Member Kate GriffinPunten : 293
Gender : Female ♀
Age : 20 [18/5]
Type : Ranger
Rang : Area Major
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Eggventure do mei 05, 2016 12:14 pm | |
| Aangezien ze toch licht bezorgd was over het ei na het hele.. Belladonna gebeuren was Kate naar de Daycare gegaan van wie ze het ding had gekregen. Aangezien het helemaal op Sootopolis lag, een van de eilanden van Hoenn, was het een redelijk lange reis geweest. Maar hopelijk was het het waard. Nu wachtte de Ranger op een bank in de Daycare, haar was verteld dat ze hier moest wachten aangezien het druk was. Druk met wat wist ze niet, maar aangezien ze er geen verstand van had zou ze zich er ook niet in mengen. Kate keek naar het ei op haar schoot en wierp van tijd tot tijd een blik op de deur waar iemand straks uit zou komen om haar te helpen. Sinds Bella het ei in haar bek had gehad en.. bedekt had met haar giftige spuug was het ding niet veranderd, maar voor de zekerheid? Waarom vertrouwde ze de Scolipede nog, Bella was zo’n pokémon die een engel was zolang ze genoeg aandacht kreeg. Waarschijnlijk een beetje het jaloerse type. Zodra de giftige pokémon zich verwaarloosd voelde ging ze herrie trappen. Ach, het was goed dat het alleen vervelend gedrag was en geen woede-uitbarstingen. Want dan zouden ze echt in de problemen komen.. een boze Scolipede was het laatste wat je wilde. Kate had Bella nog nooit echt in blinde woede zien ontsteken, maar naar wat ze had gehoord kon het heel lelijk worden. Boze Scolipede was een no-no. Maar het zat eenmaal in de aard van de pokémon. En dat was onmogelijk te veranderen, vooral bij wilde pokémon. Gelukkig was Bella, zolang ze die aandacht kreeg, een schat en luisterde ze perfect. Maar die andere momenten.. dan moest je maar gewoon herinneren dat de Scolipede een geweldige pokémon was. Maar ze vertrouwde Bella wel, al was het niet honderd procent. Goed, haar zorgen lagen niet bij haar gevaarlijke Bug/Poisontype, maar bij het ei. Niemand was gekomen, al zat ze hier nog niet zo lang. Kate zuchtte en keek naar het ei op haar schoot, veilig in haar koker. Kon de wereld maar zo zijn, sinds het hele Mossdeep gebeuren was ze niet zo positief ingesteld. Een stad verliezen was zwaar, vooral als het zo’n organisatie als team Rocket was. Maar zij was simpel nog niet sterk genoeg. Met twee pokémon zou ze het niet redden, maar ze wilde ook niet meer vangen. De dieren uit hun natuurlijke leefomgeving rukken, dat was niet aan haar. En een pokémon van een Daycare was ook niet handig. Dat waren zwakke baby's, en ook al kon je die sterk trainen.. dat nam veel tijd en toewijding in beslag. Voor nu stonden er dus geen teamuitbreidingen op de planning, maar misschien in de toekomst. En de Rangervereniging had gezegd dat ze de pokémon uit het ei kon houden als ze wilde. Hoewel ze er niet om stond te springen overwoog ze het wel. Na alle zorg die ze in het ei had gestopt, na alle problemen die ze had gehad om het ding.. als de pokémon die er in zat het waard was zou ze die meenemen. Maar anders niet! Aan een hulpeloze kip had ze niks.
De deur sloeg open en gaf de Ranger een lichte hartaanval. Geschrokken keek Kate op en deed ondertussen haar best om het ei niet te laten vallen. Arceus, kon het niet zachter? Een jonge vrouw kwam binnen die Kate herkende als degene die haar het ei had gegeven. Ze leek echter niet al te veel aandacht aan de blondine te besteden en was druk bezig met wat zoeken in een kast. “Kan ik helpen?” vroeg Kate terwijl ze opstond, ze ging deze kans niet aan haar langs laten gaan! De vrouw draaide zich verdwaasd om, ze leek helemaal niet in de gaten te hebben gehad dat er iemand zat. “Nee, ik.. we zijn even bezig met wat problemen,” antwoordde ze terwijl ze door ging met zoeken. “Maar er komt zo iemand bij u, een moment.” Kate overwoog voor een moment of ze iets moest doen om te helpen, maar aan de andere kant.. ze wist niks van Daycare’s en hoe die werkten. Misschien later. De vrouw verdween weer en liet de Ranger alleen achter. Fijn. Kate ging weer zitten en zuchtte, waarom konden dingen nooit eens goed gaan? Het duurde deze keer gelukkig niet lang of iemand deed de deur – rustig – open en kwam haar kant op. “Kan ik u helpen?” werd er beleefd door de jongeman gevraagd, misschien midden twintig. “Ja, ik eh.. ben een van de Rangers die een ei heeft ontvangen,” begon Kate terwijl ze het ei omhoog hield. “Maar er waren.. complicaties en het is blootgesteld aan Scolipedegif.” En laat dat nou een gif zijn dat als ‘extreem dodelijk’ bekend stond. Geen ruzie met Bella zoeken dus. “Ik wilde dus vragen of het invloed heeft gehad,” beëindigde Kate haar verhaal. De man stak zijn handen uit in teken dat ze het ei moest geven. Stil gaf het meisje het ding over en keek toe hoe hij het ei er uit haalde en begon te bekijken. “Ik haal even iemand die het beter weet, momentje,” mompelde de man terwijl hij opstond en het ei weer terug gaf. Hij verdween weer door de deur en liet de Ranger licht bezorgd achter. Al snel ging de deur weer open en kwam de man aangelopen met een Blissey op zijn hielen. De pokémon droeg een andere ei in haar buidel en kwam bezorgd aangelopen. Snel trok de pokémon het ei uit Kate’s handen en begon het te onderzoeken onder een paar boze blikken op de Ranger. Toen de Blissey klaar was gaf ze het ei aan de man van de Daycare en begon die in haar eigen taal uit te leggen wat er aan de hand was. Hoewel Kate er niks van begreep leek de man het wel te weten en knikte toen de pokémon klaar was. “Het ei is zover Nora kan zien niet beschadigd, maar als er problemen zijn met het geboren jong moet je terug komen,” was het antwoord wat ze kreeg. Kate knikte en nam het ei weer over van de Breeder onder een vuile blik van de Blissey, iemand vond haar niet aardig.. voor ze echt tijd had om beledigd of aangesproken te zijn kwam een vrouw binnenrennen. “Jake,” gilde ze paniekerig. “We hebben je hulp nodig, het breekt misschien!” en toen rende ze weer weg. Iedereen keek haar verbaasd na, wat? Kate had geen idee wat er aan de hand was. Jake blijkbaar wel, want hij wisselde een blik met Nora en de twee renden de vrouw achterna. Kate keek voor een moment naar het ei in haar handen, ze was hier klaar.. ach, muk it, ze had toch niks beters te doen.
De Ranger rende achter ze aan, door de deur, en dan door een andere deur, naar buiten. De Daycare was gespecialiseerd in vogelpokémon en van alle kanten werd ze aangekeken door de dieren. Swellow’s, Braviary’s, Staraptor’s, allemaal leken ze haar aan te kijken. Maar dat was niet belangrijk op het moment. Kate volgde de man die haar had geholpen en kwam uit bij het watergedeelte van de Daycare. Een Empoleon stond hulpeloos bij de kant en keek toe hoe een groep van mensen een afgedreven nest probeerden te pakken. Hoewel Kate eerst niet zag wat kon ‘breken’ werd het al snel duidelijk toen ze naar onder keek, onderwater was al een ei gevallen en klem komen te zitten in een rotsspleet. En het zag er inderdaad uit alsof het ging breken, de spleet leek te worden gebruikt door een Kingler die het ei graag als snack wilde. En hij deed zijn best het ding kapot te maken. “Wat doe jij hier?” kwam er opeens van naast haar, de vrouw van wie ze het ei had gekregen keek haar geschrokken aan. “Ik ben Ranger,” gaf Kate meteen als antwoord, dat leek ze te zijn vergeten. “Ik kwam kijken of ik kan helpen.” De vrouw leek voor een moment verbaasd en leek het toen te overwegen. “Hoe goed kun je zwemmen?” werd er gevraagd. Verbaasd keek Kate de vrouw aan, zwemmen? Ze kon prima zwemmen.. “Ik heb mijn diploma’s,” gaf ze als antwoord, niet dat ze zich herinnerde wanneer ze die had gekregen tho. “Goed,” mompelde de Breedster en liep naar voren om iets te bespreken. Verbaasd keek Kate haar na, goed? Wat was er goed?
Oké, ze was er achter gekomen wat ‘goed’ was. De Breeders hadden haar mee terug genomen en in een soort wetsuit gepropt. “Heb je je mondstuk?” vroeg de vrouw terwijl ze keurend naar het pak keek. Kate knikte en hield het ding omhoog, dat was iets wat ze als Ranger had gekregen. Om mee onderwater te ademen. “Je weet wat je moet doen?” vroeg de dame aan de Ranger terwijl ze richting klif liepen, zij wat onhandig door de flippers. Kate knikte en hield haar tas nerveus vast, water was absoluut niet haar favoriete omgeving. Aangekomen bij de klif zette ze het ding neer en pakte haar Styler eruit die ze aan haar riem vast klikte, gelukkig werkte die dingen ook onderwater. Daarna haalde de haar groene pokéball eruit en liet de pokémon die erin zat los. Tara verscheen en meteen werd er vol bewondering naar de shiny draak gekeken. Maar ze hadden geen tijd om de Flygon te bewonderen. “Tara, breng me naar onder,” droeg Kate haar pokémon op. Tara keek verbaasd naar het rare pak wat haar trainer aan had. Wat? Maar nadat ze over haar verbazing heen was deed ze braaf wat haar was opgedragen. Kate klom op de pokémon’s rug en liet zich naar onder brengen. De klif was niet zo hoog, maar ze wilde er niet vanaf springen als dat onnodig was. Je hoorde zulke vreselijke verhalen over klif duiken wat fout ging. Toen Tara boven het water vloog liet Kate zich van de draak haar rug glijden en plonsde in het water. Als ze geen wetsuit had gedragen was het vast ijskoud geweest, dat het net de droge tijd was betekende niet dat het water meteen tropisch warm was. Kate zwom naar het oppervlak en deed haar zwembril goed, jammer dat ze hier ook geen gogoggles voor kon gebruiken. De Ranger stopte het mondstukje goed in haar mond en dook. Uah, het was even wennen, maar al snel zwom ze met regelmatige slagen richting ei. De Kingler was gelukkig niet echt verder gekomen en had het tijdelijk opgegeven. Kate zwom naar de spleet, het ging met de flippers gelukkig best snel, onderwater wel. Onderzoekend keek de Ranger naar het ei, hoe ging ze het eruit krijgen? Voorzichtig ging ze met haar hand onder het ding en voelde hoe vast het zat. Hoewel het ei redelijk moeilijk te bewegen was was het niet onmogelijk. Alleen was zij niet sterk genoeg om het ei eruit te krijgen. Zoekend keek Kate om zich heen terwijl ze haar best deed niet haar blonde haren voor haar zicht te krijgen. Uiteindelijk vond ze wat ze zocht, een soort tak lag los op de bodem, die kon ze gebruiken als wip. Kate zwom naar het ding toe en pakte het op. Terug bij het ei zette ze de tak eronder en duwde naar onder. Het ging even moeilijk, maar toen schoot het ei los. Kate pakte het wegdrijvende ei snel vast en begon naar boven te zwemmen.
Aangekomen bij het oppervlakte hield de Ranger het ei triomfantelijk omhoog. Ze wilde net een gebaar naar haar Flygon geven toen ze zag dat haar tas gevaarlijk in een windvlaag stond. Het ding viel bijna om door een rukkende wind. Kate zag hoe de eierkoker mét ei gevaarlijk wankelde en eruit viel. Ze deed haar best om iets te schreeuwen, maar met het mondstuk in was dat onmogelijk. Tara kreeg het net te laat door en dook naar de koker. Ze had het net.. niet. Haar nagels krasten met een vreselijk geluid over het glas van de koker en toen tuimelde het ding uit de Flygon’s klauwen, het water in. Verstijfd keek Kate naar de gebeurtenis en seinde toen haar pokémon. Schuldig kwam Tara haar kant op, maar ze riep de pokémon niet omdat ze boos was dat ze het ei niet had kunnen redden. Zij was degene geweest die het bij de rand had neergezet. “Neem het ei naar boven en wacht daar,” droeg Kate haar pokémon op nadat ze haar mondstuk uit haar mond had gehaald. De draak nam het ding over en maakte zich klaar om naar de klif te vliegen. Een schreeuw trok de aandacht van de twee. Een van de Breeders hield een redelijk stevige helm omhoog. Tara en Kate keken licht verbaasd naar de persoon en het meisje knikte dat de Flygon de dame moest halen. De draak verdween naar boven en liet de vrouw op haar rug dat ze met de Ranger kon praten. “Gebruik deze,” kwam er van de Breeder terwijl ze de helm in de armen van het meisje duwden in ruil voor de bril en mondstuk. “Als je diep gaat zul je het nodig hebben.” Kate knikte en deed het ding over haar hoofd. Normaal was het deel van de uitrusting, maar omdat het zo ondiep was hadden ze het Rangerdingetje willen gebruiken. “En dit ook,” mompelde de Breeder terwijl ze een zuurstoffles die ze onder haar arm had geklemd klaar maakte om op de rug van de Ranger te bevestigen. “Ik ga achter het ei aan,” Kate keek de Breeder en Flygon aan en maakte zich klaar om te gaan duiken. De zoektocht naar het ei begon.
Waar was het ding gevallen? Gelukkig zat het ei nog in zijn koker, anders was het er geweest. Het was niet zoals die van net, veilig op zijn nest weggedreven. Rare Empoleons, om hun nesten bij het water te bouwen, maar het waren ook watervogels. Kate keek om zich heen, maar zag niks anders dan onderwater leven. Geen bovenwaters ei. Maar het ging dan ook heel langzaam. Met flippers was je wel sneller dan normaal, maar nog niet ‘snel’. Zoekend keek de Ranger om zich heen, hierom had ze haar Styler meegenomen. Een Wailmer zwom niet ver van haar weg, aangezien dat een redelijk berijdbare pokémon was zwom Kate op de waterbewoner af. Ze pakte haar Styler en schoot die op de Wailmer af. Oké, dit was onhandig. Terwijl de Ranger haar best deed de tol goed om de pokémon te laten cirkelen deed de Wailmer een poging weg te komen. Hoewel het moeilijk was met de trage bewegingen in het water wist Kate de pokémon nog net te vangen en gebaarde dat die naar haar toe moest komen. Gehoorzaam kwam de pokémon op haar af. Zo zou het een stuk sneller gaan! Kate aaide de rug van de pokémon met haar gehandschoende handen en onderzocht hoe ze zich het best vast zou kunnen houden. Aangezien de handschoenen van haar wetsuit wat houdgreep gaven was het wat makkelijker dan met blote handen. Praten was moeilijk met de helm op, het klonk allemaal erg onduidelijk en gedempt, maar met gebaren was Kate in staat de Wailer op te dragen richting gevallen ei te gaan. Bovendien zou de pokémon haar taal toch niet verstaan, dus het had niet erg veel nut. De walvisachtige pokémon zwom braaf in de richting die ze aanwees en er kwam langzaam vaart achter. Speurend keek Kate om zich heen, ze had alleen ongeveer een idee waar het ei terecht was gekomen. Dit werd.. lastig.
Ze had het gezien! De eierkoker was licht gebarsten, maar het leek nog intact en veilig te zijn, het ei dan. Opgewonden wilde Kate richting ei gaan, maar dat veranderde toen ze zag waar de koker heen dreef. Een gat. En dan niet zo’n ondiep gat in de grond wat een of andere pokémon had gegraven, maar een echte afgrond richting Arceus weet waar. Kate herinnerde zich dat er inderdaad gigantische diepten waren die je kon onderzoeken, als je de juiste uitrusting had dan, zoals zij nu. En het ei dreef langzaam richting een van die ingangen! Kate klopte op de Wailmers rug om aan te geven dat hij sneller moest gaan. De Wailmer zag het ei ook en begon sneller te zwemmen. De Ranger deed haar best om op de rug van de pokémon te blijven en tegelijkertijd het ei in de gaten te halen. Ze was er bijna, bijna! Kate stak haar hand al uit om het ei te pakken, maar op dat moment maakte de Wailmer een rare beweging en viel ze van zijn rug. Ze had dolgraag ‘nee’ willen roepen, maar aangezien ze dan teveel zuurstof zou verliezen moest ze het maar met een geschrokken blik doen. De koker raakte een steen en dwarrelde de afgrond in, weg. De Wailmer had zich ondertussen omgedraaid en keek het meisje licht schuldig aan, oh-oh. Kate gebaarde naar onder, de moest het ei achterna. De waterpokémon liet de Ranger zich weer vasthouden aan zijn rug en begon ook aan de afdaling in de diepte. Kate kneep haar ogen samen om wat te zien, maar het water werd langzaam donkerder en het zicht beperkte zich maar tot een paar meter. De Wailmer leek het allemaal wel normaal te vinden en zwom rustig door, geen rede tot paniek..
Of misschien toch wel. Wanhopig keek Kate om zich heen, maar het ei was nergens te bekennen. Dat, plus het feit dat ze nauwelijks wat zag maakte haar onrustig. Hoelang zou het ei zonder zuurstof kunnen? Had het ei wel zuurstof nodig? Wat ze wel wist was dat het ei waarschijnlijk kapot zou gaan door de druk als de koker brak. En de nagels van Tara hadden er krassen op gemaakt en er waren barsten in verschenen toen het was gevallen. Het was dus misschien al te laat! Kate sloot haar ogen voor een moment en probeerde haar hoofd leeg te maken. Rustig, het zou haar lukken. Het ei zou niet breken en ze zou het terug brengen. Met die gedachten probeerde ze de opkomende paniek in haar buik te kalmeren. Het ei was hier ergens, het kon niet wegdrijven naar boven. In het ergste scenario brak de koker en het ei of zag een van de lokale pokémon het ding als snack. Maar dat zou niet gebeuren! Zolang zij er was was het nog niet te laat! Hopelijk! Misschien was het slim om eerst wat meer licht te krijgen. Kate keek om zich heen, ze had al een paar Lanturn’s en Chinchou’s gezien. Die woonden hier in de diepte en voorzagen haar soms van wat licht. Als ze er een te pakken zou kunnen krijgen had ze een zwemmende zaklamp. Maar natuurlijk, als je er een nodig had kon je die nergens vinden. En ze kon de Wailmer ook niet echt vertellen dat ze een van de vissen nodig had. Dan maar hopen dat ze er snel een tegenkwam. Hopelijk niet zo moeilijk aangezien dit hun natuurlijke habitat was.
Een groep lichtjes verscheen in der verte, niet moeilijk te missen in het diep zwarte water. Kate klopte op de rug van de Wailmer en gaf aan dat hij richting de Lanturn’s en Chinchou’s moest zwemmen. De pokémon paste zijn zwempatroon aan en zwom richting de vissen. Kate liet de ronde walvis los en zwom richting de vissen terwijl ze het lange zeewier als bescherming gebruikte. Zo werd ze niet opgemerkt en zou ze hopelijk geen schok krijgen. Voorzichtig zette de Ranger haar tol op haar Styler en probeerde dichterbij de pokémon te komen. Net toen de vissen haar opmerkten en weg zwommen schoot Kate haar tol af en probeerde een van de Lanturn te vangen. De vis liet wat stroom los, maar het bereikte haar gelukkig niet. Het laatste wat ze nodig had was een stroomstoot onderwater. Ze had het idee dat dat niet niet zo goed zou aflopen. Gelukkig lukte het in de verwarring de vis te vangen en zwom de Lanturn richting het meisje. De andere vissen waren verdwenen, maar het licht van de hengel van deze Lanturn gaf genoeg licht. Kate wenkte de Wailmer en werkte zich weer op zijn rug. Nu hadden ze in elk geval wat meer licht. Samen met de Lanturn ging het weer verder. Echt een avontuur dit.. Kate zuchtte, zo had ze haar dag vandaag totaal niet voorgesteld. Misschien moest ze ook wel opgeven. Het ei was verloren in de afgrond en vroeger of later zou de koker bezwijken aan de druk van het water. Wie weet waar de zeestroming het ding al heen had gebracht, de zeeën onder Hoenn waren groot en de afgronden liepen lang door. Legenden zeiden dat Groudon en Kyogre Hoenn en zijn zeeën hadden geschapen. Nu had ze nooit echt heel veel interesse voor geschiedenis gehad, maar aangezien haar ouders fossielen hadden onderzocht wist ze er heel wat van. Want natuurlijk waren ze ook geschiedenis liefhebbers geweest en hadden die informatie over gebracht op hun dochter. Dus Kyogre en Groudon waren samengekomen en terwijl Groudon het land had geschapen had Kyogre de zeeën gemaakt. En toen brak de hele oorlog uit tussen de twee pokémon en kwam Rayquaza uit de lucht om de twee te stoppen. Daarna begon de sluimer waarvan werd gezegd dat alleen de stenen op Mt. Pyre de pokémon weer konden wekken. Groudon zou in de vulkaan slapen en Kyogre in de afgrond van de zee. Best eng, om te bedenken dat werd gedacht dat hier ergens een legendarische pokémon sliep. Versteend door de krachten van het monster uit de lucht. Rayquaza was de enige die nog actief zou zijn, de ozonlaag bewakend. Maar natuurlijk was de pokémon nooit gezien, niet officieel ten minste. Was het raar om in legendarische pokémon te geloven? Zij dacht van niet, de wereld kon met alle pokémon nooit uit het niks zijn ontstaan. Arceus was alles begonnen! Of misschien was dat ook een beetje overdreven, maar toch, een pokémon die de wereld en zijn legendes had gemaakt. Was dat ver gezocht..? Voor alles diep filosofisch ging worden, ze moesten het ei eerst vinden. Over het bestaan van de mensheid nadenken kon altijd nog, maar een onbekende meter afstand onderwater was niet de beste plek..
Zelfs met de hulp van de Lanturn ging het moeilijk, Kate had moeite met het zien in het zwarte water. Maar ze was nog niet van plan op te geven. Hoewel het er redelijk hopeloos uitzag geloofde ze nog steeds dat ze op de een of andere manier het ei terug kon vinden. Een beweging in de verte trok de aandacht van het trio. Een pokémon die haast leek te zweven in het water kwam langzaam in zicht. Kate kneep haar ogen samen en probeerde door haar troebele zicht de pokémon te herkennen. De Wailmer bewoog zich rustig in de richting van de blauwe en roze pokémon en keek ze nieuwsgierig aan. Hopelijk waren ze vriendelijk... Natuurlijk niet. De Frillish kwamen langzaam op de Lanturn af en deden een poging de pokémon te grijpen met hun giftige armen. De vis zwom geschrokken weg en verstopte zich bij de Wailmer. Kate kon niet veel doen, tenzij ze een vuistgevecht met de pokémon wilde hebben. En zelfs als ze haar pokéballen had gehad zou ze nog niks kunnen doen. Behalve als ze Bella of Tara wilde verdrinken. De Frillish waren natuurlijk niet van plan hun prooi zomaar op te geven en zetten de achtervolging in. En dat ging heel.. langzaam. De wilde pokémon leken niet bepaald haast te hebben bij het vangen van het eten. Maar de Lanturn was ook niet van plan opgegeten te worden en stuurde een krachtige elektrische lading op de pokémon af. Dat leek ze wel even op een afstand te houden, al was het niet voor lang. Een Jellicent verscheen achter de kleine groep pokémon, vast een van de ouders. En deze leek niet te zijn gekomen om zijn kinderen te vertellen dat je geen vreemden mocht eten. Natuurlijk niet. Kate voelde zich opeens zwakker. Het duurde even voor ze doorhad wat het was, maar toen realiseerde ze zich dat de Jellicent zich aan het voeden was van haar levensenergie. En een beetje verliezen was niet erg, maar dit was slecht. Je hoorde altijd van die horrorverhalen over mensen die helemaal waren leeggezogen door Ghosttypes. En ze wilde er geen toevoeging van worden. De Wailmer leek ook door te hebben dat deze pokémon niks goeds in zin hadden en begon snel weg te zwemmen. De gigantische Jellicent deed een poging de pokémon tegen te houden met zijn lange armen, maar miste. In elk geval was de pokémon niet groter dan Bella, dus ze konden het wel aan! Kate greep de Lanturn vast met een van haar handen en hield de pokémon dichtbij zich. Ze wilde niemand verliezen op deze zelfgemaakte missie.
Ze waren de Frillish en Jellicent verloren.. gelukkig.. Kate deed een poging om te kijken, maar het ging moeilijk met de helm op haar hoofd. In elk geval hoefden ze zich daar voorlopig geen zorgen over maken. Maar de zoektocht naar het ei was ook verloren gegaan. Misschien was het toch beter op te geven? Zou het ei nog wel intact zijn na al deze tijd onderwater? Misschien was de koker al gebroken en was het ei al kapot. Kate zuchtte en keek naar de Lanturn die trouw aan haar zij zwom. Raar dat Styler’s dit soort effect hadden op pokémon.. maar goed, terug naar het ei. Geen tijd om af te dwalen! Ze zwommen ondertussen een stuk hoger dan eerder, want zin om meer Frillish tegen te komen was er niet. Er waren vast nog meer zeemonsters in deze wateren, maar veel verstand had ze er niet van. Waterpokémon waren totaal niet haar ding. Ze had veel liever Groundtypes, zoals Tara. Die waren verrassend sterk en een stuk minder.. nat. Maar nu was een Watertype wel fijn geweest, dan had ze die gewoon kunnen meenemen onderwater. Niks aan toe doen, Kate was nu eenmaal geen persoon die pokémon ving voor haar eigen gebruik. Al haar pokémon waren meegenomen omdat ze geen plek hadden om heen te gaan en aangezien ze de speciale kleur hadden wilde ze die ook niet weggeven. Niet omdat ze graag ‘speciale’ pokémon wilde, maar qua vertrouwen was ze niet altijd even sterk. En er was genoeg reden voor in deze wereld, er waren genoeg onbetrouwbare personen. Het water leek een andere kleur aan te nemen en de planten waren ook veranderd naar donker, lange zeewier in plaats van het diepblauwe wier diep onderwater en het vrolijke groen in de ondiepere gebieden. De Lanturn leek opeens onrustig en de Wailmer leek ook niet helemaal op zijn gemak. Kate keek voorzichtig om zich heen, ze kreeg ook een ongemakkelijk gevoel in haar buik. Ze wilde alleen haar ei terug vinden, waarom moesten er overal afleidingen en dreigingen zijn? Maar goed, het zicht was hier veel beter dan in de diepere gedeelten van de afgrond. De rand was niet zo hoog boven dit deel en licht was er genoeg. Maar Kate was nog niet van plan de Lanturn al terug te sturen, ze had de pokémon misschien nog nodig. Een beweging trok de aandacht van het meisje. Een kleine Tentacool was tevoorschijn gekomen en keek het trio nieuwsgierig aan. Het leek nog een jong ding te zijn. Nog niet erg groot of sterk. Argwanend keek Kate het dier aan, ze hield niet van dit soort pokémon. Ze waren gevaarlijk en giftig en als ze klein waren was de moeder vast niet ver weg. De pokémon verdween tussen de planten gevolgd door een paar anderen die ze net niet had opgemerkt. De Lanturn leek wel geïnteresseerd in de pokémon want hij volgde, of nee. Kate kneep haar ogen samen en ontdekte een nest tussen de zeeplanten. Vandaar dus de jonge Tentacool's. Maar ook, in het nest lag.. de koker? Het ding zat vol barsten en scheuren, maar het was duidelijk de koker. Met een kloppend hart liet Kate de Wailmer los en volgde de Lanturn. Was dit echt haar ei? Voorzichtig stak ze haar handen uit en raakte het ding aan. Het ei zat veilig in het kapotte omhulsel, niet gebarsten, niet kapot. Opgelucht haalde Kate adem en wilde de koker oppakken. Een paarse kleur voor haar trok echter haar aandacht. Een grote Tentacruel keek haar dreigend aan. De moeder van de Tentacool en waarschijnlijk ook degene die het ei had gevonden en meegenomen naar haar nest. En het was duidelijk dat ze het niet waardeerde dat iemand een poging deed om het ei weer mee te nemen. Kate slikte en probeerde snel te bedenken wat ze over deze pokémon wist. Net als Scolipede waren Tentacruel territoriaal en giftig, nu was ze niet alleen het territorium in gezwommen, maar was ook bij het nest gekomen.. boos zeemonster moederwezen.. niet iets wat je tegen wilde komen. Deze beesten werden natuurlijk ook nog extra agressief als ze kinderen hadden, maar dat was met de meeste moederpokémon zo. Ze wilde niet weten wat er met haar zou gebeuren als de Tentacruel haar te pakken kreeg. Kate wisselde een blik met de Lanturn en greep toen razend snel het ei.
Samen met de vis werkte Kate zich door de begroeiing en seinde de Wailmer die nog geen idee had wat er aan de hand was. Het meisje greep de pokémon vast met een hand terwijl ze met de andere het ei vasthield. De Tentacruel verscheen kwaad sissend tussen de planten en vuurde een lading gif op de pokémon af. De Wailmer begon paniekerig te zwemmen, richting oppervlakte, maar het zeemonster wist hem te raken met een Poison Jab. De walvis draaide zich half om en deed een poging zijn aanvaller af te schudden met een Water Pulse. Het had echter nauwelijks invloed op de Tentacruel en de zeepokémon deed een poging de Wailmer te grijpen met haar lange armen. De walvis lukte het om buiten bereik van de moederpokémon te komen en deed zijn best weg te zwemmen. Hij kon de Sludge Wave van het zeemonster dan ook maar net ontwijken, maar de afstand werd steeds groter en groter. Ze zouden kunnen ontsnappen, als alles goed ging! De Lanturn was naar de diepte verdwenen, maar hopelijk zou alles lukken ook zonder de hulp van de vis. De Wailmer zwom zo hard hij kon, de Tentacruel zou hem nooit bij kunnen houden. Het waren immers geen snel zwemmende pokémon, ze waren meer als de Frillish, pokémon die door het water zweefden. Maar het zeemonster was niet niet van plan ze zomaar te laten gaan. Een krachtige Hydro Pump raakte de buik van de Wailmer. De walvis raakte uit balans en begon te tollen. Kate moest hierdoor de pokémon loslaten en zweefde los door het water. De Tentacruel kwam langzaam naar boven, vastbesloten om het ei terug te krijgen. Kate keek paniekerig naar de Wailmer, die was de enige die haar nu kon helpen. Maar wat ze zag in plaats van een vrolijk, ronde pokémon was een fel oplichtende gedaante. De Wailmer begon te groeien, en niet zo’n beetje ook. Dit ging ver over Belladonna groot. De pokémon schermde het beeld van de Tentacruel volledig af en begon verder naar boven te zwemmen. Kate kwam vanzelf op de rug van de pokémon en binnen een paar seconden waren ze boven water.
Wailord’s konden niet worden gevangen door Stylers. En dat herinnerde ze zich nu pas. Kate keek naar de gigantische pokémon onder haar. Hij zou niet meer naar haar luisteren, waarschijnlijk. Ze had geleerd op de academie dat Wailords de enige pokémon waren die te groot waren voor de meeste Stylers. Daarom werd het afgeraden de pokémon proberen te temmen, want het kon toch niet. Gelukkig was dit een vriendelijke pokémon en was hij niet van plan haar ergens achter te laten midden op zee. Kate deed haar helm af en bekeek de binnenkant. Alles was nog goed, geen beschadigingen of iets degelijks. Het enige probleem was dat ze nauwelijks nog zuurstof in haar fles had. Maar aangezien ze niet meer hoefde te duiken zou dat wel goed komen. Nu ze veilig waren durfde de Ranger weer wat meer te ontspannen, er waren geen zeemonsters die haar wilden vermoorden en ze had geen problemen met het licht. Alleen.. waar in Arceusnaam waren ze? Na de hele tijd onderwater te zijn geweest had Kate geen idee waar ze waren. Het beste was om iemand te roepen in plaats nog meer te verdwalen. Of ze kon gewoon op de Wailord blijven zitten en hopen dat de pokémon ergens terecht kwam waar ze terug kon naar het vaste land. Maar zoals het er nu uit zag.. veel zee en wat rotsen. Niks wat ook maar een beetje op vast land leek. Anders zou het ook te makkelijk zijn..
De Wailord liep tegen problemen aan. Kate zat alweer een minuut of tien op de rug van de pokémon en had het op mogelijke beschadigingen onderzocht. Het ding leek oké te zijn, op het eerste zicht was er niks vreemds aan te zien. Hopelijk was dat ook het geval. Maar het ei was niet degene met een problemen op het moment. De Wailord was zo groot dat hij niet door de rotsen heen paste. Ze waren ingesloten, want ze waren al zeker een tijdje langs de stenen aan het varen. Tenzij ze onderwater verder zouden gaan, maar dat was onmogelijk met de lege zuurstoftank en het ei. Zoekend keek Kate om zich heen, land zou heel welkom zijn op het moment. Ze had al een paar plekken gezien met zand waar je makkelijk even kon zitten, maar die had ze overgeslagen aangezien ze beschaving nodig had. Nu kon ze zulke stukken land wel gebruiken, dan kon ze makkelijk met haar Styler een bericht sturen naar de base. Hopelijk zouden die dan iemand sturen of het doorgeven aan de Daycare. Want ze had wel aangegeven dat ze er vandaag heen zou gaan, alleen had ze niet op zo een.. avontuur gerekend. Kate zuchtte, ze had wel genoeg zee gezien voor de rest van haar leven.
Kate klopte op de Wailords neus en keek toe hoe de pokémon zich omdraaide om zijn weg te gaan naar soortgenoten of zo iets. Ze had een klein eilandje gevonden en besloten daar te blijven aangezien er niet veel te doen was. Ze had alleen het ei als gezelschap, maar daar was niet veel aan. De koker van het ding was helemaal aan scherven en zou het ei niet meer kunnen beschermen tegen de buitenwereld. Ze moest maar hopen dat alles goed ging en er niet nog een boze Wingull kwam die het ding meenam of zo iets. Ze scande de lucht af, maar gelukkig leken er geen vogels in de buurt te zijn. Je wist maar nooit.. voor hetzelfde geld verloor ze het ei in het laatste moment. Met uitgestrekte benen zat Kate in het zand, het voelde fijn aan, de ruwe korrels. Beter dan het gladde zeewier onderwater. Maar hoe leuk ze het ook vond op het eiland, ze had gehoopt dat na het lange kwartier dat ze hier had gezeten iemand zou komen opdagen. Maar nee, geen pokémon te bekennen. En Tara zou haar ook niet komen zoeken, niet dat de Flygon haar zou vinden als ze wel zocht. Ontevreden keek Kate naar het ei, hopelijk hield die zich een beetje in... er zat er barst in. Geschrokken keek ze beter, er zat echt een barst in. Was het dan toch kapot gegaan aan de druk van het water? Maar net toen ze het had onderzocht was het oké geweest, helemaal onbeschadigd. Waarom zat er dan nu een scheur op de top van het ding. Erger nog, de barst leek groter te worden. Wacht? Kate keek nog eens beter naar het ei en kreunde. Dit was toch echt wel de ergste tijd dat het ei had kunnen kiezen om uit te komen. De scheuren verspreid zich over het hele ei en de top leek eraf te komen. De bovenste schaal viel er af en twee nieuwsgierige oogjes keken haar aan, maar wat was het?
|
|