|
| Auteur | Bericht |
---|
Member Marcus LudovicPunten : 701
Gender : Male ♂
Age : 30 Year
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: What does the fox say? zo nov 23, 2014 2:53 pm | |
|
Het luide en erg onaangename geluid van zijn wekker wekte Marcus abrupt. Zijn amberkleurige ogen keken geschokt naar het plafon en hij was zich er van bewust dat zijn hart flink tekeer ging. Zwijgend staarde hij naar het plafon, zich afvragend waarom hij zich zo dwaas gedroeg. Hij kon zich de droom niet meer herinneren die hij had gehad. Misschien had dat iets er mee te maken. Het was aardedonker in de kamer wat hem verbaasde. Normaal had hij altijd een klein lichtje aan. Misschien had dat er iets mee te maken, hoe kinderachtig het ook klonk. Vix scheen door te hebben dat Marcus zich erg oncomfortabel voelde. Door het donker hoorde Marcus wat geschuifel en even later ademde de warme adem van zijn vuur Pokémon op zijn gelaat. Hij stak zijn hand blindelings uit en aaide hem over, wat voelde, als zijn kop. “Wel verdomme” Mompelde hij toen hij probeerde op te staan maar op iets hards ging staan en struikelde. Hij landde op zijn schouder en vloekte nog wat meer. Vloekend als een bootwerker klom hij weer op zijn voeten en tastte hij in het donker naar de muur om enige oriëntatie te krijgen van waar hij was. Hij sloot zijn ogen meteen toen het licht aanknipte. Marcus tuurde door zijn vingers heen en zag Vix zitten die met zijn neus het lichtknopje had aangedrukt. “Bedankt, jongen” Zei hij oprecht. Hij draaide zich om en zag dat hij op zijn doosje met badges was gaan staan. Hij had er maar eentje. Toen hij de grote drang had gevoeld de gym in Santalune uit te dagen had hij er aan toe gegeven met de hoop er een promotie of zoiets door te krijgen. Het ding lag nu veilig in zijn kamer en zorgde er voor dat hij er vaak op ging staan. Hij pakte het op en smeet het op een berg kleding. Zuchtend plofte hij neer op zijn bed. Hij voelde zich onaangenaam misselijk worden en duizelig. Met een wit gezicht stond hij op en wandelde hij naar de badkamer. Hij gooide de deur open en knipte het lichtje aan. Vix trippelde bezorgd achter hem aan en gluurde om de deur heen naar binnen. Marcus bekeek zichzelf in de spiegel. Zijn spiegelbeeld zag er bleek uit en erg moe. Hij had donkere randen onder zijn ogen. Een gevoel die Marcus maar al te goed kende begon zich te vormen in zijn buik en kroop langzaam omhoog tot zijn maag en tot zijn keel. Zijn lippen begonnen te tintelen. Snel draaide hij zich naar de toilet en greep de weerszijde vast met alle kracht die hij in zijn handen had. Hij sloeg voorover en gaf over. Zijn keel voelde pijnlijk en rauw aan met elke golf aan eten die naar buiten kwam. Marcus zakte tegen de badkuip aan die er naast lag en kreunde. Hij had zich in weken niet zo vreselijk gevoeld. Hij had het koud een was begonnen met rillen. Zo erg dat hij niet kon stoppen en zijn hele lichaam schokte. Hij droeg enkel een boxershort met daarover een soort erg lang, dun vest. Het was niet erg warmtevasthoudend. Vix kwam de badkamer binnengetrippeld. Bezorgd ging hij pal naast Marcus zitten en duwde zijn lichaam tegen die van zijn trainer aan. Toen hij diep uitblies kringelde er rook uit zijn neusgaten voor enkele momenten voor het verdween in de lucht. Hij legde zijn warme kop tegen Marcus borst aan en zuchtte. Marcus sloot zijn armen om de nek van zijn Houndoom en legde zijn hoofd uitgeput op die van Vix. Zo zaten ze een tijdje terwijl zijn lichaam een verwoede poging deed de warmte op te nemen die Vix uitstaalde. Als een grote, levende kachel. Helaas was hij gedwongen om Vix los te laten toen er weer een misselijkmakend gevoel omhoog kwam. Hij boog zich over de wc pot heen en gaf opnieuw over. Zo ging het een tijdje door tot hij zich zwakker dan ooit voelde en het gevoel had alsof zijn lichaam absoluut niets meer uit kon scheiden. Zachtjes kreunend leunde hij tegen de badkuip en omarmde Vix rillend. Die blies een klein, dun straaltje vuur uit wat verwarmend werkte maar niet zo geslaagd bleek toen zijn douchegordijn in brand vloog. Langzaam en erg moeizaam doofde hij het door de douchekop er op te zetten. Zwakjes kroop hij weer terug naar zijn bed en krulde zich op onder de lakens. Hij was zich er vaag van bewust dat Vix bij hem op bed kroop en zich dicht om zijn trainer heen krulde om hem warm te houden. Slaap omarmde hem en uiteindelijk viel hij in een diepe slaap.
Een jongen gekleed in zwarte kleding schuifelde nerveus het ziekenhuis binnen. Zijn haar was erg opvallend in tegenstelling tot zijn zwarte kleding. Zijn amberkleurige ogen stonden erg onzeker. Hij haalde diep adem en dwong zichzelf om zichzelf te vermannen. Hij was zestien jaar en zal nu zeker niet zwak lijken. Wat als een van zijn vrienden hem zag? Nee dat kon natuurlijk niet gebeuren. Hij rechtte zijn schouders en liep naar de balie. Een vriendelijk uitziende, mollige dame zat achter het bureau en was druk aan het typen. Ze had hem in eerste instantie niet opgemerkt. Pas toen hij zijn keel schraapte en op de balie tikte keek ze op. Ze had een getinte huid en vriendelijke, bruine ogen. “Hallo lieverd, wat kan ik voor je doen?” Marcus was een beetje uit het veld geslagen door de vriendelijke woorden maar liet daarvan niets merken. “Ik kom voor Millicent Ludovic” De vrouw pakte er een klembord bij en tikte wat in op de computer. “Ik ben haar zoon, Marcus Ludovic” Stelde hij zichzelf voor. “Ach ja, natuurlijk! Tracy zei al dat je langsgekomen was gisteren Loop maar door knul” Marcus knikte en liep naar de lift toe direct naast de balie. Hij drukte het knopje in en wachtte. Het leek een eeuwigheid te duren voor hij er aan kwam. Iets maakte hem nerveus. Allerlei dwaze gedachten schoten door zijn hoofd. Wat als er in die vijf minuutjes dat het hem zou duren daar te komen haar iets overkwam? Toen de lift dan eindelijk arriveerde ging hij snel naar binnen en duwde op het knopje 4. Zwijgend stond hij alleen in de lift. In die stilte die er heerste vroeg hij zich af of hij niet een cadeautje voor zijn moeder mee had moeten nemen. Misschien op de terug weg ook voor Cat. Ze haatte het om zo in bed te liggen. Telkens wilde ze naar buiten om te spelen. Zuchtend wuifde Marcus de gedachten weg met de opgewektere gedachten dat hij op zijn minst voor Cat wat mee kon nemen uit het winkeltje beneden. Een leuke ballon of zo. Toen de liftdeuren opende weerklonk er een wervelwind aan lawaai. Vier mensen plus een ziekenhuisbed op wielen kwam de lift binnenrijden waardoor het automatisch heel druk werd. Marcus werd in een hoekje geduwd en keek vol afschuw toe hoe er een levenloos lichaam op het bed lag. De doktoren praatte druk met elkaar over termen waarvan de jongen nog geen eens gehoord had. Hij keek toe hoe de persoon zijn ogen open had gedaan en nietsziend naar het plafon van de lift staarde, doordrenkt in bloed wat van zijn polsen af droop. Marcus voelde zichzelf misselijk worden en was meer dan opgelucht toen eindelijk de artsen er op een andere verdieping afgingen. Toen de liftdeuren weer dichtschoven slikte Marcus en legde zijn handen op zijn buik om zijn gehaaste ademhaling te kunnen bedwingen. De liftdeuren gingen opnieuw open en deze keer was hij gearriveerd op zijn verdieping. Met lamme benen liep hij de lift uit en ging naar rechts. Bevend duwde hij de deur open van kamer 114 en zag meteen zijn moeder liggen. Haar hoofd was afgewend van de deur. Marcus wist niet waarom hij niet meteen naar binnen ging. Voor de langste tijd treuzelde hij bij de deuropening spelend met de kreukels in zijn jas. Uiteindelijk draaide Millicent haar hoofd om. Ze scheen hem opgemerkt te hebben. Meteen toverde ze een zwakke glimlach op haar gelaat die ó zó wit en ingevallen was. “Marcus” Haar stem klonk zo zwak. Hij voelde zich plots weer een klein jongetje. Voorzichtig liep hij naar haar bed en gaf haar een knuffel. Haar mooie amber kleurige ogen keken recht in die van haar zoon en schitterde. Hij gaf haar een kusje op haar voorhoofd en pakte haar hand stevig vast. “Mama, ik beloof je dat ik er altijd zal zijn om je te beschermen” Millicent keek verbaasd voor een paar tellen en glimlachte toen weer. “Natuurlijk doe je dat, liefje” Ze gaf hem een kusje op zijn hand en tikte op het bed. Marcus ging zitten aan het voeteneinde en vouwde zijn benen over elkaar. Hij haalde diep adem en legde zijn handen in elkaar. Millicent vond het vreemd dat haar altijd spraakzame zoon zo stil was. Ze oogde eventjes nerveus naar de vele monitoren die aangesloten waren aan haar. “Hoe was het op school vandaag?” Marcus keek erg snel op en compenseerde dat door meteen te lachen. “Het was wel leuk” Millicent trok een wenkbrauw op. Marcus voelde meteen aan dat ze het niet geloofde. “Heb je weer gevochten?” Marcus trok een gezicht. “Ja, maar ik heb hem een echte pak slaag gegeven. Hij zal niet meer zo snel zo’n toon tegen me aan slaan” Zei hij apetrots. De jongen wipte van het bed af en ging midden in de kamer staan alsof hij een onzichtbare tegenstander voor zich had. “Het ging van- Boem! Bam!” Hij imiteerde hoe hij de jongen een slag in zijn gezicht had gegeven en vervolgens een gemene onderslag in zijn maag. “En toen maakte ik het af met een trap!” Marcus trok zijn been op. “Kiaaaa!” Hij schopte zijwaarts en mepte daarbij een vaas van een lage kast af die met veel gekletter aan diggelen viel. “Marcius!” Zei Millicent geschokt. Marcus keek oprecht berouwvol naar de vaas en keek om naar zijn moeder. “Het spijt me mam” Mompelde hij en hij begon de scherven op te rapen. In zijn haast sneed hij zichzelf pijnlijk aan een stukje. “auw!” Hij trok zijn hand op en keek hoe bloed zich begon te vormen in zijn handpalm. Hij bestudeerde het vol ontzag en had niet door dat zijn moeder hem riep. Pas toen ze hem voor de derde keer met stemverheffing riep keek hij om. “Laat je hand eens zien” Commandeerde Millicent. Marcus stond op en liep naar haar bed toe. Zwijgend ging hij op het bed zitten en hield zijn hand op met een vreemd gevoel van berouw al wist hij niet waarom. Het ging hem niet zo zeer om de vaas. Daar had hij ook wel spijt van.. maar toch. Millicent wreef over zijn handpalm met de zachte aanraking van een moeder zodat het bloed verdween. Het begon zich weer te vormen en ze klikte met haar tong. “Wacht maar even” Zijn moeder reikte naar een lade in haar nachtkastje en trok hem open. Na wat gezoek vond ze wat ze zocht. Een klein rolletje verband met wat jodium. Millicent begon het jodium er overheen te druppen. Marcus slikte maar maakte geen geluid. Dat zou niet stoer zijn. Hij voelde zich misselijk worden en keek weg. Het ontging zijn moeder niet die hem sterk in de gaten hield terwijl ze de wond verbond. Marcus begon weer terug te denken aan de man in het ziekenhuis bed. Hij trok zijn hand voorzichtig terug toen Millicent eindelijk klaar was en hij vouwde ze op zijn schoot. “Wat is er toch met je?” Vroeg Millicent voorzichtig en ze keek hem bezorgd aan. Gaat het om mij? Vroeg ze zich af. Ze lag er nou niet echt .. gezond bij. Andere moeders lagen niet in het ziekenhuis. Millicent besefte dat het misschien niet lang meer zou duren voor Marcus uit zou vinden dat ze meer had dan alleen een longontsteking. Hij was een slimme jongen. Marcus zuchtte en keek naar zijn handen. “Ik heb .. een man ..” Hij deed zijn best om niet te stotteren. Zijn amberkleurige ogen keken in die van Millicent die identiek leken aan die van haar. “In de lift was een man, een patiënt die..” Marcus haalde heel diep adem en keek met een ruk op. “Die zijn polsen had opengesneden” Hij sprong van het bed af en liep weg van haar. Hij ging voor het raam staan en keek bezorgd naar buiten. “Mama, wat nou als .. als dat ..” “Nee” Zei Millicent streng maar gemoedelijk. Ze wist precies wie ze bedoelde. Ze liet haar zoon het niet zeggen. Nooit.
Marcus opende zijn ogen die aanvoelde alsof er zand in gestrooid was. Het duurde even voor hij weer goed kon zien en zijn zicht niet wazig was. Hij hoorde piepjes van monitoren en voelde zich zo slap dat hij even zich afvroeg of hij niet in een slappe vaatdoek verandert was. Veel tijd om daarover na te denken was er niet.. veel tijd om te beseffen was hij was ook niet. Hij voelde een golf van misselijkheid naar boven komen. Hij draaide zich opzij en braakte de vloer onder. Marcus had een grote bos met rozen in zijn handen. Millicent’s favoriete bloemen. Nadat hij goed had gekeken of niemand hem had gezien was hij op weg gegaan naar het ziekenhuis. Zijn moeder’s longontsteking was slechter geworden sinds laatste keer. Hij wist dat ze het verborgen probeerde te houden maar hij wist het wel. Hij liep weer naar de balie toe en duwde de rozen opzij zodat de vrouw hem zien kon. Ze herkende hem wel en knikte. “Ga maar door, lieverd’ Zei ze glimlachend en ze boog zich weer over haar papieren op haar bureau. Marcus liep naar de lift, drukte op het knopje 4, stapte uit op zijn etage en liep de gewoonlijke route naar haar kamer. Kamer 114 was gesloten deze keer. Voorzichtig duwde Marcus de deur open om haar te verassen. Hij stopte echter bij de deuropening en gluurde naar binnen toen hij stemmen hoorde. Hij herkende de ruwe vader van zijn vader en de vermoeide stem van zijn moeder. Marcus duwde de bloemen een beetje naar achteren zodat hij beter zicht had en hun kon horen. “En dan wat, Millicent? Als dit zo doorgaat dan ben je onder de zoden binnen een week” Marcus verstijfde. “Het is niet zo simpel, Jacus, het is niet zo simpel!” “Wat? Wat is niet simpel? Die verdomde medicatie gewoon aannemen?” “Het is nog maar een testmedicijn! .. en daarbij .. weet je best dat het een verloren zaak is” Marcus luisterde ingespannen en duwde zijn oor dicht tegen de deur aan om elk geluidje op te kunnen vangen toen hun toon werd verlaagd tot een bijna onhoorbare toon. “De uitslag kwam terug vanochtend .. ik heb nog maar een maand”
Marcus bewoog onrustig in zijn slaap. Vix stond op toen hij hoorde hoe zijn trainer begon te grommen in zijn slaap. Hij keek eerst waakzaam naar de deur van het ziekenhuis. Die was gesloten. Voorzichtig liep hij naar het bed toe en legde hij zijn kop op de hand van Marcus. Aandachtig wachtte hij of er een reactie kwam. Toen die uitbleef en zijn gegrom enkel erger werd zette hij zijn poten op het bed en reikte hij naar zijn gezicht. Hij gaf hem zacht jankend een lik over zijn wang en duwde zijn neus tegen zijn wang aan.
”En dan zit ik zeker met die kinderen opgescheept? Millicent wat doe je me aan” Zuchtte hij. Er klonk een geluid alsof iemand hard op een krakend bed neerplofte. Marcus verschoot even toen het leek alsof er voetstappen klonken. “Millicent?” Klonk er bezorgd. Marcus kocht het niet. Zijn vader was nooit zo teder geweest in zijn hele leven. Waarom klonk hij dan zo wanhopig? Was het omdat hij niet van hem en Cat hield? “Ik voel me goed.. laat maar” “Verdomme wat een gelul! Je bent niet goed, je bent terminaal ziek! Waarom vertel je me dit nu pas!? Ik had een oplossing kunnen vinden?” “Voor wat? Mijn dochter is ziek .. ik ben dodelijk zien en jij verteld de kinderen dat het longontsteking is. Welke oplossing? Dit gaat niet meer weg-” Er klonk gekuch en een zacht gekreun. Marcus duwde de deur open en stapte met de rozen naar binnen. Zijn moeder was in elkaar gezakt tegen het kussen aan en had haar ogen gesloten van de pijn. Jacus keek haar doordringend aan. Beide hadden ze hem niet opgemerkt. Marcus was geschokt hoe bleek ze was. Het was nog maar vijf dagen geleden sinds hij haar had gezien maar ze zag eruit alsof hij haar in geen vijf maanden gezien had. Ingevallen gezicht, sterker vermagerd.. “Marcus mag het niet weten .. hij kan het niet aan” Fluisterde Millicent.
Vix sprong nu helemaal op het bed en perste zijn grote lijf op het bed naast Marcus. Hij legde zijn kop op de plaats waar Marcus hart lag en straalde zijn warmte uit over hem. Marcus was langzaam aan weer aan het ontspannen. In zijn slaap balde hij zijn handen tot vuisten.
De bos met rozen viel met een ritseling naar beneden en landde op de grond met een doorslaggevend geluid. Vol ontzetting keek hij naar Jacus en zijn moeder die omkeken. ”Je hebt gelogen” Mompelde hij met tranen in zijn ogen van woede. Hij wist niet wat te doen met de emoties die door zijn systeem gonsde. Hij wilde slaan en schoppen, schreeuwen en huilen maar hij wist niet hoe. “Je denkt dat ik zwak ben! Maar dat ben ik niet!” De woorden die uit zijn mond kwamen waren niet de zijne. “Waarom heb je gelogen!?” Riep hij schril en hij balde zijn handen tot vuisten. “Je moeder heeft rust nodig, Marcus, sla niet zo’n toon aan egoïstisch joch” Beet zijn vader hem toe. Dat maakte Marcus alleen maar kwader. De vaas die weer vervangen was werd van de kast gegrist en hij gooide die naar zijn vader om redenen die dieper lager dan het onthouden van de conditie van zijn moeder. “Je hebt gelogen! Ik vertrouwde je!” Gilde Marcus die het niet kon bevatten dat zijn moeder straks er niet meer zou zijn. Hij voelde tranen stromen maar hij veegde ze woest met de rug van zijn hand af. Nee! Ze zou niet dood gaan! Daar loog ze ook over! Zijn vader had vast wat gedaan. Zoals hij altijd deed. “Marcus” Haar stem was zo zacht als fluweel maar stak recht door de harde woorden van haar zoon door. Marcus wilde het niet horen. Millicent loog nooit tegen hem. Ook niet over dit! “Ik haat je!” Gilde hij. Met een trap kegelde hij de rozen uit een en de bloedrode rozenblaadjes vlogen door de kamer heen. Hij wilde niet zien hoe zijn moeder begonnen was met huilen. Woede, niet omdat ze had gelogen maar dat hij haar kwijt zou raken maakte hem blind ervoor. Hij zag hoe zijn vader op hem af kwam. Hij wist wat komen ging. Lenig dook hij onder zijn vuisten door en rende de kamer uit. Hij hoorde zijn vader roepen en zijn moeders wanhopige kreet die hem vast leek te houden. Marcus sloeg de lift over en ging naar het trappenhuis. Hij beukte de deur open en rende de trappen met twee treden tegelijk af. Hijgend en snikkend leek de trap al veel te snel te eindigen. Toen hij naar buiten rende sloeg de koude lucht hem als een vuist in zijn gezicht en begon hij te huilen. Hij bleef doorrennen door de witte poedersneeuw heen. Zijn ademhaling was gejaagd en hij zag niet waar hij heen ging. Hij hoorde auto’s toeteren toen hij de weg over rende en mensen boos naar hem schreeuwen als hij hard tegen ze aan rende. En dan uiteindelijk stopte hij. Iets brak onder hem en hij viel een klein eindje naar beneden voor hij op de harde grond terecht kwam met een smak. Hij bleef liggen in de sneeuw met zijn armen om zijn hoofd geslagen. Hij huilde met grote snikken. Hij voelde zich vreselijk. Het kon hem niet schelen dat hij er niet stoer uitzag .. maar hij kon het niet aan zijn moeder te verliezen. Niet .. haar veiligheid meer te kunnen voelen als ze hem omhelsde en beschermend tegen haar aandrukte. Of wanneer ze hem beschermde tegen zijn vader. Pijn ging door zijn lichaam heen en hij besefte dat het donker was om hem heen. Hij kwam ging zitten en hield zijn arm vast die erg pijnlijk aanvoelde. Met betraande ogen keek hij omhoog en stelde vast dat hij in een put gevallen was. Was hij.. gebroken? Marcus kon hem nog wel bewegen maar het deed erg veel zeer. Hij veegde de sneeuw uit zijn haren en krulde zijn ene arm om zijn knie en de ander enigszins hoe het ging. Hij begon weer te huilen en legde zijn hoofd op zijn knieën. Hij wilde weer dat hij een klein jongetje was zodat zijn moeder hem vast kon houden en hem heen en weer kon wiegen, troosten.
Marcus haalde diep adem in zijn slaap en legde zijn arm om Vix heen. Die zuchtte van verlichting en kroop dichter tegen hem aan.
Marcus keek geschrokken op toen een zwerm Zubat zijn kant op kwam uit een opening schuin naar beneden van de put. Ze krijste oorverdovend en maakte hem bang. Hij dook in elkaar en bedekte zijn oren snikkend. Hij voelde hoe tientallen vleugeltjes hem in zijn gezicht raakte en tegen zijn armen, benen en kruin sloegen. Tot ze plotseling allemaal omhoog vlogen de nacht in. Marcus keek heel voorzichtig op toen hij iets massiefs uit het gat zag komen. Vol angst keek hij toe hoe een hondachtige Pokémon haar kop oprichtte. Twee rode ogen gloeide in de duisternis en een gegrom steeg op uit haar keel. Marcus wist dat het gedaan was met hem.. niemand zou hem ooit vinden. Verstijfd bleef hij zitten. Een plas maanlicht dat achter een wolk uitkwam scheen naar beneden en verlichtte haar gezicht. Een Houndoom had zichzelf half uit een gat getrokken en keek Marcus recht aan. Ze leek iets van hem te verwachten. De eerste angst voor haar omdat hij haar niet goed had kunnen zien verdween. Ze ging achteruit terug het gat in en verdween weer. Zijn amberkleurige ogen keken naar het gat en hij besefte dat hij er doorheen zou passen. En waar zij vandaan kwam zou een uitgang zijn? Voorzichtig met zijn pijnlijke arm kroop hij haar achterna het gat in. De Houndoom blies af en toe een heel dun straaltje vuur uit haar mond zodat Marcus kon zien waar ze heen gingen. Het duurde niet lang voor de tunnel omhoog ging lopen en hij weer bij de buitenlucht kwam. De Houndoom trippelde naar een klein hol onder wat wortels van een grote boom. Ze stak haar neus naar binnen en trok hem toen weer terug. Ze keek Marcus berekenend aan en ging toen op wacht zitten. Ze besteedde geen aandacht meer aan hem wat een teken voor hem was om te vertrekken. Hij kon de hoge gebouwen over de bomen zien. Zijn tranen waren er nog wel, opgedroogd weliswaar. Marcus sloeg zijn andere arm om zijn lijf en rilde. Gepiep trok zijn aandacht. Hij keek om en zag dat tussen de wortels van de boomstam wat bewoog. Twee kleine Houndour puppies kropen naar buiten en keken nieuwsgierig rond met hun gelimiteerde zicht. Nieuwsgierig keken ze om zich heen, wankel op hun fragiele pootjes. Ze maakte erg veel geluid voor hun kleine lijfje, vond de jongen. Ze waren nog niet oud. Hij wist niet veel van Pokémon maar kon wel zeggen dat ze erg jong waren. Hij vroeg zich af van wie ze waren? Houndoom kwamen niet voor in deze delen van Kanto.. Marcus keek toe hoe de moeder de ene oppakte en hem weer terug het hol in droeg. Ze vond het duidelijk dat ze te ver waren gegaan en Marcus was te onbekend om hem te vertrouwen rond de pups. De andere was in een rap tempo zijn kant op gekropen en bonkte tegen zijn schoen aan. Hij piepte verontwaardigd en keek omhoog naar het grote figuur dat boven hem uittorende. Marcus wilde zijn hand uitstekken toen de moeder weer bovenkwam en hem achterdochtig aankeek. Heel voorzichtig aaide hij het beestje over zijn kleine hoofdje. Het voelde erg warm aan .. en erg zacht. Zo onschuldig. Hij trok zijn hand snel terug toen de moeder zijn kant op kwam. Ze pakte haar puppy op en droeg hem weg. Hij keek haar na toen haar gevorkte staart tussen de wortels verdween.
De doktoren zeiden allemaal vreemde dingen in mensentaal die Vix niet aanstonden. Hij zat waakzaam naast het bed van zijn trainer en sloeg alles gaande met een waakzaam oog. Hij joeg onwelkome gasten weg maar bleef af van de artsen. Hij wist dat als hij dat ging doen hij niet meer bij hem mocht zijn. De artsen duldde hem in het ziekenhuis. Ze geloofde er niet echt in dat zijn aanwezigheid bevorderlijk was op Marcus. Vix voelde dat wel zo. Hij bewaakte zijn tas met geld, pokéballs en andere pokémon. Langzaam aan leek het of Marcus wat beter werd. Hij was vaak wakker maar dan leek hij niet echt te bevestigen dat hij er ook was. Alsof hij het niet echt doorhad.
Marcus had het had gehad toen hij thuisgekomen was. Hij had zijn gezicht voor een volle week niet laten zien. Hij was gaan logeren bij de broer van een van zijn vriendjes. Toen hij eindelijk thuis was gekomen had hij da gevoeld. Marcus zat op de rand van zijn bed met zijn hand dicht tegen zijn wang gedrukt. Zijn wang klopte als een hart en deed erg veel zeer. Deze momenten herinnerde hij zich het beste. Elke keer als zijn vader hem sloeg. Omdat hij er gewoon was, af en toe. De pijn in zijn wang was niets vergeleken met de pijn die hij diep van binnen voelde. Hij had zijn moeder pijn gedaan. Veel meer pijn dan hij ooit had gewild. Hij voelde zich zo schuldig dat hij niet wist of hij het ooit wel goed kon maken. Misschien vergaf ze hem wel nooit meer. Nee.. wacht dat moest wel. Ze kon niet gaan voor hij .. Marcus sloeg uit frustratie de klok van zijn nachtkastje en stond op. Hij moest met Cat praten .. als hij dat niet deed zou hij gek worden. Ze was vast erg ongerust geweest over hem. Hij sprong van zijn bed af en trippelde op zijn tenen de gang op. Hij sloot de deur achter zich en liep naar de andere kant van het huis waar ze lag. Hij was verbaasd om te zien dat haar deur dicht was. Normaal was die altijd open zodat ze haar konden horen als er iets was. Marcus klopte enkele keren zacht en duwde toen de deur open. “Cat” Fluisterde hij. Misschien sliep ze. De kamer was aardedonker. “Ik ben te-” Toen hij het licht aanknipte en zag dat Cat er niet was leek het alsof iemand een emmer koud water in zijn maag had gegooid. Hij strompelde achteruit en rende de gang uit, de trap af. “Waar is Cat!?” Knalde hij toen hij de keuken in kwam waar zijn vader zat met een fles Whisky in zijn hand. Hij zou het nooit meer vergeten. Die blik die zijn vader in zijn ogen had. Die .. onaardse blik.
Marcus’ ogen opende zich langzaam. Hij hoorde zijn eigen hartslag in zijn oren kloppen. Het duurde enkele tellen voor hij doorhad waar hij ook weer was. Hij trok met zijn hand en kreunde. Toen hij wat zag bewegen in zijn ooghoek draaide hij zijn hoofd opzij om begroet te worden door Vix die erg opgelucht leek. Hij jankte zacht en gaf hem een voorzichtige lik over zijn hand. Marcus trok zijn hand weg en legde hem op zijn buik. Lag hij in een ziekenhuis? De blanke muren en het gepiep van de monitor… het leek allemaal te veel op .. Hij kreunde nogmaals en zuchtte heel diep. Hij voelde zich doodop ook al was hij er vrij zeker van dat hij lang had moeten geslapen. Vix trippelde om het bed heen en pakte met zijn bek een klein dienblad van het aanrechtje dat links in de hoek stond. Hij droeg het naar Marcus toe en schoof hem voorzichtig op het bed. Er stond een kom op met een vreselijk vies goedje er in dat stonk naar zwavel. Hij trok zijn neus op toen hij zich onpasselijk begon te voelen. Op dat moment ging de deur open en kwam een arts van middelbare leeftijd binnen. “Ah, Meneer Ludovic, u bent eindelijk volledig bij kennis” Hij liep naar het bed toe en bleef er vlak naast staan met een klembord in zijn handen. “Excuses voor de bedorven voedselresten ..” Hij pakte het dienblad op en zette hem weer terug tot grote ongenoegen van Vix. “U bent enkele keren wakker geworden maar heeft niet echt meegekregen wat er is gebeurd, of wel soms?” Marcus keek naar zijn handen en schudde toen van nee. “Wat is er met me gebeurt?” “U hebt een hele zware voedselvergiftiging opgelopen, Meneer Ludovic. Als uw Houndoom niet hulp had gehaald was het te laat geweest voor u. Toen u binnen gebracht werd was u al in kritieke toestand. Enige slechte kip gegeten laatst?” Marcus knikte. Slechte kip en .. slechte andere dingen. “Wel dan.. u bent een week uit de roulatie geweest. Af en toe was u bij maar het leek er niet op dat u enig besef had van wat er aan de hand was.. tot enkele dagen geleden dachten we dat het goed fout zat“ Ondertussen krabbelde de arts van alles neer op zijn klembord en duwde hij en knopje in op de muur achter Marcus. “Ik adviseer dat u wat rust neemt om te herstellen, ondertussen komt er een verse kom met kippensoep uw kant op. Als u dat goed binnen houdt zal het ergste over moeten zijn”
Marcus deed niet eens moeite om de bus te nemen naar het ziekenhuis. Hij kon niet langer wachten. Zijn vader loog. Die vuile leugenaar. Cat was niet dood. Ze was in het ziekenhuis! Dat moest wel. Hij zei wel vaker dingen over Cat om hem boos te maken. Dit was nu ook zo. Hij voelde zich merkwaardig hol.. alsof hij alle tranen al uitgehuild had. Toch dreef zijn vermoeide lichaam hem door. Hij moest zijn moeder spreken. Hij moest het goedmaken voordat hij haar ook zou verliezen. De regen tikte neer op hem. De donder rommelde in de verte en verlichtte de duistere hallen van het ziekenhuis. Hij was weer via een achteringang gekomen om niet te moeten wachten. Hij duwde de deur open naar de 4de verdieping en rende naar de kamer van zijn moeder. Hijgend gooide hij de deur open en richtte zich op. Wanhoop lag er op zijn gezicht dat al snel plaats maakte voor doodsangst. Het bed waar Millicent Ludovic in had gelegen was leeg. Hij stond daar heel lang. Hijgend en met stomheid geslagen. Toen hij voetstappen hoorde achter hem draaide hij zich hoopvol om. Een vrouwelijke arts keek de hoek van de deurpost om. “Waar is Millicent?” Zijn stem klonk emotieloos en koud. Zijn ogen glommen. “Mevrouw Ludovic is vorige maandag overleden, mijnheer” En toen leek het alsof alles zwart werd.
Marcus kwam met een schok overeind, hijgend alsof hij een marathon had gerend. Hij keek om zich heen en werd meteen geconfronteerd met de stroom aan herinneringen toen hij een leeg ziekenhuis bed naast de zijne zag. Hij liet zichzelf terugvallen in het kussen en slaakte een rauwe kreet. Het was lang geleden dat hij hier aan gedacht had. Misschien was het dat hij in een ziekenhuis lag. Hij voelde zich vreselijk en dat kwam niet door dat hij zojuist een voedselvergiftiging overleefd had. Hij zuchtte heel diep en draaide zich om in zijn bed. Nu hij er eens echt over nadacht realiseerde hij zich dat het over een week en twee dagen Cat’s sterftedag was. Op een zondag viel die deze keer. Hij wilde meer dan ooit naar Kanto reizen om haar graf te bezoeken. En die van zijn moeder. Maar hij kon geen verlof krijgen. Dat wist hij nu al. “Even doorbijten dan maar” Zei hij hardop en hij pakte de kom kippensoep die op zijn nachtkastje stond.
Uiteindelijk duurde het eventjes voor hij de artsen zo ver had dat hij helemaal gezond was. Hij voelde zich nog wat slap van tijd tot tijd maar verder was hij zo gezond als maar kon. Dan na een lange discussie, veel tests en een kritisch oog van een moederlijke arts liet ze hem gaan. Onder voorwaarden dat hij zich niet in gevaarlijke zaken stortte voor de komende weken. Helaas was hij Team Rocket en zou hij meteen weer aan de bak moeten. Ziekteverzuim lag gevoelig bij de Team Rocket leider. Allison zou het niet tolereren, dus moest hij met een goed makertje komen. Marcus had gehoord van een tropisch ressort die je via de trein bereiken kon. Kiloude City. Er zouden daar speciale Pokémon zitten. Je moest een speciale treinpas er voor hebben om er te komen. Wat fijn dat hij die nou juist net gejat had enkele weken terug. Per ongeluk. Toen hij het pasje vond ging de vorige eigenaar door het lint toen hij dreigde hem af te pakken. Hij had aan zijn wens voldaan. Marcus pakte zijn sporttas en zocht er in. Ja hoor, onderin lag hij. Hij keek er naar. Een eenvoudig groen pasje. Hij dacht kort even na wat er ook alweer gezegd was. In dat resort waren speciale tuinen aangelegd waar Pokémon uit alle regio verschenen. Zeldzame Pokémon die niet in Kalos te vinden waren. Marcus fronste. Er zat een addertje onder het gras. Enkel drie speciale Pokémon verschenen. En enkel aan één persoon. Hij had een vriend van hem eens gehoord dat een neef van zijn broer van zijn overgrootvader ooit een Magmar had gevonden. Toen hij zelf was gaan kijken verscheen er heel iets anders.
In gedachten liep Marcus het ziekenhuis uit met Vix aan zijn zijde. Die leek erg opgetogen dat zijn trainer weer buiten levensgevaar was. Hij duwde af en toe zijn neus liefdevol tegen zijn hand. Hij zuchtte diep en gaf hem een aai over zijn hoofd. De bekende drukte van Lumiose gonsde weer om hem heen en de gore uitlaatgassen drongen zijn neus weer binnen. Hij had besloten om er geen gras over te laten groeien en meteen naar het treinstation te gaan. Wat had het voor zin om langer te wachten. Hij wilde zijn terugkomst meteen goed maken. Hij drong zich tussen de mensenmenigte door. Duwend en vloekend bereikte hij een deel van de overvolle stoep waar hij een beetje vrijheid had. Vix sprong opgetogen voor hem uit en draafde statig over de vieze stoep. Hij voelde hoe de drukte om hem heen hem nu al lichtelijk misselijk maakte dus was hij ook opgelucht toen hij de rust van het station bereikte. Via werkzaamheden aan het spoor reed de helft niet. Marcus keek op de borden die hoog boven hen hing en zag dat zijn trein naar Kiloude City pas over een halfuur vertrok. De treinstond er al wel. Blij met een excuus om de drukte te ontvluchten liep hij zijn perron op. Hij wilde net instappen toen een stem achter hem zijn naam riep. Marcus keek om en zag een jongen met zwart haar zijn kant op komen. Hijgend stopte hij bij hem en nam hem in zich op. “Ben jij Marcus Ludovic?” Piepte het broekventje. “Het ligt er aan” Zei hij voorzichtig. De jongen draaide zijn schoudertas wat meer naar voren toe en begon er in te graven. Hij haalde er uiteindelijk een Pokéball uit met een touwtje erom waar een briefje aanhing. “Ik moest u dit geven” Hij overhandigde de bal en rende toen zonder wat anders te zeggen meteen weg. Marcus pakte het briefje vast en trok het eraf. Met simpele letters stond er: Dit krijg je nog te goed, gevonden op de zwarte markt in Unova – Lars Lars was een oude maat van hem toen hij nog gestationeerd was in Kanto. Ze deden veel moeilijke opdrachten samen om extra winst binnen te halen. Een hele tijd geleden voor hij naar Kalos kwam had hij hem eens geholpen met het beroven van een groep maffioso’s. Het liep erg uit de hand en Marcus wist hem op tijd naar een ziekenhuis te krijgen toen hij meerdere male werd geraakt door kogels. Ze hadden niet meer gesproken sinds hij in Kalos was aangekomen. Sinds dien had hij er niet echt meer aan gedacht. Achterdochtig stopte Marcus de bal heel voorzichtig in zijn zak alsof het elk moment kon ontploffen. Hij ging de trein binnen en zocht een coupe achteraan die leeg was. Hij gooide zijn tas in het rek er boven en maakte het zichzelf gemakkelijk. Hij pakte voorzichtig de Pokébal uit zijn jaszak. Hij keek of de coupedeur goed dicht zat, leunde voorover en trok aan de hendel, en ging toen terug in zijn zetel zitten. Lars was meestal iemand die vreselijke grappen uithaalde met hem. Een erg aardige vent als je hem eenmaal kende.. maar als hij jouw echt kende kon je van alle kanten iets verwachten. Wie weet had hij er wel een Steelix in gedaan en zou hij de helft van de trein verwoesten als hij er uit liet water in zat. Wie weet was het weer zo’n zwavel geurbom. Kinderachtig maar erg effectief. Marcus klikte op het knopje en hield zijn adem in terwijl het er op leek dat er een pokémon uit kwam. Het leek erg op een bruin, misvormd ei. Ze stond met haar rug naar hem toe en draaide zich meteen om toen ze gematerialiseerd was. In feiten was ze nog een ei. Het zag er naar uit dat ze maar half uitgekomen was en haar eischil als broek aangehouden had. Ze had bruine veren met wat dons hier en daar en een felroze huidje met ijzige ijsblauwe ogen die hem doordringend aankeek alsof ze hem aan het inschatten was. Haar poten zagen er gevaarlijk uit ondanks het geval dat ze er nog als een baby Pokémon uitzag. Om alles af te maken had ze een aandoenlijk, bruin kuifje op haar kop. Marcus snoof en legde zijn vingers op de brug van zijn neus. Wat een eikel was het ook. Ongetwijfeld was deze Pokémon waardevol. Maar het was zo lelijk en zo.. wat was het eigenlijk? Vix stak zijn neus uit naar haar. Vullaby draaide haar kopje om en pikte hem keihard tegen zijn neus. Geschrokken sprong Vix achteruit. Marcus wist de boel nog net op tijd te sussen voor hij de coupe in brand stak. Grinnikend leunde Marcus naar voren om het beestje van dichtbij te bekijken. “Zo zo, jij bent niet moeders mooiste” Ze blies haar wangen op en sloeg haar vleugels over elkaar alsof ze aan het mokken was. Marcus moest erom lachen. Aldoor schoot ze hem dodelijke blikken toe. Hij mocht haar wel. “Vix, ik hou haar” Besloot hij op dat moment. Nog nooit had hij iemand gezien met zo’n Pokémon als teamlid. Ze zag er lelijk en niet erg intimiderend uit maar hij deed het er maar mee. Hij stak zijn arm uit naar haar en nodigde haar uit om er op te komen zitten. Vullaby keek ernaar alsof hij van haar vroeg om hem op te eten. “Kom op, ik ga je niet braden en ook niet koken” Moedigde hij aan. Vullaby liep naar hem toe en ging op zijn arm zitten. Het ronde kuiken was erg zwaar en hij moest met zijn andere arm assistentie verlenen om haar omhoog te krijgen. Hij pakte haar vast en zette haar naast zich op de zetel. Hij wist niet wat hij met haar aan moest, anders dan haar houden. Het was uiteindelijk een cadeautje van Lars. Misschien had hij het niet als grap bedoeld. Hij verwierp deze theorie al snel toen de Vullaby wat omhoog kwam en op de bank scheet. Marcus schrok op uit zijn gedachten toen de trein gevaarlijk begon te grommen en toen in beweging kwam. Hij was ondertussen van coupe gewisseld en was opgelucht dat hij er eentje helemaal voor zichzelf had. Vix was op de bank tegenover hem in slaap gevallen en hun nieuwe metgezel zat bij het raam naar buiten te kijken. Ze maakte weinig tot geen geluid tot nu toe. Ze keek alleen chronisch boos. Marcus nam haar in zich op en overwoog haar een naam te geven. Buiten Vix vond hij het niet echt waard een normale Pokémon een naam te geven. Dat maakte het zo definitief. “Ik neem aan dat je een meisje bent.. wat dacht je er van als ik je een naam gaf?” Vullaby keek boos om en toen hield zijn blik vast. “Wat dacht je van Fiona?” Vullaby keek nog bozer. Nee, dat klonk wel erg nichterig. “Chance?” Nee, nee, veel te cheesy! Marcus schudde hoofd. “Gara?” Vullaby schudde haar hoofd boos. Er viel een stilte. “Charlotte” Zei hij ten slotte, zonder er een vraagteken achter te plaatsen. Vullaby leek eerst geen reactie te geven. Toen keek ze plotseling weer terug naar buiten. Marcus nam dat als een bevestiging. Charlotte dus. “Vix, ontmoet Charlotte” Vix gromde nijdig en legde zijn kop op zijn poten. Duidelijk was hij het er niet mee eens dat Marcus het ding bij zich hield. Hij kon het hem niet kwalijk nemen. Hij was sowieso al veel te trots. Het pikken van een baby Pokémon die hem in zijn neus pikte als eerste begroeting deed hem echt niet goed.
Weldra was de drukte van Lumiose City ver achter hem en zag hij enkel nog maar hoge bergen en open velden. Hij begon zich te vervelen en was te klaarwakker om weer in slaap te vallen. Hij had de afgelopen dagen enkel geslapen. Hij wilde op zijn minst een uurtje wakker blijven. Een man met een voedselkarretje kwam langs. Marcus nam die gelegenheid om wat sandwiches voor zichzelf te bestellen. Toen hij zag dat er ook pokévoer aangeboden werd kocht hij daar ook een klein beetje van. Hij legde de sandwiches naast zich en pakte het pokévoer. Geduldig begon hij het pakje open te trekken en legde hij een handjevol korrels op de bank naast hem. “Charlotte?” Zei Marcus. Charlotte keek meteen om. Haar blik ging van hem naar het pokévoer en weer terug naar hem. “Dat is voor jou” Zei hij geduldig terwijl hij de rest van het voer aan Vix gaf. Toen Charlotte zich niet verroerde pakte hij zijn eigen sandwiches en stouwde de aller eerste naar binnen. Hij aarzelde bij de tweede omdat hij er niet zeker van was hoeveel zijn maag al kon verdragen. Hij wierp een blik op Charlotte die nog steeds naar het voer staarde. Ze keek er intens naar alsof ze verwachtte dat het haar elk moment aan kon vallen. Uiteindelijk ging ze er wat dichter naartoe met haar snavel, zweefde ze er een tijdje boven en pikte toen een hapje. Ze deed er enorm lang over om te besluiten of het eten nu wel het waard was of niet. Uiteindelijk kreeg haar honger de overhand en pikte ze gretig de rest van het voer op. Marcus was gerustgesteld en leunde achterover in zijn zetel. Hij zag dat de zee al in zicht kwam. Het zou nog maar enkele uren zijn voor hij Kiloude City aankwam.
Weldra was hij enkel nog omringd door zee. De trein ging op hoge snelheid over de baan heen en liet daardoor de trein zachtjes heen en weer wiegen. Marcus opende zijn ogen toen hij besefte dat hij toch op een of andere manier in slaap was gevallen. Hij wreef over zijn gezicht en zag dat Charlotte op het verste puntje van de bank in slaap was gevallen. Vix leek ook te zijn ontwaakt toen Marcus bewoog. Hij ontmoette zijn blik met een air alsof hij het helemaal zat was in de coupe. Hoe lang zat hij er nu al? Op zijn minst .. drie uur? Hij wist het niet. En veel interesseerde het hem ook niet. Hij kon niets anders doen dan wachten op dit punt. Hij hoorde af en toe gelach opstijgen van naburige coupes. Marcus pakte zijn sporttas uit het rek en begon er in te zoeken of hij nog wat eten had. Hij vond enkel het bakje met de dode Rattata voor Arbok. Hij legde diskreet het bakje terug in zijn tas en zuchtte. Onderhand zou ze wel weer gevoerd moeten worden. Hij had eens geprobeerd haar zelf te laten jagen maar helaas kwam ze toen terug met de Pokémon van een trainer in haar buik. Het had hem alles gekost om die vent af te schudden. Nog steeds deed zijn wang zeer als hij er aan terug dacht. Misschien liet hij haar er nu wel uit. Al vulde ze de coupe bijna helemaal op.. bij nader inzien liet hij haar er toch maar in. Dan had hij te weinig ruimte om te voorkomen dat ze hem beet. Marcus keek opzij toen hij Charlotte een geluid hoorde slaken dat veel leek op die van een schorre kip. Hij begon te lachen. Automatisch keken twee boze ogen hem aan. “Je klinkt vreselijk, weet je dat” Lachte hij haar uit. Vullaby sprong op en met haar vleugels een scherpe bries opwaaide die in zijn gezicht sneed. “Auw!” Hij smeet het dichtstbijzijnde object naar haar wat een fles water was. Die ontweek ze. Ze landde op de vloer en sprong toen meteen weer omhoog om hem een schop in zijn maag te geven. Daarna veerde ze op en wist ze zichzelf te verstoppen in het tassen rek boven hem. Ze keek nonchalant naar beneden alsof dit allemaal de bedoeling was geweest. “Lelijk en snel uit haar slof geschoten” Reageerde Marcus koeltjes. Deze keer was hij sneller dan Charlotte. Hij straalde haar terug in zijn bal en stopte haar terug in zijn tas. Hij wreef over zijn maag en wierp een blik naar buiten. Hij zag in de verte een hoge berg opdoemen. Dat zou betekenen dat hij er bijna was! Marcus stond op en ging bij het raam staan. Inderdaad. Kiloude City doemde op tussen de mistbanken en stak hoog af boven de naderende trein. Het was eens tijd om die speciale Pokémon met zijn eigen ogen te zien. Wie weet vond hij er wel zo iets waardevols dat Allison hem meteen een rang omhoog zou doen. Hij grijnsde. Hopen kon altijd. Marcus ging weer terug zitten in zijn zetel en sloeg zijn benen over elkaar. Hij wilde haar gezicht wel eens zien als hij met zo’n juweeltje thuis kwam. Hij kon alleen maar fantaseren wat voor goudmijntjes daar zaten. Hij zakte achteruit in zijn zetel en zuchtte vermoeid. Misschien zou hij Allison weer treffen in een van haar kostuums. Misschien deze keer wel helemaal naakt. Hij kwam overeind toen voedselkar weer langs kwam. Hij nam deze keer nog wat sandwiches en extra pokévoer voor later. Hij leunde weer achterover en nam hongerig een hap van zijn hamkaas sandwich. De ham smaakte erg slecht. Naar dat soort ham wat je ook altijd in vliegtuigen had. Smakeloos. Heel erg veel genoot hij er niet van. Het smaakte meer naar de plastic verpakking dan naar echt vlees. Dus besloot hij dat er af te halen en aan Vix te geven. De rest van de sandwiches was met lekkere salades, en een soort dressing die hij wel lekker vond. Hij kauwde er uitgebreid op en liet de smaak over zijn tong rollen. Eentje smaakte ook naar tonijn. Hij genoot er intens van en zuchtte verrukt toen hij een slok nam van zijn water.
Laatst aangepast door Marcus Ludovic op di nov 25, 2014 7:25 pm; in totaal 4 keer bewerkt |
| | | Member Marcus LudovicPunten : 701
Gender : Male ♂
Age : 30 Year
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: What does the fox say? zo nov 23, 2014 2:54 pm | |
|
De trein kwam met een schok tot stilstand. Marcus stond op en pakte zijn tas uit het rek. Hij besloot even te wachten in zijn coupe om de drukte buiten te vermijden. Al gauw was de gang buiten de deur volgepropt met mensen. Druk pratend. Vix stond opgewonden bij de coupedeur en leek erg graag naar buiten te willen. Marcus wachtte geduldig tot alle mensen eindelijk weg waren voor hij de deur open schoof en door het gangpad naar buiten liep. Toen hij een warme bries in zijn gezicht kreeg keek hij verbaasd op. Ook al was het herfst, dit tropische resort voelde erg aangenaam en warm aan. Er stonden overal kleine huisje, gebouwen met impostante titels en neon lichten die er s’ avonds vast spectaculair uit zouden zien. De grond liep erg oneven. Te zien aan de mooie zee die voor hem lag zou het op een heuvel moeten liggen. Vix rende opgelaten langs hem heen, blij weer op land te zijn, en begon te snuffelen aan allerlei geurtjes. Marcus stapte het trapje af en keek om zich heen of hij zocht wat hij wilde. Hij zag de zogeheten Friend Safari niet meteen. Dus besloot hij om over het geplaveide pleintje te lopen. Zo iets belangrijks moest opvallen. Het was één van de trekpleisters van Kiloude City. Marcus keek op toen een grote kerk zijn klokken deed luiden. Een groep Pidove vloog krijsend op. Zijn ambere ogen keken gefascineerd naar het oude kunstwerk. En toen zag hij het. Een hoog gebouw met een gecamoufleerde pokébal er op. Dat moest het zijn!
Hij liep het grote plein over en keek toe hoe een jongen een Meowstic tevoorschijn haalde waarop een meisje haar Greninja eruit liet bij een klein vijvertje. Hij bleef staan en keek geïntereseerd toe hoe de twee het hele plein aan het verbouwen waren. Marcus streek Vix over zijn neus terwijl hij toekeek. Greninja gooide een golf van water uit het vijvertje met enorme kracht tegen de Meowstic. Die ving het op met haar psychic krachten en gooide het terug naar Greninja. Die leek het water niet eens echt te voelen en nam wraak door een gemene Extreme Speed uit te voeren. Meowstic reageerde met een Shadow Bal. Marcus draaide zich om en liep weer verder. Hij merkte dat er steeds meer mensen op het plein kwamen om te kijken. Hij stopte abrupt en herinnerde zich dat Arbok nog eten moest. Hij zocht een stil plekje op aan de rand van het plein tussen twee huizen in. Hij zocht in zijn tas naar haar Pokéball. Ondertussen pakte hij ook het bakje met dode Rattata en de pokébal met de nog levende Rattata die hij van het hoofdkwartier mee had genomen een tijdje geleden. Hij drukte op het knopje en keek toe hoe ze vorm aannam voor hem. Sissend krulde ze zich op en keek verwachtingsvol naar het bakje en de pokébal die hij vast had. “Oké, Arbok, kijk maar eerst wat je doet met dit juweeltje” Hij gooide de pokébal op en de Rattata verscheen ook. Meteen verstijfde die toen hij de Arbok zag die over hem heen torende als een moordlustige schaduw met gloeiende ogen. Arbok siste en dook naar voren. De Rattata ontweek en sprintte er vandoor. Arbok schoot een giftige straal op hem af die hem raakte en meteen zo slap als een vaatdoek maakte. Arbok gleed naar voren en pakte het op. Met één krachtige slik was de Rattata beneden. Marcus glimlachte. “Goed gedaan, je word steeds beter” Prees hij haar en hij opende de bak met dode Rattata. Hij smeet de eerste drie haar kant op en keek hoe ze die moeiteloos allemaal ving en doorslikte. Arbok siste blij toen ze ook de laatste vijf kreeg en die ook doorslikte. Blij dat ze zich even kon bewegen gleed ze achter Marcus aan toen die zijn spullen weer weggestopt had en het plein weer op liep. Het gevecht was nog in volle gang bezig zag hij aan de menigte die toe stond te kijken. Hij wierp zijn blik er vanaf en zette zijn zinnen weer op de Friend Safari. Hij stopte echter onderweg bij een imposant uitziend gebouw. Het had hoge gele wervels en de deuren waren enorm hoog. Op een marmeren bordje stond in grote letters; “Battle Maison”. “De Battle Maison is een plek voor trainers van over de hele wereld. Ze vechten er op verschillende niveaus en nemen het op tegen trainers die net zo sterk zijn als gym leaders om zo bij de top te komen!” Zei een jongetje enthousiast tegen zijn vriendjes terwijl ze stralend naar de hoge pilaren keken. “Ooit neem ik het ook tegen ze op en dan win ik!” Zei de kleinste vastberaden. Marcus haalde zijn schouders op en liep met Arbok en Vix aan zijn zijde het lange pad af naar de Friend Safari. Deze plek was duidelijk voor erg ervaren trainers. Waarschijnlijk van het soort dat de Elite Four verslagen heeft. Hij vroeg zich hardop af hoe het zou zijn om de Elite Four te verslaan. Als kleine jongen had hij vaak gedacht dat hij dat ooit zou doen. Dat hij de beste trainer ooit zou worden. En kijk waar hij nu was. Hij snoof schamper en ontweek een stel druk kletsende vrouwen. Toen hij eenmaal voor de deuren stond van het gebouw waar hij wilde zijn straalde hij Arbok terug en duwde hij de deuren open.
Hij stond in een eenvoudige lodge. Er stonden enkele bankjes om te wachten vergezeld door lelijke schilderijen. Ook stond er een PokéPC naast de balie. Er waren vijf mensen voor hem. Marcus ging zitten op een van de bankjes en zuchtte diep. Man, al die uren om hier te komen en nu moest hij ook nog eens wachten. Wat een domper. Ongeduldig met zijn voet tikkend wachtte hij tot het eindelijk zijn beurt was. De laatste voor hem wilde echter een heel gesprek aan gaan met de dame achter de balie. Daar wilde hij toch even een stokje voor steken. “Schiet eens op!” Riep hij nijdig naar voren. De man draaide zich om. “Had je wat, vuurtoren?” Vix gromde diep en ontblootte zijn tanden. “Ja, geen geduld, schiet even op voor ik deze boel afbrand” De man keek hem nijdig aan maar besloot er geen probleem verder van te maken. Haastig meldde hij zich aan, wachtte tot hij goedgekeurd was, en liep toen langs de vrouw heen door de deuren achter haar.
Nadat hij zichzelf had voorgesteld aan de vrouw zocht ze hem op in een rooster of iets. Hij probeerde reikhalzend te zien wat het was maar ze verstopte het genadeloos. Uiteindelijk knikte ze dat hij verder mocht gaan en deed ze het klepje van de balie omhoog zodat hij er langs kon om zijn tuin in te gaan. Pokémon mochten niet los lopen dus hij moest Vix bij de balie laten.
De tuin was omheind met een bruin, hoog hek. Overal waar hij keek was hoog gras dat tot zijn middel kwam met hier en daar wat open plekjes, hoge bomen en een beekje dat vrolijk er recht doorheen stroomde. Marcus haalde de Pokébal van Shelgon uit zijn zak en liep met de bal in de aanslag het gras in. Hij keek zoekend rond of hij iets zag bewegen maar zijn tuin leek verlaten. Zoekend duwde hij wat gras opzij. Hij zag een paars, katachtig geval geschrokken wegspringen in het lange gras. Meteen ging hij er achteraan. Hij sprong de open plek op toen hij bij het beekje vier grote Arcanine zag staan. Marcus lippen krulde om. Dat was nu eens een Pokémon die hij wilde hebben! Hij maakte aanstalten om hem te gaan vangen toen hij zich realiseerde dat Allison natuurlijk helemaal niets aan een Arcanine zou vinden. Van wat hij had gezien leek ze enkel gesteld te zijn op pijnlijk schattige Pokémon. Marcus gromde. Misschien moest hij niet te hard van stapel lopen en eerst kijken of er nog meer waardevols te vinden was. Hij liep langs het hoge gras naar een van de hoge bomen die een schaduw over hem heen wierp met zijn dikke takken. Hij keek op toen hij geritsel in het gras hoorde naast hem. Vijf kleine Fennekin kwamen naar buiten rennen. Gevolgd door nog eens twee en tenslotte- Marcus draaide zich meteen helemaal om toen het grijs met rode vosje het gras uit kwam. Haar grijze vacht stak meteen af tegen de lichte vacht van haar soortgenootjes. Het leek haast wel te glinsteren in het waterige zonnetje! Bingo! Marcus sprong voor de shiny Fenneking en versperde haar de weg. Hij gooide Shelgon’s bal op en riep: “Fuck yeah!”
Vanaf hier begint het gevecht!:) Het gepantserde kogeltje landde met een doffe klap op de grond. “Shell!” Riep hij strijdlustig en hij schraapte met zijn voorpootje over de grond. De shiny Fennekin ging ook klaar staan. Fennekin dook opzij toen Marcus Shelgon de opdracht gaf voor een headbut. Ze spuwde vlammende kogels op Bagon af. Die draaide zijn gepantserde zijkant er naartoe en ving de klappen op. “Headbut die rotsen haar kant op” Riep Marcus. Shelgon sprong wat achteruit, nam een aanloopje en rende toen met volle snelheid op een grote rots af. Die beukte hij vooruit. Fennekin sprong nog net op tijd weg maar was niet zo gelukkig toen de tweede haar wel raakte. Ze viel achteruit maar sprong meteen weer op om wraak te nemen met een Flame Charge. “Fennekiiiiin!” Riep ze terwijl gloeiend hete vlammen om haar lijfje heen begonnen te vlammen. Haar lijfje was bedekt in vuur terwijl ze op Shelgon afrende. Shelgon zou niet snel genoeg zijn. “Weer het af met je schild” Shelgon zette zich schrap om de klap op te vangen. Fenneking kwam hard aan en wist hem een klein stukje achteruit te duwen. Hij zette zijn pootjes vast in de aarde en beukte haar opzij. Fennekin stuiterde achteruit maar kwam opnieuw overeind. “Erg vasthoudend ey, dat vind ik wel wat” Fennekin gooide haar kopje omhoog en liet een schril gehuil horen. Daarna sprong ze met hoge sprongen op Shelgon af en rankte met haar scherpe klauwen over zijn schild. “Doe je bite!” Shelgon pakte Fennekin’s staart vast en beet er keihard in. Fennekin schreeuwde het uit en nam deze gelegenheid aan om Embers op hem af te willen schieten. “Slinger haar weg!” Riep Marcus vlug toen hij zag hoe haar bekje begon te roken. Shelgon smeet haar opzij maar Fennekin maakte een draai in de lucht en schoot ze alsnog af. Toen ze Shelgon raakte ontstond er een dikke wolk. Marcus was even ongerust dat ze sterker was dan ze leek. Maar de mist trok op toen Shelgon er uit sprong en zich schrap zette om weer te gaan beuken. Op zijn linker flank zaten zwarte vegen van het vuur dat hem daar geraakt had. Hij leek er niet blij mee. Fennekin zette weer een Flame Charge in en ontweek deze keer elke poging om haar te raken met stenen. “Headbut, Shelgon!” Hij maakte zich klaar en rende toen ook op haar af. Hij beukte haar keihard weg tegen de knoest van de boom aan. Ze plofte op de grond en kwam heel langzaam overeind. “Fennekin..” Piepte ze gepijnigd. Ze sprong naar de laagste tak die ze vinden kon en schoot vanaf daar embers neer op Shelgon. Shelgon dook achter een hoge rots. “Oké, Shelgon, maak je klaar om haar de boom uit te beuken” Shelgon zette zijn poten uit elkaar en begon blauw te gloeien. Hij sloot zijn gele oogjes en herhaalde dit proces vijf keer. Fennekin schoot nog steeds embers af op de rots die nu gevaarlijk aan het barsten was. “Nu Shelgon!” Shelgon sprong van achter de rots vandaan en rende met een gloeiende voorkant op de boom af. Toen hij tegen de bast aanbeukte vielen alle bladeren spontaan van de boom af en begonnen takken wild te schudden. Fennekin verloor haar balans en viel naar beneden. “Bite!” Shelgon sprong achter haar aan en ving haar op uit de lucht in zijn sterke kaken. Fennekin gilde het uit en spartelde. “Doe je rage!” De rage die opgebouwd was door alle klappen en versterkt was door de Focus Energy aanvallen zou een killer zijn. Met Fennekin in zijn bek rende hij op een rots af. Hij beukte met haar er tegenaan en brak hem doormidden. Shelgon liet los en ging achteruit. Marcus keek naar de Fennekin die niet langer bewoog. Hij pakte de Shiny Ball uit zijn tas en smeet hem. Ze werd er in gezogen en de bal viel in het lange gras. Omringd door gebroken rotsen, gras dat in brand stond, dode herfst bladeren en takken die afgebroken waren.
|
| | | Administrator Raven StriderPunten : 639
Gender : Male ♂
Age : 22 Years | 08/06
Type : Team Rocket
Rang : Agent
Regions : Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: What does the fox say? zo nov 23, 2014 5:53 pm | |
| HELAAS! FENNEKIN IS NIET GEVANGEN!Het lijkt er op dat Fennekin nog niet is uitgevochten. |
| | | Member Marcus LudovicPunten : 701
Gender : Male ♂
Age : 30 Year
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: What does the fox say? zo nov 23, 2014 8:09 pm | |
|
De oranje met witte pokébal schokte enkele keren. De pauzes werden langzaam langer en net toen het leek dat hij definitief klaar was met schokken barstte hij open. Het grijze vosje richtte zichzelf overeind en rende toen weg. "Nee dat doe je niet!" Shelgon sprong ook al naar voren. Hij stopte twee vingers in zijn mond en floot een hoge toon. "Grijp haar, Shelgon!" Beviel hij. Ondertussen klonk er wat rumoer en een deur die keihard open ging. Marcus keek om en zag hoe zijn Houndoom zijn kant op kwam rennen. Dat kleine ding was sneller en sterker dan hij gedacht had. Hij zou Allison de moeite besparen en zichzelf neerschieten als hij een shiny pokémon liet ontsnappen. Shelgon was helaas niet snel genoeg dan de Fennekin die een poging deed te ontsnappen in het hoge gras. "Shelgon uit de weg, Vix, steek het gras in de fik!" De krachtige Flamethrower blies langs Fennekin heen en brandde het deel voor Fennekin totaal plat. "Snel, Smog aanval om haar af te leiden" Vix rende naar voren en blies de stinkende, ijzerkleurige rook naar Fennekin terwijl hij zelf haar inhaalde en ging staan op de plek waar ze hoogstwaarschijnlijk uit zou komen als ze zou blijven rennen. Op dat moment kreeg Marcus een idee. Het was een heel dom idee. Roekeloos zelfs. Hij plaatste er zelf nog maar vraagtekens achter of het zou werken. Wie niet waagde won ook niet. Marcus haalde de pokébal van Charlotte er uit en gooide hem op. De lelijke gier pokémon verscheen naast hem en keek met een mengeling van haar chronische boze blik en interesse rond zich. "Vix, Shelgon, laat Fennekin niet ontsnappen!" Hij draaide zich af van het gevecht en knielde voor de Vullaby. Die keek hem achterdochtig aan en zette boos haar veren op. Ze draaide haar hoofd weg en deed alsof ze hem niet wilde horen. "Charlotte, vecht voor me" Charlotte draaide haar kop zijn kant op en keek verbaasd. "Je Gust aanval heb ik nodig, ook al is hij nog niet sterk je kunt me assisteren" Wie weet kon hij al een beetje een band opbouwen als ze dacht enige vorm van belang te betekenen voor Marcus. Hij keek op toen ember aanvallen overal in het rond vlogen. Mooi, ze zat dus nog in de smog die al langzaam aan het opklaren was. Wie weet vergiftigde de vieze rook haar wel. Maar de kansen waren nooit echt in zijn voordeel. Marcus stond op en draaide zich naar Shelgon en Vix toe. Hij moest en zal haar hebben, al was het zijn laatste. "Opgelet!" Knalde hij. Vix en Shelgon verstijfde. "Zodra die gust weg waait, Shelgon, doe jij je Headbut en jij je Fire Fang, Vix" Beide Pokémon knikte en maakte zich klaar. Marcus keek naar de Vullaby aan zijn benen die voor zich uit staarde. Strak. Haar Gust aanval zou niet erg veel doen, maar dat hoefde ook niet, hij moest enkel iets hebben wat de smog weg kon laten waaien. Hij haalde diep adem en riep toen: "Nu! Charlotte doe je Gust" Tot zijn grote verbazing en opluchting rende Vullaby naar voren op haar grote poten, sprong omhoog en klapte toen verwoed met haar kleine armpjes. Een briesje waaide naar de smog en liftte die omhoog. Shelgon sprong naar voren toen hij Fennekin' haar silhouet zag. Hij beukte haar weg recht in de kaken van Vix. Zijn kaken gloeide rood en vlammen gloeide waar zijn tanden nu zaten. Hij trof doel en zijn tanden veranderde van vuur naar een duistere, zwarte materie. Bite. Hij slingerde Fennekin weg die op haar pootjes terecht kwam. Ze beefde en zakte toen in elkaar. Met op elkaar geklemde kaken keek het grijze vosje hen aan en kwam toen heel langzaam, bevend van de inspanning die het haar spieren kostte, omhoog. "Nog steeds niet klaar, dat geeft niet, weldra zul je dat wel zijn" Zei Marcus vals en zijn ogen glommen. Hij lachte schamper en stak zijn vinger uit. Fennekin draaide om en rende er vandoor. "Vix, doe je Flamethrower" De vuurzee ging net over haar hoofdje heen toen ze zich plat op de grond wierp. Wel raakte hij de grote, van zijn bladeren ontdane, boom. Het vuur greep zich aan alle kanten vast toen het contact maakte met het droge hout. Brandende takken vielen van de boom af en landde op de grond. Bladeren vatte ook vlam en weldra was de uitweg voor Fennekin versperd toen een grote, toch al losse tak naar beneden stortte recht voor haar. Ze remde en draaide zich angstig om. Vix stond met zijn lip opgetrokken achter haar en gromde diep. "Charlotte, doe je Gust naar het vuur toe" Charlotte rende naar voren en liet het vuur alle kanten op waaien zodat het mogelijk nog hoger, en heter werd. De vlammen haakte zich vast en grepen om zich heen waardoor het strijdveld langzaam in een brandende massa werd verandert. Fennekin kon nu niet langer links, rechts of naar achteren zonder pijnlijk te worden geraakt door het vuur. Ze gromde en keek Vix recht aan. "Doe je Bite!" Vix ontweek Fennekin' haar scratch aanval en beet zijn kaken neer in haar. Ze schreeuwde en spartelde. Hij wierp haar van zich weg met een krachtige beweging van zijn kop. "Headbut, Shelgon!" Shelgon sprong naar voren, zette zich af op een rots en beukte Fennekin keihard weg. Ze vloog over het een klein eindje om hard neer te komen in de harde grond en een spoor te trekken. Marcus liep naar de open bal op en klikte hem dicht. Hij keek met vlammende ogen naar het grijze, glinsterende vosje en gooide hem. Opnieuw werd ze er in gezogen en viel de bal neer. Het vuur maakte dat het rood nog intenser gloeide in de gloed van de vlammen. Marcus glimlachte terwijl hij de bal zag schudden. "Dit krijg je wanneer je met vuur speelt" Mompelde hij hardop. Arcanine' stonden toe te kijken op een afstand en het leek er op dat ze niet blij waren met Marcus. Hij had de rust flink verstoord. Purrloin waren bang terug het gras en andere schuilplaatsen in gevlucht toen het vuur hun kant op was gegaan. De groep Fennekin was nergens meer te bekennen.
|
| | | Administrator Raven StriderPunten : 639
Gender : Male ♂
Age : 22 Years | 08/06
Type : Team Rocket
Rang : Agent
Regions : Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: What does the fox say? zo nov 23, 2014 8:57 pm | |
|
GEFELICITEERD! FENNEKIN LV.15 IS GEVANGEN!Fennekin is toegevoegd aan je PC Geef Fennekin een nicknaam? Ja/Nee |
| | | Gesponsorde inhoud | Onderwerp: Re: What does the fox say? | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |