Member Jean-Pierre DupuitPunten : 111
Gender : Male ♂
Age : 24
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: The Persona & The Shadow ma maa 26, 2018 10:18 am | |
|
Stress.
“Sluit je ogen en volg mijn stem.”
Een heide. Klare lucht. Geen zon te zien. Een bos. Jean-Pierre liep voorzichtig richting de bosrand. Iets in hem zei dat hij het bos moest betreden. Maar iets hield hem tegen. Hij wilde het bos niet in. Hij wilde niet ontdekken wat er in het bos lag. Hij zuchtte, en besloot dat het moest. Een stemmetje in zijn hoofd. Een hele zachte. Eentje die je makkelijk negeert. Die sprak tegen hem. En zei: “Doe het.” Hij liep verder om de bosrand heen en vond uiteindelijk een daadwerkelijk pad het bos in. Dat gaf hem het zelfvertrouwen om toch maar het bos te betreden.
De hele tijd dat hij door het bos liep voelde hij zich raar. Hij was blij hier te zijn. Hij vond het eng. Hij wilde zo snel mogelijk het hele pad hebben afgelegd. Hij wilde graag wat langer blijven. Totdat hij aankwam op een plek.. waar hij het bos, aan de rechter kant van het pad.. niet eens meer kon zien. Het was niet eens een zwarte mist. Het was gewoon.. niks. Het was helemaal donker. “Je weet wat je moet doen. En als je het niet doet ga je er spijt van hebben.” Hij wreef zijn hand over zijn gezicht. Dit was het moeilijkste dat hij ooit heeft moeten doen.
Hij wist niet eens hoe lang het heeft geduurd. Maar hij waagde het om de duisternis in te lopen. Hoe dieper hij zichzelf hulde in de duisternis. Hoe ongemakkelijker hij werd. Het werd zelfs op een punt pijnlijk. Maar hij bleef doorlopen. Zelfs al zou hij willen, was het niet mogelijk om weer terug te lopen. Zijn benen bleven maar gaan. Het voelde alsof hij tegelijkertijd zeer doelbewust naar een vaste bestemming toe liep, en alsof hij maar wat in het rond aan het wandelen was. STOP.
Zei hij tegen zichzelf. En dat deed hij dan ook. Hij dwong zichzelf om te gaan dagdromen. Om zichzelf te kalmeren. Ook al was hij helemaal niet onrustig. Echter, gaf hem dit enkel een hevige hoofdpijn. En pas toen hij accepteerde dat hij in de duisternis liep.. verdween de hoofdpijn. Hij wilde gaan zitten, en gaan relaxen. Maar zijn hele lichaam begon te jeuken. Hij wilde gaan rennen. Maar hij voelde een stomp in zijn maag.
Hij viel voorover op zijn knieën en begon te huilen. “Dit wil ik niet.” Jammerde hij. “Ik vind het niet leuk.” Bijna kinderlijk. En toen.. uit het niets.. verdween het vochtige gevoel rondom zijn ogen en op zijn wangen. De tranen waren weg. Hij keek op en zag twee gele vlekken. Deze kon hij enkel identificeren als boze ogen.
Alsof het niets was, zag hij ineens vanuit de duisternis een hoekige kaak ontstaan. Een mond opende. Hij huiverde. Dit was niet mogelijk. Je kunt niks zien in het donker. En deze.. was anatomisch op meerdere manieren uit proportie! Ineens stond Jean-Pierre weer rechtop. Een primitieve brul was te horen vanuit de open mond.. gericht op hem. Het hele figuur werd een schim. Van wel zeker vier meter groot. Breed.. sterk.. en een agressieve houding. En vooral heel hoekig. Het hief zijn vuisten en liet ze neerkomen in Jean-Pierre’s richting. Jean-Pierre maakt, voor zijn gevoel, een stap opzij. Niet eens snel. Maar ontweek zo wel de slag.
Automatisch kreeg hij de neiging om ervan weg te rennen. Het lukte. Hij was weg van het beest. En hij zag het niet meer. Maar toen hij naar beneden keek, om zijn benen te zien. Zag hij zelf een enorme hoekige schim was geworden. Na het knipperen van zijn ogen zag hij Rustboro City. Helemaal kapot. Zonder dat hij het zelf wilde sprong hij van een van de gebouwen af en landde op zijn voeten op de grond. Schijnbaar was hij nog niet klaar met de ravage. Gebouwen slopen. Auto’s gooien.
“Ik geloof dat dit genoeg is voor een eerste keer.”
Fel licht. Minder fel licht. Onscherp. Scherp.
Hij knipperde een paar keer met zijn ogen. En keek de man op de stoel aan. Hij moest weer even alles op een rijtje zetten. Uhm.. Dokter Davids heette hij. En hij had een mooie bril op. Ook had de man een kek notitieboekje liggen. En hij zelf was.. Jean-Pierre Dupuit. Muzikant. Trainer. Ja. Kalosiaan. Woont in Hoenn. Hij plaatste zijn handen op zijn voorhoofd en wreef vervolgens in zijn ogen.
“Hoe voel je je?”
“Moe.”
“Wat heb je allemaal gezien?”
“Mezelf.”
Later die dag, toen hij thuis aan kwam, deed hij het rustig aan. Dat was Het advies dat hij van Dokter Davids had meegekregen. Hij zette voor zichzelf een kopje thee, en maakte daadwerkelijk een boodschappenlijstje voor later. Zodat hij niet wéér alleen maar noodles zou gaan eten. Hij plofte neer op de bank en reflecteerde op hoe hij zich voelde. Kalmer. En ook ongeruster. Ongerust over de moeilijkheden in de toekomst. Kalm over de hulp die hij daarbij zou krijgen. Hij glimlachte en nam een slok van zijn thee.
Het is me allemaal wat. Allemaal gekke dingen die eigenlijk normaal zijn. Allemaal normale dingen die eigenlijk heel gek zijn. Een hoop mensen die dat weten. En maar een handje vol mensen die het begrijpen. Hij hoefde het niet te begrijpen. Zolang hij zichzelf maar begreep. Dat zou hij al heel fijn vinden. Hij haalde zijn hand door zijn haren en keek eens naar zijn appartement. Hij keek, écht. Wat een rotzooi eigenlijk.. Alles lag door elkaar.. overal stof.. Hij schreef meteen op een papiertje dat hij morgen maar eens een grote schoonmaak ging doen. Want dit kon zo niet verder. Het maakte hem trots op zichzelf.
Hij kon alles nog. Hij wilde alles nog. Hij moest gewoon beter met stress leren omgaan. Het zijn de kleine dingen weetje. De dingen die je als eerste gaat negeren. Schoon huis. Goed eten. Goed slapen. Maar ze zijn zó belangrijk. Hij nam nog een slok van zijn thee, en nam dit moment om zijn Holo Caster te pakken. Hij ging door zijn contactenlijst heen en vond daar zijn vader staan. Hij glimlachte en belde hem op. Hij wilde hem spreken. Hij wilde weten hoe het met hem ging. En hij wilde vertellen hoe het met hém ging.
|
|