Just Sink Already
- YOU'RE JUST A STEPPING STONE ANYWAY -
Het was werkelijk
stervenskoud vandaag! Het sneeuwde dan misschien niet, maar sjeesh, de wind stond weer lekker scherp en sneed zo door de dikke laag kleding heen die Lana droeg. Dan kon ze zich nog zo diep binnen haar capuchon en achter haar sjaal verbergen, maar de kou vond haar toch wel.
“Ik krijg hier dooie vingers van…” mompelde het meisje terwijl ze de volgende, verdomde bes vast pakte. Het was niet het beste seizoen om bessen te gaan plukken, maar sommigen van die dingen groeide juist beter in de winter. Moeder natuur was vreemd, maar ach, zolang haar pokémon de dingen lekker vonden, vond Lana het allemaal wel prima. Ze was dan misschien niet het soort trainer dat haar beestjes vertroetelde en volpropte tot ze 100 kilo werden, maar dat betekende niet dat ze zo nu en dan haar pokémon niet wilde verwennen. Van tijd tot tijd was daar helemaal niks mis mee, zij verdiende ook wel eens een extraatje. En soms betekende zo een extraatje verzorgen je vingers er half af laten vriezen. Wat die meid allemaal wel niet deed voor de liefde van haar beestjes.
Tori kroop tijdens de pluktocht van haar trainer wat dichter tegen haar hoofd aan, vleugels om zich heen geslagen als bescherming tegen de scherpe wind. Normaalgesproken zou het blauwe vogelbeest in de lucht te vinden zijn tijdens een situatie als deze, maar de wind maakte het net wat te onaangenaam voor haar om de grauwe lucht te betreden.
Nomo had zich teruggetrokken tussen wat struiken en in een hoop sneeuw. Hij leek het ook allemaal niet zo geweldig te vinden, maar dat beest was zelden tevreden te krijgen, dus hij mocht verder ook niet zeiken.
BudBud, Lana haar nieuwste aanwinst in het team, vond het allemaal echter prachtig, verrassend genoeg. De kou werd helemaal vergeten door al het eten om hem heen. Het fenomeen sneeuw had hij al ontdekt. Het was niet verkeerd, misschien wat zwaar op de maag, maar die bessen waren natuurlijk een veel betere aanwinst. De wandelende dikkop ging lekker zijn gangetje, waarbij Lana hem redelijk goed in de gaten hield. Het was niet de bedoeling dat meneertje de hele tuin kaal zou vreten. Maar natuurlijk moest er iets fout gaan toen ze eventjes niet keek. Een klein stukje verderop hoorde het meisje een soort pijnkreet. Of misschien was het meer gevloek? Wat het ook was, het gaf haar meteen een verkeerd gevoel. Lippen op elkaar geperst ging het meisje opzoek naar het
‘ding’ (bij gebrek aan weten wat voor de kreet gezorgd had), enkel om iets aan te treffen waar ze al voor gevreesd had. Of nee, wat ze hier zag was eigenlijk nog wat erger. Daar hing meneer BudBud, hoog in het bovenbeen van een naamloos persoon. Van alle pokémon moest Lana natuurlijk weer de meest achterlijke vangen.
Met haar handen in haar zakken gestoken, die ze ook half gevuld had met berries, liep het meisje naar de persoon toe, hoewel haar blik op haar Trapinch gericht bleef. En de woorden die als eerste sprak waren geen verontschuldiging naar het gebeten slachtoffer.
“Serieus?” gromde het meisje zachtjes.
“Je mag hier berries eten, geen bubble butts, idioot.”