|
| [Scavenger Hunt] And if they fall like Lucifer fell | |
| Auteur | Bericht |
---|
Member Echo WolfPunten : 475
Gender : Male ♂
Age : 23 Years [20/12]
Type : Team Rocket
Rang : Elite Scientist
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: [Scavenger Hunt] And if they fall like Lucifer fell di feb 07, 2017 1:00 am | |
|
Het was niet de eerste keer dat hij in Hoenn was, sterker nog het was niet eens de eerste keer dat hij in dit gebied was. Voor de tweede keer in ongeveer een jaar tijd had hij hier een afspraak met iemand die hem zeer dierbaar was, maar waar hij niet al te veel contact meer mee had. Het was echt zo iemand dat ondanks dat je elkaar jaren niet ziet je elkaar toch als beste vrienden ziet en het voelt alsnog er nooit langer dan een dag voorbij is gegaan als je elkaar weer eens ziet. Ja, zo zat het wel zo ongeveer met de jongeman die de witharige jongen momenteel aan het opzoeken was. Hij had het sloepje weer eens vastgemaakt aan zijn Garchomp en had Scrum het ruime sop laten kiezen. De landhaai pokémon vond, ondanks het feit dat het een Dragon/Ground type pokémon was, het heerlijk om te gaan zwemmen en stond altijd wel paraat om zijn trainer in de richting van de andere regio te brengen. Echo had het land van Kalos achter zich gelaten. Team Rocket had hem op weg gestuurd met een opdracht, een opdracht gespecialiseerd voor een klein groepje mensen. Hij was een van die mensen en op zich vond hij het niet erg. De laatste tijd werd er toch weer teveel op hem neergekeken in het lab, dus was hij altijd blij als hij eventjes een paar dagen weg mocht wezen daar. Dan zouden de scientists al snel weer inzien hoeveel ze hem eigenlijk miste, omdat er nu niemand was die alle rotklusjes aan het oplossen was. De witharige jongen slaakte een zachte zucht, terwijl hij zichzelf achteruit liet vallen in het sloepje en zijn hoofd over de rand heen hing. Iets was nog net mogelijk was, aangezien de rest van de ruimte in beslag werd genomen door de negen grote zilveren staarten van zijn Ninetales. Aiylana had weer eens besloten had het haar buurt was om mee te gaan in het sloepje, al was zijn andere shiny pokémon, de Absol, niet eens aan het woord gekomen om er iets tegenin te doen. De vuur vos vond het blijkbaar gewoon leuk om uit te kijken over de zee die langs hen raasde en stiekem vroeg de Lab Assistant zich af wat er zou gebeuren als ze in het water zou vallen. Waarschijnlijk zou ze dan een haat voor water krijgen die niet te beschrijven was. Dat was iets wat hij liever niet wilde uitproberen, aangezien een vuur pokémon met een Napoleon complex én een angst voor water was iets wat hij liever niet in zijn schoot geworpen wilde krijgen. De Ninetales blafte eventjes vrolijk en stak trots haar kop in de wind, terwijl haar vacht gesierd werd door de sterke wind die door de sloep heen ging. Echo zuchtte zachtjes. Hij wist niet eens zeker hoe hij dit moest gaan aanpakken. Aan zijn zijde stond een koffer, inhoud onbekend, met daaraan een ketting die hij stevig rond zijn lichaam had geplaatst en door zijn mouw aan de koffer vast zat. Niemand die zou weten dat als je aan de koffer zou trekken, je de jongen er automatisch bij zou krijgen. En daarnaast, iedereen die hem zou aanvallen zou zowel een kwade Ninetales als een woedende Absol op zich af krijgen. Hij grinnikte eventjes bij dat idee. Dat zou waarschijnlijk de enige keer zijn dat de twee vrouwelijke pokémon met elkaar zouden samenwerken. Het waren immers niet de beste maatjes van elkaar, beide zeurend om de aandacht van hun trainer, die werkelijk zo iets heeft van “het zal me wat, ik haal diegene erbij die ik nodig heb op dat moment”. Daar was helaas wel het probleem bij gekomen dat Aiylana iets minder zin had in haar pokémon dan dat Okami, de Absol, ooit had. De Ninetales had makkelijker het idee dat ze wel buiten de ball kon lopen, terwijl Okami beter luisterde naar de opdrachten die ze van Echo kreeg. Misschien moest hij de Ninetales maar eens gaan ‘ball-trainen’, gewoon zodat ze zou blijven zitten als hij dat wilde. Hij zuchtte eventjes zachtjes en rekte zich uit, terwijl hij eventjes overeind kwam om te kijken hoe ver ze nog van land verwijderd waren. Misschien moest hij nu maar eens zijn vriend gaan bellen, zodat hij Darcia straks niet mis zou lopen. Hij had überhaupt nog geen idee wat hij zijn vriend eigenlijk moest gaan zeggen, aangezien het ten eerste al weer een jaar geleden dat hij de jongeman gesproken had, en daarnaast was er heel wat gebeurd in die tijd. Zijn ongeluk met de Rangers nog wel het meest recent. Maar het grootste probleem dat hij waarschijnlijk moest facen was het punt dat zijn beste vriend nog steeds geen idee had over het feit dat hij een lid van Team Rocket was. Nu verwachtte hij niet echt dat Darcia er iets slechts over zou vinden, hij had immers al langer het idee dat de jongeman wel zou verwachten dat zijn vriend bij zo’n organisatie terecht zou komen. Maar dan nog. Hij had zijn werk altijd goed kunnen verbergen, behalve voor de mensen die hij uit de stad had gezet dan. Echo slikte eventjes moeizaam en legde zijn hoofd weer op de rand van de boot. Voor eventjes tenminste, want Aiylana bewoog haar slanke lichaam en liet daarmee de sloep schommelen. De witharige jongen gromde eventjes zachtjes, terwijl hij de pokémon een snauw gaf dat ze voorzichtig moest zijn. De Ninetales gromde snel terug, maar onder het dwingende oog van haar trainer zakte ze op de grond en bleef daar liggen. Haar scherpe rode ogen gericht op de witharige jongen, die zich niets aantrok van de stille bedreigingen die zijn kant op werden gestuurd. Aiylana, en de rest van zijn team ook wel, wist wie er bovenaan het rangensysteem stond en dat ze niet tegen hem in moesten gaan als ze niet voor de consequenties klaar waren. Echo keek op toen hij een signaal kreeg van Scrum en merkte dat ze al dicht in de buurt waren van het vaste land van Hoenn. Nu was het toch wel het beste moment om zijn vriend aan de haak te slaan. Snel pakte hij zijn Holocaster erbij en scrolde door naar het nummer van Darcia, die hij aan tikte en wachtte totdat de lijn over ging. Al snel verscheen het warrige hoofd van zijn vriend, die hem met een grote grijns aankeek. ”Yo, Echo. Hoe staat ‘t ermee?” werd er met een vrolijke toon aan hem gevraagd. Echo grijnsde terug, hij wist dat zijn camera uit stond. Hij had dit expres gedaan om er niet voor te zorgen dat hij straks al moest gaan uitleggen wat er gaande was rond de grote brandwond rond zijn oog en de hele lichamelijke verandering die hij doorstaan had. ”Goed, goed. Hey Darica, ik denk dat we met vijf wel aangekomen zijn. Waar pik je me op?” vroeg de witharige jongen terug. Hij zag hoe Darcia om zich heen keek en zijn schouders ophaalde. ”Gimme ten, man. Ik pik je op bij het winkeltje op het strand.” Hij vroeg zich af waar zijn vriend nog mee bezig was, maar hij Wilde er niet te veel naar vragen. Misschien zou hij het straks nog wel te horen krijgen. ”Is goed, zie ik je daar wel,” zei Echo en zonder echt op een afscheid te wachten, sloot hij het gesprek af. De witharige jongeman zuchtte eventjes en liet zichzelf achterover vallen, nu moest hij de knoop doorhakken. Nu moest hij het wel gaan uitleggen. Hij liet zichzelf door elkaar schudden terwijl Scrum de sloep het strand op trok en hij kwam overeind. Aiylana sprong al op het zand en draaide vrolijk een rondje, terwijl ze naast de Garchomp ging staan en eventjes naar hem gromde. De grote paars/blauwe pokémon trok zich er echter niets van aan en snoof eventjes, terwijl hij rustige wachtte op een commando van zijn trainer. Echo stapte uit het bootje en keek om zich heen. Het strand was leeg, alleen stond er, zoals Darcia al had gezegd, een strandtentje waar ze zo te zien kleine souvenirs verkochten. Hij pakte een pokéball erbij, bedankte Scrum voor zijn diensten en liet de pokémon terugkeren. Eventjes keek hij met zijn goede oog naar de Ninetales, die direct haar kop trots weg draaide. De vos zou echt niet terug in die vervloekte bal gaan. Echo zuchtte eventjes en haalde zijn schouders op, terwijl hij rustig in de richting van het tentje ging wandelen. Toen hij bij het tentje was, keek hij eventjes rond, maar echt veel interessante dingen lagen er toch niet bij. Dus besloot hij om het maar voor gezien te houden en gewoon te wachten totdat Darcia er was.
Lang wachten zat er tenminste niet in. Het duurde letterlijk nog geen vijf minuten, voordat het brede postuur van zijn beste vriend aan de horizon verscheen. De kleinere, en vooral slankere, witharige jongen stond hem met open armen op te wachten, maar zoals hij al had verwacht keek Darcia hem met een horrifying blik aan. “Man, wat is er met jou gebeurd?” zei hij, terwijl zijn aandacht vol uitging naar het zwart met rode oog waar Echo sinds een tijd mee rond liep. ”Als je me trakteert op koffie, leg ik ‘t je uit,” zei hij met een grijns op zijn gezicht. De brede jongeman was te ver uit het veld geslagen om ook maar iets van protest te geven over het feit dat zijn vriend koffie wilde hebben, aangezien Darcia geen koffie dronk maar alleen thee. Hij knikte alleen maar langzaam en liep rust achter de witharige jongen aan. “Je ziet er echt fucked up, weet je dat,” was het eerste dat Darcia tegen hem durfde te zeggen, terwijl ze al in de richting van het stadje liepen. De witharige jongen reageerde door alleen z’n schouders op te halen. Echo was aangekomen rondom Rustboro City, vandaar was hij immers het snelste bij plaats van bestemming. Vanuit zijn opdrachtgevers had hij een vage beschrijving gekregen van waar hij het pakketje, dat in de koffer zat, af moest leveren. Deze extra voorzorgsmaatregelen waren genomen omdat de rangers de laatste tijd opvallend actief waren en ze niet wilde dat de pakketjes in verkeerde handen terecht kwamen. Echo voelde gewoon hoe de blik van Darcia op hem gericht bleef terwijl ze een café binnen wandelde en aan een tafel gingen zitten. Aiylana besloot dat het haar taak was om Echo zo goed mogelijk te beschermen en wikkelde haar slanke, zilveren lichaam rond de koffer die Echo naast zijn stoel zetten. Hij bestelde een kop koffie voor zichzelf en een kop thee voor zijn vriend. Darcia was heel even wakker geworden uit zijn verwondering en glimlachte, zo te zien blij met het feit dat zijn beste vriend hem nog zo goed kende. “Come on man, tell me what happened,” zei hij op een lichte zeurende toon, terwijl zijn helderblauwe ogen over zijn lichaam heen gleden. De witharige jongen zuchtte zachtjes. ”Ik zal je een deel vertellen, de rest vertel ik je onderweg. Te veel luisterende oren hier,” zei hij op een vage toon. Hij kon aan het gezicht van Darcia zien dat hij niet blij was met het antwoord, maar hij kon er momenteel niets aan doen. Hij zou tenminste iets te horen krijgen, dus dat was al heel wat. “Brand erop los,” moedigde de jongeman hem aan en de witharige jongen grinnikte zachtjes. ”Ik ben aangevallen door een Charizard, een paar maanden geleden. Het trauma dat ik eraan heb overgehouden heeft m’n haar verkleurd, m’n nagels zwart gemaakt en m’n mentale gestel door elkaar geschud,” zei hij op een kalme toon, terwijl hij met een lichte glinstering in zijn oog zijn vriend aankeek. Darcia keek hem met een open mond terug aan. “No way,” zei de jongen tegen hem en Echo haalde zijn schouders op. “En dat oog,” werd er daarna gevraagd. ”Zo dood als maar zijn kan. De spieren werken nog wel, dus het beweegt, maar ik zie er helemaal niets meer door,” zei de jongen rustig, terwijl hij zijn ogen bewoog. Hij was er inmiddels wel aan gewend dat hij maar aan één kan kon zien, al was het in het begin wel anders geweest. Toen was hij nog vaak genoeg tegen dingen in het lab aangelopen, of had hij mensen omver gelopen omdat hij ze niet had zien aankomen. Echo keek op toen Aiylana opeens begon te grommen, maar zag dat het alleen de serveerster was die de koffie en thee kwam brengen. Hij suste de zilveren vos eventjes en nam met een glimlach de koffie en thee aan van de serveerster. Hij bedankte haar en betaalde handje contantje, voordat het gesprek tussen hem en Darcia weer verder ging. Het leek erop dat het nieuws zo ongeveer was ingezonken bij zijn vriend, nu hij met een iets minder domme blik hem aan het aanstaren was. “Maar hoezo werd je aangevallen door een Charizard? Ik kan me niet voorstellen dat je die in het wild tegen komt in Kalos,” zei de oudere jongen en Echo grinnikte. ”Dat leg ik je zo meteen wel uit,” zei hij rustig. Hij had nog steeds geen idee hoe hij zijn beste vriend moest gaan uitleggen wat het plan was en hoe hij was aangevallen door een Charizard, maar waarschijnlijk zou hij maar gewoon de waarheid vertellen. Darcia was immers niet iemand die hij snel bij de Rangers zou verwachten, daar was hij te veel een rijkeluiskindje voor. Echo grinnikte eventjes en deed een zakje suiker in zijn koffie, voordat hij ‘m met enkele snelle slokken achterover sloeg. “Nog steeds een hete drinker, zo te zien,” grinnikte Darcia eventjes, terwijl hij moeite deed om zijn blik niet te fixeren op het dode oog van Echo. Deze haalde zijn schouders op. ”Oude gebruiken verleer je niet,” zei hij met een glimlach op z’n gezicht. “Man, man, naast jou heb ik zo’n saai leven,” zuchtte de brede man daarna, terwijl hij voorzichtig in zijn thee roerde. ”Hoe is ‘t met de meiden?” vroeg de jongere jongen op een kalme toon, terwijl hij achterover leunde in zijn stoel en zijn hand uitstrekte om Aiylana een aai over d’r kop te geven. De Ninetales hield strikt de wacht over alles en iedereen en liet daarbij niemand in de buurt komen. Darcia was ditmaal diegene die zijn schouders ophaalde. “Kim is nu een half jaar op reis, ik geloof dat ze nu ergens rond Fortree City zit. Ik wilde d’r laatst opzoeken, maar ze zei dat ze het druk had en dat het een andere keer maar moest gebeuren. Mayble daar in tegen zit nog altijd thuis, met haar neus in de boeken.” Echo lachte eventjes. ”Mayble is echt geen steek veranderd. Wilt ze nog steeds de professor gaan helpen?” vroeg hij met een glimlach. Darcia knikte. “Birch vind haar nu nog wat te jong, maar hij geeft haar wel kleine taakjes om voor pokémon te zorgen en ze draait soms halve dagen mee op het lab. Ze vind het geweldig daar,” legde hij uit. Echo kon het zich best voorstellen. Hij voelde zich immers ook het meest thuis in het lab, ondanks dat zijn eerste plan eigenlijk was om zich te specialiseren in de Spy kant van Team Rocket. Hij keek naar het lege glas dat voor zijn vriend stond en maakte een simpel gebaar. ”Zullen we dan maar?” vroeg hij rustig. Zijn vriend knikte en samen stonden ze op. De Ninetales volgde hen op de voet en gromde af en toe als iemand te dicht in de buurt kwam. Een oudere man kreeg daardoor dan ook de schrik van zijn leven, toen de helderrode ogen van de pokémon opeens boven zijn tafel uit kwamen en ze een diepe grom liet horen. Eenmaal buiten keek Echo eventjes om zich heen. Ze moesten in Noordelijke richting als ze bij de bestemming uit wilde komen. Hij had Darcia niets over zijn plan verteld, omdat hij niet wilde dat er nieuwsgierige oren aan het meeluisteren waren. Toch wist hij dat hij zo meteen een groot deel moest gaan uitleggen. Hij had inmiddels de route gevonden en begon te lopen, met Darcia en Aiylana op de hielen. Hij hield de koffer stevig vast, maar niet zo stevig dat het er verdacht uitzag. Als iemand hem zou vragen naar de koffer zou hij immers gewoon kunnen zeggen dat hij de assistent was van een professor en dat hij monsters kwam nemen hier in Hoenn. Immers was dat nog niet eens een halve leugen. Echo grinnikte zachtjes, wat hem een vragende blik van Darcia opleverde. “Ga je me nu dan eindelijk het hele verhaal vertellen?” vroeg de brede man hem, terwijl hij weer naast hem ging lopen. Echo zuchtte zachtjes. ”Fine, maar op één voorwaarde,” zei hij en Darcia keek hem nieuwsgierig aan. “En dat mag wezen?” vroeg hij hem. ”Dat je me vertelt wat er gebeurd is voor en tijdens mijn ongeluk.” De blik van Darcia was te omschrijven als een combinatie van verwarring en lichte … angst? Daar leek het wel op tenminste. “Waar komt dit opeens vandaan?” vroeg hij aan zijn beste vriend. ”Er zijn wat dingen gebeurd die ik niet kan uitleggen en ik heb zo het idee dat het komt door m’n verleden, alsof mijn geheugen een poging doet om terug te keren, maar het niet wilt doordringen ofzo,” legde de witharige uit, terwijl hij zijn blik op de weg voor hen gericht hield. De oudere man keek eventjes moeizaam om zich heen, voordat hij een zucht slaakte. “Goed, ik zal je vertellen over het ongeluk en wat er daarvoor gebeurd is,” zei hij, met enige tegenzin. Echo wist niet waarom er tegenzin in zijn toon zat, waarschijnlijk omdat hij zo lang tegendraads was geweest en niet wilde weten wat er gebeurd was. Maar nu wilde hij voor eens en altijd weten wie het meisje was die hij de hele tijd zag en maar bleef zeggen dat hij haar had kunnen redden. Dit was het perfecte moment voor hem om zijn geschiedenis op een rijtje te zetten. Toch had hij het idee dat het Darcia dwars zat dat hij ernaar gevraagd had. ”Anyhow, ik ben dus iets meer dan drie jaar werkzaam bij Team Rocket nu. De Charizard waarmee ik ruzie had was van een Ranger die me gevonden had. Er zijn embers in mijn oog terecht gekomen en ze heeft me voor dood achtergelaten in een steegje.” Echo keek eventjes naar het gezicht van Darcia, die hem tijdens zijn spreken serieus had aangekeken. Al snel verscheen er een glimlach op zn gezicht en schoot hij in de lach. “Team Rocket, hè. Ik had al zo'n idee, je was immers altijd al een rebel geweest,” zei de oudere jongen, terwijl zijn bulderende lach een echo achterliet over de weg waarop het tweetal liep. Echo keek zijn vriend aan en grinnikte eventjes, zijn intuïtie had het dus toch weer bij het rechte pad. Toch verdween de glimlach weer van Darcia gezicht. “Spijtig om te horen, tho. Hoe is het verder met je gesteld?” vroeg hij daarna aan zijn vriend. De witharige haalde zijn schouders op, terwijl hij seinde dat ze af moesten buigen. ”Het is vooral mn mentale gestel dat een klap heeft gekregen. Ik heb last van episodes waarvan ik me niets kan herinneren, waarbij ik blijkbaar mensen aanval,” legde Echo uit, terwijl hij met een schaapachtige glimlach zijn vriend aankeek. Deze grijnsde alleen maar, terwijl zijn helderblauwe ogen op de weg gericht waren. “Zolang je mij niet aanvalt,” zei hij met een glimlach. Echo snoof. ”Can't promise anything.” Zijn ogen gleden naar de brede jongeman naast hem. ”Jouw beurt,” zei hij daarna met een serieuze blik in zijn ogen. Darcia slaakte een zucht. “Goed dan. Het gebeurde zo'n 5 jaar geleden,” begon de jongeman serieus.
Vijf jaar geleden
“Kom op jongen, we moeten er vandoor.” Een oudere, beginnend grijzende, man stond voorover gebukt om de tassen te pakken. Tegen de auto leunde een zwartharige jongen. Hij droeg een zwart vest met bleek grijze skinny jeans en had zijn zwarte haar met gel in verschillende pieken weten te steken. Zijn gifgroene ogen staarde naar de oudere man die aan het inpakken was. ”Ik had je nog zo gezegd dat ik niet wilde gaan,” snoof de jongen, terwijl zijn ogen over het tafereel heen gleden. De oudere man kwam overeind en rechte zijn rug, voordat zijn strenge grijze ogen naar de jongen gericht werden. “Luister eens goed jongeman. Jij hebt momenteel helemaal niets te willen. Deze reis zal goed voor je zijn en je zult meegaan,” werd er op een strenge toon tegen hem gezegd. De jongen snoof nog een keer en deed zijn armen over elkaar, terwijl er een klein meisje naast hem kwam te staan. ”Kom op broer, het wordt gezellig,” zei het meisje met een grote grijns op haar gezicht. Een mondhoek van de jongen trok omhoog in een kleine, bijna sadistische glimlach. ”Al goed, al goed, ik stap wel in,” zei hij zachtjes, terwijl hij zichzelf afzetten tegen de auto en op zijn hakken rond draaide. Daarna stapte hij naar de zijkant van de auto en stapte in. Hij ging aan de rechterkant, achter zijn vader die zou rijden, zitten en keek uit het raam. Naast hem zat het meisje, zijn zusje, die vrolijk met een knuffel op schoot zat en heen en weer bewoog. Het meisje was ongeveer zes jaar jonger dan hem, wat haar tien jaar oud maakte. Hijzelf was net zestien, hij was net teruggekeerd van een reis in de regio Unova, waarbij hij zijn pokémon had vrijgelaten. Het reizen was niet zijn ding en de pokémon vond hij maar irritant. De pokémon was een Snivy geweest, die hij toentertijd van de professor had gekregen, maar hij had nooit een goede band met de pokémon kunnen opbouwen. De oudere man, zijn vader, en zijn vrouw, de moeder van de jongen, stapte voor in en de auto werd gestart. “We zullen er over een paar uur pas zijn, dus als jullie willen slapen dan mag dat.” Er kwam geen antwoord van de achterbank, maar dat was al bekend bij de ouders. Ondanks dat ze woonde in een gigantische villa en beschouwd werden als een van de oudste en rijkste families van de Unova regio, vond meneer Æðelstan het niet nodig om te rijden met een chauffeur. Zoals hij zelf dan zou zeggen; “Ik heb niets voor niets m’n rijbewijs gehaald”. Daarmee was dan ook vaak de discussie mee afgesloten. Toch had hij geen geweldige familie. Zijn vrouw, de lieftallige Geneva, was van nature zeer stil en teruggetrokken, iets wat ook weer te zien was in zijn oudste zoon. Zijn jongere dochter daar in tegen was een beacon van blijdschap en vrolijkheid en wist bij iedereen een glimlach op het gezicht te plaatsen. In deze donkere tijden was Victoria dan ook een godsgeschenk voor de familie Æðelstan. Sir Bennett Æðelstan was momenteel blij met zijn hele gezin, ondanks dat er donkere wolken hem boven het hoofd hingen. Bennett deed de deuren dicht, starten de auto en deed de koplampen aan. “We gaan er een gezellig weekend van maken,” zei hij op een opgewekte toon. Zijn vrouw glimlachte alleen maar, terwijl Victoria vrolijk liet horen dat ze er zin in had. Vanuit de achteruitkijkspiegel keek de oudere man eventjes naar zijn zoon, die alleen maar naar buiten keek naar de regen die langzaam begon te vallen. Er was slecht weer op komst en dat leek het enige te zijn waar zijn zoon echt op gefixeerd was momenteel. “Keane, doe tenminste alsof je het leuk vind,” hoorde hij opeens vrouw naast hem zeggen. Geneva was altijd het stille type geweest, maar als ze iets zei was het altijd met een zachte en rustgevende stem geweest. Zij was echt de reden dat deze familie nog bij elkaar was, aangezien Bennett meer problemen had met zijn zoon dan dat hij ooit zou toegeven. De zwartharige jongen snoof zachtjes en zijn gifgroene ogen bleven op de waterdruppels gericht, die nu in een soort van patroon naar beneden zakte. ”Het zal wel, ik wilde niet eens weg. Het zou mij een zorg zijn wat er met opa en oma gebeurd is,” zei hij op een brutale toon terug. “En nu is het genoeg, Keane. Opa en oma zijn ook bezorgt om jou, sinds je terug bent van je reizen ben je nog brutaler geworden en ze hebben geen enkel woord meer van je gehoord. Waarom kon je ze niet gewoon een brief sturen?” snauwde Bennett opeens, terwijl hij de auto in z’n achteruit zetten en begon weg te rijden. Ondertussen had de zwartharige jongen gedaan alsof hij niets had gehoord van zijn vader. Hij pakte zijn koptelefoon er bij en zetten deze op, terwijl hij wat muziek op zocht om naar te luisteren. In gedachten verzonken staarde hij uit het raam, terwijl de regen steeds harder op de ruiten begon te tikken en in de verte de donkere bewolkte lucht werd opgelicht door donder en bliksem. Hem boeide het niet zo veel. Ze zouden de hele nacht doorrijden, voordat ze bij zijn opa en oma zouden zijn. Ze gingen bij hen op bezoek omdat ze beide ziek waren geworden en het niet bekend was hoe lang ze nog zouden leven. Het was niet zo dat Keane geen zin had om naar zijn opa en oma te gaan, hij mocht de oudere mensen best wel, maar zijn vader irriteerde hem kapot. Hij wilde dat hij ging studeren en een goed betaalde baan zou krijgen, terwijl hij zelf gewoon weg wilde uit huis en zijn ogen bonen mocht gaan doppen. Immers was hij zestien, hij kon best voor zichzelf zorgen. Maar nee, nadat hij terug was gekeerd van zijn reizen zonder een pokémon had zijn vader hem verboden om van het terrein af te gaan. Gelukkig was het terrein groot genoeg voor hem om alsnog een goede verstopplaats te vinden, waar hij dan met zijn beste vriend Darcia kon zitten en alcohol kon drinken. Oh en stiekem de sigaretten van zijn vader oproken, die hij had gestolen uit het laatje van het bureau van Bennett. De oudere man zei immers al jaren tegen zijn vrouw dat hij gestopt was met roken, maar zowel Keane als Victoria wisten dat dat niet zo was. Ja, zolang hij met Darcia kon uithangen hier was alles nog wel redelijk uit te houden, maar om nou alleen met zijn ouders en z’n zusje helemaal naar zijn oma en opa te gaan, dat was toch wel iets te veel van het goede. Vooral omdat het betekende dat hij meerdere uren met zijn vader in een zeer kleine ruimte zat. Keane snoof dan ook eventjes, terwijl hij zijn ogen dichtdeed en zich mee liet slepen door de muziek die hij op honderd procent had gezet. De lichten van de lantaarnpalen zorgde ervoor dat Victoria in een soort van trance was gezakt. Haar ogen volgde de lichtjes, terwijl ze de knuffel van de Granbull stevig tegen zich aan drukte. De roze fairy type pokémon was haar lievelings pokémon en ze hoopte dan ook binnenkort dat ze een Snubbull mocht krijgen van haar ouders, of er zelf een mocht vangen, samen met haar grote broer. Haar voeten schommelde vrolijk heen en weer, aangezien ze nog niet bij de grond kwam. Met haar blauw/groene ogen en donker blonde haar leek ze op een exacte kopie van haar moeder, al had ze compleet het tegenovergestelde karakter. Ze was altijd vrolijk en iets wat aan de drukke kant, iets wat haar ouders niet altijd even prettig vonden. Maar daar in tegen kon ze ook altijd bij iemand een glimlach op het gelaat krijgen, zelfs bij haar altijd chagrijnige broer. Ze was blij dat Keane weer terug was in de familie. Ze had zich verveeld terwijl hij op reis was geweest, al was Darcia wel altijd langs geweest. Ze zag de beste vriend van haar broer ook een beetje als broer, iets wat Darcia gelukkig nooit erg had gevonden. Hij speelde graag met haar als Keane weer eens kwaad of chagrijnig was, al merkte ze de laatste tijd wel op dat de oudere jongen niet zo vrolijk meer was als vroeger. Misschien had het iets te maken met zijn ouders die plotseling overleden waren, maar ze was nog te jong om het precies te snappen. Zachtjes nuriede ze een liedje, terwijl ze vrolijk heen en weer bewoog en de lichtjes volgde. Sommige mensen zeiden dat ze een ‘speciaal kind’ was omdat haar aandachts span niet zo geweldig lang was. Maar uit testen bleek gewoon dat ze erg dromerig was, maar dat er verder geen problemen waren. Ze kon zich uren vermaken met een simpele pop of gewoon met een potlood, zolang ze maar iets had om op te tekenen. Dat waren dan ook de enige momenten dat ze leek op haar moeder, qua karakter. Andere keren werd ze door menig lid van het personeel achterna gezeten omdat ze weer eens ergens met vieze handen aan had gezeten of gewoon omdat ze tikkertje zaten te spelen. Beide kinderen zaten rustig op de achterbank. Geneva zat te lezen en Bennett deed zijn best om zich zo goed mogelijk op de weg te kunnen richten. De regen begon steeds heviger te worden en ook de onweersbuien waren inmiddels boven hen gedreven. Voor hem reden de auto’s al een stuk langzamer, puur omdat niemand meer goed zicht had en ze liever het zekere voor het onzekere wilde nemen. Bennett vond het niet zo erg, het zou misschien wat vertraging opleveren, maar ze zouden tenminste veilig aankomen bij zijn ouders. Hij slaakte eventjes een zucht en voelde de craving naar een sigaret, maar wist dat als hij er nu aan toe zou geven, hij een standje zou krijgen van Geneva. Dus hij besloot het maar te laten rusten en zich te concentreren op de weg. Niemand had kunnen zien aankomen dat de bliksem insloeg in een van de bomen aan de rand van de weg en in brand kwam te staan. Enkele auto’s gingen uit de weg en al snel was er paniek op de weg. Het vuur verspreiden zich snel en Bennett moest zich diep concentreren om de paniek niet naar hem te laten overslaan. Hij trilde een beetje, terwijl hij zijn handen om het stuur heen klampte. Een twee flits, een nieuwe boom werd geraakt. Voordat hij iets kon doen viel er een groot gewicht op de motorkap van de auto. Met een ruk stonden ze stil. Hij en de rest van zijn gezin schoten naar voren toe. Een tak doorboorde de borst van Geneva en ze overleed ter plekke. Een stuk glas was verdwenen in de borst van zijn zoon, die levenloos in zijn gordel hing. Een tweede, dikkere tak had zijn dochter verpletterd. Zelf was hij in zijn gordel blijven hangen, bewusteloos, maar in leven. Voor nu tenminste. Ambulances waren snel ter plekke en zowel de menselijke overschotten als de gewonden mensen werden uit de auto gehaald. De auto die onder de boom in brand was gevlogen en waar ze met veel pijn en moeite ervoor gezorgd hadden dat deze niet ontplofte. Bennett was inmiddels weer bij bewustzijn, hij had teveel rook ingeademd en lag aan de beademing, terwijl hij een arm en een been gebroken had en een paar ribben had gekneusd. Zijn zoon bleek ook nog in leven te zijn, maar hij was in een coma beland door een harde klap. Het stuk glas zat diep in zijn borst, maar zou geen interne verwondingen kunnen veroorzaken, alleen een groot litteken. Zijn vrouw en dochtertje waren op slag dood. Het vulde hem met woeden. Waarom moest zijn zoon het overleven, waarom mochten zijn vrouw en dochtertje niet meer van het leven genieten? De man was kwaad, maar onderweg naar het ziekenhuis viel hij in slaap. Keane lag inmiddels in het ziekenhuis. Het was twee of drie dagen na het ongeluk, ze hadden het stuk glas uit zijn borst gehaald en dicht gemaakt. Hij had zijn arm gebroken en een kneuzing aan een van zijn nekwervels, aangezien hij door het glas van de ruit was gegaan en in zijn gordel had gehangen. De kosten voor het ziekenhuis waren betaald, met alles wat er nog bij zou komen voor hoelang hij ook in zijn coma mocht blijven liggen. Er was geen familie meer op bezoek gekomen. Zijn opa en oma hadden geprobeerd om contact te leggen, maar er gingen verhalen dat zijn vader het niet wilde en ze had weggestuurd. Bennett zelf wilde helemaal geen contact meer hebben met zijn zoontje. Hij had het ziekenhuis alweer verlaten, om verder thuis behandeld te worden. Keane was achtergelaten in het ziekenhuis, moederziel alleen. Geen familie meer, in een coma, niet wetend wat er zou gebeuren.
Huidige tijd
Echo luisterde gespannen, terwijl het tweetal in de richting van Fallabor City wandelde. Ze moesten iets daarvoor zijn, om precies te zijn in de Meteor Falls. Maar voor nu zat zijn hoofd gewoon vol met vragen die in hem opgekomen waren tijdens het hele verhaal dat Darcia hem net verteld had. Hij zuchtte zachtjes. Dus nu wist hij in ieder geval het verhaal van wat er gebeurd was op de avond van het ongeluk en de reden waarom hij zijn geheugen verloren was. Onbewust wreef hij over zijn borst heen, waar een X-vormig litteken zat. Tevens was hij zich nu bewust van zijn naam, zijn echte naam. Keane, Keane Æðelstan. Hij had zichzelf Echo Wolf genoemd in het ziekenhuis en iedereen was er mee doorgegaan, omdat er dus duidelijk was aangegeven dat hij geen contact meer mocht hebben met zijn familie. Hij wist niet eens wie zijn familie echt was, nu had hij tenminste namen. De naam van zijn vader tenminste, maar als hij nu ooit besloot om terug te keren naar Unova, kon hij tenminste een bezoekje brengen aan het graf van zijn moeder en zijn zusje. In ieder geval kon hij nu wel één ding ophelderen. Zijn ogen gleden naar Darcia, die na het hele verhaal stil was geworden en zijn handen in z’n zakken had gestoken en naar de grond staarde. ”Heb …” begon Echo, maar hij viel weer stil daarna. Darcia keek hem eventjes aan, maar de stilte rond de twee was bijna onhandelbaar. ”Heb je een foto van Victoria?” vroeg hij daarna zachtjes. Zijn vriend keek hem eventjes aan, maar zijn blik verzachte al snel. Hij haalde zijn portemonnee uit zijn zak en pakte een klein fotootje eruit. Erop stond een jong meisje, net tien jaar oud, met lang licht golvend donker blond haar en vrolijke blauw/groene ogen, op haar gezicht rustte een grote glimlach. Hij gaf het fotootje aan zijn beste vriend, die het met een iets trillende hand aan pakte. Zijn goede oog gleed over het fotootje, terwijl hij een poging deed om beelden terug te roepen in zijn hoofd. Maar het bleef leeg, op een van zijn herinneringen van de schim na. De schim van wie hij nu wist dat het zijn zusje was. Toch was er nog één vraag die hem nog dwars zat. ”Er was een witte schim. Een shiny Absol, net voordat het ongeluk gebeurde,” zei hij zachtjes. Darcia haalde zijn schouders op. “Dit is het enige wat ik heb gehoord van de pers, camera beelden en van wat Bennett me verteld heeft,” zei hij op een zachte toon. Echo knikte zachtjes en zuchtte voorzichtig. ”Mag ik?” vroeg hij aan zijn vriend, terwijl hij naar het fotootje keek. Darcia knikte en de witharige jongen stak het fotootje in zijn eigen portemonnee. Daarna keek hij op naar zijn vriend en een kleine glimlach sierde zijn gezicht. ”Het spijt me, Darcia. Maar vanaf hier moet ik alleen verder,” zei hij zachtjes. Hij keek eventjes naar zijn Ninetales, die een vrolijke blaf liet horen, voordat ze de blik van haar trainer snapte en een Hypnosis aanval uitvoerde op de andere jongeman die bij hen liep. “Wa-wat?” zei de oudere jongeman nog, voordat hij in slaap sukkelde. Echo zuchtte zachtjes. ”Het spijt me,” zei hij zachtjes, voordat hij zijn vriend er zo onopvallend bij legde en zijn zakken controleerde. Hij zou niets stelen, maar als er iets waardevols in zat, zou hij het bij zich houden totdat ze elkaar weer zagen. Puur zodat niemand anders het zou stelen. Hij haalde een paar dingen eruit, stak het in zijn eigen zakken en zuchtte zachtjes. Hij vond het niet leuk om z’n vriend zo achter te laten, maar hij kon niet langer in zijn gezelschap zijn, vooral omdat hij de rest van z’n opdracht alleen moest gaan doen. Echo kwam weer overeind en draaide zich om, nu moest hij op weg naar de Meteor Falls.
Gelukkig was de grot niet al te ver weg van waar hij Darcia had achtergelaten, maar hij had zijn hoofd er niet helemaal bij. De informatie die hij had gekregen was ingeslagen als een bom en hij kon zijn hoofd er niet om krijgen. Nu wist hij eindelijk wie hij echt was, wat er was gebeurd op de avond van het ongeluk en waarom zijn vader hem uit de familie had geschopt. Hij wist niet eens of zijn vader nog in leven was, maar mocht dat zo zijn, zou hij de man nodig eens een bezoekje moeten brengen. Maar de grootste verklaring die hij had gekregen, was de foto die nu in zijn bezit was. Het plaatje van zijn kleine zusje, Victoria. Hij haalde het uit z’n portemonnee en keek nog een keer aandachtig. ”Do you remember?” hoorde hij opeens achter zich. Aiylana, ondanks dat ze het niet kon zien, voelde de aanwezigheid van iets en begon zachtjes te grommen, terwijl haar oren alle kanten op draaide in de hoop om te vinden wat ze voelde. Haar rode ogen stonden scherp, maar zelfs haar scherpe zintuigen konden een hersenspinsel niet vinden. ”I do,” zei Echo op een zachte toon. ”Victoria,” vervolgde hij daarna met een glimlach. Hij draaide zich om, waar de schim stond van een klein meisje. Haar lange, licht golvende haar viel over haar gezicht heen, waardoor niet goed te zien was hoe oud ze was en wat haar oogkleur was, maar hij wist dat zij het moest zijn. Ze keek op toen ze haar naam hoorde en een helder blauw oog was te zien. ”You could’ve safed me,” zei ze zachtjes, op een holle toon. Echo knikte, langzaam en met berouw. ”I know,” antwoorden hij op een verdrietige toon. ”I didn’t know that would happen,” vervolgde hij daarna. Het meisje keek opeens op, ze nam een aanloop en sprong tegen Echo aan. Tenminste, dat was haar bedoeling, maar echt ver kwam ze niet. ”You did, you always did. You just didn’t want to listen!” schreeuwde ze opeens naar hem. Ze keek op, beide haar ogen nu zichtbaar. Of nou ja, dat zou de bedoeling, maar de hele rechterkant van haar gezicht was verdwenen en zag eruit als een groot gapend zwart gat. ”How should I have known!?” snauwde Echo terug naar het meisje, blij dat er momenteel geen omstanders waren. Die zouden hem alleen maar voor gek verklaren, omdat hij in feite gewoon tegen zichzelf aan het praten was, terwijl zijn Ninetales een poging deed om er uit te komen wat hij precies zag. ”The Absol. That Absol!” gilde het meisje naar hem terug. ”She came to warn you, three of four times, in the garden. I’ve seen you two.” Eventjes was het stil. Echo bleef verbaast staan kijken. Okami? Okami was hem komen waarschuwen. Hij wist dat als je een Absol zag het meestal ongeluk voorspelde, maar was dit echt het geval geweest? Had ze echt zien aankomen dat dit zou gaan gebeuren? ”Maybe I’m happy that it happened. I finally could cut lose from the strings my father attached to me,” sprak hij zachtjes. Victoria keek hem aan, klaar om hem een slag te verkopen, maar zij wist net zo goed als hem dat het niets zou uitmaken. ”How could you be happy about it? You loved mum, and me, right?” sprak Victoria voorzichtig, hij kon zien hoe het goede deel van haar gezicht trilde, inclusief haar halve lippen. ”I did love you both, I guess. Darcia didn’t tell me much about how I was before the accident, he just told me about the accident itself,” zei Echo met een scherpe toon in zijn stem. ”You could’ve safed me, us. Dad wouldn’t have hated you if you had told him about the Absol. I’m sure about that.” De witharige jongen begon er een beetje genoeg van te krijgen. Het maakte ook gewoon niets uit. Hij zou toch wel de schuld krijgen van het ongeluk, of het nou van zijn vader was of van een hersenspinsel in de vorm van zijn overleden zusje. Hij kreeg de schuld van het ongeluk. Maar hij zou nooit toegeven dat het zijn schuld was. Pas op het moment dat er echt keiharde bewijzen kwamen dat hij schuldig was, misschien dat hij dan eens zou gaan kijken of het waar was. ”Go, leave me alone. I don’t want you in my life again. I’m happy the way I am right now. I’m doing my part for Team Rocket, I have to finish this mission. Goodbye,” snauwde hij in de richting van de geest. Haar schouders begonnen te schokken en hij hoorde zacht gejammer in zijn achterhoofd. ”Stop crying. I don’t need you. My life was good before this all happened. You just invaded me and tried to get me insane!” gromde hij naar zichzelf, terwijl hij zijn hand om de hendel van het koffertje sloeg en weg begon te lopen. ”I did because I love you! I just wanted my brother back!” schreeuwde ze in zijn hoofd. ”Let me go. Your brother is dead. You’re not getting him back!” snauwde Echo daarna. Zijn stem weergalmde over de vlakte, voor de ingang van de Meteor Falls. Aiylana was door haar poten gezakt en hield een respectabele afstand van haar trainer. Er was iets in zijn ogen wat haar beangstigende, iets wat ze nog nooit bij hem had gezien. Zijn rode oog leek in vuur en vlam te staan, het gloeide bijna in de avond die begon te vallen. Ondertussen was zijn grijze oog zo diep grijs geworden dat het leek alsof zijn iris en pupil dezelfde kleur hadden. Het meisje was stil, verdwenen, maar achter in zijn hoofd voelde hij nog steeds haar aanwezigheid. ”Zolang je niet de waarheid onder ogen kunt komen, zal je niet van me afkomen,” zei een zacht, sadistische stemmetje in zijn achterhoofd. De stem grinnikte zachtjes, voordat het langzamer zeker verdween. Echo slaakte een zucht en keek om zich heen. Voor nu had hij dus eventjes rust. Nu zou hij dus de opdracht kunnen afmaken. Familiezaken waren afgesloten. Zijn oude naam, zijn familie, hij zou alles afstoten. Niemand zou er achter komen wat er gebeurd is, niemand zou weten hoe hij noemde. Nou ja, op misschien één iemand na. Maar Keane Æðelstan was vanaf nu officieel dood. Hij zou alleen nog maar bekend staan als Echo Wolf. De witharige jongen snoof eventjes, voordat hij het koffertje steviger vast pakte en de Meteor Falls binnen liep.
De Meteor Falls was een gigantisch grottenstelsel, waar vroeger mensen hadden gewoond. Het was vernoemd naar de meteoren die hier gevallen waren, of nou ja. De waterval zou de plek moeten markeren waar vroeger de meteoren gevallen waren. Hij had zich wat ingelezen toen hij in het sloepje zat op weg naar Hoenn. Immers wilde hij niet voor verrassingen komen te staan als hij dit soort dingen moest oplossen. Daarom had hij, toen hij de opdracht had ontvangen, ook een klein dingetje ontworpen dat hem zou kunnen helpen met zijn opdracht. Echo zetten zijn spullen neer toen hij de grot binnen liep en om zich heen keek. Het was hier opvallend licht, waardoor hij de zaklamp die hij bij zich had niet eens hoefde te gebruiken. Hij ging op z’n hurken zitten, naast de koffer die hij op de grond had gezet en haalde zijn schouder tas erbij. Deze deed hij af en haalde er een klein spinachtig robotje uit. Dit was een klein dingetje waar hij een tijdje geleden aan had zitten werken en wat hij hiervoor goed zou kunnen gebruiken als een kleinschalige test. Hij zetten het robotje op de grond en zetten ‘m aan. Daarna pakte Echo zijn laptop erbij en ging op de grond zitten. Hij had geen stroom nog internet hier in de grot, dus hoopte hij dat het signaal sterk genoeg was om alles te laten werken. Er zouden best magnetische stralen kunnen zijn hier die alles zouden verstoren, waardoor het hele plan nog niet doorging. Aiylana snuffelde eventjes aan de robot, maar toen ze een statische schok kreeg piepte ze eventjes en ging snel naar achter. Snel ging ze naast Echo zitten en drukte piepend haar snuit in zijn oksel. Hij lachte eventjes en gaf haar een aai over d’r kopje heen. ”Rustig maar, Aiylana. Niets aan de hand,” zei hij zachtjes sussend terwijl hij eventjes achter haar oor krabde. Ze piepte nog een keer zachtjes, voordat ze echt door had dat er niets aan de hand was en ging op de uitkijk zitten. Hij dacht eventjes na of hij Okami er ook bij moest halen, maar de Absol zou vast alleen maar ruzie gaan maken met de Ninetales, dus waarschijnlijk was dat geen al te slim plan. Hij typte eventjes wat in op zijn laptop en het kleine robotje kwam overeind, het draaide in het rond, terwijl Echo op zijn laptop meekeek met de camera die hij erop had gemaakt. Het was de bedoeling dat deze robot de grotten eerst zou gaan inspecteren, voor het geval de Rangers een val hadden gezet. Hij ging niet direct van het slechtste uit, maar zou ook liever geen risico’s willen nemen tegenover een groep zoals de Rangers. Immers wist hij op voorhand dat er best wel sterke mensen tussen zaten. Hij snoof eventjes en typte nog een paar commando’s in op het schermpje dat voor hem flikkerde. De robot kwam weer overeind en sprinten opeens een hoek in, alles onder het wakend oog van de witharige jongen. Aiylana daar in tegen bleef rustig op wacht zitten, zij zou er voor zorgen dat niemand haar trainer zou kunnen storen zolang hij bezig was met zijn pijnlijk prikkende dingetjes. Echo glimlachte eventjes. Er waren een paar lagspikes, maar daar zou hij wel doorheen kunnen kijken. Voor de rest werkte de robot naar behoren en zouden ze dus makkelijk de grot kunnen onderzoeken. Hij typte de coördinaten in op het schermpje en al snel sprinten het robotje er van door. Echo leunde rustig achteruit, terwijl hij via het beeldscherm in de gaten hield waar zijn robotje heen ging. Het was een pracht van een uitvinding, misschien een beetje lui, maar ooit had iemand gezegd dat men het zwaarste werk aan de luiste mensen gaven, omdat die de snelste manier vonden om ‘t werk gedaan te hebben. Hij was zo iemand, slim, maar lui. Hij grinnikte eventjes om wat er allemaal gebeurd was vandaag. Zijn trip naar de Meteor Falls werd uiteindelijk een nostalgische trip, tot bijna een doorbraak van zijn mentale gestel. Nou ja, hij wist dat hij nooit meer van de stem van zijn zusje af zou komen, maar dat was iets waar hij maar mee moest leren leven. Hij keek op toen opeens het alarmsignaal werd gegeven door zijn robotje. Het dingetje was van de grond afgeplukt door iets en werd nu op hoge snelheid ergens anders heen gebracht. Echo zuchtte zachtjes, hij pakte zijn laptop en kwam van de grond. Dit zou niet prettig worden, hij moest nu én zijn laptop mee gaan slepen én de koffer in zijn hand houden. Maar aan de andere kant, diegene aan wie hij de koffer moest afleveren was nog niet eens hier, dus wat zou het ook uit maken. Hij wilde gewoon z’n robotje terug. Met zijn laptop op zijn linkerarm bungelend en de koffer in zijn rechter, liep Echo door de grot heen. Aiylana liep nog altijd trots naast hem en deed een poging om een spoor te pakken te krijgen. Maar een spoor vinden van iets dat geen geur af gaf was lastig. Ze piepte dan ook eventjes, alsof ze zich wilde verontschuldigen. Echo letten er niet op, hij hielt zijn ogen op zijn laptop gericht en keek af en toe of ze nog goed liepen. Hij had geen idee waar de pokémon, hij ging er tenminste vanuit dat het een pokémon was, zijn robotje naar toe ging brengen en of hij het aan zag als een prooi ofzo. In ieder geval gingen ze nog de goede kant op en zou het niet lang duren voordat hij zijn geliefde robotje weer terug zou hebben. Toch kon Echo het niet laten om eventjes om zich heen te kijken. Hij had veel gelezen over deze plek en de mensen die hier vroeger leefde. De zogenaamde Draconid People, die hier leefde op het moment dat Groudon en Kyogre aan het vechten waren en Rayquaza ze had weggestuurd. Zij zouden ook de oprichter zijn van de Sky Pillar hier in Hoenn, waar de pokémon Rayquaza aanbaden zou worden. Hij moest nog steeds een keertje naar de toren gaan om onderzoek te doen, maar dat was iets voor een andere keer. Hij keek eventjes op zijn laptop en zag dat de pokémon stil was blijven staan. Hij seinde Aiylana dat ze zouden stoppen en de Ninetales kwam abrupt tot stilstand. Echo keek eventjes om zich heen, maar kon de pokémon niet vinden. Dat was totdat het beeld op zijn laptop draaide en hij zichzelf zag. Meteen draaide witharige zich om. Naast hem, op een hoog plateau stond een pokémon, zo te zien een Dragon type van menselijke hoogte. Hij kon deze pokémon niet, maar tijd om zijn pokédex erbij te halen had hij niet. De pokémon liet de robot op de grond vallen, die langs de richel omlaag rolde. Direct sprong Aiylana overeind en greep de robot, om die vervolgens terug te brengen naar haar trainer. Echo bedankte haar in stilte en zetten zijn laptop op de grond. Hij deed ‘m dicht en stak ‘t terug in zijn tas, terwijl hij met zijn nu vrije hand een pokéball greep. Precies op het moment dat de pokémon naar hem toe sprong, gooide hij de pokéball de lucht in en kwam de Garchomp tevoorschijn die de klap opving.
Klauw en vin sloegen tegen elkaar aan, terwijl beide dragon type pokémon een brul slaakte. Scrum sloeg de pokémon achterover en eventjes had Echo de kans om de tegenstander een quick scan te geven. Druddigon, the Cave Pokémon. With the skin on its face harder than rock, Druddigon warms its body by exposing its wings to the sun. Een Druddigon was het dus. Hij vroeg zich af waar hij de warmte vandaan had gehaald, aangezien de zon zo goed als onder zou moeten zijn nu. Maar aan de andere kant, als hij de hele tijd in de zon had gelegen, had hij voldoende energie om dit gevecht te handelen. De paarse pokémon haalde opeens uit met zijn klauw in een Dragon Claw aanval en direct sloeg Scrum terug met een Dragon Claw van zichzelf. Dit zou een redelijk één op één gevecht worden, aangezien beide pokémon weak waren tegen zichzelf. ”Scrum, val aan met Rock Tomb!” zei Echo snel. De Garchomp duwde de Druddigon van zich af en hief zijn vinnen in de lucht. Twee rotsen braken af van de zijkanten van het geïmproviseerde strijdveld en sloegen tegen de andere Dragon type pokémon aan. Een gedempte brul was te horen, maar al snel sloeg de pokémon zichzelf eruit met een Night Slash aanval. Daarna focuste zijn ogen zich weer op de grotere draak pokémon en schoot hij naar voren toe met een Dragon Tail aanval. Halverwege de aanval draaide de pokémon zich om en met een groen opgloeiende staart sloeg hij Scrum tegen een muur aan. De Garchomp slaakte een brul en Echo zuchtte. Als ze nu hier de grot lieten instorten hadden ze een probleem, hij kon Scrum ook niet commanderen om ondergronds te gaan, want dan zou alles alsnog instorten. Wat betekende dat hij de pokémon op close range moest houden. Hij hoefde immers de pokémon niet te verslaan, maar alleen wegjagen, zodat ze op zoek konden gaan naar hun contactpersoon. ”Grijp de Druddigon vast en val aan met Dragon Rage!” riep Echo naar zijn pokémon. De Garchomp schoot uit het stof dat ontstaan was van de klap die hij had gemaakt en op opmerkelijke snelheid greep hij de langzamere pokémon vast. De pokémon flinchte eventjes toen de Rough Skin ability van de Druddigon in zijn vinnen sneed, maar toch opende hij zijn bek en een paarse straal aan draconische energie schoot tegen het gezicht van de Druddigon aan. De pokémon slaakte een brul en rukte zichzelf los van de Garchomp. Direct kreeg Scrum een stoot in zijn maag van een Revenge aanval en ditmaal was het de buurt van de Garchomp om te brullen. Hij werd tegen de grond geslagen, terwijl de Druddigon dreigend over hem heen stapte en zo te zien klaar was om een aanval uit te oefenen. Een grote groene klauw verscheen rond de klauw van de paarse pokémon en Echo wist wat hem te doen stond. ”Scrum, Aerial Ace!” De Garchomp vormde een witte aura om zich heen en schoot onder de Druddigon heen, om vervolgens meerdere keren tegen hem aan te ‘vliegen’. De paarse pokémon werd achteruit gedwongen en stond nu met zijn rug tegen een muur aan, precies daar waar Scrum hem had willen hebben. ”Rock Tomb!” riep Echo nog een keer en direct verscheen er een licht blauwe uitlijning rond de rots waar de Druddigon tegenaan stond. Deze had dit keer snel genoeg door wat er gebeurde en schoot opeens naar voren toe, waardoor de Rock Tomb aanval miste, maar hij raakte daarbij wel de Garchomp met een nieuwe Dragon Tail aanval. Scrum slaakte nog een brul en werd uit zijn evenwicht gehaald, maar ditmaal wist hij zichzelf overeind te houden met zijn staart. De Druddigon viel direct nog een keer aan met een Night Slash aanval, die de Garchomp gedwongen moest incasseren met zijn vinnen gekruist over voor zijn gezicht. ”Dual Chop!” zei Echo snel en de vinnen van de Garchomp gloeide groen op. Snel sloeg hij met beide vinnen tegen de Druddigon aan en weer sloegen vin en klauw tegen elkaar. Een schok ging door het veld heen en Echo dook in elkaar van de kracht. Ook Aiylana hield zichzelf dicht tegen de grond terwijl de schok over vloog en schudde zich uit toen deze voorbij was. De twee pokémons wilde zo te zien een krachtmeting gaan doen, aangezien ze tegen elkaar aan bleven staan en elkaar in de ogen bleven aankijken. Scrum brulde en al snel volgde de Druddigon, maar deze had niet door dat de Garchomp het alleen had gedaan om de pokémon uit z’n evenwicht te halen. Met een snelle sweep van zijn staart lag zijn tegenstander op de grond en stond Scrum triomfantelijk boven hem. Achter in zijn keel vormde het begin van een Dragon Rage aanval en al snel werd de Druddigon overweldigd door de aanval. Deze kroop overeind en slaakte een brul naar de Garchomp, maar het gevecht gaf hij over. Nog net niet met zijn staart tussen zijn poten rende de pokémon er vandoor. Scrum bleef staan en slaakte een brul. Hij had het gevecht gewonnen. Echo glimlachte en liep naar zijn pokémon toe om ‘m een schouderklopje te geven. ”Ik ben trots op je,” zei hij zachtjes, voordat hij de pokémon terug liet keren. Nu was het tijd dat hij maar eens op zoek zou gaan naar zijn contactpersoon. Die had hij nu wel lang genoeg laten wachten. Snel controleerde Echo het robotje of dat hij heel erg stuk was, maar de schade bleek beperkt te zijn gebleven. Er zaten wat speeksel resten op, die hij misschien nog wel zou kunnen gebruiken in het lab als hij terug was op de basis. Tenzij hij een uitweg zou maken en het lab hier in Hoenn eventjes zou inpikken. Anyhow, dat moest hij later maar eens gaan uitzoeken. Hij keek eventjes naar Aiylana, die rustig haar vacht had zitten schoonmaken, aangezien er vuil in was gekomen toen er een schok over het strijdveld heen was gekomen. Hij floot de shiny Ninetales bij zich en liep in de richting van de Meteor Falls, het deel waar ze moesten zijn tenminste. Als hij de beschrijving goed had gesnapt was zijn ontmoetingsplek bij de waterval. Het hele ding waarom de Meteor Falls zo bekend stond. Deze waterval zou gemaakt zijn door de meteorenregen die eeuwen geleden hier was geweest. Nu was er niets meer van over, behalve de vele kraters en deze prachtige waterval. De jongen liep rustig achter het geluid van neervallend water aan. Dat was zo ongeveer zijn enige kans om de waterval te vinden en het leek hem de meest logische oplossing. Helaas had hij nu niet kunnen testen op er traps waren van de rangers, maar eigenlijk verwachtte hij die niet. Tenzij … Nee, hij mocht nu niet gaan doomdenken. Darcia had niet eens geweten waar hij heen moest, alleen dat hij een opdracht moest doen en dat hij daarvoor in Hoenn was. De witharige jongen schudde zijn hoofd. Hij was te slim hiervoor, hij moest er niet teveel over nadenken. Van nadenken kwamen problemen. Op het moment dat hij de waterval in het zicht kreeg, was er nog niemand. Niet dat hij het had verwacht, immers zou je niet ervan uit kunnen gaan dat zijn contactpersoon in het open zou blijven staan met de constante Ranger dreiging om hen heen. Hij besloot dan ook maar om gewoon naar boven te klimmen en daar te gaan wachten. Wacht, naar boven klimmen. Hoe? Hij had een pantser aan om de koffer te beschermen, maar hij had niets bij zich nog een pokémon die kon klimmen. Misschien moest hij het maar gewoon onderaan de waterval blijven staan, dat was wel zo veilig. Hij liep naar de plek waar het water naar beneden kwam. Het geluk dat ze hadden was dat geen enkele ranger hen zou kunnen afluisteren hier, aangezien het geluid van het neer kletterende water veel te luid was daarvoor. Echo keek om zich heen, er was niemand te zien. Tenminste, dat idee had hij. Hij voelde ergens wel een presence in de buurt, maar met alles wat gebeurd was vandaag en verhalen die hij had gehoord, was het geen wonder dat hij een beetje tense was. Hij zuchtte zachtjes en bedacht zich dat als hij hier weer weg kon, hij zichzelf wel op een kop koffie kon trakteren. Dat was toch wel iets dat hij verdiend had. De witharige jongen geeuwde eventjes, vandaag had hem uitgeput. Zodra hij hier weg kon moest hij eerst Darcia maar eens opzoeken, die zou zijn roes ook wel weer uitgeslapen hebben tegen die tijd. Aiylana piepte eventjes en begon te grommen, Echo draaide zich om maar kon niets zien. ”Wat is er meisje?”vroeg hij aan de shiny Ninetales, maar al snel was ze weer stil. De witharige jongen haalde zijn schouders op, het zou vast niets zijn geweest. Hij keek langs de Waterval en dacht in de verte twee pokémon te zien, een zon en maan. Dat moesten de bekende Solrock en Lunatone zijn die veel voorkwamen in dit gebied. Vreemd eigenlijk dat er twee pokémons waren die eruit zagen als hemellichamen. Echo besteedde er maar niet al te veel aandacht aan, aangezien zijn aandacht door iets compleets anders werd getrokken. Hij keek eventjes naar de omgeving. Hier moest hij nodig eens op onderzoek uit gaan. Er waren nog veel dingen te vinden van toen de Draconid People hier leefde en hij had best wel interesse in hun ontwikkeld. Sowieso zou hij nog naar de Sky Pillar gaan, maar dat was voor een andere keer. Eerst zou hij op zijn gemak deze grot gaan uitkammen en opzoek gaan naar overblijfsels van deze mensen. Dat was tenminste, als hij deze opdracht zou halen. Want anders zat hij hier nog wel eventjes vast. Überhaupt als hij de verkeerde plek had gevonden, kon hij hier lang blijven zitten. Aangezien dan niemand het pakketje zou komen ophalen. Echo zuchtte en gaf zichzelf een zachte tik tegen zijn wang aan, hij moest niet gaan doomdenken. Hij zat goed, hij had het gehaald, no problem.
|
| | | Administrator Lynn XavierPunten : 482
Gender : Female ♀
Age : Nineteen
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | | | | Member Echo WolfPunten : 475
Gender : Male ♂
Age : 23 Years [20/12]
Type : Team Rocket
Rang : Elite Scientist
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Re: [Scavenger Hunt] And if they fall like Lucifer fell do feb 09, 2017 7:18 pm | |
|
Het was pas op het moment dat diegene die van hem de koffer overnam begon te rennen, had hij door dat hij in een val was gelopen. Muk! Dit was nou precies waarom hij zo ontzettend oplettend was geweest, maar die vervloekte Druddigon had er problemen in gegooid. Echo gooide zijn apparatuur neer en met zijn schoudertas bungelend op zijn schouder en slaant in zijn knieholtes, rende hij achter de vent aan. Snel gooide hij een pokéball op en met een brul kwam zijn shiny Absol te voorschijn. Snel drukte hij op het knopje van zijn keystone en terwijl de Absol de achtervolging in zetten, veranderde ze zich in haar mega-form. ”Grijp die vent!” bulderde Echo naar zijn pokémon. Het was nu pas dat hij merkte dat Aiylana naast hem verdwenen was. Hij keek om zich heen, zo snel mogelijk zonder om te vallen in verband met het rennen en merkte dat de shiny pokémon naast de Mega Absol rende. Voor de verandering deelde ze een gezamelijk doel en konden in dit soort situaties wel samen iets oplossen. De shiny Ninetales en Absol versnelde hun pas en lieten hun trainer al snel achter zich, die een poging deed om ze bij te houden. Ondertussen hoorde hij een geniepige stem in zijn achterhoofd. ”I told you so, it’s all your fault,” maar hij sloot de stem buiten en versnelde zijn pas. Zijn longen branden en hij vervloekte zichzelf dat hij geen beter uithoudingsvermogen had. Hij haalde piepend adem, maar hield vol. Ondertussen had Okami bijna de rangers te pakken, haar klauwen zaten bijna op zijn hielen. Maar de ranger was slim en gooide een soortement van olie naar achter toe, waardoor beide pokémons uitgleden. Ze piepte beide en kwamen moeizaam weer overeind, maar Echo had iets gezien. ”Aiylana, Flamethrower. Okami, wegwezen,” zei Echo met een piepende stem. De shiny Ninetales haalde diep adem en zetten het spoor aan olie in lichterlaaie, waarna de shiny Absol weg sprong. De olie vatten vlam en zetten daarbij het hele pad in lichterlaaie. In de verte dacht Echo een schreeuw te horen, waardoor het erop leek dat zijn plannetje had gewerkt. Op het moment dat hij had gezien dat de ranger het olie had neer gegooid, was er wat over zijn kleding heen gekomen, wat nu dus ook in brand stond. Nu was het alleen nog de bedoeling dat ze die vervloekt event zouden vinden en inhalen. En misschien daarna een goede slag voor z’n hoofd geven. ”Or you stab him,” grinnikte de stem in zijn achterhoofd, maar hij negeerde het nog een keer. Hij had nu geen zin in mentaal gezeik, hij moest dat pakketje terug zien te krijgen. Hij hoorde een brul in de verte en wist dat Okami en Aiylana iemand gevonden hadden. Snel hervatten hij zijn snelheid en ondanks dat zijn lichaam branden voor zuurstof, zetten hij de achtervolging weer in. Op dit soort momenten had hij gewild dat hij een Gogoat of een Rapidash had, tenminste iets waarop hij kon rijden. Maar nee, hij moest het doen met de benenwagen. Dit was waarom hij het lab in was gegaan, zodat hij deze dagelijkse activiteiten niet hoefde te doen. De spies en agents waren hier veel beter in. Hij was hier in feite te lui voor. Anyhow, hij moest nu wel wat gaan doen aan z’n uithoudingsvermogen, want anders had hij een probleem. Uit zijn schoudertas haalde hij een flesje water, wat hij met grote slokken opdronk, voordat hij verder begon te rennen. In de verte zag hij al een witte en een zilveren vacht opdoemen, maar ze stonden beide in een aanvallende houding. Het was pas toen hij uit een kleine krater kwam dat het hem opviel dat de ranger er twee pokémon bij had gehaald. Voor zijn pokémon stonden een Golurk en een Heracross die dreigend in de richting van zijn pokémon bewogen. Echo gromde zachtjes, terwijl hij terug de krater in gleed en een derde pokémon erbij haalde. ”Triss, wacht hier. Op mijn signaal haal je die koffer terug, begrepen?” zei hij tegen de pokémon, die knikte en zichzelf in een mens veranderde. Zo zou het minder opvallen, dan als ze het als een pokémon zou doen. De witharige glimlachte eventjes naar zijn pokémon, voordat hij uit de krater klom en in de richting van zijn pokémon liep. ”Geef die koffer hier en er hoeven geen gewonden te vallen,” zei Echo op een ijzig kalme toon tegen zijn tegenstander. Deze had zijn armen over elkaar geslagen en keek hem met een cocky uitdrukking, die hem lichtelijk aan Flynn deed denken, aan. “En wat als ik dat niet doe?” vroeg hij op een arrogante manier. ”Dan ben ik niet verantwoordelijk voor wat er met jou gebeurd,” kaatste Echo kalm terug. Hij was inmiddels dichtbij genoeg gekomen om het gevecht goed te kunnen waarnemen. Zo te zien hadden Aiylana en Okami alleen maar ervoor gezorgd dat de ranger niet weg kon komen, er waren nog geen aanvallen gevallen. Gelukkig maar, want nu hoefde hij geen rekening te houden met dat er al schade was opgelopen. Hij zou dit zo snel mogelijk afhandelen, zodat hij het pakketje kon afleveren aan Team Rocket en niet aan die vervloekte Rangers. Op het moment dat de Ranger zijn hand naar zijn pols bewoog, zetten Echo zich al schrap voor een mega-evolution. Eigenlijk was dat best wel common knowledge, aangezien hij met een mega Absol aan was komen zetten. Een licht roze licht verscheen rond de Heracross, die even later eruit spatten in zijn Mega-form. Hij had nooit echt wat met Heracross gehad, al moest hij toegeven dat het een sterke pokémon waren. De Heracross was, als je stat-wise ging kijken, zelfs sterker dan beide zijn pokémon, maar daarentegen had hij wel het voordeel van de types. Niet dat dat helemaal waar was, maar hij hielt het zichzelf graag voor. Dat maakte het gevecht een stukje makkelijker. “Kom maar op dan!” riep de ranger opeens, Echo uit zijn gedachten schuddend. Hij grijnsde naar de man die voor hem stond. ”Goed dan maar, omdat je ‘t zo vriendelijk vraagt,” zei hij met een bijna psychotische grijns op zijn gezicht.
”Okami, Night Slash. Aiylana, Will-O-Wisp!” riep de witharige jongen als eerste. Beide pokémon van hem waren sneller dan die van de man die voor hem stond, dus hij zou eerder moeten zijn met aanvallen. De ranger reageerde direct op de aanvallen met een Brick Break aanval op zijn Absol gericht en een Mud-Slap aanval op de Ninetales. Okami dook nog net op tijd weg om de Brick Break te kunnen ontwijken en sloeg terug met de Night Slash aanval. Het was geen high effective aanval op een Heracross, maar voor nu moest het wel doen. Aiylana daar in tegen werd wel geraakt door de Mud-Slap en was meteen pissig over het feit dat er modder in haar vacht zat. Haar staarten schoten de lucht in en ijzig blauwe bolletjes van spiritueel vuur verschenen om haar heen. Haar ogen werden vuur rood terwijl ze de bolletjes in de richting van de Golurk schoot. Deze had eventjes geen idee wat er aan de hand was, voordat hij opeens in vuur en vlam stond. De ghost pokémon slaakte een brul en deed een poging om het vuur uit te krijgen, maar het leek tevergeefs te zijn. Het feit dat er vlammetjes over hem heen gleden maakte hem alleen nog maar woedender en hij haalde een arm omhoog om vervolgens deze neer te slaan op datgene wat het dichtste bij hem stond; Okami. De Dynamic Punch aanval zorgde ervoor dat de lucht uit de longen van de Absol werd geslagen en hij zag hoe zijn pokémon naar adem hapte. Ze piepte zachtjes, voordat ze haar tanden in de arm van de Golurk zetten met een Bite aanval. ”Aiylana, Hex op die Golurk!” riep Echo snel. De ogen van de Ninetales gloeide blauw op en een blauwe gloed gleed over de ground/ghost pokémon heen. Nog geen tel later slaakte hij een brul en liet de Absol los, die happend naar adem op de grond viel. Hex was op zichzelf niet zo’n hele sterke aanval, maar doordat de Golurk al het burning effect had door de Will-O-Wisp werd de aanval verdubbeld en daar bovenop was de pokémon weak tegen ghost type aanvallen, waar Hex onder viel. Dus dat was een mooie klap geweest. Helaas waren ze daardoor wel vergeten dat er ook nog een Mega-Heracross in het spel was, die opeens van achter de Ninetales aankwam met een Aerial Ace aanval. De Ninetales piepte eventjes toen ze van de grond geschept werd maar reageerde al snel met een Ember aanval in de ogen van de pokémon. Deze liet de Ninetales met een kreet los en hief zijn poten voor zijn ogen in een poging om de Embers eruit te halen. Echo flinchte eventjes bij het gezicht, zo had hij een paar maanden geleden ook op de grond gelegen. De pijn gleed eventjes door zijn oog en de rest van zijn gezicht heen, maar hij liet het voor wat het was. Hij moest een gevecht winnen en dat koffertje terug krijgen. De ranger had het koffertje achter hem neergezet, wat misschien niet zo’n slim plan was omdat nu iedereen het mee kon nemen. Het enige waar hij nu dus rekening mee moest houden was dat de Ranger geen versterking had gevraagd en dat hij straks als enige tegen meerdere rangers moest vechten. Op dat moment zou hij Team Rocket niet waardig zijn, tenzij hij met een marvelous plan aan zou komen zetten om weg te komen met het koffertje in handen. Alhoewel, met Triss d’r hulp zou het misschien nog wel kunnen lukken. Anyhow, eerst maar kijken of hij dit gevecht kon winnen in zijn eentje. “Golurk, gebruik Shadow Punch op die Ninetales. Heracross, Close Combat op de Absol!” riep de Ranger en al snel schoot er een Mega Heracross op zijn Mega Absol af. ”Okami, Double Team om te ontwijken en daarna Sword Slash!” riep hij naar zijn pokémon. De Mega Absol liet nog vier verschillende Absols verschijnen, waardoor de Heracross eventjes verward was over welke hij moest raken. Precies op dat moment lieten alle vijf de Absols twee zwaarden boven zich verschijnen om hun Speed Stat nog verder te verhogen. Op het allerlaatste moment schoot de echte Okami naar de Heracross toe om een Night Slash aanval uit te voeren. “Achter je!” riep de Ranger net op tijd en de Night Slash en de Close Combat aanval clashte tegen elkaar aan. Een schokgolf ging over het strijdveld heen, waardoor zowel Echo als de Ranger in elkaar doken om niet weggeblazen te worden. Ondertussen was de vuist van de Golurk in de richting van de Ninetales gegaan, die nog wachtte op een commando van haar trainer. ”Ontwijk met Feint Attack en val aan met Extrasensory!” riep Echo snel, toen hij merkte dat hij zijn Ninetales links had laten liggen. De shiny pokémon verdween net voordat de klap zou inslaan en verscheen weer achter de Golurk, om hem een flinke tik te verkopen met de Feint Attack aanval. Daarna zetten ze zich af tegen zijn rug om op een hoge plateau terecht te komen en vuurde een straal van psychische energie op de ghost pokémon af. Deze bewoog in de meest vreemde bochten, terwijl de Ninetales met zijn brein speelde, voordat hij een brul slaakte en daarna stil werd. “Golurk, gebruik Heavy Slam!” riep de Ranger opeens. De Golurk’s lichaam werd omgeven door een gele aura, terwijl hij zijn armen in de lucht zwaaide en met gigantische kracht tegen de Ninetales aan kwam. Aiylana piepte luid, voordat ze over de grond heen rolde en stil bleef liggen. Echo gromde naar de man die met een grote grijns zijn armen over elkaar sloeg en zichzelf zo te zien al gewonnen had gezien. ”Okami, Sucker Punch op die Golurk!” riep Echo opeens. De Absol schoot van haar eerst tegenstander op de andere af en met meerdere slagen van het mes op haar kop dwong ze de Golurk weg bij de Ninetales. De witharige jongen zag dat de Ninetales nog wel in leven was, maar dat ze het zwaar te verduren had. Steel type aanvallen deden niet zo veel schade op een fire type zoals zijzelf, maar de impact van Heavy Slam werd berekend door het verschil in gewicht tussen de twee pokémon en daarmee kon een simpele, kleine Ninetales niet wisselen. Ondertussen had de Ranger zichzelf weer hervonden en gaf zijn Heracross opdracht om de Ninetales van de lucht te scheppen met een Mega Horn aanval. Aiylana zou voorlopig nog eventjes niets kunnen doen en Okami zou het alleen niet vol kunnen houden tegen deze twee pokémon. ”Bescherm Aiylana!” riep Echo. De Mega Absol ging voor de Ninetales staan en spreiden de stukken vacht die eruit zagen als vleugels aan de zijkanten van haar lichaam. Ze maakte zichzelf zo groot mogelijk en slaakte een brul, terwijl ze keek naar de Mega Heracross die op hen af kwam. Ze blokkeerde een deel van de aanval, maar kon niet voorkomen dat beide pokémon werden geraakt. Zowel de Ninetales als de Absol rolde over de grond, terwijl de Heracross kwaad over hen heen zoemde. De witharige keek gepijnigd toe, dit ging niet zoals hij het had gewild. Maar toen zag hij dat de Ninetales bewoog, het was maar een kleine flik met haar staart, maar hij wist in ieder geval dat ze door kon vechten. ”Hypnosis!” riep Echo opeens. De Ninetales opende haar felrode ogen en hypnotiserende stralen gleden naar zowel de Golurk als de Heracross. “Wegwezen!” riep de Ranger als verdediging, maar de Heracross was net te laat. De Golurk kon de aanval nog ontwijken door zich weg te draaien, maar de Heracross werd vol geraakt door de slaapverwekkende aanval. Hij fladderde naar de grond en bleef daar liggen; in slaap gevallen. ”Nu, Okami, hou die Golurk bezig met een Night Slash aanval. Aiylana, gebruik Dream Eater op die Heracross!” zei Echo. Hij zou deze vervloekte Ranger laten zien waar hij toe in staat was. Niemand zou zo maar of aan zijn pokémon of aan zijn organisatie komen. Die rangers mogen van hem allemaal in de diepste ringen van hel vallen en opgegeten worden door Girantina. Het zou hem een worst wezen. De Absol dook op de Golurk af, terwijl haar klauw opgloeide als een grote groene klauw en ze meerdere keren in sloeg op de Ghost type pokémon. Ondertussen gleed er een blauwe gloed over de Ninetales heen, die door gleed naar de Heracross. De insect pokémon gromde zachtjes toen de Ninetales zijn dromen begon op te eten en daarmee zichzelf herstelde. Ze kwam weer overeind en haar ogen vlamde op, terwijl ze zich richtte op de Ranger. “Golurk, sla die Absol van je af met een Brick Break!” riep haar tegenstander. De ghost pokémon haalde zijn armen weg, die hij voor zijn gezicht had gehouden om de Night Slash aanval zo veel mogelijk af te weren en als een karate chop liet hij zijn hand neerkomen op de rug van de Absol. Deze piepte en werd de grond in geslagen, maar ze kwam weer overeind. Fighting moves waren super effective tegen een dark type zoals zijn absol, dus daar moest bij mee uitkijken. Echo voelde een schok door zich heen gaan. De Mega-Evolution van Okami begon zijn tol te eisen, ze moesten gaan opschieten met dit gevecht. Echter hadden ze zich te veel op de Golurk gericht, waardoor de Heracross vrijuit had kunnen gaan. Damn. Hij zat niet goed na te denken. ”Aiylana, gebruik Flamethrower op die Heracross!” riep de witharige naar zijn pokémon. De Ninetales was gelukkig weer een stuk hersteld nadat ze de Dream Eater had gebruikt op de slapende Heracross en kon nu weer op volle toeren aanvallen. Ze opende haar bek en een straal aan heet vuur schoot over de insect pokémon heen. De Ranger kon niets anders dan toekijken hoe zijn pokémon als bbq werd gebruikt. De Golurk zou nooit snel genoeg zijn om ‘t tegen te houden immers. ”Okami, Sucker Punch op die Golurk. Aiylana, gebruik Fire Spin om ze beide vast te zetten,” zei Echo daarna. De Absol sprong tegen de Golurk aan, die zich probeerde te verzetten met een Mud-Slap aanval. Maar de Disaster pokémon trok zich er weinig van aan en met een paar rake klappen dwong ze de pokémon naar achter toe. Op het moment dat de Golurk in de buurt van de slapende Mega Heracross stond, sprong Okami weg en liet de Ninetales haar kunstje doen. Een slang van vuur gleed in de richting van de twee pokémon en zetten ze samen vast in een kooi van vuur tongen die een poging deden om aan beide pokémon te likken. Inmiddels was de Heracross wakker geworden en keek verward om zich heen wat er allemaal gebeurd was. ”Nu, Aiylana. Gebruik Hex op Golurk. Okami, Psycho Cut op de Heracross!” De Ninetales gloeide blauw op en de Golurk slaakte een brul toen de Hex aanval aankwam. Ondertussen schoot de Absol langs haar shiny partner heen en sloeg met een blauw opgloeiend mes tegen de Heracross aan. Deze tuimelde achteruit van de kracht waarmee de Absol aanviel, maar de ranger had er al een oplossing voor. “Heracross, gebruik Counter!” en voordat ze het wisten vloog de Absol door de lucht heen door de terugkerende kracht van de Heracross. Damn, counter had een zware impact gemaakt op Okami. Ze hijgde diep en had overduidelijk pijn, Echo voelde het zelf ook door de connectie die de twee hadden. ”Aiylana, Inferno!” riep de witharige daarna. Een grote vuurbal werd gevormd door de shiny Ninetales, terwijl Okami een poging deed om weg te hinken. Ze had duidelijk pijn en deed een poging om haar mega-evolution vast te houden. De pokémon van de ranger deden ondertussen een verwoede poging om uit de Fire-Spin aanval te komen, zodat ze niet bedolven werden door de Inferno, maar het zag er niet naar uit dat ze los kwamen. De grote vuurbal viel kapot op beide pokémon en terwijl de grond beladen werd met allemaal kleine vlammetje, lagen beide pokémon uitgeteld op de grond. De Heracross verloor zijn mega-evolution, wat voor Okami het teken was dat ze die van haar ook mocht laten zakken. Uitgeput zakte ze door haar poten heen, haar mega-vorm laten vallen. Echo liep naar d’r toe en aaide d’r over haar kop heen, voordat hij d’r liet terugkeren in d’r pokéball. Aiylana had het ook zwaar, maar hij wilde tenminste een pokémon bij zich houden voor als die Ranger zich opeens op hem zou storten. Diezelfde ranger die nu iets wat angstig zijn pokémon had teruggeroepen en nu een stap achteruit zetten. Geen slim plan.
Terwijl het gevecht bezig was geweest, had Triss rustig gewacht totdat ze een teken zou krijgen. Ze had zichzelf veranderd naar een mens, een vrouw in een labjas, zo een die ze Echo vaker had zien dragen, met een bril op en golvend lang bruin haar. Nu was het alleen nog maar wachten totdat Echo vond dat ze naar de man toe mocht lopen om de koffer te pakken. Dit was eigenlijk het werk dat ze altijd deed. Triss was niet echt voor het vechten, ze vond het leuk en ze was er zeker sterk genoeg voor, maar het liefst deed ze dit soort dingtjes, mensen in de maling nemen en daarmee ze zo te verwarren dat ze verkeerde besluiten nemen. Ze grinnikte dan ook zachtjes toen ze zag hoe de Ninetales een Hypnosis/Dream Eater combinatie landen. Ze mocht de shiny pokémon wel, beide eigenlijk, maar de Ninetales was toch iets meer haar pre. De Absol was haar wat te bazig en deed te veel alsof ze leader of the pack was. Natuurlijk wist ze ook wel dat ze ook daadwerkelijk was, maar goed. In feite was dat niet zo heel erg belangrijk. Echo was diegene die iemand zou aankaarten als leider en ze had het idee dat Okami het niet lang meer vol ging houden. De rivaliteit tussen haar en de Ninetales begon hun trainer te irriteren. Oh, opletten. Triss richtte haar aandacht weer op het gevecht en dook in elkaar toen de Absol een volle klap van de Golurk op haar rug kreeg. Damn, dat moest pijn doen. Het gevecht ging in alle hevigheid door en Triss richtte haar ogen op haar trainer. Die stond rustig met zijn armen op zijn rug toe te kijken naar zijn pokémon en af en toe aanvallen te roepen. Ze had best wel verwondering voor de jongeman. Immers had ze verhalen gehoord van wat er allemaal gebeurd was tussen hem en de Rangers en toch hield hij zijn calm tegenover deze blaaskaak. De ranger daar in tegen leek niet zo blij te zijn met hoe het gevecht liep en zag eruit alsof hij een zenuwinzinking ging krijgen. Op het moment dat Echo zijn pokémon opdracht gaf tot een Inferno aanval, kreeg ze een thumbs-up dat ze in actie mocht komen. Snel kwam ze uit de krater en schoot door de schaduwen in de richting van de Ranger. De aanvallen ging van links naar rechts, maar na de laatste inferno aanval, leek het gedaan te zijn. Inmiddels stond Triss achter de ranger en was in armlengte van de koffer, toch zou ze hem nog niet pakken. Dat was een taak voor Echo. Zij moest alleen de ranger in toom houden. Diezelfde ranger die nu een poging deed om achteruit te lopen. Waarschijnlijk was hij van plan om de koffer te pakken en weg te rennen, maar dat zou ze niet toelaten. Toen hij bukte om de koffer te pakken, greep ze de man bij z’n middel en hield ‘m stevig vast. ”Hallo Sweetie,” zei ze zachtjes in zijn oor, terwijl de man verstijfde en daarna een verwoede poging deed om los te komen uit de greep van de vrouw.
Echo hield zijn pokémon goed in de gaten. Hij vertrouwde zijn pokémon met dit soort opdrachten, tot nu toe was er nog geen enkele fout afgelopen als hij het zo deed. Op het moment dat hij merkte dat Triss in de richting van de ranger liep, kwam hij in actie en wandelde naar voren toe. Rustig keek hij toe hoe de Zoroark, vermomd als vrouw, de ranger vastgreep en hoe deze een poging deed om los te komen. ”Gaat je toch niet lukken,” zei hij tegen de ranger. “En waarom dan wel niet, seedot?” snauwde de man naar hem. Echo’s mond vormde eventjes een ‘O’ vorm toen hij zo brutaal werd tegengesproken. ”Allereerst, omdat je ene brutaal stuk vreten bent die het niet verdiend om hier heelhuids weg te komen. Ten tweede, omdat dat geen vrouw is,” zei hij, terwijl hij knikte naar zijn pokémon. De ranger draaide zich om en keek recht in de heldere ogen van de Zoroark. Hij slaakte een gil toen ze hem een lik gaf en Echo kon het niet laten om in lachen uit te barsten. ”Wat een stoere Ranger ben je zeg, bang voor een Zoroark,” zei hij met een grijns op zijn gezicht. “Hou je kop,” snauwde de Ranger. Die was zo te zien echt niet blij met wat hij had geflikt en probeerde nog een keer om los te komen, maar Triss hield hem in een stevige grip vast. ”Ik weet niet wie me heeft verraden bij de Rangers, maar ik zeg je dit. Niemand komt weg met het stelen van Team Rocket. Knoop dat goed in je oren. Zeg dat maar tegen je superiors. Niemand, niemand, komt weg met stelen van Team Rocket,” zei hij tegen de Ranger, die met moeite wist te knikken. Echo draaide zich om, zijn handen kriebelde. Met een ruk draaide hij zich om en sloeg de man tegen zijn gezicht aan. Dat zou in ieder geval een blauw oog worden, daar kon hij wel mee leven. Toch nam hij ditmaal geen enkel risico meer. Hij pakte zijn schoudertas erbij en haalde er een spuit uit. Voor de zekerheid had hij altijd een goed verdovend middel bij zich. Echo haalde het korte haar uit de nek van de man en zetten de spuit tegen halsslagader aan. Rustig spoot hij het middel in het lichaam van de man en zei tegen Triss dat ze hem ergens neer mocht leggen. Als de Rangers hen inderdaad op het spoor waren, zouden ze hem vanzelf wel vinden hier. Echo pakte het koffertje weer op en liep, iets meer op zijn hoede, terug naar het afgesproken punt bij de waterval. De volgende die aan zou komen om van hem de koffer over te nemen zou zichzelf eerst eens goed moeten identificeren, want op dit moment vertrouwde hij niemand die in zijn buurt kwam. Echo snoof eventjes en liet Aiylana terugkeren in d’r pokéball. Dit was het enige moment waarop ze het wel zou toelaten, puur omdat ze toe moe was om nog verder te lopen. Triss bleef achter hem staan en hield de omgeving in de gaten, als het moest zou Echo haar de koffer geven en opdracht geven om weg te rennen. Maar misschien was hij iets te paranoïde nu over dit hele gebeuren.
|
| | | Administrator Lynn XavierPunten : 482
Gender : Female ♀
Age : Nineteen
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | | | | Gesponsorde inhoud | Onderwerp: Re: [Scavenger Hunt] And if they fall like Lucifer fell | |
| |
| | | |
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |