Ze had hem verkeerd begrepen, maar dat was haar verlies. Hij zuchtte een keer, terwijl zijn hand een keer door zijn warrige haren ging en hij uit het raam van de auto keek. “
Sorry, het is gewoon zo dat ik erg nerveus raak wanneer iemand anders rijdt,” besloot hij zichzelf te verontschuldigen. Niet echt. Hij vond dat ze er geen zak van konden, vooral vrouwen niet. Maar, met een
straight face had hij de woorden gesproken, niet ingaand op het feit dat ze er gewoon niets van kon. Dat het een reden had dat hij haar op elk foutje commentaar bracht. Hij wilde gewoon niet echt dood. Maar, zijn woorden leken haar enkel zenuwachtiger te maken, dus keek hij al gauw weer uit het raam. Meer kon hij toch niet doen.
Hij kon de Skitty zien oversteken, maar de bestuurder scheen het over het hoofd te zien. “
Uitwijken!” riep hij kwaad, waarna het meisje geschrokken uitwijkte. De auto maakte een slippende beweging en kwam in de berm tot stilstand, waarna Delsin de deur opengooide, zich uit de riem werkte en het meisje kwaad aankeek. “
Heb je een bril nodig?!” riep hij
razend. Met snelle passen stormde hij de weg over, waar de Skitty door haar poten was gezakt. Het beestje was in slechte staat en was daarom niet snel genoeg geweest, kon het niet eens redden om de weg over te steken. En nu was hij echt niet de grootste goedzak, maar hij was niet van plan een Pokémon te overrijden. Dat idee
maakte hem ziek.
Het beestje leek er echt slecht aan toe te zijn en hij besloot de
kap van zijn jas te trekken (immers was een hele kap niet nodig voor zo’n jong wezentje), om vervolgens het beestje ermee beet te pakken, warm houdend. Hij stond met een soepele beweging op en draaide zich om naar zijn metgezel. “
Doet de auto het nog?” vroeg hij, waarop ze haar hoofd schudde. ‘We zitten vast,’ sprak ze teleurgesteld, maar ook gepanikeerd. Het leek erop dat ze erger geschrokken was van de huidige situatie dan hij zelf, iets wat hij haar niet geheel kwalijk kon nemen. Zelfs al hield ze de schuld door niet goed genoeg op te letten. Maar, hij besloot ervoor te zorgen dat de komende tijd makkelijker zou gaan en geen awkwardness creëren. Nee, hij zou geen drama creëren. Deze Skitty had medische hulp nodig, want ze was overduidelijk jong en ziek. Ze had zich niet eens
verzet tegen hem, een wildvreemde, die haar beet had gepakt.
“
Ik wil dat je hier blijft. Zorg dat iemand de auto repareert. Ik… ga lopen,” sprak hij. ‘Ik kan meelopen!’ werd er meteen geroepen en hij schudde zijn hoofd. “
We kunnen niet riskeren dat er misschien snel genoeg iemand kan komen helpen. Mocht je sneller zijn dan ik, kan je me inhalen en stappen we in,” sprak hij. En hij kon haar even niet aanzien. Ze zou enkel in de weg lopen. Even leek ze na te denken, maar uiteindelijk gaf ze toch toe. “
En een voorbijganger zal eerder voor jou stoppen dan voor mij,” grijnsde hij vervolgens, voor hij zijn blik richtte op de Skitty in zijn armen. “
Ik spreek je nog,” besloot hij vervolgens te zeggen, voor hij begon te stappen. Hij kon niet nog meer tijd verliezen.
De weg was lang. Het was het droge seizoen, maar omdat ze langs de zee lagen was er toch een bui aan het vallen. Een flinke bui, zo één die maar veertig minuten duurde maar waarbij genoeg regen viel voor een week. Zo één die hij op dit moment niet kon gebruiken, dus. Het arme wezentje werd droog gehouden door de kap, maar lag hier alsnog in te rillen. Ze had overduidelijk koorts, maar hij was geen dokter en kon hier dus niets aan doen. Het enige wat hij kon doen was haar zo snel mogelijk naar de dokter brengen en dat zou hij doen. Maar, zelfs al was het een kleine Skitty, liep hij nu al een kilometer met bijna tien kilo in zijn armen. Dat was niet niets en hij begon zijn onderarmen te voelen, maar wist dat hij dit beter niet kon bewegen. Hij moest er maar mee leven. Ze moesten en zouden zo snel mogelijk aankomen…
Helaas leek het hen niet gegund te zijn en een Loudred versperde de weg. Nee, nee, nee! De jongen verplaatste het gewicht van de Skitty in één arm en griste naar de Pokéball van zijn eerste Pokémon, welke hij richting de Loudred gooide. Een Magnezone verscheen en een kwaad gebliep klonk, terwijl deze zijn aandacht focuste op de Loudred. “
Flash Cannon, Digit!” riep hij uit. Hij voelde de Skitty bewegen, voelde hoe zij haar kop op zijn arm legde om de commotie te kunnen zien. De Flash Cannon raakte de Loudred, welke een stap naar achteren zette. Een Supersonic klonk, maar Delsin wilde zijn Pokémon niet verward zien. “
Supersonic!” beval hij de Pokémon. De Supersonic van de Magnezone was duidelijk sterker en de Loudred raakte verward, wat maar al te goed uitkwam. Hij wilde een snel einde breien aan dit gevecht, hij had geen tijd. “
Zap Cannon!” riep hij naar zijn Magnezone. De Pokémon creëerde een bal elektriciteit, welke op de verwarde Loudred af werd gevuurd. Het wezen werd compleet gelanceerd en Delsin zag dit als zijn kans om verder te gaan. “
Houd hem bezig,” commandeerde hij zijn Magnezone, voor hij zich erlangs zette. Digit zou wel achter hem aan komen, voor nu moest hij de Skitty helpen.
Gelukkig leek de rest van de weg beter te gaan. De Magnezone had zich terug bij zijn trainer gevoegd, maar wachtte buiten toen Delsin het Pokémon Center binnen stapte. ‘Welk- Oh!’ Onmiddellijk werd er om hulp geroepen en voor hij het wist werd de Skitty uit zijn armen genomen, op een bed gelegd en weggereden, door een deur. Nu kon hij niet meer zien wat er gaande was, iets wat hem stoorde. De zuster leek dit door te hebben en glimlachte even. ‘We zullen je informeren wanneer we meer weten,’ sprak ze. ‘Ga voor nu even zitten en dan ben ik zo bij je met koffie,’ besloot ze te zeggen. Delsin knikte en liep op de bank af, waar hij neer plofte. Zijn kleding voelde alsof hij er een
emmer mee vullen kon, zo nat. Maar, zijn voornaamste prioriteit nu was de Skitty. Zodra ze beter was zou hij haar terug brengen naar de plek waar ze gevonden was, want hoogstwaarschijnlijk zochten haar ouders daar nu naar haar… Immers was de Pokémon duidelijk nog jong. Het kon niet anders dan dat ze iemand had, anders had ze het nooit zo ver gered… Alhoewel… zou ze er dan niet beter aan toe moeten zijn?
Toen de buitendeur opende, klonk al gauw de stem van zijn vorige gezelschap. ‘Hoe is het met ’r?’ vroeg de blondine, terwijl Delsin zijn schouders hief. “
Ik heb nog niets gehoord,” sprak hij, zijn stem wat bits klinkend. Normaal klonk hij veel neutraler, maar voor nu had hij de energie niet om erop te letten. Zijn armen deden zeer en hij maakte zich zorgen om het kleine katje. ‘Je weet dat we het nu aan de zusters over kunnen laten? Het is niet jouw Pokémon,’ probeerde het meisje nog, maar Delsin schudde zijn hoofd. “
Het katje is nu mijn verantwoordelijkheid,”sprak hij. Hij had de verantwoordelijkheid genomen toen hij haar optilde en zou haar niet alleen laten tot ze veilig was. Dat was wel het minste wat hij kon doen nadat ze haar bijna overreden hadden.
Enkele uren waren voorbij gegaan, voor de zuster met de Skitty naar buiten was gekomen. En tot zijn verbazing, zag het wezentje er nu veel beter uit. Enthousiast sprong het uit de armen van de zuster, om voor zijn voeten tot stilstand te komen. Hij aaide haar even over haar zachte koppie, voor hij omhoog keek, wachtend. ‘Ze heeft de komende dagen nog zorg nodig, maar dan is ze snel weer de oude,’ sprak de zuster met een glimlach. ‘Ze mag zich gelukkig prijzen dat je haar hebt gevonden.’ Delsin knikte eventjes en glimlachte naar de zuster. “
Ik zal haar ouders vinden en haar bij hen achterlaten,” sprak hij rustig, opstaande van de bank. “
Die zullen vast voor haar kunnen zorgen.” De zuster knikte en stak haar hand op. ‘Succes!’
De auto was gered en zo waren ze dus toch al gauw terug op de plek waar het incident gebeurd was. De auto werd langs de kant gezet en de Skitty sprong uit de auto, afwachtend naar Delsin kijkend. “
Kom, laten we je ouders zoeken,” sprak hij tegen de Skitty, welke hier niet echt op reageerde. Het wezentje sprong enkel enthousiast om Delsin heen, terwijl deze de weg overstak, om het bos in te lopen. Dit was immers waar ze vandaan was gekomen. “
Roep je ouders dan, uk?” vroeg hij, waarop hij enkel een scheef koppie te zien kreeg. Een zucht verliet zijn mond, terwijl hij naar zijn metgezel keek, maar al gauw zijn blik weer op het roze katje richtte. Ze leek nou niet echt geweldig mee te werken, helaas… Dit kon nog een flinke klus worden, dan. Hoe kon hij ooit… Oh. Het kleine beestje had het plotseling op een rennen gezet en met snelle passen haastte hij zich achter haar aan.
Hetgeen wat hij daar aan trof… was naar om te zien. Een hol, duidelijk van de Skitty geweest, was compleet overhoop gehaald. Het enige wat er in de buurt te vinden was, waren de voetsporen van de kleine Skitty. Niets anders. Het leek er dus op dat het wezentje compleet alleen was. Hoe het kwam en wat dit had veroorzaakt wist hij niet, maar haar hier alleen achter laten… lag nou niet echt in zijn plan. Hij zakte door zijn knieën en zijn blik volgde het wezentje terwijl deze veel te enthousiast om hem heen bleef springen. Het leek erop dat het wezentje maar al te blij was iemand te hebben die voor haar zorgde, maar Delsin vroeg zich af wat er met haar ouders gebeurd zou zijn. Misschien… waren ze wel gevangen. Arme beesten, nooit meer in staat om te zien hoe het met de kleintjes ging. Of, misschien verjaagd… Ze kon het hem niet vertellen, maar hij had zo het idee dat ze het zelf niet zou gaan redden. Immers had de zuster gezegd dat het wezentje zorg nodig zou hebben. Hij keek om, naar de vriendin die hij al die tijd bij zich had gehad, maar deze schudde haar hoofd en keek ongeïnteresseerd weg. Ze was hier omdat hij hier was, gaf niets om het katje. Nog een zucht. Hij kon haar hier achterlaten, maar wie weet wat er dan zou gebeuren.
“
Ik kan je naar het adoptiecenter brengen,” mompelde hij tegen de kleine Skitty, wie tot stilstand kwam en naar hem hapte. Oh. Eh. Niet dus. Hij fronste even. “
Of wil je met mij mee?” Enthousiast draaide het beestje een rondje om haar eigen as. Zou ze dan toch begrijpen wat hij tegen haar zei, of was het de toon van zijn stem waarop ze reageerde? “
Adoptiecenter,” besloot hij op vrolijke toon te zeggen. Au, klauwen in zijn knie. Nope, het was duidelijk niet de toon. Het waren de woorden.
“
Dus je wil met mij mee?” vroeg hij, een lege Pokéball van zijn riem halend. Hij haalde het beestje even aan met zijn vrije hand, haar warme vachtje voelend.
Her coat is so warm and if I don’t hurt her, she’ll do me no harm. So I’ll not pull her tail, nor drive her away. But kitty and I, very gently will play, speelde het oude toontje in zijn hoofd. Hij glimlachte even. “
Wat denk je ervan?” vroeg hij. Hij vergrootte de ball en hield het voor de neus van het katje, benieuwd wat haar keuze zijn zou. Ze kon er nu voor kiezen om met hem mee te gaan, dus haar kopje tegen de bal te duwen en het leven met hem verder te leven, ze kon hem zelfs uitdagen tot een gevecht, al was ze misschien te zwak om een echte uitdaging voor Digit te vormen nu en voor Syntax was ze weer te sterk. Ze kon ook haar rug keren en genieten van de eeuwige vrijheid.
Het was haar keuze.
- Spice it up!:
Eerste zin: She'd got him wrong, but that was her loss
Eerste gesproken zin: "Sorry, its just that I get very nervous when someone else is driving."
Topictitel: The Rose of Challenge
Scenario: Incorporate a nursery rhyme as a metaphor that describes your conflict. Trust me, they're all much darker and and more terrible than you remember. Nursery Rhyme chosen: I love little pussy
Acht woorden:
bucket
sicken (ziek maken)
delirious (Razend)
cap (kap)
beguile (tijd makkelijker voorbij laten gaan)
straight
glasses (Bril)
oppose (verzetten tegen)