“Tien jaar geleden heb ik een tijdcapsule begraven, die mag ik nu weer opgraven. Ik ben helaas wel vergeten waar ik die heb begraven.. Kun jij het voor me vinden? Ik kan niet meehelpen, ik kom vanavond pas weer terug in Hoenn van een zakenreis.” Zo luidde het audiobericht dat bij de opdracht stond op het digitale Questboard. De man die te zien was naast de opdracht was een man met een geweldig afro. Dat vond Yancy wel cool. Wat niet cool was, was zijn omgeving. Specifiek de temperatuur. Hij had Boko niet bij zich. Hij had geen zin in hagel tijdens het graven. Martin Wings, heette de opdrachtgever. Yancy kreeg meteen zo’n ‘ik ben een zakenman’ idee bij de man. Maar.. hij had genoeg stilgestaan, tijd om te rennen. Hij dacht dat hij best wel overal naartoe kon rennen, in deze stad. Maar de realiteit was, was dat je via het water moest oversteken naar iedere helft van de stad. In het midden was de Gym gelegen. Nou.. waar zou die tijdscapsule onder de grond liggen? Tien jaar ey.. er kan veel gebeuren in tien jaar. Wat zou Bill doen? Hm.. die zou kijken of de man hier woonde en of hij er nu nog woont. Yancy zocht het online Questboard op en zag dat de man inderdaad hier woonde vroeger. Tegenwoordig was de man naar Mossdeep verhuist, maar tien jaar geleden woonde hij hier. Hij was toen zestien jaar oud. En Yancy dacht: Fijn, dit is vast handige informatie, jammer dat ik niet kan zien waarom deze informatie handig is. Hij keek een beetje om zich heen. Ja.. waar begin je zoiets? Als die man het bij zijn ouderlijk huis had begraven had hij het wel geweten toch? Hij haalde beide handen door zijn haren. Grr, waarom was hij hier zo slecht in? Binnen een seconde kreeg hij zichzelf uit de negativiteit. Niet bij de pakken neer gaan zitten, daar kom je niet verder mee. Hij herstelde de glimlach op zijn gezicht weer en ging recht staan. Hey ho, let’s go! Dus hij besloot maar wat te gaan rondlopen. Met iedere stap die hij zette dacht hij: zou ik hier iets begraven? Zou ik hier iets begraven? En zoals verwacht had hij bij geen enkele plek die hij tegenkwam het gevoel: ja! Hier! Hij had nog nooit een tijdscapsule begraven. En het was de eerste keer dat hij in Sootopolis was. Maar hij hield de moed er in. Hij dacht dat, als hij het hier niet vond, hij gewoon lekker zou doorlopen tot de andere kant van de stad. Maar hij merkte al gauw dat dat niet mogelijk was. Oeps. Daar stond hij dan aan de rand van het water. Hij stond eigenlijk al op het punt om het water in te springen, om naar de overkant te zwemmen, maar op dat moment kwam er een Wailmer boven water, waar hij stond. De Wailmer had een blije uitdrukking op zijn gezicht. Soms was Yancy’s houding overdraagzaam. Het gebeurde wel eens dat hij iedereen om zich heen vrolijk maakte gewoon door aanwezig te zijn. Schijnbaar had deze Wailmer dat ook door Yancy. “Hey vriend, jouw hulp heb ik even nodig.” Snel pakte hij zijn Capture Styler erbij. “Hier voel je niets van hoor.” -zoef- daar ging de tol. Zodra de tol het water raakte maakte het een mooie golf achter zich. Het leek op een soort waterballet dat er gebeurde rondom de Wailmer. Hij leek het zelfs wel mooi te vinden. Dus de eerste cirkel had Yancy binnen een mum van tijd, zonder problemen, kunnen maken. “Ja gaaf hè!” Zei yancy enthousiast toen hij merkte dat de Wailmer dit erg leuk vond. “Let maar eens op!” Hij stak zijn tong opzij uit en begon zich heel hard te concentreren. Hij liet de tol af en toe stuiteren over het water, alsof het een steentje was die je over het water probeerde te keilen. Als Wailmer’s vinnen niet zo ver uit elkaar hadden gezeten, dan had hij nu staan klappen. Cirkel twee ging dus ook lekker. “En nu de afsluiter!” Mekkerman had waarschijnlijk hoofdschuddend naast hem gestaan, als hij het had gezien. ‘Maak niet overal een spelletje van!’ Of zoiets, zou hij zeggen. Nu maakte hij kleine loopjes, tijdens het maken van de cirkel, over het water. Het eindresultaat waren rippels in het water die het er uit lieten zien alsof er een bloem in bloei stond om de Wailmer heen. En toen was de Assist een succes. “Okay kerel, ik ga je nu Kerel noemen, ik moet naar de overkant. Kan ik even op je rug?” Een hele overtuigende knik was het antwoord. Yancy klom op de rug van Kerel en ze voeren samen naar de overkant. “Nou dankjewel Kerel. Ik zal even de assist breken. Dan kun je weer verder met je dag.” Hij deed wat hij had belooft en hij rende meteen weg. Soms was hij iets te energiek voor zijn eigen goed. Zou ik hier iets begraven? Zou ik hier iets begraven? Klonk het weer in zijn hoofd. Hij rende trapjes op, langs huizen en winkels, naar de hoogste plekken, naar de laagste plekken. Maar geen enkele plek zei tegen hem: Hey! Hiero! Hij stopte maar weer eens even met rennen en ging stilstaan op een hoog punt in de stad. Die waren er niet veel, en erg hoog was het niet eens, maar ach, hij had tenminste nu soort van zicht op de stad. Hij moest maar eens een plan bedenken, in plaats van gewoon maar in het rond gaan rennen. Deze realisatie had hij dus pas na een uur. Maar! Hij had die realisatie tenminste, en daar gaat het om. Dus hij begon eens na te denken. Er was een capsule. En die lag onder de grond. En die was van Martin Wings. Die hier tien jaar geleden dat ding had begraven. Je zou toch zeggen dat zoiets makkelijk te vinden is in een stad die vooral uit water en rots bestaat. Zoveel plekken zijn er toch niet waar het kan liggen? “Wat ben je aan het zoeken jongeman?” Zei een oud vrouwtje die hij niet aan had zien komen lopen. “Oh.” Begon hij even in de war. “Ik zoek een tijdscapsule voor iemand.” Ze liep wat dichter naar hem toe. “Een Ranger die spullen voor iemand anders zoekt? Zal wel een druk mens zijn dan.” Yancy keek onder de indruk naar haar. “Wow, u bent wel slim zeg.” “Ach jongen, dat komt met de jaren.” “Zeg dat maar tegen Mekkerman, dan laat hij me misschien eens met rust.” “Is Coco je aan het plagen?” Zei ze een beetje teleurgesteld. Yancy keek haar vragend aan. “Ik ben zijn moeder, en ik zal hem eens goed leren hoe hij zich moet gedragen naar zijn studenten.” Yancy’s hart begon te bloeien. Dit was een van de mooiste dagen van zijn leven. Hij had Mekkerman’s moeder ontmoet EN ze ging hem, op zijn leeftijd, nog eens even de les lezen! “Wilt u dat ik u terug mee naar huis loop?” Zei hij als bedankje. Ze keek hem geamuseerd aan. “Graag. Op mijn leeftijd gebeurd het niet meer zo vaak dat knappe jonge mannen me naar huis toe brengen.” Deze vrouw was helemaal okay. Gek dat Mekkerman familie van haar kon zijn. Ze liepen samen naar haar huis. Ze had ondertussen vanalles verteld. Over dat ze iedere dag wandeld, en ook dingen over gênante dingen uit Mekkerman’s jeugd. Dit was een coole Quest, vond Yancy. Toen Mevrouw Mekkerman de deur open wilde doen stopte ze ineens. “Oh.” Zei ze. “Dat was wat ik me probeerde te herinneren.” Yancy wachtte even zodat ze antwoord kon geven. “Bedoel je de capsule van Marty?” “Marty?” “Ja, kleine Martin Wings.” “Ja die!” “Ja die is zeker veel te druk nu. Dat was hij vroeger al. Altijd maar plannen maken, altijd maar haasten. Nooit eens lekker van de zon genieten.” Herinnerde ze zich. “Weet u waar hij het heeft begraven?” Vroeg Yancy toen. Uit zijn blijheid, dat ze meneer Wings kende was hij totaal vergeten dat het beleefd was om op haar opmerking te reageren. “Ik heb het gezien toen. Het was achter het PokéCentre. Ik weet het zeker ja..” “Dankuwel mevrouw Mekkerman!” Hij wilde meteen wegrennen, maar na twee stappen hield hij zichzelf tegen. “Waar is die?” “Aan de andere kant van het water jongen.” “Okay nogmaals bedaaaankt! Doei!” En hij rende weg. Hij moest weer het water over, dus hij kwam weer aan aan de rand van het water. En wie kwam hij daar tegen.. Kerel.. met nog een andere Wailmer. “Zo Kerel.. heb je je vriendinnetje meegenomen?” De andere Wailmer bloosde, voor zover ze dat kon. “Je liet haar zeker meekomen om de volgende show te zien, of niet soms?” Kerel knikte weer heel erg. “Nou, Vriendinnetje, zo ga ik je nu noemen, dat krijg jij een show. Want ik heb weer iemands hulp nodig om naar de overkant te gaan.” Hij haalde nogmaals zijn Capture Styler tevoorschijn. Hij liet het schieten van de tol zo lijken alsof hij zelf eigenlijk de tol gooide. Het voegde verder niks toe, maar hij vond het leuk om van alles een spelletje te maken. Hij maakte alvast eens de eerste Cirkel om Vriendinnetje heen. De volgende Cirkel maakte hij door het te laten lijken alsof de tol nu een wiel was. Hij liet het namelijk zijwaarts tollen. Waar die Stylercontrole oefeningen van Bill toch maar niet goed voor waren. En de laatste cirkel maakte hij door de Tol heel lichtjes over het water heen te laten gaan, waardoor je een soort streep getrokken zag worden op het water. En toen was de Assist een succes. Het voelde even raar dat hij op het vriendinnetje van Kerel klom, maar Kerel leek er geen problemen mee te hebben. Misschien ging zijn brein niet zo snel naar dat soort dingen. Eenmaal aan de overkant zwaaide Yancy de twee verliefden uit en brak hij de assist. Dat soort dingen weetje.. dat kon zijn dag helemaal perfect maken. Hij voelde dat hij altijd wel een goede band had met Pokémon. Het ging vaak goed als hij bij ze in de buurt was. Ze vinden hem fijn en hij vindt hen fijn. En dat was maar goed ook, anders was Boko misschien alsnog, in deze tijd, steeds bezig geweest met hem voor zijn kop te slaan. Over Boko gesproken.. Hij had hem eerst niet erbij willen hebben vanwege de hagel. Maar hij begon zich schuldig te voelen. Boko gedroeg zich steeds beter en dat mocht eigenlijk wel beloond worden. Hij liet het beestje toch maar uit zijn Pokéball. Het begon ook weer meteen te hagelen. En toch glimlachte Yancy naar de reus. Boko keek een beetje vreemd op toen hij dat zag. “We gaan achter het PokéCentre iets opgraven.” Zei Yancy toen. Boko knikte, proberende zijn blijheid te verbergen. Hij vond het stiekem heel leuk dat hij erbij mocht zijn. De twee heren verplaatsten zich naar de achterkant van het PokéCentre en begonnen te graven. Ze haalden de tijdscapsule uit de grond en maakten het gat dat ze hadden gemaakt weer dicht. Yancy maakte een foto van de tijdscapsule en stuurde het op naar het Questboard. Dan kreeg meneer Wings een automatisch bericht ervan. Het was nog maar even de vraag wat hij wilde, dus ze moesten op antwoord wachten. Ze besloten om aan de kant van het water te gaan zitten en samen met de twee Wailmer en mevrouw Mekkerman te lunchen. Yancy vertelde hen alle gekke dingen die hem gebeurd waren sinds hij Ranger was geworden, en maakte ook genoeg grapjes om iedereen blij en tevreden te houden. Ondertussen had hij eigenlijk geen idee hoe blij hij iedereen die erbij was maakte. Hij dacht dat zij zijn dag hadden gemaakt. Maar andersom was het ook een waarheid. Als hij dát toch eens zou doorhebben.. In ieder geval kreeg hij na ongeveer twee uur aan lunchen een bericht van de beste meneer Wings. Yancy kreeg een adres door en hij kon het via de post opsturen naar zijn woning in Mossdeep. Hij moest het bonnetje bewaren, dan zou hij de verzendkosten vergoeden aan de Rangers. Hij zei iedereen gedag, en deed wat Martin Wings van hem had gevraagd. Hij liep tevreden uit het postkantoor. Dat voelde fijn.