Member Kate GriffinPunten : 293
Gender : Female ♀
Age : 20 [18/5]
Type : Ranger
Rang : Area Major
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Charge Up the Duo! do sep 07, 2017 11:02 pm | |
| Loom rekte Kate zich uit, ze voelde zich al bijna als een Kalos Ranger met alle opdrachten die ze kreeg. Ze wist dat de Rangers soms wat problemen hadden met tekorten, maar zo erg het kon toch niet zijn? Ach, het was niet aan haar om over dat soort dingen te piekeren, daar was de leiding en de Elite voor. Niet een rang waar ze jaloers op was. Het was haar taak op de quests uit te voeren en de rest van haar Ranger taken. Bovendien had ze een eigen promotie om naartoe te werken, van Area Major naar Area Specialist gaan was geen makkelijke taak, maar als ze haar log zag kon ze tevreden vaststellen dat ze het niet slecht deed. Misschien was ze te ambitieus als ze dacht dat ze met twintig al een Area Specialist kon zijn, het was een hoge rang die meestal werd gedragen door wat oudere Rangers. Maar dat betekende niet dat ze het niet kon proberen! Tiffany was er ook in geslaagd Elite Ranger te worden en zij was niet zoveel ouder dan zij. Ze moest gewoon hard werken en dan kwam het uiteindelijk vanzelf wel. Over werk gesproken, daar moest ze binnen een half uur zijn. Urg, ze had nog even maar het liefst zou ze nog een tijdje verder slapen. Tot zover het harde werken.
Geosenge bracht wat… extreme herinneringen boven. Kate rilde toen ze zich de gigantische Golurk herinnerde die haar pokémon hadden bevochten. Het was werkelijk een monster geweest, ze was blij dat ze het wezen had kunnen vangen. Hij – of het? – was nu in bezit van een sterke trainer en zou hopelijk geen problemen meer veroorzaken. En de Dedenne had ook een nieuw huis gevonden, bij een Ranger. Maar ze was hier niet voor verstoten muizen of gigantische machineachtige pokémon, ze was hier om wetenschappers te helpen met hun probleem. En dat probleem was dat ze pokémon nodig hadden voor hun onderzoek. Kate zuchtte terwijl ze om zich heen keek op zoek naar het juiste adres. Werkelijk, was dit het niveau quest wat ze moest doen? Deze taak zou net zo makkelijk kunnen worden uitgevoerd door een trainer – al zouden die de pokémon moeten vangen en dat was hier niet het geval. Anyway, dit was de taak die ze had gekregen en ze zou hem zonder klagen uitvoeren. Haar commentaar zou ze stil voor zich houden. Bovendien was een simpele missie ook wel prettig, dan kon ze gewoon wat door de natuur wandelen terwijl ze op zoek was naar de gewenste pokémon. Kate kwam tot stilstand voor een deur en keek snel op haar Styler om te checken of ze het juiste adres had. Beter dubbel checken dan awkward voor de verkeerde deur staan. De deuren gleden open toen ze bij de sensoren stond en licht nerveus liep de Ranger naar binnen. Formele gebouwen maakten haar altijd een beetje nerveus. Binnen was het erg leeg – de enige persoon die ze zag was een secretaresse achter de balie. “Um, hallo?” onzeker stelde Kate zich voor de balie op. Damn it, het was niet de bedoeling dat ze nerveus was! Ze werd hier betaald om te werken, waarom voelde ze zich als een tiener op haar eerste baan? De dame – die tot voor kort bezig was geweest met haar computer – trok zich er niks van aan en keek op van haar scherm. “Waarvoor bent u hier?” haar ijzige toon zorgde er niet voor dat Kate zich beter voelde en de Ranger plukte een beetje aan haar vest. “Ik ben de Ranger gestuurd voor de Quest,” beantwoorde ze de vraag, dankbaar dat haar stem krachtiger klonk dan eerst. De secretaresse keek haar kort aan en bukte toen om iets te pakken. “Hier zijn de details voor je opdracht, we verwachten je voor vier terug,” was het enige commentaar wat ze kreeg. Kate pakte het papier aan en wilde iets zeggen over het tijdlimiet – hoe kon zij beslissen wanneer ze de pokémon vond? – maar de vrouw was alweer druk bezig met haar werk. Oh well, niks aan te doen. Ze had geen zin een discussie aan te gaan en als ze niet op tijd terug zou zijn was dat niet haar probleem – het was niet alsof ze controle had over de snelheid waarmee ze de gewenste pokémon vond. Het beste was om gewoon te beginnen.
De pokémon die ze moest vinden waren een Manectric en een Dedenne. Een van de twee was een bekende. Kate stopte het papier terug in haar tas en begon richting route 11 te lopen. Het papier gaf vooral wat informatie over de pokémon en waar ze waren te vinden. Gelukkig had ze al een beetje een idee waar ze de Dedenne vandaan kon halen. Helaas was de Manectric alleen op route 10 te vinden en zou ze beiden routes moeten bezoeken. Niet dat het zoveel extra moeite was, maar met een tijd limiet was het fijner geweest als ze op dezelfde plek te vinden waren. Alleen maar meer reden om ze snel te vinden. Kate checkte haar Styler, het was pas net elf uur geweest, ze had meer dan genoeg tijd. Toch, de extra stress vanwege een tijdlimiet was helemaal niet nodig geweest. Haar hand taste naar haar riem en de roze pokéball werd los geklikt. Als ze op zoek ging naar Electric types kon ze beter een type genoot meenemen. Dahlia rekte zich uit en blaatte vrolijk naar haar trainer. Kate glimlachte en liep verder. “We gaan op zoek naar een Dedenne,” verklaarde ze aan haar Flaaffy. Dahlia blaatte nog een keer en trippelde met haar trainer mee. Ze was ondertussen helemaal gewend geraakt aan haar evolutie, al was de overgang van vier naar twee poten niet erg makkelijk geweest. Dahlia had bijna op Noa geleken met de hoeveelheid die ze struikelde vlak na het gymgevecht. En dat had ze gewonnen, zelfs met de handicap net een onhandige evolutie achter de rug te hebben gehad! Met de Flaaffy naast zich liep Kate opgewekt verder, eigenlijk had ze er best zin in!
Het rotsachtige gebied was prachtig. Bewonderend keek Kate om zich heen, ze was hier één keer geweest en het was niet moeilijk geweest het mooie zicht te vergeten. Kristallen rezen uit de muren van het dal waar ze door liepen, al waren het er niet erg veel. Dahlia was ook onder de indruk van de omgeving en was voor de verandering stil. De Flaaffy keek om zich heen en dwaalde achter haar trainer aan. Okay, ze had geen tijd om zich op de mooie omgeving te concentreren. Kate bleef staan en haalde het papier tevoorschijn. Dedenne waren niet bepaald makkelijk te vinden, het was schuwe en kleine pokémon. Wat niet zo raar was als je je bedacht dat ze ergens onderaan de food chain stonden. “Dahlia,” de Ranger draaide zich om naar haar elektrische pokémon. “Denk je dat je een zwakke elektrische schok kunt uitvoeren om te kijken of er een Dedenne dichtbij is?” De Flaaffy blaatte en begon haar manen op te laden. Kate bleef rustig om zich heen kijken terwijl het schaap haar ding deed. Dedenne communiceerden met elkaar door lichte schokken naar elkaar te sturen, hun antenneachtige snorharen zorgden ervoor dat ze de dingen makkelijk konden opvangen. En als Dahlia een bericht verstuurde dan was er een kans dat ze een antwoord zou krijgen. De Flaaffy bleef stil staan en keek geconcentreerd naar de struiken. Gespannen keek Kate naar haar pokémon, ze verwachtte niet dat het de eerste keer zou lukken, maar ze kon altijd hopen. Er kwam geen antwoord. Dahlia schudde haar roze kop en trippelde richting haar trainer. “Laten we een andere plek proberen,” zuchtte Kate terwijl ze weer begon te lopen. Dit kon een tijdje duren… in elk geval kon ze genieten van de omgeving, die was nog even prachtig.
“Dahlia, snel!” de Flaaffy schoot achter de kleine muis aan. Naar wat uren voelde had het schaap eindelijk een Dedenne gevonden, maar de wilde pokémon leek niet erg enthousiast over het ontmoeten van mensen. Kate rende achter haar roze partner aan en probeerde haar ogen op de kleine, oranje gedaante te houden. Zelf de prachtige omgeving werd vervelend om naar te kijken als je er niet in slaagde de gewenste pokémon te vinden. Dahlia rende net als haar trainer zo hard als ze kon achter de Dedenne aan. De Flaaffy kwam tot stilstand voor een hol en blaatte luid. Kate kreunde en bleef hijgend staan. De Dedenne was in het hol gevlucht. Man, ze kon echt nog aan haar conditie werken – in elk geval het rennen, lange afstanden lopen was geen probleem voor haar. “Hmm,” nadenkend staarde Kate naar het gat. Hoe ging ze dit oplossen? “Misschien kunnen we hem uitspoelen?” dacht ze hardop na. Een andere oplossing zag ze niet. Dahlia blaatte instemmend – al was dat waarschijnlijk meer omdat ze Noa dan kon zien – en Kate haalde de Totodile haar pokéball van haar riem. Noa verscheen en keek haar trainer loom aan. “Noa, ik wil dat je een Surf op dit hol uitvoert,” Kate keek haar Totodile serieus aan. De krokodil staarde een moment naar het hol, alsof ze niet helemaal snapte waarom ze een hol moest uitspoelen, en trok toen het water uit de grond om een mini golf te maken. “Maar voorzichtig,” voegde Kate er snel aan toe. “We willen niemand verdrinken.” Noa kwaakte zachtjes en liet het water in het hol glijden. Gespannen keek de blonde Ranger naar de plek waar de Dedenne was verdwenen. Want ze had echt geen zin een nieuwe te vinden. Dahlia blaatte waarschuwend en stelde zich beschermend op aan de randen van het hol. De Dedenne schoot doorweekt de grond uit en leek zich half dood te schrikken toen ze de groep zag die zich bij haar had verzameld. Vooral Noa, de Totodile keek de muis nieuwsgierig aan en liet een vragend geluid horen. De scherpe tanden leken de Dedenne nog meer af te schrikken en de muis probeerde zich om te draaien om haar hol weer in te vluchten. Dahlia stond al voor het gat en keek de elektrische pokémon serieus aan. Dit was een opdracht en ze zouden hem goed uitvoeren ook. Kate schoot haar Styler op de wilde pokémon af en liet het ding rondjes om het wezen draaien. Op dit soort momenten was ze extra dankbaar dat ze een Area Ranger was en captures voor haar makkelijker waren dan bij de andere rangen. En Dedenne was een kleine pokémon, dus het zou sowieso niet zo lang duren. De arme muis leek te bang om tegen de Styler te vechten en het duurde niet lang of de ringen waren in de pokémon getrokken. Toen het apparaat eenmaal zijn ding had gedaan keek de Dedenne schuw omhoog, nog steeds geïntimideerd door de drie – voor haar gigantische – wezens om haar heen. Dahlia was de eerste die in actie kwam en gaf de muis een vriendelijke schok. De Dedenne reageerde verrast en stuurde opgelucht een bericht terug. Kate ademde opgelucht uit en bevestigde haar Styler weer aan haar riem. Één gedaan, nog één te gaan!
Twee uur. Ze hadden bijna twee uur door het gebied gelopen in hun zoektocht naar de Dedenne. Kate zuchtte en keek op haar Styler. Ze had nog drie uur om de Manectric te vinden, dat moest genoeg zijn. Al had ze dat ook bij de Dedenne gedacht en bijna de helft van haar tijd daar verspild. De muis had ze veilig in haar vestzak opgeborgen, daar zou ze de pokémon hopelijk niet verliezen. En de Dedenne leek het er prima naar haar zin te hebben. Met Dahlia naast zich – Noa had weer pauze in haar pokéball – liep de Ranger terug richting Geosenge. Ze moest op route 10 komen en een Manectric vinden. Het was nog een hele tijd lopen tot ze terug was in het dorp en misschien was het slimmer Tara te gebruiken om naar de route te vliegen. Maar de Flygon had haar al helemaal uit Anistar gevlogen en dat was letterlijk aan de andere kant van Kalos. Hoewel de draak het met plezier zou doen, wilde ze de pokémon wat rust gunnen. Tara deed al zoveel voor haar, meer dan haar andere pokémon, en ze kon niet altijd op de Flygon vertrouwen. Ze zouden het wel reden tot Geosenge… hopelijk.
En… ze was terug. Uitgeput liep Kate het dorp binnen, zelfs Dahlia had liever even in haar pokéball gewild dan nog meer te lopen. Het liefst zou ze even rusten, maar dat was onmogelijk. Ze had nog een taak om te volbrengen en voor ze dat ging doen zou ze de Dedenne alvast afleveren. De muis sliep in haar jaszak en zou het vast niet erg vinden als ze werd afgeleverd aan het lab. Deze keer was het gebouw veel makkelijker te vinden en Kate vond dezelfde secretaresse achter de balie. “Ik heb de Dedenne," melde ze toen ze voor de balie stond. De vrouw keek ongeïnteresseerd op en stapelde wat papieren. “Je mist de Manectric,” was het enige antwoord wat ze gaf. Kate moest haar best doen geen geïrriteerde zucht te laten horen en plukte voorzichtig de muis uit haar jaszak. “Die ga ik nu halen, ik wilde deze alleen afgeven in plaats van mee te slepen naar route 10,” verklaarde ze kalm aan de dame. Ze ging niet eens de moeite doen een discussie te beginnen, ze had haar redenen en ging het op haar manier doen. De vrouw keek haar kort aan en greep toen haar telefoon om iemand te bellen. Blijkbaar wilde zij ook de moeite niet doen een discussie te beginnen. In een ongemakkelijke stilte wachtte Kate tot een deur opende en een man in lab jas naar buiten kwam. Hij droeg een simpele kooi en keek haar afwachtend aan. Voorzichtig plaatste de Ranger de slapende Dedenne in de kooi en hoopte dat de pokémon het fijn zou hebben. Wakker worden in een kooi leek haar geen leuke ervaring. “Dan hoop ik dat je hier voor vier uur terug bent met de Manectric,” de secretaresse keek haar koel aan, gaf haar een korte knik en concentreerde zich weer op haar werk. Kate knikte stijf terug – al verwachtte ze niet dat de dame het zag – en liep terug naar buiten. Buiten liet ze een lange, diepe zucht los en begon richting route 10 te lopen. Dit was opeen een heel stuk minder leuk.
“We zijn er,” mompelde Kate meer tegen zichzelf dan de Flaaffy die zich weer naast haar had gevoegd. Haar voeten schreeuwen om een pauze, maar ze waren nog maar halverwege. En om dit snel af te sluiten konden ze maar beter snel een groep Manectric vinden. Dahlia blaatte zachtjes en strekte zich uit, waarschijnlijk had het schaap kunnen bijslapen in haar pokéball. Licht jaloers keek Kate haar pokémon aan en begon te lopen. De mysterieuze stenen rezen op uit de grond en gaven haar rillingen. De Golurk was niet leuk geweest… maar dat hadden ze overwonnen en er was hopelijk niks te vrezen. Dahlia trippelde tussen de stenen door en keek omhoog, dit leek ze minder interessant te vinden dan het mooie dal. “Als wij Manectric waren, waar zouden wij dan zijn?” vroeg Kate zich hardop af. Haar Flaaffy keek haar een moment aan en zuchtte toen, alsof ze het nodig vond het erg duidelijk te maken dat dat een domme vraag was. “Heb jij een beter idee?” Kate keek haar pokémon niet geamuseerd aan. Ze was moe, ze had geen zin in sarcastisch geblaat. De Flaaffy keek kort om zich heen, op zoek naar iets om haar te helpen. Het schaap leek ook niks te vinden en Dahlia haalde haar schouder op – zoals ze Kate wel eens had zien doen. Kate keek haar pokémon hoofdschuddend aan en begon te lopen. “Laten we gewoon kijken of we ergens een groep kunnen vinden,” mompelde ze tegen het roze dier. Dahlia blaatte instemmend en trippelde verder. Maar echt, waar kon ze een roedel Manectric vinden? Ze zou verwachten dat ze meer afgelegen zouden wonen – weg van mensen. Dan werd het tijd om van het pad af te wijken en tussen de bomen te gaan dwalen. Oh joy.
“Shhh,” Kate hief haar hand als teken dat haar Flaaffy stil moest zijn. Dahlia, die net iets had willen blaatten, hield haar mond en keek haar trainer gespannen aan. Ze hadden sporen gevonden die waarschijnlijk van Manectric waren. Net als met de Dedenne had het een hele tijd geduurd tot ze ook maar iets hadden kunnen vinden, maar ze hadden iets gevonden. En daar was Kate erg dankbaar voor. Nu had ze geluiden gehoord en ze hoopte dat die werden veroorzaakt door een groep Manectric. Zachtjes – al vermoedde ze dat ze helemaal niet zo zachtjes was voor de gevoelige hondenoren – sloop Kate dichterbij. Dahlia volgde en deed net als haar trainer haar uiterste best geen geluid te maken. De groep pokémon kwam in zicht en het hart zonk Kate in de schoenen. Het was een groep Houndour en Houndoom. Niet de pokémon die ze zocht. De Ranger onderdrukte een zucht en gebaarde naar haar Flaaffy dat die moest omdraaien. De roze pokémon keek haar trainer meelevend aan en begon zich terug te trekken.
Een van de Houndoom moest het hebben gehoord.
Grommend kwam de hond overeind en liet een schrille blaf horen. Kate bevroor waar ze stond en wisselde een blik met haar pokémon. Niet goed. “Rennen,” siste ze tegen de Flaaffy terwijl ze zichzelf klaar maakte om een sprintje te trekken. Waarom konden dingen nooit makkelijk gaan? De struik achter haar ging in vlammen op en Kate liet een nerveuze piep horen terwijl ze haar vermoeide voeten dwong nog sneller te rennen. Dahlia rende vlak achter haar aan en leek moeite te hebben met het bijhouden van haar trainer. Flaaffy waren niet erg snelle pokémon en het arme schaap bleef steeds meer achter. Dit ging niet goed. Kate greep naar haar riem, ze moest Tara hebben. De Flygon zou de pack honden makkelijk kunnen wegjagen. Maar rennend een pokéball pakken was niet zo simpel als ze zou willen en in plaats van de ball van de draak vond ze de Net Ball van Bella. Goed genoeg. Kate kwam tot stilstand en klikte het ding open. Krijsend verscheen de gigantische Scolipede voor haar trainer en liet Dahlia en de honden die haar op de hielen zat schrikken. Dahlia’s geschokte uitdrukking veranderde al snel in opluchting en vluchtte snel naast haar teamgenoot om zich vechtlustig op te stellen. De groep honden die de achtervolging had ingezet hadden zich in een groepje verzameld en stonden onzeker grommend tegenover de twee pokémon. Ze leken niet erg zelfverzekerd nu ze tegenover de gigantische Scolipede stonden. Bella keek intimiderend op ze neer en krijste nog een keer om duidelijk te maken dat ze zou aanvallen als het nodig was. De Houndoom zette voorzichtig een stapje terug terwijl ze bleven grommen om te laten zien dat ze niet laf waren.
Een schrille kef klonk uit de struiken naast de groep honden en opeens werd een van de Houndour geraakt door een elektrische schok. Geschrokken keek Dahlia om naar haar trainer, zij had niks gedaan! Uit de struiken sprong een Manectric en de pokémon wierp zich op een van de Houndoom. Grommend rolde de twee pokémon over de grond terwijl ze hun best deden elkaar te bijten. “Uh,” Kate stond onzeker achter haar Scolipede en keek naar de vechtende honden. Meer Manectric en Elektric verschenen tussen de bomen en mengden zich in het gevecht met de Houndoom en Houndour. Was dit een territoriaal gevecht? Oh well, dit was haar kans! “Bella,” siste Kate tegen haar Scolipede. “Kun je een van de Manectric pakken? Dat zijn de nieuwe pokémon.” De grote pokémon knikte en boog zich naar voren. Voordat een van de honden door had wat er aan de hand was had Bella haar bek om een van de Manectric gesloten en tilde de pokémon op. De Manectric liep een geschrokken blaf horen en de Scolipede kromp wat ineen toen ze een schok kreeg, maar volgde haar vluchtende trainer met de pokémon voorzichtig in haar bek. Nu moesten ze alleen hopen dat ze niet werden gevolgd door de rest van het pack.
“Zijn we ze kwijt?” hijgend bleef Kate staan. Bella liet de Manectric los en krijste zachtjes terwijl ze op de elektrische hond lette voor het geval hij wilde vluchten. Al was dat niet nodig, de arme pokémon was helemaal door elkaar geschud tijdens hun vlucht en bleef versuft op de grond liggen. Of misschien was het het gif in Bella’s speeksel, dat kon ook geen goede invloed zijn. Kate had geen idee of de Manectric Poisoned was, maar aangezien er een kans bestond dat zijn roedel achter ze aan zou komen wilde ze het liever achter de rug hebben. In elk geval was het makkelijk de pokémon te capturen. De tol had geen moeite om de Manectric te vangen en Kate tilde de hond op. Haar blik bleef hangen op Dahlia en met haar vrije hand greep ze de pokéball van de Flaaffy. “Ik denk dat je het best een pauze kan nemen,” mompelde ze tegen het schaap. Dahlia protesteerde niet en leek zelfs een beetje dankbaar dat ze kon rusten. Ze had een lange dag achter de rug. “Bella,” Kate keek omhoog naar haar Scolipede. “We moeten terug naar Geosenge – dat is die kant op.” De gigantische pokémon knikte en liet haar trainer op haar rug klimmen. Voor er ook maar een hond kon verschijnen – als die de achtervolging al hadden ingezet – stormde de Scolipede er vandoor. Toegegeven, met een Manectric onder je arm op een pokémon rijden was niet het meest gemakkelijke, maar daar was niks aan te doen. Kate probeerde zich zo goed mogelijk vast te houden en de half uitgeschakelde hond niet te laten vallen. Dit werd een lange rit.
Opgelucht keek Kate op toen de zuster aan kwam lopen met een niet al te tevreden Manectric. Ze had de pokémon nog snel langs het pokécenter gebracht en was dankbaar dat ze deze quest eindelijk kon afsluiten. En ze zat verrassend dicht tegen het tijd limit aan, ze had nog een kwartier om de hond af te leveren. Hoewel de Manectric niet blij was deed hij niks toen de zuster hem overdroeg aan de Ranger en liet hij zich rustig meedragen. Met de pokémon in haar armen begon Kate haar weg naar het lab. Na vandaag had ze het gevoel dat ze wel een hele week kon slapen. Hopelijk kon ze dat ook – dat en snel terug naar Hoenn. Ze had zin om weer in haar eigen bed te slapen. Terwijl de deuren open gleden werd ze begroet door een nors kijkende secretaresse en een man in lab jas die met haar leek te discussiëren. “Luister ik kan er niks aan doen dat- ah, kijk, daar is ze,” de vrouw wees naar haar en gaf de man een scherpe blik. “Ik zei het toch.” De man draaide zich naar haar om en leek meer oog te hebben voor de Manectric dan de Ranger zelf. “Super,” opgelucht keek hij naar de hond. “Dan kunnen we het toch vandaag nog afmaken.” Kate bleef stijf staan en wachtte tot ze werd aangesproken. Ze ging er van uit dat dit een van de wetenschappers was, maar had geen idee van welke rang. Hij kon de baas zijn en ze zou geen idee hebben – al betwijfelde ze zat. “Ben jij de Ranger?” eindelijk een vraag aan haar. Kate knikte en zette de Manectric op de grond. “Het was niet makkelijks ze te krijgen,” ze hoopte dat ze niet werd aangesproken op het feit dat ze best laat was, al was ze nog best op tijd. De man knikte alleen en bestudeerde de hond. “Hij ziet eruit als een prima exemplaar.” Ze was niet zeker of ze de pokémon als ‘exemplaar’ zou beschrijven, maar ze was te moe om een discussie aan te gaan over hoe je de dieren moest zien. Op het moment wilde Kate vooral naar huis en ze hoopte dat te doen nu ze de twee pokémon had afgeleverd. |
|
Administrator Lynn XavierPunten : 482
Gender : Female ♀
Age : Nineteen
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | |