Een zucht rolde over haar lippen, terwijl ze ongeduldig op de rand van haar bed zat. Hoe lang ging het nog duren? Weer pakte ze haar holo causter erbij en zag dat de boot pas over een uur zou vertrekken. Nee, dat duurde nog zo verrekte lang! Caroline kwam met een ruk overeind en stapte de douche in, waarna ze zich snel omkleedde en haar gebruikelijk spullen bij elkaar raakte en in haar tas stopte. Ze vond het tijd genoeg en als die boot ook nog eens te laat was, zou ze maar met Claudio gaan vliegen, hoe eng ze dat ook nog vond! Met snelle voetstappen liep ze door de smalle gang van het pokemon center en begon met het lange uitchecken. Dit bleek nog wel een half uur minimaal te duren, want zij was natuurlijk niet de enige en mensen keken haar al chagrijnig aan toen ze zich ook in de rij voegde, dus om dan nog voor te gaan dringen was alsof je een petitie tekenden voor je dood. Met een blik strak gericht op die saaie crème kleurige muren, wachtte ze en toen ze aan de beurt was, was er nog veel haast aan de pas, wilde ze nog op tijd komen voor haar boot. Voordat ze het gebouw met het rode dak uitliep, telde ze de pokeballs aan haar riem en ze kwam op drie uit. Geweldig, geen enkel individu werd alleen achter gelaten! Geluk stond misschien toch nog wel een beetje aan haar kant.
Ze had ook nog geluk het met feit dat ze de boot vanuit Petalburg kon pakken, het plaatsje waar ze maar was neergestreken voor de afgelopen paar dagen. Dit werd dan toch de echte stap richting de tweede gym. Het was echter ook een stap weg van haar verleden. Ze keek nog een keer achterom, naar het rode dak, waar haar vader haar zo bruut achter had gelaten en ze geen enkele hulp meer had gekregen. De moed had ze nog steeds niet kunnen verzamelen, om het aan Aria te vertellen. Ze vond het eng. Haar vriendin had haar alleen maar gekend als een ander rijk meisje en misschien was dat nou net het ding gewest waardoor ze vriendinnen hadden kunnen worden. Voor zover zij wist waren Aria’s ouders heel erg beschermend over hun kleine meisje (iets waar ze wel lichte jaloezie over had gehad, maar goed, ze kon niet alles hebben. En alles .. dat viel onder zorgzame ouders) en alleen omdat Caroline’s ouders een beetje connecties hadden in hoenn waren ze elkaar tegen gekomen. Het had geklikt. Wat wel vreemd kon zijn, want ja, ze hadden twee totaal verschillende karakters en waren op twee totaal verschillende manieren opgevoed. Zo nu en dan hadden ze wel wat botsingen gehad met hun karakters, maar echt ruzies? Nee die hadden ze niet gekend. Daarom schaamde ze zich er ook zo kapot aan dat ze het niet eens durfde te vertellen. Alsof Aria iemand was waar je bang voor moest zijn en dat hun vriendschap kapot zou gaan door dit kleine dingetje. ‘Hoi Aria, ik ben nu gewoon arm en een soort wees, maar dat maakt niet uit toch?’ Ze dacht altijd dat het zo zou gaan, dat de woorden alleen op die manier haar mond zouden verlaten. Het was niet goed, want de werkelijkheid zou waarschijnlijk ook niet zijn, maar waanbeelden spookten al langer door haar hoofd.
Met een zucht kwam ze aan bij het gezellig ogende haventje en ze liet haar handen door haar felle rode haren gaan. Nog even en ze stond op een boot, veilig voor al die vervelende gedachte, de zoute zeelucht door haar longen stromend. Het was de eerste boot van de dag en daarom was ze ook een van de weinigen die te wachten stond op het vertrek. De man waar ze het kaartje van had gekocht, keek haar met een glimlach aan en tikte zijn pet aan. Haar wangen kleurden zich rood en ze keek snel naar beneden, de vurige reacties van haar weer voor haar geest halende. Ja.. ze was niet echt heel erg slim geweest toen ze dat kaartje had willen kopen.
De luide hoorn van de boot klonk en ze keek op. Het ding voer langzaam de haven binnen en twee mannen sprongen overboord om de boot aan te leggen. Een paar passagiers verlieten het schip, allemaal iets van strandkleren of bloemenkransen om hun nek dragende. Die kwam misschien uit dewford of een andere regio waar het warm was. ‘All abord!’ Riep de kapitein met een grote grijns op zijn gezicht en de weinige mensen die zich hadden verzameld stroomden naar binnen. Caroline bleef echter op haar plek en keek nog een beetje aarzelend naar achteren. Moest ze nu wel instappen? De weg terug was een beetje moeilijk, want de boot ging niet echt bepaald om de minuut. Zenuwen kriebelden in haar maag ze leunde tegen een stenen paaltje. De man, die de kaartjes verkocht, liep op haar af en vroeg of alles wel ging. Caroline knikte, maar de man bleef als een koppige ezel op zijn plek. ‘Weet je het zeker?’ Het meisje hief haar kin op en keek de man aan. Hij bedoelde het vriendelijk, maar ze wilde zijn hulp gewoon niet, dat had ze toch niet nodig?
“Nee.. het gaat, ik weet alleen niet zeker of ik nu wel moeten gaan.” Murmelde ze en de man kwam weer overeind en haalde zijn schouders op. Hij zei dat het haar keuze was en dat dit heus niet de enige boot was. Ja maar wat als ze bij elke boot zou gaan twijfelen of ze er wel klaar voor was? In haar hoof vervloekte ze zichzelf, want ze deed nu alsof dit een actie was waar dagen lang over getwijfeld moest worden. Nogmaals liet ze haar hand door haar haren gaan en zuchtte.
“Nee, ik ga nu.” Zei ze definitief en stapte de boot op. Het duurde nog maar een paar minuten voordat de boot vertrok. Net op tijd dus?
Ze koos voor een plekje op het dek, in de lucht en plaatste haar armen zo op de rand van de boot dat ze kon uitkijken over de rand. In het water zag ze schimmen van allerlei water pokemon en plots schoot er een magikarp omhoog. Het meisje toverde een glimlach op haar gelaat bij het zien van de rode pokemon, die zich omhoog wist te wurmen uit het water. Nou als zo’n pokemon zo’n sprong kon maken, dan kon zij deze stap ook zetten.
Opeens voelde ze iets in haar zak trillen en Caroline gleed op een soort strandstoel die bevestigd was aan het dek. Een berichtje? Ze opende het lockscreen van haar holo caster en zag dat ze een berichtje had gekregen van Aria. Het beginscherm gaf alleen het eerste deel weer van het bericht, maar er stond een ‘Sorry Caro ..’ in en dat gaf haar al zorgen. Wat? Ze opende zo snel mogelijk het berichtje en las daar dat haar vriendin de reis had opgegeven. Niet begrijpend fronste ze na elk woord. Hoezo ze .. keerde terug naar haar ouders? Wat was dit opeens? Ze vond het daar fijner? Voelde ze zich daar dan ook veiliger? Haar mondhoeken dropen in een soepele beweging naar beneden en ze probeerde Aria te bellen, maar na drie onbeantwoorde pogingen gaf ze het op. Hoe kon dit opeens? Ze hadden nog zo veel lol gemaakt. Automatisch gleden haar ogen naar haar armen, maar de littekens van de aanval van de zigzagoons nog altijd duidelijk zichtbaar waren. De wonden waren nu wel dicht, maar die bijtafdrukken zouden er altijd blijven staan. Was het daarom dat Aria was gestopt?
Normaal zou ze nu gewoon verdrietig zijn, maar ze voelde vreemd genoeg alleen maar woede. Eerst richting haar vader, die misschien de ouders van Aria had overgehaald haar terug te halen, alleen maar om haar naar hem te lokken. Dat was de theorie die ze hier uit opmaakte, maar vervolgens keerde die woede zich dat haar vriendin. Iets wat ze niet eens mocht doen, maar toch, ze dacht nu even niet meer logisch na. Aria had haar gedumpt, achtergelaten in een regio waar ze alle gevaren niet eens van kon opnoemen. Waarom had ze het niet persoonlijk gezegd? Waarom zo laf via een berichtje? De holo caster in haar hand werd door een gebalde vuist geknepen en ze klemde haar kaken op elkaar. Verschillende mensen die op het dek stonden, wierpen soms een blik op haar en dus stond ze op en leunde weer over de rand van de boot heen. Hoe
durfde Aria! Ze had haar niet eens uitgezwaaid met deze boot, zelfs als ze al thuis was, Slateport was toch niet zo verdomde ver van Petalburg. Ze kon zich nog net bij elkaar houden om geen gefrustreerde schreeuw te uiten en sloeg haar handen voor haar gezicht. Nee, dat vertrouwen zou ze ook niet meer geven aan iemand.
Petalburg verdween al snel uit zicht en werd nu een donker vlekje aan de horizon, een ander donker vlekje begon steeds groter te worden. Caroline had zich echter nu in een van de cabines van de boot gevoegd en keek levenloos naar buiten. Haar ogen registreerden elke beweging maar matig en het kon haar niet schelen of er nou een chinchou langs de boot zwom of een gyarados, zolang ze maar aan zou komen en gewoon verder kon gaan met haar reis. Zonder vriendin of überhaupt vrienden. Want ja, wie kon ze nu nog vertrouwen?
Jordan? Nee, die gozer verdween ook steeds weer en kwam dan op het meest willekeurige moment terug. Hoe zou ze ooit op heb kunnen rekenen! Maar toch, bij de gedachte aan hem alleen al voelde ze zich weer zwak en hulpeloos. Toch verwachtte ze niet echt meer hem vaak te zien. Zoals hij al had verteld, hij moest de eerste gym nog uitdagen, want hij was toch zeker een trainer die dezelfde weg zou aflopen als zij, en dan moest hij eerst rond rustboro blijven. Haar weg zou na dewford misschien niet meer altijd die van hem kruizen? Zeker niet als hij zich meer bezig hield met .. tja wat deed hij eigenlijk in zijn vrije tijd? Ugh. Ach ja, als het moest zou ze hem wel opzoeken en hem dwingen zijn werk te doen, zodat ze straks niet alleen zou staan in fortree of waar dan ook! Ze had wel een beetje aanmoediging nodig. Haar lipje pruilde wat en begon te trillen. Aria maakte haar ook nog een belachelijk voor zijn ogen, waarom was dat nou hetgeen waar ze aan moest denken? Heel zwakjes verscheen er een glimlach op haar gezicht, maar ze waaide het weer weg, ook die vervelende gedachtes.
Austin was ook wel aardig, maar misschien was hij dat gewoon van aard? Nee, waarschijnlijk zou ze daar ook niet echt de hele tijd mee kunnen optrekken. Ze voelde zich nog wel steeds schuldig van het gevecht. Piper had altijd al zo’n pittig karakter getoond en ze had moeten weten dat de, toen nog, whirlipede altijd te ver door ging. Bijna had ze hem geraakt of zijn pokemon nog erger verwond. Hoe zou het met de kirlia gaan? Zou het al een gallade zijn? Het meisje beet op haar lip. Of was hij nooit hersteld? Nee, nee! Poison was altijd te herstellen, zeker bij de mensen van het pokemon center! Dus daar moest ze zich nu geen zorgen over maken. Maar goed, misschien was hij wel degene die haar zou achtervolgen en wie ze haar rivaal moest gaan noemen.
Dan was er ook nog Jason, aangezien de rest van de mensen die ze had ontmoet niet bepaald in haar geheugen was blijven hangen. Een straatartiest, een trainer die niet van vechten hield, iemand wiens pokemon ze per ongeluk had meegenomen en een jongen die een horde van zigzagoons op haar af had gestuurd. Nee, die mensen stonden niet echt bij haar bekend als personen met namen. Jason wel, natuurlijk. Die jongen die ze nog altijd met minachting aankeek, maar soms toch wel een spontane glimlach op haar gelaat wist te brengen. Hij was stronvervelend, maar soms ook heel schattig. Zijn pokemon waren lief, maar hij irritant. (Oké niet altijd, maar goed soms .. grr, moest hij een klap in zijn gezicht krijgen, een zachte, nee toch een harde!) Maar goed, hem had ze ook al een aardig lange tijd niet gezien. Slik. Die kwam dus binnenkort ook weer terug uit kalos en ze hadden .. (Ze sloeg haar hand misschien een beetje hard voor haar gezicht) afgesproken om iets leuks te doen. Maar wacht eens .. die weddenschap.
Dewford kwam dichter en dichterbij en haar mondhoeken kropen weer een beetje zekerder omhoog. Misschien zou ze Jason over een paar dagen wel kunnen bellen om hem al juichend toe te spreken dat hij zo snel mogelijk naar dewford moest komen. Oh ja, dat had ze nu wel echt nodig. Voor zover zij wist had hij nog geen gym uitgedaagd voordat hij op die vakantie ging. Oh yes, dat was al een rivaal in the pocket! Caroline deed haar rugzak weer op haar rug en liep naar buiten. De mooie witte stranden van het eiland kwam al in zicht en ze kon al een paar stranddoeken zien, met allerlei soorten print. Nieuwsgierig richtte ze haar blik over de rand van de boot en kon een paar schimmen zien van pokemon. En ja, daar zag ze er een. Een wailmer! De grote pokemon kwam even boven water en dreef naar de boot toe. Caroline leunde wat meer over de rand en wist de blauwe pokemon aan te raken. De wailmer maakte een diep geluid en spoot een straal water omhoog, recht in haar gezicht. Brr! Geschrokken deed ze een paar stappen naar achteren en schudde haar hoofd. Haar rode haren droppen langs haar hoofd naar beneden en kleefden meteen aan haar wangen. Hopelijk was dat gewoon water en geen vies wailmer speeksel. Het diepe geluid van de pokemon echode nog een beetje door, maar ze waagde het niet meer om over de rand van de boot de hangen. Ze wilde liever niet nog een douche in haar gezicht krijgen.
De boot werd weer aangemeerd en de eerste passagiers stroomden er al uit. Zij bleef echter nog even op het dek staan. Waarom? Door de indruk van het eiland. Het zag er heel mooi uit. Het zand maakte een echt contrast met de donkere rotsen die in de verte omhoog geduwd leken te worden door de grond. De zon scheen fel en liet het water een van de meeste heldere kleuren blauw ooit kleuren. Hier zou ze op zich wel willen wonen, het was zo’n mooi eiland gewoon. Ze plaatste haar eerste paar stappen op het platte land en voelde meteen het warme zand in haar schoenen zinken. Een jammerlijk effect.
Goed, wat als eerste te doen? Een plek vinden om te slapen! Nou, maar goed dat het pokemon center in de binnenstad stond, want daar stond ze bijna pal voor. Misschien moest ze maar eens van kleren gaan wisselen, want ze voelde zich al zweten. Het was niet druk, nee, iedereen was natuurlijk naar het strand getrokken. Wat wel vreemd was, want het was geen zomer, gewoon begin lente, zo heerlijk was het dan toch niet? Het water was misschien zelfs wel ijzig koud. Hè bah, nee. Ze trok er een vies gezegd bij en liep het pokemon center binnen, waar ze gelijk werd geholpen en een kamer kreeg met het nummer ‘23’. De tweede verdieping. Caroline trok er een pruillipje bij en begon zich te bewegen richting de trappen. Nou, des te meer redenen om zo snel mogelijk hier weer te vertrekken. De kamer leek precies op de kamer waar ze de nacht hiervoor had geslapen en dus was het de vertrouwde weg naar hetzelfde bed, waar ze haar rugzak op gooide en languit op het bed ging liggen. Ugh, die reis was vermoeiender dan ze had gedacht.
Ze werd verrast wakker. Het überhaupt wakker worden verbaasde haar al. Was ze in slaap gevallen? Hoe laat was het? Het kleine wekkertje op het slaapkastje vertelde haar dat het half zes was en toen ze uit het raam keek, zag ze al een wat donkerdere lucht. Niet omdat het bijna avond was, want nee, de dagen werden nu steeds langer, maar omdat het misschien toch ging regenen. Het meisje kwam overeind en liep naar het raam toe, waar ze de mensen redelijk snel zag afdruipen van het strand. Jup, dat werd op zijn minst een hevige bui. Ze beet op haar lip en dacht na. Ze wilde heel graag nog even trainen, dan kon ze wennen aan de nieuwe omgeving en nieuwe ideeën voor krachttrainingen op doen. Dat liep nu dan mooi –zucht- in het water.
Beneden meldde ze zich al snel voor eten, want haar maag zou zo de hele stad ’s nachts wakker kunnen houden en ze wilde liever niet verbannen worden uit Dewford omdat niemand rust kon krijgen met haar in de beurt. Het warme bord eten at ze snel op, misschien te snel, want haar maag begon al vrolijk tegen te stribbelen en misselijk zakte ze onderuit in haar stoel. Oké ze zat nu vol en ze kon geen hap meer door haar keel krijgen. Haar ogen gleden naar de klok in de algemene eetzaal en met een zachte teleurgestelde kreun sloeg ze haar ogen neer. Het was nu zes uur, dus nog lang geen tijd om iets richting slaap te doen. Hoopvol richtte ze haar blik naar buiten, maar zag de regen vrolijk naar beneden gestort worden.
Weet je wat? Ze ging gewoon! Het meisje haastte zich, na even uitgebuikt te hebben, naar boven, griste haar jas van de kapstok in haar kamer, sloot de deur af en rende weer naar beneden. Op de trap liep ze bijna een paar mensen omver, maar met het meest onschuldige glimlachje ooit wist ze zich uit een discussie te wurmen en vervolgde ze haar weg weer naar beneden. Men keek haar vreemd aan toen ze naar buiten ging, want welk mens, met gezond verstand, zou zich met dit noodweer naar buiten brengen? Caroline Benetto dus. Haar zicht werd grotendeels belemmerd door de telkens maar vallende regen en lang zou ze het niet volhouden om te trainen. Was er nergens een overdekt plekje? Ze hield een pad aan dat dicht langs de rotsen ging en zocht naar een mooi plekje. Helaas vond ze alleen gestrekte zand velden, die nu meer op modder leken. Het was maar goed dat ze laarzen aan had gedaan, want anders waren haar sokken nu al doorweekt en bruin geworden.
Uiteindelijk vond ze een soort inham, maar die inham was klein, maar leidde wel tot een grot. Hebbes! Gelukkig was het een belichte groot, kunstmatig waar mensen voor hadden gezorgd en rende ze snel naar binnen. De regen klonk heftig en echode over de stenen muren. Brr, nu kreeg ze het toch een beetje koud. Ze sloeg haar jas nog wat dichter om haar heen, arceus dankende dat hij niet van binnen doorweekt was en haalde de pokemon tevoorschijn die ze vandaag zou gaan trainen. Een ivysaur verscheen voor haar en de grass pokemon keek verbaasd om zich heen. Waar waren ze nu weer beland.
“Dewford.” Deelde ze rustig mee en de ivysaur gaf een koud knikje, om te laten zien dat hij het begrepen had, verder niets.
“Laten we die training van jou dan maar beginnen.” Zei ze, niet afgeleid willende raken door wat er ook in de grot rondliep. Ze wees naar een paar stenen die de ivysaur met gemak op kon tillen met behulp van zijn roedes en ze beval hem deze een te jongleren. Het was een vreemd bevel, maar dat zou de kracht van zijn roedes versterken. Want zo te zien kostte het de pokemon nog wel moeite. De stenen waren groot en het opgooien was dan wel makkelijk, maar het vangen was de moeite die het met zich meedroeg. De ivysaur kneep zijn ogen licht dicht toen een van de stenen gevaarlijk dichtbij het pletten van zijn roedes kwam, maar de pokemon wist zich nog te redden. Caroline glimlachte tevreden toen het na een tijdje wat soepeler ging. Zo nu en dan schoot de ivysaur nog wat uit, maar ze verwachtte ook niet dat hij het na een keer gefaald te hebben foutloos kon.
“Oké dat was genoeg Danny.” Glimlachte ze tevreden en de pokemon gooide de stenen weg. De stenen kaatsten echter tegen de muur en de klap zorgde ervoor dat een deel van deze muur in elkaar brokkelde. Caroline sloeg haar handen voor haar mond en zag toen een geel gekleurde pokemon bij de muur wegrollen. De muur was afgebrokkeld, maar blijkbaar liep er een gang net achter die wand. De pokemon die daar uit was komen rollen, had zich waarschijnlijk in die gang bevonden.
Bezorgd stapte het meisje naar voren en knielde neer naast de pokemon, die overeind kwam. ‘Makuhita!’ Exclameerde deze, niet bij het zien van haar, maar bij het zien van een geplette bes. Met een vertrokken gezicht rolde de pokemon een van de stenen weg en zakte teleurgesteld neer bij een oran berry die was verpletterd door de stenen. Ahw. Caroline haalde een besje uit haar zak en bood deze aan de makuhita aan. De pokemon keek er ongelovig naar, maar pakte deze vrolijk op en begon een klein vreugdedansje te doen. Caroline lachte kort en pakte haar pokedex erbij.
‘ Makuhita has a tireless spirit-it will never give up hope. It eats a lot of food, gets plenty of sleep, and it trains very rigorously. By living that way, this Pokémon packs its body with energy.’ Hm, ja dat bleek. Maar op het plaatje van de pokedex stond duidelijk een makuhita afgebeeld met zwarte handschoen-achtige handen en een soort .. ja wat was het? Een slabbertje? Een sjaal? Maar goed. Deze makuhita had dit in de kleur rood. Caroline’s ogen begonnen te stralen. Een shiny~! Ze wenkte Danny bij zich en wantrouwend kroop de ivysaur dichterbij, de klauwtjes klikten over de stenen grond.
“Zou je een gevecht met me willen aangaan?” grijnsde ze uitdagend naar de pokemon, die zijn dansje onderbrak en haar met grote vragende ogen aankeek. Het bleef even stil toen de makuhita knikte en de berry bij de stenen puinhoop plaatste. De pokemon hupte naar achteren en ging klaar staan in een vechtpositie. Oké dat was een goed teken!
--- Gevecht begin hier! ---
De makuhita gebruikte een focus energy, waardoor het gevecht nog niet echt begon. Ongeduldig tikte Caroline met haar voet op de grond, maar de vechtsoort pokemon bleef op zijn plek. Oké, dan ging zij maar eerst, toch?
“Gebruik Vine whip!” Beval ze toen en Danny haalde een van zijn roedes tevoorschijn en haalde venijnig uit naar de makuhita. Deze kreeg een klap te verduren van de eerste roede, maar pakte de tweede beet. Danny werd op zijn plek gehouden en keek verbaasd naar de makuhita, die met een snelheid op de ivysaur afliep, met de roede in zijn ene hand geklemd. De makuhita gebruikte een vital throw en beukte met zijn lichaam tegen de ivysaur aan. De roede werd losgelaten en Danny gleed over de stoffige grond. De ivysaur kwam overeind en keek beledigd naar de wilde pokemon, die hem zo had durven toetakelen.
“Razor leaf!” Gromde Caroline en de messcherpe bladeren werden op de makuhita afgevuurd, die een groot deel makkelijk ontweek door soepel over de grond te rollen. De muur blokkeerde hem echter voor een volgende uitweg en een paar bladeren schepten zijn lichaam. Maar goed, zoals de pokedex al had gezegd, deze pokemon gaf niet snel op. Dit keer gebruikte de pokemon een sand attack, die het veld in een zandwolk hulde. Met een stijdkreet wierp de pokemon zich op Danny, maar Caroline kon alleen de schimmen zien van de twee pokemon.
“Gebruik een leech seed en sweet scent!” Riep Caroline en zag dat de zandwolk nu vermengd werd met de zoete geur van de sweet scent. De twee effecten zouden zich nu moeten opheffen, want ook al kon Danny weinig zien, de makuhita zou nu worden afgeleid naar de zoete geuren. Het zand ging liggen en ze zag dat de vecht pokemon weer wat ruimte had gemaakt tussen de twee pokemon, hij had echter wel last van de energie die langzaam naar Danny toe droop. Mooi!
“Take down!” Met een grom zette de ivysaur zich af van zijn plek en begon als een stormram richting de vechtsoort te lopen. De makuhita verstijfde op zijn plek en gebruikte zijn massa om de impact van de aanval te verminderen. Toen de ivysaur hem raakte, en zelf ook schade opliep, gebruikte hij een arm thurst. De twee handen beukten tegen elk plekje mogelijk van het lichaam van de ivysaur en dit dwong Danny om weer ruimte te maken. De makuhita haalde met een felle knock off uit en maakte een soort uppercut bij Danny’s kin. Caroline sloeg haar handen voor haar gezicht en hoopte dat haar pokemon niet te veel pijn leed. Nu bevond de makuhita zich echter gevaarlijk dichtbij.
“Razor leaf, nogmaals!” Riep ze en zag de vechtpokemon tot stilstand komen. Een gemene glans verscheen in de blik van de ivysaur, die weer een lading van scherpe bladeren op de makuhita afschoot. De pokemon kruiste zijn armen om wat minder direct geraakt te worden. Deze pokemon had verdomde veel uithoudingsvermogen. Toen Danny zijn stroom van bladeren had afgevuurd keek de ivysaur hoopvol naar voren, maar zag de makuhita nog altijd op twee poten staan. Damn! Weer liep de makuhita op de ivysaur af, die zijn roedes klaar hield om lelijk uit te halen, maar vlak voor contact, dook de makuhita weg en rolde langs de ivysaur heen, om achter hem op te duiken. Danny was langzaam en zag het dus niet gebeuren en de wilde pokemon gebruikte weer een Arm thrust. Danny gebruikte dit keer zijn roedes niet als aanvalsmiddel, maar om zichzelf te verdedigen. De ivysaur plaatste de roedes op de grond en zette zichzelf af, zodat hij een soort sprong maakte over de makuhita heen.
“Tackle en dan sleep powder!” De ivysaur beukte de makuhita gelijk in, die nooit had voorzien dat de ivysaur over hem heen had kunnen ‘springen’ en vervolgens liet Danny het gevaarlijk geurende blauwe poeder los. De vechtsoort bleef even versuft staan, wilde staand blijven, maar zakte uiteindelijk door zijn poten.
“Neem rust en gebruik Synthesis.” Het weer stond echter niet aan hun kant, maar een kwart van Danny’s energie was al best veel. Maar herstellen was niet het enige wat de pokemon deed. Een zacht wit licht begon de ivysaur af te geven en langzaam maar zeker begon de ivysaur van vorm te veranderen. Caroline deed een paar passen achteruit en zag haar pokemon van ongeveer een meter veranderen naar een reus van twee meter en zeker ook het dubbele van zijn omtrek. De ivysaur veranderde als het ware in een venusaur. Wow. De pokemon brulde luid, zijn stem zeker twee keer zo zwaar en zijn blik nog ijziger dan daarvoor. Wat een reus.
De makuhita werd gewekt door dit lawaai en werd wat drowsy wakker. De pokemon wreef met zijn rode handje over zijn ogen en keek op, om zich bijna knock out te schrikken door de grote venusaur, die als een reus boven hem uit torende. De bek van de gras pokemon hing een beetje open en de ogen keek hem vurig aan. Oei.
“Petal dance!” Roze bloemblaadjes werden over de makuhita heen gestrooide en begon te draaien, zo nu en dan vervelend tegen de wilde pokemon aankomende. De wilde pokemon gebruikte echter een geïmproviseerd dansje om een deel te ontwijken. Hij ging mee met de storm. Na een paar keer dit gedaan te hebben zag Danny er redelijk duizelig uit. Caroline liet hem even rusten, voordat hij zichzelf alleen maar pijn zou doen. Nu was het de beurt aan de makuhita, die er nu ook wel wat moe uit begon te zien. De pokemon rende wel, met veel moed moest ze toegeven, op de venusaur af, maakte een mooi sprongetje en plaatste een force palm op het voorhoofd van de venusaur. De grote pokemon gromde luid bij de pijnlijke aanval en hield zijn roedes tevoorschijn. Na een paar mislukte pogingen, wist een van de roedes de makuhita vast te grijpen en al snel wikkelde de tweede roede zich om de wilde pokemon. Als een soort prijs hield de venusaur de makuhita voor zijn kop en gromde diep. De wilde pokemon rilde door de intimidatie.
“Razor leaf!” De duizeligheid was er nog wel, dat was te zien in de bladeren die rakelings langs gingen. Maar aangezien de wilde pokemon zich niet uit de krachtige greep kon wurmen, werd hij zo nu en dan wel geraakt. Met een ijzige grijns liet de venusaur de makuhita vallen, van een meter hoogte.
“Take down!” Riep Caroline. Met dit grote gewicht moest het wel net wat meer pijn doen dan daarnet. De makuhita krabbelde overeind, nog steeds niet opgevende en gooide er een tackle in als tegenaanval. De venusaur kreeg hier een mindere vaart door en crashte tegen de wilde pokemon. Beide knalden tegen de muur, die nog wat verder afbrokkelde en de stofwolk deed haar kuchen.
“Waai die wolk weg met je roedes.” Na een tijdje was er weer een helder beeld te zien van het gevecht. De makuhita kwam weer overeind en de hijgende venusaur stond over hem gebogen.
“Maak het af met een vine whip!” Riep ze nog en zag dat haar pokemon de makuhita, die er nog iets tegenin had willen brengen, met zijn roedes de wilde pokemon wegmepte, alsof het een irritante grote vlieg was. De makuhita belandde tegen een muur en gleed naar beneden.
Nu stapte Caroline pas naar voren en liet een lege pokeball door haar vingers glijden. Het was nu genoeg geweest. Met een boogje gooide ze de pokeball naar de uitgetelde makuhita en zag deze in een rode straal naar binnen gezogen worden. Met een plofje kwam de pokeball neer op de grond en begon het bloedstollende gewiebel. Zat haar eerste shiny?