Toen Noa dacht dat ze even rust had van de opdrachten die het ranger bulletin board verspreidde diende zich er alweer een nieuwe aan. Opzich was het niet zo heel erg aangezien ze wel graag wilde slagen van haar studie maar een beetje rust zou ook wel een beetje fijn zijn. Deze quest was hopelijk een stuk minder intensief als die met de Golduck die ze had moeten beschermen en dat was echt een complete catastrofe geweest. Zij en Kenai moesten dit keer een Abra vinden die bij een stelletje Professoren hoorde alsof dat al niet erg genoeg was, wisten de wiskundige niet waar de Pokémon heen was geteleporteerd. Camphrier Town lag ten zuiden van Lumiose City , ze had al verhaal gehaald bij de Professors waaruit ze had begrepen dat de Abra een soort label om zijn been had dus het was makkelijk voor haar om hem te herkennen aan het labeltje aan zijn been. “Man ze weten het wel weer te verzinnen,” zei Noa met een chagrijnige uitdrukking op haar gezicht en vouwde tijdens het lopen haar armen over elkaar heen. ”Je moet niet zo zeuren,” gaf Kenai als tegen reactie waarop het meisje hem boos aankeek. De Lucario staarde haar enkel met een speelse grijns aan waarop Noa enkel hetzelfde kon doen. Ach ja, Ranger zijn was zo slecht nog niet hoewel als ze straks geslaagd was op zoek moest gaan welke kant ze op wilde als ze van Graduate zou stijgen naar een andere rang. En ja daar hoorde ook meer Pokémon bij. Alleen kon ze zich daar nu geen zorgen over maken want ze moest een Abra vinden die misschien wel in de problemen zat. Noa keek alert om zich heen om te kijken of ze de Pokémon ergens kon vinden maar opeens leek het zoeken van een Abra toch nog moeilijker dan gedacht. Hij kon werkelijk overal zitten.. als hij niet al uit het dorp was verdwenen tenminste. “Hé Kenai, kan je je Aura niet gebruiken om te zoeken naar die Abra?” vroeg Noa toen aan de Lucario die haar aankeek. Kenai knikte kort waarna hij zijn ogen sloot maar de Lucario trok zijn neus op toen hij een vieze geur oppikte. Noa keek vragend naar haar partner en drukte snel haar roze sjaal tegen haar gezicht toen de geur van rotte eieren haar neusgaten binnendrong. ‘Ieuwl wat is dat voor een stank,’ vroeg Noa zich hardop af en keek hierbij haar partner aan die ook met een walgend gezicht zijn poten uit alle macht tegen zijn neus drukte. Er was echter niks te zien en Noa vermoedde daarom dat de stank hier ergens dichtbij moest zijn dat kon niet anders of de wind stond net hun kant waardoor ze het roken. ”Het is wel vreemd,” sprak Kenai met zijn poten tegen zijn gezicht aangedrukt maar vernauwde zijn ogen toen hij een groene vlek een steegje in zag schieten. Vrijwel direct wilde hij erop af rennen om hetgeen dat het steegje in was verdwenen tegen te houden maar besefte dat hij niet alleen was. Daarom pakte Kenai Noa bij haar arm beet voor hij haar meetrok naar het steegje waarin hij de groene schim in had zien verdwijnen. “Hé waar heb jij opeens last van?!” vroeg Noa verontwaardigd aan haar Lucario die geen antwoord gaf op haar vraag. Want ze kreeg hier al antwoord op toen ze een groene Pokémon opmerkte tussen de stapels vuilnisbakken, het wilde net verdwijnen tussen een opening. “gull-piiin,” sprak de Pokémon terwijl hij diens spleetogen op Noa en Kenai richtte. Yegh.. aan deze hele Quest zat een luchtje. En het leek haar sterk dat de Abra hier zat vandaar dat ze haar Pokédex erbij pakte en deze op de kleine groene Pokémon richtte; Gulpin is een Maag Pokémon. Gulpin kan enorme voorwerpen in een keer doorslikken omdat zijn lichaam voornamelijk uit maag bestaat. Dankzij zijn unieke maagzuur kan hij nagenoeg alles verteren. sprak het rode apparaatje waarbij Noa met een walgende blik naar de Gulpin keek.. Eww.. gatverdamme, de gedachte alleen al. Waarom kon het nou nooit eens op een normale manier gaan? Kenai hield de kleine Pokémon ook met een achterdochtige blik in de gaten die toen alsnog tussen wat vuilniszakken verdween. “Misschien was het toch niets bijzonders waar we ons zorgen over hoefde te maken,” mompelde het meisje tegen haar Lucario die instemmend knikte. Het tweetal wilde zich net omdraaien om hun zoektocht naar de Abra te vervolgen toen opeens een reeks vuilnisbakken op de grond vielen met een luide dreun die het hele steegje vulde. Kenai sprong voor Noa waar hij tussen zijn poten een lichtgevende bol creëerde die uitgroeide tot een lichtgevend bot die hij vliegensvlug rond draaide om de rondvliegende deksel van het meisje weg te slaan die op haar afkwam gevlogen. Een stofwolk vulde de hele steeg waarbij Noa even hoestte toen de wolk weer was verdwenen. “Wat was dat?” Het meisje knipperde even met haar ogen toen ze ontdekte dat er voor hun neus een vrij grote paarse Pokémon zagen staan die een andere Pokémon in het nauw dreef, de gele Pokémon leek vrij rustig. Oh shit nee.. dat was de Abra waar die Professor het over had gehad, ze kon nog net een klein wit bandje om de poot van de kleine Pokémon ontdekken. “Kenai,” begon ze en tikte de Lucario op zijn schouder die zijn rode ogen vervolgens op de twee Pokémon richtte en voor een luttele seconde verwijde hij zijn ogen waarop hij besefte wat er voor hun ogen gebeurde. De paarse Pokémon laadde een aanval op die hij richtte op de Abra die waarschijnlijk als enige aanval Teleport kende. Noa balde kwaad haar hand tot een vuist waarna ze zonder na te denken zich tussen de twee Pokémon in mengde en haar armen beschermend spreidde in een poging de Abra te beschermen. “Hé laat dat!” riep ze naar de Pokémon. Haar Pokédex die in haar broekzak zat begon uit te leggen dat dit een Swalot was, de geëvolueerde vorm van Gulpin. Pas nadat het apparaat volledig was uitgepraat vuurde Swalot die inmiddels zijn Sludge Bomb had opgeladen richting Noa en de Abra. De aanval raakte hen niet maar de impact was best sterk waardoor het meisje en Abra van hun plek werden geslingerd en met een doffe klap op de grond terecht kwamen. Noa kreunde eventjes waarna ze snel weer overeind krabbelde en haar capture styler tevoorschijn haalde.. oh shit.. die ze kon ze niet eens gebruiken tegen deze Pokémon. Ze moest dus haar Lucario gebruiken. “Dit zet ik je betaald,” gromde ze naar de paarse Pokémon en hielp Abra overeind die zich angstig vastklampte aan haar been. Ze hoefde Kenai niet eens te roepen dat hij moest komen helpen want de Lucario kwam zelf al haar kant op gerend met het lichtgevende bot in zijn handen. Hij wierp een kwade blik naar de Swalot die hem enigszins droog aanstaarde.. en alsof hij zich besefte dat Kenai te sterk was ging hij vrijwel direct rechtsomkeert. Noa was immers nooit van plan geweest de Swalot daadwerkelijk iets betaald te zetten, ze wilde Pokémon zo min mogelijk pijn doen. Opgelucht haalde zowel Kenai als Noa opgelucht adem waarna Noa bezorgd haar blauwe ogen op de Abra richtte die er nogal gehavend uitzag. Overal had het wezentje moddervlekken en schrammen zitten waaruit ze op kon maken dat het arme ding een paar keer flink was aangevallen. “Ik denk dat het met de verwondingen wel meevalt,” sprak ze tegen de Lucario die knikte. Het wezentje zelf zag er immers niet zo heel erg gehavend uit de moddervlekken maakte het er ernstiger op dan het leek. “..we brengen je naar je eigenaar toe want die maakte zich ernstig zorgen om je,” vertelde ze de Pokémon die haar aankeek en lichtjes knikte. Gezamenlijk verlieten ze het steegje. Eenmaal aangekomen bij het Pokémon Center waar ze eerder de wiskundige had gesproken vertelde Noa in het kort wat er was gebeurd. Het feit dat zij en Kenai ook onder het stof zaten ontging de professor niet maar de vrouw was blij dat de Abra en Noa ongedeerd waren. “Echter hartstikke bedankt voor je hulp, Ranger,” bedankte de vrouw haar voor de zoveelste keer. “Graag gedaan,” grijnsde het meisje terug terwijl ze de reactie van de basis afwachtte of de missie was geslaagd ja of nee.