Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
Onderwerp: Merry Sniffmas! zo dec 10, 2017 9:06 pm
Christmas isn't a season. It's a feeling.
Sneeuw daalde neer over de regio van Kalos en de warmte van de stedelijke gebieden deden deze tot op zekere hoogte smelten, maar er was nét genoeg voor wat men noemde ‘sneeuwpret’. Tevreden de hand gevend aan een menselijke soortgenoot die zijn hulp als Ranger-zijnde nodig had met het vinden van zijn verloren Pidgey, zweefde een sterke geur voorbij van vers bereidde kerst geïnspireerde gerechten die hij bijna allemaal inmiddels wist op te noemen sinds de vrij recente kerstfeest die in het Ranger hoofdgebouw was gevierd. Echter had hij vroegtijdig moeten vertrekken en deze melding moeten afhandelen, al vond hij dat absoluut geen probleem, gezien hij graag ieder ander op elk moment van de dag, ongeacht tijdstip of jaargetijde wilde helpen. Na beleefd afscheid te hebben genomen van een weer tevreden menselijke soortgenoot, keek hij over zijn schouder richting de geurbron van de diverse gerechten en het bleek uit een lokale markt te komen, die zich vlakbij een vrij donkere grot bevond waar hij enkel nog meer geuren uit rook. Niet alleen een relatief grote hoeveelheid aan Pokémon die waarschijnlijk momenteel sliepen of schuilden voor de nog neerdalende sneeuw, maar ook een enkel menselijke soortgenoot. Uit nieuwsgierigheid wat dit te betekenen had en wat de markt, een gelegenheid waarin zijn menselijke soortgenoten voedselwaarden en soms voorwerpen verkochten voor meestal een lagere prijs dan in de supermarkten, te bieden had voor hem. Met zijn handen in zijn zakken, beschermend tegen de koud, liep hij met een vrolijke glimlach op de al vrij druk bezochte markt af en inspecteerde de eerste paar kraampjes die hij tegemoet kwam. De eerste kraam verkocht diverse exotische voor hem onbekende vruchten in de kleuren rood, groen en wit en werd omringd door diverse glinsterende slingers en kerst-gerelateerde objecten, en elke vrucht had een stuk karton voor zich met erop gehaast genoteerd wat de prijzen waren. Ze waren vrij geprijsd, ongewoon voor een markt naar zijn ervaring, en daarbij zagen de vruchten er niet aantrekkelijk en uit hun zure geur kon hij direct afleiden dat ze of overrijp waren en daarmee vrij zacht maar ook té zoet zouden zijn voor hem en al zijn Pokémon, of té zuur. De kraam tegenover verkocht daarentegen aandoenlijke kleine knuffels, van diverse stof geïmiteerde representaties van objecten maar ook mensen en Pokémon en scheen gebruikt te worden als speelgoed of om te omhelzen bij het slapen. Er zaten voornamelijk Pokémon bij die in overmate voorkwamen in de Kalos regio en een enkeling die hij juist meer zag in Hoenn, maar buiten die twee, stak er één knuffel uit, een pikachu-vormige die een beetje in elkaar gezakt uit zag en een vreemde schaduw om zich heen wierp. Nog vreemder was dat deze bij nader inzien sterk naar een elektrische Pokémon rook door de bittere geur die het af gaf. Met een lichte frons stapte hij de markt verder door, nadenkend over wat voor een Pokémon bestond die zich zou vermommen als een soort Pikachu, totdat de zalige geur weer langs zijn neus streek.
Alert keek hij op, enkel om verderop een kraam te zien die omgeven werd door een flinke aantal menselijke soortgenoten met geld in hun handen en ongeduldig stonden te wachten op… Hij nam diep adem en rook diep de geur in en voelde al het speeksel vloeien in zijn mond, het rook naar diverse specerijen en enkele groenten, een geur die hij wel vaker rook maar het was deze keer anders, het was… Het rook beter. Meer in harmonie. “Interessant,” begon hij en haalde direct maar Rowlet tevoorschijn, wetende dat zij een soepje het meest zou waarderen en na het openen van de Pokéball, verscheen de uilachtige Pokémon op zijn schouder, en vol verwarring staarde die naar hem met haar kopje heen-en weer bewegend in een poging de locatie tot zich op te nemen. “We zijn op een markt, en ik dacht dat je wel zin had in een menselijk gerecht, genaamd ‘soep’,” gromde hij naar haar toe en ze staakte haar ietwat gedesorïenteerde gedrag en staarde hem nog tamelijk verward aan. De uilachtige Pokémon had immers nooit eerder van een ‘soep’ gehoord en het beste hoe hij aan haar kon uitleggen was door het aan haar te laten zien. Zijn andere Pokémon hadden immers al veel meer van de menselijke wereld meegekregen en zelfs kerst, maar als jongste Pokémon had hij haar nog veel te leren. Met een geruststellende glimlach voegde hij zich dan ook toe aan de menigte rondom de kraam, geduldig wachtend op zijn beurt. Als een menselijke individu van een vrij onder gemiddelde lengte kon hij echter niet boven zijn menselijke soortgenoten naar de kraam zelf kijken. Het was hem echter wel opgevallen dat vlak achter de kraam de grot zich bevond en dezelfde sterke geur vanuit de grot vandaan kwam. Met een lichte frons leunde hij lichtelijk opzij in de poging iets op te vangen vanuit de grot, gezien hij er een vrij obscure geur in detecteerde. Het had een zure en ietwat bittere geur met een vleugje modder-achtige geur, een ongebruikelijke geuren verzameling voor een ‘soep’ waarin eerder kruidachtige en stukjes vlees en vis in zaten met een zeldzame keer een ei. Het was uiterst interessant, en hij merkte dat hij niet de enige was die zo zijn twijfels had over de origine van de soep, Strigi schoof ook meerdere malen verward heen-en weer en wisselde een bezorgde blik met hem uit. Er zat iets vreemds in, iets ongewoons en hoewel daar niet altijd iets mis mee was, sprak de bezorgde blik van de Rowlet boekdelen; het was iets slechts. Het was de geur van een Pokémon. Een Pokémon die weleens in grotten voorkwam en een Rock type was met één opvallend kenmerk en dat was-
“AAAAAAAAAAAAAAAAAA!”
Een luide vrouwelijke menselijke soortgenoot gil echode uit de grot en het duurde niet lang, voordat ze eruit rende, haar handen wroetend in haar haar waar de geur van de Pokemon sterk in hing, vermengd met een vloeistof. Haar gil had echter de slapende en schuilende Pokémon gewekt in de grot en een zee aan Zubat en Noibat verlieten de grot in blinde paniek maar het meest opvallende was de laatste Noibat die weg vloog. Deze was ondervoed en mager, en het was iets dat de meer ziekere of minder fitte Pokémon overkwam, en zo te zien ook deze Pokemon, die bibberend van de kou fladderde. Het vreemde eraan was dat ook deze Pokémon deels onder de naar een specifiek Pokémon ruikende vloeistof zat en daardoor meer moeite dan zijn huidige staat had om te vliegen. De hele commotie had de meeste mensen rondom de kraam afgeschrikt en ze snelde dan als een Blaziken-achtige zonder kop rond, gillende geluiden producerend om daarmee hun angst te vocaliseren aan hun soortgenoten. Nu de mensen menigte weg was gerend had hij eindelijk zicht op de verkoper achter de kraam die de laatste paar klanten bij zich probeerde te houden maar die niet helemaal in slaagde. De man beet gefrustreerd op zijn lip en toen ook die laatste paar mensen weg rende, sloeg hij furieus op de houten plank waar hij een minuut geleden enthousiast de soep uit zat te delen. ‘Dit gaat echt nergens naar! Arceusdomme, waarom heb je nou weer de boel moeten mislukken, Cassidy?!’ De oranje harige menselijke soortgenoot bleef gillen en greep zo snel als ze kon een kleed die ze vervolgens gebruikte om zichzelf schoon te wrijven, verder enkel reagerend met gemompel waar zelfs hij nets uit op kon maken. De man merkte hem echter op en in de hoop toch de soep te verkopen verdween de norse blik uit zijn ogen en hield hij gretig een bol soep vast met een zogeheten ‘verkopersglimlach’. ‘Het is maar 400 Poké Yen,’ Direct hield hij zijn eigen hand voor en weigerde de aanbod met een beleefde glimlach, “Nee, ik keek enkel rond, ik hoef geen soep maar bedankt voor uw offer!” Na die woorden werd de man weer nors en liep de man gelijk naar de vrouwelijke soortgenote Cassidy toe maar hij besloot niet verder naar hun conversatie te luisteren. Dit was hem allemaal iets te bizar. De chaos nam des te meer toe toen hij de zwakkere Noibat ietwat gedesorïenteerd door de nog volle markt zag vliegen, botsend tegen vruchten, borden en mensen met als gevolg dat er meer paniek heerste. Oké, wat er ook aan de hand was met de ietwat aparte soep, het zou moeten wachten en hij zou liever eerst de Noibat en de mensen in veiligheid willen brengen, voordat hij op de volgende mysterie af zou gaan.
“Strigi, gebruik je Leafage om een bladeren cirkel om de Noibat te creëren,” Het was slim eerst de Noibat in kwestie te ‘vangen’ zodat er minder hysterie zou zijn op de markt en hij daarna de Pokémon kon helpen door de vloeistof van hem af te halen. De Rowlet wapperde met haar vleugels, zette zich af en vloog ietwat moeizaam naar de Noibat en moest hier-en daar een bord ontwijken terwijl de Noibat ruim tien meter voor haar vrij zigzaggend rond fladderde, tegen mensen opknallend. Vastberaden dwong ze zichzelf sneller te vliegen zodat ze vlakbij de Noibat kon komen, gaf een uithaal met haar vleugels en wist een paar bladeren af te vuren die een cirkel vormde om de vleermuisachtige Pokémon. ‘Noi?!’ Verschrikt staakte de Pokémon zijn weg maar vergat door de complete schrik te wapperen met zijn vleugels en viel daarmee neer richting de grond. ‘Ro!’ koerde de uilachtige Pokémon toen ze de Noibat naar de grond zag vallen, en wierp haar lichaam in een duikvlucht en… “ROWLET!” Koerde ze trots, met haar klauwen de twee grote, gevoelige oren van de Noibat vastgegrepen. De Pokémon was gelukkig minder zwaar dan verwacht en ze fladderde direct naar Averill toe, de Noibat onder zich hangend. Bezorgd snelde hij zich naar de vleermuis, die flink tegen stribbelde, duidelijk met het weinige energie dat hij nog in zich had. Hij was nu in goede handen maar dat wist de Pokémon zeker niet, en hij gromde een oprecht bedankje naar Strigi die tevreden koerde en na een tweede grom, met enige twijfeling de Noibat losliet. Het zou moeilijker en intimiderende zijn om de Noibat niet dan vrij te laten maar dat betekende wel één ding; dat hij niet zomaar mocht weg fladderen, voordat ze hem geholpen hadden. En de menselijke soortgenoten, waarvan een paar twijfelend een paar meter verderop naar het tafereel aan het staren waren, verward de bijnaam van hem mompelend, ‘Tarzan’ en natuurlijk ‘Ranger’. “Alles is in orde, we willen enkel je helpen met dat vloeistof dat je om je heen hebt zitten, we zullen je verder niets aan doen,” sprak hij al grommend, waaraan Strigi zwakjes ook iets aan bij droeg bij de woorden die de Noibat wellicht minder begreep. Op het moment was hij oprecht blij dat hij voor de gelegenheid Strigi, een onschuldig ruikende en uitziende Pokémon aan zijn zij had in plaats van bijvoorbeeld Elapi of Rhino die met hun verschijning zeker de Noibat zouden wegjagen. ‘Noi… Noibat… Noi!’ Angstig piepte de vleermuisachtige Pokémon al moeizaam fladderend, en hijgend terug, maar het leek erop dat hij te uitgeput op dit punt was om te vluchten. De vleugelslagen en gepiep van de Noibat zwakte steeds meer af en uiteindelijk leek het erop dat de Pokémon zijn situatie door had en dus de hulp zou accepteren, totdat…
Hij ineens de geur van een ratachtige Pokémon, genaamd Raticate achter zich rook die steeds sterker en sterker werd, gepaard met een agressieve strijdkreet. Direct draaide hij zich om, en de Raticate sprong bijna tegen hem op, duidelijk geen rekening houdend met zijn verschijning en al helemaal zijn beweging niet en de pupillen van de Pokémon verwijdde zich dan ook. De grote snijtanden naderden hem al spoedig, en alert haalde Averill waarschuwend uit tegen zijn snuit, direct met het gevolg dat de Raticate verschrikt piepte en opzij sprong maar niet geheel soepel landde op zijn poten. Spoedig bleek het de Pokémon te zijn van dezelfde man die net bij de kraam de soep zat te verkopen, maar ditmaal leek de man des te meer geagiteerd. ‘Ugh, jij… Ik had bijna die Noibat te pakken gekregen! De oorzaak van het verlies van mijn inkomen, echt.. het ging zo lekker tot.. tot..” De man balde al zijn vuist, en direct leek er bijna een aanval uit zijn mond te ontsnappen maar Averill stapte nou compleet voor de Noibat en kruistte zijn armen. “Een Pokémon of mens kan weleens een fout maken maar dat betekent niet dat ze daarmee altijd moet worden beboet, je kan niet de schuld naar een ander schuiven en deze proberen te pijnigen, puur omdat je niet probeert te bedenken hoe je de situatie kan op lose-“ ‘Hyper Fang, en dat is pure onzin! Je weet niets!’ Snijtanden in zijn ooghoek gloeiden fel op en de vacht van de Raticate schoot overeind, waarna deze recht op hem af sprong, met een tweede strijdkreet. Het was genoeg om de Noibat af te schrikken maar nu hij echt aan het limiet van zijn energie zat, vloog hij opzij en landde op de schouder van de Ranger. Hij wilde op het moment liever niet vechten maar het was duidelijk dat hij de ander niet snel op andere ideeën kon brengen en met tegenzin keek hij Strigi aan, als het zo moest, zouden ze de Noibat met hun levens beschermen. Al grommend noemde hij een aanval om de Raticate’s aanval te blokkeren en tijd te rekken om het gevecht zien te stoppen. De snijtand raakte echter de vleugel van Strigi en ze piepte luid en gebruikte vervolgens haar snavel om tegen de gevoelige snuit van de Raticate te pikken die verschrikt en pijnlijk haar vleugel losliet, gevolgd met een felle trap van de Pokémon tegen de ratachtige Pokémon en deze tot de grond aan duwend met haar trappen. Ze probeerde echter de Pokémon eerder tegen de grond te houden dan hem te pijnigen, alles om Averill meer tijd te geven de situatie in orde te krijgen. “De situatie is in orde en we willen de Noibat helpen, dan knapt hij op en zal hij weer naar zijn soortgenoten toe kunnen vliegen en kan je met een gerust hard door gaan met uw soepverkoop. Zolang u maar in ons gelooft,” Wantrouwen was gemakkelijk af te lezen uit het gezicht van de man maar Cassidy legde al haar hand op zijn schouder en schudde haar gezicht heen-en weer toen ze zijn blik opgevangen had, een gebaar wat meestal betekende dat welke beslissing ook genomen was, het niet meer werd doorgezet. “Zie je nou wel? Geloof maar in ons,” vervolgde hij enthousiast met een oprechte glimlach, trots naar Strigi en zichzelf wijzend en vervolgens de Noibat die inmiddels trilde van angst maar des te meer van kou. Bezorgd keek hij om naar de rillende Pokémon en legde zijn hand over zijn koude lijf heen en ondanks de directe beet van de vleermuis in zijn vinger, stribbelde die minder tegen dan verwacht en nam het getril lichtelijk af.
Vooralsnog voelde hij zijn eigen haren overeind staan over zijn hele lichaam, de twee menselijke soortgenoten hadden allebei nog geen ontspannende houding aangenomen. ‘Row!’ Geluid van heftig gefladder was te horen en in zijn ooghoek zag hij dat de Raticate al zijn tand had gezet in de vleugel waar hij zonet nog in gebeten had en van plan was niet meer los te laten ondanks haar gepik tegen zijn snuit. Direct balde hij zijn vuisten en deelde een blik met de twee die een grimas op hun gezichten hadden gevormd, en een tel later opende Cassidy een Pokéball en haalde daarmee een aapachtige Pokémon genaamd Primeape tevoorschijn. De bruine Pokémon stond bekend om zijn flinke gevechtslust en zijn vuisten en trappen waren zeer pijnlijk, dus het was duidelijk dat hij goed op de uithalen moest gaan letten. ‘Dynamic Punch!’ Direct spande de aapachtige Pokémon zijn vuist en snelde vervolgens naar voren, met zijn concentratie naar zijn vuist, klaar om een rake stoot aan hem uit te delen. Hmm, wacht… Een grijns sierde zijn gezicht terwijl de vuist hem naderde en snel sprong hij opzij met één hand op de Noibat zodat die niet van zijn schouder af zou vallen. Zo snel als hij kon kromp hij iets meer in elkaar en schoot opzij, en de Primeape volgde hem op de voet en de vuist was recht op koers naar… zijn partner, de Raticate. De snorharen van de knaagdierachige Pokémon schoten verschrikt omhoog en zijn pupillen verwijdde zich toen hij de Primeape op hem af zag komen. Niet in staat de aanval meer te ontwijken knalde de vuist tegen de kop van de Raticate, daarmee een paar meters afvurend, gevolgd door een luide verwarde en verontwaardigde geluid uit de Primeape. Bezorgd remde de aap af door zijn voeten de grond in te boren en direct naar de Raticate toe te lopen maar daarmee duidelijk uit concentratie gebracht. Bezorgd richtte hij zijn aandacht op de Rowlet die gewond op de grond lag, en likte direct de wonden van haar vleugels schoon, waarop Strigi d’r snavel tegen de wang van hem wreef.
“Gaat het, Strigi?” vroeg hij al grommend en ze knikte met haar mondhoeken omhoog getrokken, ze kon het zeker aan, “Strigi, blokkeer hun weg met je Razor Leaf en vervolg het met je Pluck!” Met hervatten moed haalde ze uit met haar vleugels en een reeks bladeren schoot recht op de twee Pokémon af blokkeerden hun weg ietwat. ‘Raticate, gebruik je Quick Attack! De ratachtige Pokémon sprong over de bladeren heen en snelde recht richting de uilachtige Pokémon en ter bescherming van de uil stapte Averill naar voren en greep de Pokémon bij zijn oor en wierp deze met een krachtige zwaai terug naar de aapachtige Pokémon. Zonder enige genade vloog de Rowlet met moeite, het leek eerder op huppelen, en ze deed haar snavel opgloeien, voorda ze tekeer ging tegen de twee met har felle uithalen. ‘Stuur ze met je Leafage terug naar de twee!’ Ze kon het niet laten de twee een felle trap te geven, voordat ze met haar gewonde vleugels een wat zwakke Leafage op de twee afvuurde en de twee Pokémon enkel een meter of drie verder van haar vandaan wist te krijgen. Vermoeid hijgde ze luid, haar minst gewonde vleugel ter steuning om zichzelf overeind te houden, waarop Averill strak naar de twee en hun Pokémon keek. Hij.. had nou wel een tweede idee en legde Noibat veilig bij Rowlet en snelde onbeschermd recht op hun Pokémon af. ‘Dynami Punch, en Hyper Fang!’ de twee Pokémon sprongen recht op hem af en hij trapte op het laatste moment sneeuw hun kant op, daarmee hopelijk hen verblind. Verrast slaakte ze een kreet uit door de plotselinge, koude lading aan sneeuw, waarna Averill zijn vuisten gebald bij zijn heupen hield, sterk indraaide en een krachtige stoot uitdeelde aan waar hij schatte dat de Pokémon zaten. Met flinke klap zag hij de twee schimen uit het pak sneeuw op hun Trainers afschieten, waarop het tweetal in het sneeuw viel en een emmer van hun soep over hen heen kieperde. ‘Aaaah! Heet heet en IEUW! Nee, ik doe dit niet meer! Dit is het meest smerige Grunt Quest ooit!’ gilde Cassidy en ze keerde haar Pokémon terug en nam direct de benen, op de voet gevolgd door Butch die ook zijn Pokémon had teruggekeerd. Dat was.. vreemd, maar één ding was duidelijk, de woorden ‘Grunt’ en ‘Quest’ kon hij maar aan één ding linken, en nu hij hier nog genoeg te doen had, haalde hij Elapi tevoorschijn en gromde naar hem de twee Grunts op te sporen en ze gevangen te nemen. Wellicht hadden ze interessante informatie maar het belangrijkste was dat ze gestrafd werden voor hun acties, hoe klein en onschuldig het op de oppervlak leek. Ze hadden slechte bedoelingen.
Nu eindelijk de kans daar was, kon hij met Strigi aan zijn ene zijde en de Noibat fladderend naast hem, de grot inkijken, hopelijk de bron van de smerige geur terug kunnen vinden en het resultaat was ernstiger dan hij eerlijk gezegd had verwacht. De groep Pokémon die hij degelijk erin verwacht had, stonden al bibberend van angst bij elkaar, elkaar vasthoudend maar natuurlijk met hun rode neus één kant op stekend, de geur was van de Nosepass vandaan gekomen maar dan had hij nog één onbeantwoorde vraag; wat was de vloeistof geweest die op de Noibat gezeten had en de soep tot een succe-‘Ha-Ha-Ha….’ Het leek er even op dat een Nosepass ging niesen maar hield op tijd zijn arm voor zijn neus en de nies leek ook doorbroken te zijn, en toen maakte het ineens alles haarscherp duidelijk. Met zijn armen over elkaar heen en vervolgens tevreden in zichzelf knikkend wisselde hij een blik uit met de twee Pokémon; het was de snot geweest van de groep verkouden Nosepass, en.. wacht, bij nader inzien was dat behoorlijk smerig en zijn eigen glimlach en trots vertrok met de noorderzon. Ja, dat was dus niet smakelijk, en zeker niet om zijn menselijke soortgenoten te vertellen, maar… hoe kwamen de twee van eerder erachter dat het een ‘goed’ ingrediënt zou zijn? Bij nader inzien, de vraag was zo duidelijk van zijn gezicht af te lezen dat de twee Pokémon hem toe gromde en koerde daar niet langer bij stil te gaan staan. “Oké, oké, is goed maar in dat geval lijkt het mij tijd even de boel op te ruimen en niet alleen de neuzen van de Nosepass. Ik denk dat je daar wel zin in hebt, hea, Noibat?” De vleermuisachtige keek hem nog wel ietwat wantrouwend bij dat voorstel aan, maar knikte na enkele tellen toen hij Averill’s blik naar een paar emmers vol dat vloeistof gevolgd had, “Dan houden Strigi en ik ons bezig met de Nosepass, niet waar?” Dat leek de uilachtige Pokémon niet te waarderen, haar gezicht werd bleker en heftig schudde ze haar kop heen-en weer; geen sprake dat ze dat smerig werkje ging doen! Wat ze echter niet door had was dat Averill degelijk een betere methode wist en hij in plaats van naar de Nosepass toe te lopen, terug de markt in liep waar de menigte vaag meegekregen had wat er zonet gaande was geweest. Alsof er zonet niets bijzonders plaatsgevonden had, rustte hij dus een hand op zijn heupen en liet zijn blik over de kraampjes glijden, totdat hij net de juiste vond en zo ook de eigenaar die twijfelend erachter stond. “Ik ben bereid je te betalen voor alle kommen soep die nodig zijn om de Nosepass hun verkoudheid iets te verminderen, ik denk dat ze die meer appreciëren dan de soep van voorheen,” Zacht grinnikte een enkeling op die opmerking maar de enige andere soep verkoper knikte en direct liep hij haar kant op en telde de aantal Nosepass na die hij daar gezien had in zijn hoofd, vroeg datzelfde aantal en overhandigde haar het geld wat uiteindelijk aardig wat was, maar het was meer dan een beetje waard.
In de tussentijd stond Strigi op de besneeuwde grond verward naar Averill te staren, totdat ze door had wat hij wilde en naar hem toe fladderde, proberend met haar klauwen een kom soep te dragen naar de Nosepass. Toen Averill en zij de grot binnenkwamen met de eerste lading soep zagen ze dat de Noibat zijn Gust had gebruikt op de emmers en deze omgekieperd waren en… het had duidelijk de Pokémon meer gekalmeerd maar daar tegenover energie gekost. Zijn gefladder zwakte sterk af en zo ook zijn vlieghoogte, totdat hij zelf bijna in een door soep gevulde kom viel maar nog net gered werd door Averill die hem bij zijn nekvel vastgreep met zijn tanden, de kom soep veilig brengend naar één van de zieke Nosepass. Als een beschermende hondachtige moeder die zijn eigen peetmoeder was, hield hij de Noibat voorzichtig vast en zette hij en Strigi het werk voort, totdat alle Nosepass ieder soep voor zich hadden en deze naar binnen kieperde. Om echter het geheim te beschermen hoe Nosepass zichzelf voedde, keek Averill even weg maar ook om de Noibat los te laten en bemoedigend een lik over zijn kop te geven die de vleermuisachtige Pokémon deed kalmeren. “Mysterie opgelost, de Nosepass geholpen en nou gaan we-“ ‘Hey, ik..’ Een paar marktgangers waren ook de grot binnengestapt en probeerden zijn blik op te vangen, voordat ze vervolgde met hun zin, ‘… ik bedoel.. wij.. willen je bedanken en ook je Pokémon en de Noibat, maar ook de zielige Nosepass een beetje helpen… Dus… Tja.. ja.. uhm… ‘ Verder kwam de representatieve van de groep niet uit zijn woorden, maar Averill rustte al zijn hand op zijn schouder, wisselde een blik met de rest dat het goed zat, “Bedankt, oprecht maar ik hoe geen bedankje, maar… “ Zijn eigen blik gleed terug naar zijn Pokémon, de Noibat en de Nosepass, voordat hij vervolgde, “Ik heb geen bezwaar om hun ook een kerst te geven die ze verdienen,”
En na die woorden begon de kerst sfeer te groeien binnen de markt maar ook in de menigte die voor de verandering elkaar niet meer als individuen en obstakels maar zelfs lichtelijk als vrienden of in ieder geval individuen die dezelfde ervaring op hadden gedaan. Mensen spraken volmondig met elkaar van diverse leeftijden, soep werd voor een goedkopere prijs verkocht, de Nosepass kregen elk een kerstmuts opgedaan en hoewel ze niet heel schuw waren, werden ze lichtelijk overwelfd door de aandacht van de kinderen en al dat extra eten dat hun voorgeschoteld werd. De Noibat, Strigi en hij genoten van het brede aanbod van de markt zelf en de Noibat toch wel het meest van de knuffels en vooral de vreemd uitziende Pikachu-achtige knuffel. Vrolijk nestelde hij zich in de verzameling knuffels, omringd door warmte en zachte oase en Strigi kon het niet laten door zich bij te voegen. De twee vielen haast direct in slaap, compleet comfortabel met elkaars warmte en de zachte knuffels om hen heen opgesteld. Zo leken ze zelf haast op knuffels. Het leukste leken de Nosepass en de mensen toch één ding te zijn; een kerstkoor. Liederen die hij al kende werden gezongen, maar ook een wat nieuwere waar hij zelf bij mee in moest springen en hij merkte al spoedig dat de paar mensen die eerder al geamuseerd luisterde begonnen te gniffelen om de tekst en uiteindelijk met hen meezongen. Steeds meer menselijke soortgenoten kwamen meeluisteren en zongen vrolijk mee met dezelfde reacties, en zelfs de Nosepass die zich schuil hielden in de grot kwamen deze uit om mee te wiebelen op de ritme van het lied. Ondanks al dat gezang werden zowel Strigi als de Noibat niet wakker, de twee waren op dit punt compleet uitgeput van de lange dag. Pas toen het lied voorbij was, leek in ieder geval de Rowlet te ontwaken en tikte de Noibat uit zijn slumber met haar snavel, en wenkte de Pokémon met haar mee. De twee vlogen recht op Averill en de zangkoor af en even leek de Pikachu-achtige knuffel verdrietig te zijn, want zijn lichaam zakte meer in elkaar, koppig dat die was besloot deze wel hen ditmaal te volgen. De Mimikyu sprong van de tafel af, verborg zich onder de tafel en snelde achter het tweetal aan.
Het gezang ging spoedig door en het tweetal keek eerst vanuit de menigte toe, voordat ze na een knik naar elkaar toe mee proberen te zingen, al begreep de Noibat het concept niet geheel. Harmonieuze klanken weerklonken ui de Rowlet terwijl de Noibat verward een Sonic Boom de lucht inschoot met de gedachte dat één geluid moest worden geproduceerd. Dat zogenaamde ‘gezang’ vond hij klinken als knallen in een orgaan of keel, maar echt mooi vond hij het niet klinken. ‘Wow’ ‘Waah!’ ‘Wat is er gaande?!’ De Noibat keek ditmaal verward om de reacties van de menselijke figuren en toen naar Averill die gebaarde naar zijn eigen keel, waarop de hint aankwam, en het gezang voortduurde en ditmaal de Noibat met zacht gekras zong. Dit ging maar twee liederen door totdat de vleermuisachtige Pokémon een luide krijs slaakte van verbazing en een hele zwerm Noibat op hem zag af vliegen wat zo te zien de zwerm moest zijn geweest wat eigenlijk de thuis van de Noibat was. De leider, een gespierde en vrij groot voor zijn soort zijnde Noivern baande zich een weg door de menigte Noibat en snoof minachtend naar de Noibat en sprak al grommend teleurgesteld te zijn in zijn zwakte maar hem één kans te gunnen terug te keren in de groep. Geduldig bleef de Noivern hem recht aan staren, de mensen en de overige commotie compleet negerend. De Noibat was in dubio en keek direct over zijn schouder naar Averill en Strigi maar ook de Nosepass en de menselijke wezens, voordat hij al slikkend oogcontact maakte met de Noivern.
Plotseling ongeduldig om de twijfel te zien in de vleermuisachtige Pokémon gromde de Noivern luider en sloeg verwilderd met zijn gespierde staart, geagiteerd rakend door de toenemende zwakte die de vleermuis tegenover hem toonde. Dit kon hij niet zo langer laten doorgaan, al was het een volkomen normaal denkproces; de zwakkere individuen uit stoten omdat ze enkel nare gevolgen zouden opleveren voor de groep maar zijn peetmoeder en zijn ervaringen hadden hem het andere aspect van leren in zien. Dat iets veel gebeurde of ‘gewoon’ is, is niet bij definitie oké’. Soms moeten er dingen veranderen en dit was zeker één van die dingen; hij stapte naar voren en sprak daarbij de Noivern, half grommend – duidelijk genoeg om deels begrepen te worden – maar ook verstaanbaar, bij een paar woorden voor zijn menselijke soortgenoten, bijgestaan door Strigi. “Dat iemand plezier vertoont maakt niet tot hij of zij zwak is, en bovendien, zijn gezondheid is waarschijnlijk naar achteren gegaan door de vloeistof die nu van hem af is, met een beetje liefde en zorg is hij net zo sterk als een.. Nosepass,” was de ruwe vertaling van zijn woorden maar de Noivern vond dat de druppel was dat de emmer deed overlopen en gromde naar zijn soortgenoten om te vluchten, hij had duidelijk geen interesse in een dergelijke discussie omdat hij of gelijk had of wist dat het een lang gesprek zou worden en de tijd daarvoor niet had maar ook niet veel gaf om de Noibat dan verwacht. Trwijl de zwerm weg vloog gleden er tranen over de wangen van de vleermuisachtige Pokémon die wanhopig achter hen aan probeerde te vliegen maar lang niet genoeg aangesterkt was om dat aan te kunnen. Et een paar zwakke vleugelslagen kwam hij ietsje verder maar hij zakte alweer in elkaar, neerploffend in de zachte sneeuw. “Noibat! Hey, gaat het een beetje? En het spijt ons oprecht dat het zo gelopen is,” Dit was niet de uitkomst waar hij op gerekend had, hij wilde niets meer dan een hereniging en de vleermuisachtige Pokémon ’s tranen bleven maar rollen. Bezorgd nestelde Strigi haar warme lichaam naast de zijn en wreef voorzichtig en teder haar vleugel over de donsachtige kop van de Pokémon om hem te troosten.
De mensen waren voor de zoveelste keer op deze bizarre kerstdag verbijsterd, evenals de Nosepass maar het was uiteindelijk een als Pikachu-knuffel uitziende Pokémon die een weg naar hen gebaand had en vanonder de knuffel de Noibat toesprak die snikkend terug reageerde. Het gesprek die ze hielden kon hij amper volgen maar Strigi uitstekend, haast alsof het haar originele taal was en ze voegde zich erbij toe en de tranen stopte en de drie begonnen vrolijke geluiden te produceren, totdat de Noibat weer oogcontact met Averill maakte en naar zijn Pokéball wees met zijn vleugel. Hmm? Hij greep de Pokéball en legde die vlak voor de Pokémon in de sneeuw en de vleermuis wreef eerst zijn snuit schoon van het gesnotter van zonet met zijn vleugel, en gromde twee simpele woorden. ‘Ik… meegaan!’ Een glimlach sierde zijn gezicht en hij wilde zeker de vleermuis een thuis geven waar hij wel gewaardeerd werd, maar om eerlijk te zijn wist hij een thuis die nog weleens geschikter was dan wat hij te bieden had. Met een glimlach tikte de vleermuis de Pokéball aan, voordat hij erin gezogen werd en het voorwerp heen-en weer begon te wiegelen. Het beste cadeau wat hij de Noibat kon schenken was een warme, fijne thuis.