel hebben gedaan als de dood van Lawrence, volgens Sarah had de vogel het als Pidgey niet zo goed met de Pidgeot kunnen vinden. Mabel nam plaats op een van de stoelen rondom een houten tafel en keek even naar het veld, het riviertje stroomde bijna geluidsloos langs het hek, maar hard genoeg om hoorbaar te zijn. “Hoe gaat het met je meisje?” de stem van de oude breeder deed Mabel opkijken. “Het gaat wel,” mompelde ze met haar blik weer op het veld. Een Skarmory kwam opeens aanvliegen vanaf de bomen verderop, Scarlet was altijd wel op haar privacy gesteld. “Hey Scarlet,” begroete het meisje de vogel wat lusteloos. De Skarmory keek vriendelijk terug, maar zorgde er wel voor dat ze haar afstand bewaarde. De pokémon wist wat voor angsten haar zoon’s trainer had en ging daar respectvol mee om. Na de twee uur die Mabel bij Sarah had doorgebracht liepen zij en Silvester weer naar huis. Het was gezellig geweest en ze hadden het over verschillende dingen gehad, niet alleen het verlies van Lawrence, maar ook Mercy, Amy en wat ze nu moesten doen. De oude breeder had gezegd dat ze eerst met Amy moesten praten en dan konden bedenken hoe ze Mercy terug konden krijgen. De vrouw had dan wel geen ervaring met team Rocket, maar ze had gezegd dat het het slimst was nu sterker te worden. Dan konden ze iets uitmaken, want de Lucario die de trainer had gehad was echt veel te sterk om te proberen te verslaan. Eerst sterker worden, dan proberen Mercy te vinden. Advies waarmee het meisje kon leven, had ze meteen wat afleiding voor het verlies van Lawrence. Silvester had vooral met zijn moeder zitten praten, de Skarmory was een hele lieve, zachtaardige pokémon met een scherp randje. Maar Scarlet zou niemand kwaad doen, ze kon het dan ook goed vinden met haar zoon, Silvester was niet zo als zijn arrogante vader. Eindelijk een richting waar ze heen konden, Mabel keek glimlachend voor zich uit. Voor het eerst sinds Lawrence dood voelde ze ook echt wat optimisme. Aangekomen bij de bloemenwinkel stond Amy al klaar, vroeger dan gewoonlijk. De Zoroark zag er uit alsof ze dolgraag wat wilde vertellen, iets niet al te leuks. De vlaag van optimisme die Mabel had gevoeld verdween weer een beetje, Amy had haar mensen illusie aan en keek ernstig terug. “Wat is er Amy?” wat bezorgd keek het meisje haar pokémon aan, de Zoroark keek even weg, twijfelde, en mompelde toen iets wat haar trainer maar nauwelijks kon verstaan. “Ik ga weg.” Verbijsterd keek Mabel haar pokémon aan. “Wat.. wat bedoel je daarmee?” vragend keek ze de Zoroark aan, Amy verliezen.. nee, dat zou ze niet aan kunnen. “I-Ik veroorzaak alleen maar problemen,” mompelde de pokémon. “Het is beter voor iedereen als ik weg ga.” Amy keek op, tranen blonken al bijna weer in haar ogen. “Ik ga Mercy zoeken en dan verdwijn ik wel naar een of andere uithoek. Ergens waar niemand last van me zal hebben.” Sprakeloos keek Mabel de Zoroark aan. “Wat?” vroeg ze nog eens, alsof ze het niet kon bevatten. “Ik ga weg,” herhaalde Amy wat krachtiger, ze wilde zich al omdraaien en weglopen, maar een hand sloot zich om de poot van de pokémon. “Nee,” doodernstig keek Mabel Amy aan. “Je gaat niet weg, ik ben je trainer en je zei dat je naar me ging luisteren,” de Zoroark keek wat verbaast terug, dit was de eerste keer dat Mabel zichzelf een trainer noemde en het echt meende en haar het gevoel gaf dat ze er helemaal bij hoorde. “In een clan zorgen we voor elkaar, dat heb je een keer gezegd, en wij maken allemaal deed uit van deze clan. Samen vinden we Mercy wel weer, alleen ga je het nooit redden,” ging Mabel door. Amy was op haar beurt wat verbaast, ze wilde weggaan omdat ze dacht dat ze hier geen plaats had, maar als ze het zo hoorde.. “Maar i-,” begon ze een zwak tegenwoord, maar werd ruw afgekapt door haar trainer. “Nee, geen gemaar of zelfmedelijden. Het was jou schuld niet dat Mercy is ontvoerd, stop daarmee,” Mabel keek de Zoroark krachtig aan. Amy sloeg haar blik af en knikte zwakjes, het was duidelijk wie hier de dominante was. “En morgen gaan we trainen om daarvoor te zorgen, en ik heb jou hulp nodig.” Mabel keek Amy met glinsterende ogen aan, ja, ze zou de rest van de dag aan een trainingsprogramma werken en de Illusion ability van de Zoroark gebruiken. De volgende ochtend was iedereen van Mabel’s team eens voor de verandering vroeg op. Rond negen uur na een ontbijt liep het meisje met haar twee pokémon naar het bloemenveld, een ander bloemenveld dan voor de uitstrooiing van het as van Lawrence, dat wel. Mabel spreidde haar jasje uit over een plekje in het gras en ging er op zitten zodat ze haar notitieblokje vandaan kon halen. Amy kwam naast haar trainer staan en staarde naar het boekje. “Snap je het een beetje?” vroeg Mabel afwezig aan de pokémon. De Zoroark keek wat verbaast op. “Eigenlijk.. eigenlijk kan ik niet lezen,” antwoordde Amy met een vaag glimlachje. Mabel keek op, op haar beurt wat verbaast. “Had ik eigenlijk moeten weten, wil je dat ik het uitleg?” Amy knikte en kreeg de uitleg te horen. Het duurde niet heel lang en al snel stonden de Zoroark en Pidgeot klaar. Amy sloot haar ogen en concentreerde zich zodat na een seconde uit het niets doelen verschenen. Silvester keek om zich heen en wachtte op instructies. Mabel knikte en gaf een gebaar dat de Pidgeot mocht beginnen. “Nu Silver.” Na ruim een uurtje trainen plofte Amy in het gras neer, ze had niet echt iets gedaan, ze had illusies gemaakt waardoor Silvester zijn vlieg, raak en ontwijkkunsten kon proberen. Nu had de Zoroark van haar trainer zelf een cadeautje gekregen, een paar TM’s en de pokédex zodat ze de platen kon bekijken. Silvester lag ergens in de zon te ontspannen van de inspanning en Mabel zat in de schaduw omdat ze het zelf wat heet had. “Hoe voelt het nu?” Amy keek haar trainer grijzend aan, ze kreeg een niet-begrijpende blik terug. “Nu je echt een trainer bent?” Mabel glimlachte en schudde haar hoofd. “Ik denk niet dat ik echt een trainer ben, maar ik zou het een veilig gevoel vinden als jullie wat sterker zijn,” ze keek even voor zich uit. “Ik ben een mens, ik ben zwak, dus ik moet op jullie vertrouwen voor mijn eigen veiligheid.” Amy keek even wat verbaast op, ze was net bezig geweest met een van de TM’s in de pokédex te prutsen. “Ach, in een clan zorgen we voor elkaar hé, dus maak je geen zorgen.” Mabel knikte en keek even voor zich uit, in een clan zorg je voor elkaar. “Dan zorg er alsjeblieft voor dat je in mijn clan blijft,” zuchtte ze voordat ze zich liet terug vallen in het gras, wat was het toch een mooie dag. Een prachtige dag om even het verdriet en zorgen te vergeten, om even te ontspannen en te doen alsof het leven allemaal mooi en makkelijk was. Bijna gleden Mabel’s ogen dicht zodat ze kon wegzakken in een lichte slaap, maar een ritseling in het gras trok haar aandacht. Een Zigzagoon stak zijn nieuwsgierige snuit uit een struik. Wat paniekerig keek Mabel op, Amy werd net opgenomen in een van de filmpjes en Silvester lag te dutten in het zonlicht. De Zigzagoon was ook helemaal niet verlegen, nieuwsgierig kwam de wilde pokémon dichterbij. Mabel zag het en begon al naar achteren te kruipen, help! De Zigzagoon nam het op alsof het een spelletje was en kwam vrolijk dichterbij gehuppeld. Wat er erna gebeurde wist Mabel niet meer zeker, maar ze viel weg in blinde paniek toen de wilde pokémon bijna zijn neusje tegen haar been drukte. Vaag wist ze dat Amy aan kwam rennen, luid grommend, en Silvester op schrok uit zijn middagslaap. Zelf zat ze hyperventilerend op de grond en probeerde het gevoel van angst, blinde paniek en machteloosheid van zich af te schudden. Amy kwam voor haar zitten en stak haar poot uit om haar trainer te helpen, maar die week geschrokken achteruit toen de klauw haar arm raakte. Bezorgd keek de Zoroark om naar de Pidgeot en herhaalde toen vragen iets. Mabel probeerde zich te concentreren, wat Amy zei wist ze niet zeker, maar ze had het dreigende gevoel dat het ‘paniekaanval’ was. En toen viel ze flauw. Mabel knipperde loom met haar ogen, ze was er niet zeker van wat er was gebeurt, maar ze lag in een bed. En lekker donzig bed, daar was ze zeker van. Haar bed. Terwijl het meisje haar ogen opende en slaperig rond keek kwamen de herinneringen terug. O ja, dat was waar ook, ze had een paniekaanval gehad van een Zigzagoon. Maar die beesten waren ook vreselijk eng. Terwijl de betekenis van die woorden langzaam doordrongen kwam Mabel overeind. Wacht.. paniekaanval? Geschrokken sperde het meisje haar ogen open, ze had al jaren geen paniekaanvallen meer gehad. Mabel sloot haar ogen en dacht even terug naar de ongelukkige momenten van haar jeugd. Na de aanval van de Feraligatr moest ze in therapie omdat ze regelmatig paniekaanvallen had, als ze te dichtbij een pokémon kwam gebeurde het en zakte ze steeds weg, weg in angst en paniek. Maar.. nadat ze Silvester had gekregen was het eigenlijk opgehouden, de Pidgey was de therapie geweest die ze nodig had gehad en het was gestopt. Tot nu toe dan. Onzeker bewoog Mabel zich richting trap, ze had haar kleren nog aan, dus ze kon nooit langer dan een paar uur buiten westen zijn geweest, toch? Onder ontdekte ze iedereen, Amy, Silvester, haar moeder, ze zaten allemaal in de woonkamer. Kon ook niet anders, het was zondag en dan was de winkel gesloten. “Wat is er gebeurt?” vroeg Mabel zwakjes, iedereen keek op en leek haar nu pas op te merken. “Je had een paniekaanval,” antwoordde Amy stilletjes. Het meisje beet op haar lip en keek haar moeder aan voor bevestiging. Die knikte en zuchtte. “Ik heb je medicijnen weer gemaakt. Toen Silvester kwam aanvliegen met jou in zijn klauwen heb ik je meteen naar het ziekenhuis gebracht, maar het lijkt erop dat het weer hetzelfde is als tien jaar geleden.” Mabel wankelde even, werd opgevangen door Amy die snel overeind was gekomen, en ging op een stoel aan tafel zitten. “Geweldig,” mompelde de trainer. Echt wat ze nodig had, haar fobie die weer terug kwam. Het was vast die Confusion geweest, die had wat getriggerd en nu zat ze hier weer aan vast. “Waar zijn de.. medicijnen?” vroeg het meisje met een wat droge keel, medicijnen. Toen ze als klein kind aanvallen had was haar moeder aan de slag geweest met bessen en was er in geslaagd een kalmerend middel te maken. Maar dat was niet 100% natuurlijk en ze hield er niet van dat soort middelen te nemen. “Ik heb ze al in je tas gestopt meisje,” was het antwoord van de vrouw. Mabel knikte en keek even naar haar twee pokémon, Amy in haar mensenvorm. “Ik laat jullie wel even alleen,” klonk er na een korte, ongemakkelijke stilte. En toen waren er alleen nog het meisje en haar pokémon. Na een kort gesprek tussen Amy en haar trainer was het onderwerp over gegaan op het terug krijgen van Mercy. “Enige ideeën?” Mabel keek de Zoroark vragend aan, haar gedachten waren leeg, alles bij elkaar had voor een soort breakdown gezorgd. Amy leek even kort na te denken. “Misschien..” kwam er wat onduidelijk van de pokémon. Afwachtend keek Mabel haar Zoroark aan, Amy zuchtte en ging verder met de uitleg. “Ik heb gehoord dat er een Bunearyhorde is op route 7, als we daar een shiny vinden dan.. kunnen we die misschien ruilen voor Mercy.” Mabel keek even nadenkend naar de pokémon, horde betekende dat er een ongewoon grote groep pokémon van een bepaalde soort was. En als dat Buneary’s waren.. Amy had gelijk, als ze een shiny vonden konden ze die ruilen voor Mercy. Misschien. Want team Rocket gaf toch niks om individuele pokémon? Als ze maar een shiny hadden waren ze tevreden toch? “We kunnen daar kijken en als we een shiny vinden kunnen we kijken als het lukt.” Mabel keek nadenkend naar de tafel, de kans dát er een shiny was was al heel klein, maar als het lukte.. dan zou ze Mercy terug kunnen krijgen. “Laten we morgen naar route 7 gaan, misschien lukt het,” een klein sprankje hoop was te klinken door de stem van het meisje. Misschien zou het lukken. De volgende ochtend stond Mabel buiten, het regende niet en als ze geluk hadden zou het lukken. "Komen jullie?" Amy en Silvester kwamen ook naar buiten, nog was moe aangezien het vroeg in de ochtend was. Maar ja, als je op jacht was moest je vroeg beginnen.
|
|