Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
Onderwerp: Morning dew. [&Aiden] vr jan 02, 2015 12:32 am
&
Grommend rolt Piami uit haar bed -letterlijk, want ze valt met haar voorhoofd plat tegen de houten vloer aan. Nu zou je zeggen dat die klap voldoende zou zijn om haar in paniek te laten opspringen, maar het tegendeel is waar. Mompelend rolt Piami om, haar hand kort over haar voorhoofd glijdend. Niet veel langer daarna tuimelt de nog slaperige Piami weer in slaap, of ze nu op de grond ligt of niet, slapen zal ze. Piami is ook altijd al een goede slaper geweest, het enige wat ze nodig heeft is een semi-recht oppervlak en een paar minuten. Heel handig, hoewel late films voor Piami dus geen optie zijn.
Pas wanneer de eerste zonnestralen de hemel likken, en de wereld licht oranje kleurt ontstaat er weer leven in de kamer. Er wordt gerold over de houten vloer, en geprotesteerd tegen het plotse felle zonlicht. Van schuin achter haar hoort Piami haar Sylveon wakker worden, wat betekent dat ze nog maar een paar minuten heeft, op z'n meest. Nog altijd wakker hoort ze haar Sylveon van haar plekje naar de zijkant van haar hoofd lopen. Ze maakt een hoog geluidje voordat ze plots haar disarming voice gebruikt. Piami's ogen schieten open, waarna ze met haar bovenlichaam overeind schrikt. ''Syl.. was dat nu echt nodig?'' vraagt Piami haar Pokémon, een aantal keren knipperend voordat ze helder zicht heeft. Sylveon kijkt haar afkeurend aan waarna ze haar kont naar Piami toekeert en met haar rug naar haar toe gaat zitten. Piami zucht. ''Je hebt echt een hekel aan me of niet?'' mompelt Piami slaperig, meer als statement dan als vraag. Met die woorden die in haar oren na rinkelen, begint Piami haar ochtendritueel. De Pokémon eten geven, zichzelf eten geven, douchen, wassen, tanden poetsen, aankleden en haar tas inpakken. Tegen de tijd dat Piami helemaal klaar is, is de zon al doorgebroken en is er anderhalf uur verstreken. Al die tijd heeft Sylveon Piami met haar ogen gevolgd tot dat ze uiteindelijk ongeduldig aan de deur is gaan flikflooien. ''Ja,ja..'' mompelt Piami. Met nog een halve cracker in haar mond grist Piami haar rugzak van de tafel en opent ze de deur, waarna ze nog een beetje slaperig de kou in stapt.
De bijtende kou komt niet als een welkome afwisseling. Iedere dag had de kou haar getreiterd, haar zelfs ziek gemaakt; nu was de maat helemaal vol. Ze was de winter zat, en hoopte dat de sneeuw als 'sneeuw voor de zon' verdwijnen zou. Per direct, als het even kon. Gapend loopt ze de straten van Laverre city door, dit nog leeg en verlaten aanvoelde. In het midden van de stad staat de enorme boom, waar het stadje omheen is gebouwd. In alle kalmte staat hij daar in al zijn ochtend glorie, nu nog zonder toeschouwers om zijn pracht en praal te bewonderen. In de loop van de middag zou het plein vol staan met mensen die de boom kwamen bekijken. Volgens Piami was alles in de ochtend overigens mooier als op de rest van de dag. Het was alsof de natuur zich midden in de nacht deed resetten en dat de natuur 's morgens weer vers en onaangeroerd was. Precies zoals vers gevallen sneeuw, hoewel die vergelijking bij Piami huidig slechts rillingen over haar ruggengraat veroorzaakt. Een huppel, sprong en minuten verder weg staat Piami voor de 'ingang' van de Laverre Nature trail. Een naar wat ze zeiden, donker bos wat zelfs in het felste ochtendlicht nog eng zou horen te zijn. Piami kijkt er even twijfelachtig naar, voordat ze semi-vastberaden het pad verder op loopt.
Het bos kraakt en jammert met de wind die door de toppen heen zoeft. Links en rechts flappert er een Pokémon voorbij op vleugels, ongezien in het donker. Sylveon haar oren flikken van voor naar achteren, schijnbaar nerveus voor wat er zich in het donker schuil houdt. ''Je hoeft niet bang te zijn, Syl.'' zegt Piami met een warme glimlach. Sylveon kijkt even om maar draait dan snuivend haar hoofd weg van Piami. ''Dan geef je het niet toe..'' mompelt Piami vervolgens met een hint van een grimas. Sylveon was veel te trots om angst te laten zien, laat staan op een plek waar Piami zelf totaal geen vrees voor heeft. Nee, Piami is niet onder de indruk van de krakende bomen en de huilende wind. Op dat gebied is ze sowieso niet het type wat zomaar in een jongen zijn armen vliegt omdat de situatie haar even wat te veel wordt. Als ze zo zou beginnen zou ze nooit een zelfstandige trainer worden, bedenkt Piami zich 'moedig'. Wanneer Piami abrupt een schommel en een glijbaan aantreft is ze verrast. Zouden er daadwerkelijk kinderen zijn die hier kwamen spelen? Nieuwsgierig onderzoekt Piami de speelplaats kort, haar handen strelend over de glijbaan zijn tong. Sylveon bekijkt de boel nu vanaf achter Piami's benen, nerveus en duidelijk licht bang. ''Wil je anders liever in je Pokéball?'' vraagt Piami plots aan haar Sylveon. Ze vist Sylveon's Pokéball uit haar jaszak en probeert Sylveon terug te halen. In plaats dat Sylveon overigens terug in haar bal gaat, slaat ze de bal terug in Piami's handen. Piami zucht, en kijkt met een licht bezorgde blik naar haar Sylveon. ''Dan moet je het zelf weten..'' Ze kon haar Pokémon wel voor eeuwig blijven pamperen, maar zo zou ze het respect van haar Sylveon nooit winnen. Als ze niet wilde, dan niet.
Met haar handen in haar zakken gestoken slentert Piami over het bospad heen, wat naarmate dat de zon hoger komt te staan langzaam enkele tinten lichter wordt. Enkele Pokémon weet Piami nu vanaf de zijlijn te herkennen en hoewel ze graag een poging waagde om er een te vangen, wil ze het haar arme Sylveon nu niet aandoen. Dieper en dieper gaat Piami het bos in, de tijd verliezend maar langzaam maar zeker ook de weg verliezend. Wanneer Piami plots tot de conclusie komt dat ze hier al een keer is geweest slaat de lichte paniek toe. Het bos is intussen mistig geworden en ze wordt omringt door moeras. Moeras: een substantie wat bestaat uit zowel water als land. Ijskoude rillingen glijden over Piami's rug wanneer ze zich bedenkt wat er gebeurd mocht ze er in vallen. Ineens wél een beetje zenuwachtig slaat ze een pad in, haar pas versnellend. Plots heeft ze geen aandacht meer voor de Pokémon die haar met hun glimmende ogen volgen, of de ochtenddauw die de planten van een prachtige schittering voorziet. Nee, ineens is het enige waar ze nog aan denkt: zo snel mogelijk de uitgang vinden. Zodra ze een weg inslaat herkent ze plots een mensen figuur in de mist. Zonder twijfel loopt ze er op af, een smalle glimlach op haar lippen. ''U-uhm. Weet u-, um ik bedoel je misschien um...'' even valt ze stil. Was het niet stom om te zeggen dat ze verdwaald was? Nee, ze zou niet zo trots zijn als haar Sylveon zijn en niet om hulp vragen. ''Ik ben um.. de weg kwijt.. -ish.'' zegt ze een beetje nerveus en beschaamd. Voorzichtig kijkt ze op naar de jongeman, met haar linkerhand haar haren kort uit haar gezicht strijkend. Haar Sylveon kijkt nieuwsgierig vanachter Piami's benen naar de jongen, hoewel ze nimmer een poot achter Piami vandaan zet. ''Ik geloof dat ik deze trail toch iets onderschat heb.'' zegt ze vervolgens met een smalle glimlach. Het is de waarheid, misschien had ze niet zo careless naar binnen moeten gaan. Zoals gewoonlijk was ze weer klungelig en onhandig, met de navigatie van een steen. Haar ongeluk van de afgelopen tijd kon slechts te wijten zijn aan één ding! De winter. Vervloekt.
Het was weer zover. Modder schoot op terwijl de Houndour en Flareon door het gebied baggerden. Gegrom, gepiep, geblaf… Elk mogelijke geluid dat de twee maken konden, vulden de oren van hun trainer. De twee hadden hun lippen opgetrokken, terwijl ze achter elkaar aan schoten. Beide vachten waren verpest door de gigantische lading rotzooi die eraan plakte, maar het leek ze niet uit te maken. En in alle eerlijkheid maakte het Aiden nog minder uit. Het betekende enkel dat ze later gewassen moesten worden en aangezien het beiden fire-types waren, vonden ze dat zelf nog het ergst. Even wreef hij over zijn arm, welke strak verbonden was. Immers had de Houndour bewezen flink scherpe tanden te hebben toen Aiden hem voor het eerst tegen was gekomen. Aiden was allang blij dat hij niet al te veel schade had aangericht. De Houndour bleek een enorm felle Pokémon te zijn, wat betrof vreemden. Dat hij zo gemakkelijk mee was gekomen verbaasde Aiden nog altijd.
Toen de twee eindelijk uitgespeeld waren, hadden ze zichzelf op de grond genesteld en besloten zij aan zij te gaan slapen. Met zijn armen over elkaar gevouwen keek hij neer op de twee lief-uitziende Pokémon, die er slapend heel wat onschuldiger uit zagen dan ze deden wanneer ze wakker waren. Toen een onbekende stem hem de weg vroeg, keek Aiden met een opgetrokken wenkbrauw op. Een meisje, heel wat jonger dan hij, leek niet al te zeker van zichzelf terwijl ze hem vertelde de trail te hebben onderschat. “Ik heb ook echt geen idee,” vertelde hij eerlijk. Hij lette eigenlijk nooit op waar hij liep en tot nu toe ging dat vrij goed. In bossen als deze kon hij altijd Tyrion de lucht in sturen, en in een grot had hij zijn Houndour die de uitweg wel zou vinden met zijn neus. Wat dat betrof, was zijn team precies goed.