Land Ho!
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 Land Ho!

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Kenneth Brine
Member
Kenneth Brine
Punten : 287
Gender : Male ♂
Age : 17
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Banette
https://pokemon-journey.actieforum.com/t4736-kenneth-brine https://pokemon-journey.actieforum.com/t4737-kenneth-s-pokedex#97481

Land Ho! Empty
BerichtOnderwerp: Land Ho!   Land Ho! Emptydi maa 08, 2016 10:31 pm

Het was midden in de nacht en hij was net het huis uit geslopen. Daar kon hij niet meer verder leven. Als hij in Sinnoh zou blijven, zou zijn vader hem zo weer vinden. Nee, zijn enige optie was een boot. Gelukkig lag in Canalave City een haven. Hij liep richting de haven en zag een aantal boten vertrekken. Helaas. Met gebogen hoofd bleef hij langs de kade staan. Totdat hij de luchthoorn van een vrachtschip hoorde. Met een beetje geluk brengt die nu alleen maar een lading en gaat die direct weer terug naar de plaats van herkomst. De boot legde aan en Kennth liep die richting in. Hij moest nu slim zijn. Hoe kon hij dit aanpakken. “Mijn voordeel?” Dacht hij. “Het donker van de nacht zal ervoor zorgen dat ik minder snel gezien wordt. Het feit dat zij bezig zijn met hun werk zorgt voor een verdeelde aandacht. De grote kisten en containers zorgen ervoor dat ik plekken heb om mij achter te verstoppen. Ik zie vijf mannen aan het werk. Vier mannen slepen met kisten en de laatste legt met de hijskraan de containers op de kade. Dat betekend dat ik moet wachten op de eerste container, me daarachter verstoppen totdat de vier kistslepers langs mij zijn gelopen en dan vervolgens de boot op gaan.” Dat klonk simpel genoeg. Hij wachtte tot de eerste container was geplaatst en verstopte zich erachter. Hij luisterde of hij de voetstappen van de vier overgebeven mannen hoorde en zodra deze voorbij waren sloop hij de boot op. Niemand had hem gezien of gehoord.
Eenmaal op de boot moest hij snel denken. Hij moest zich ergens gaan verstoppen. Hij zag een deur en liep naar binnen om zich daarna daar achter te verstoppen. Hij moest even tijd hebben om na te denken. Als hij daar was gebleven bij de kisten op het dek, dan hadden ze hem zeker gevonden. “Aan welke eisen moet mijn schuilplaats voldoen?” Dacht hij. “Het moet mijn hele lichaam verbergen. Het moet niet te koud zijn. Ik moet er kunnen slapen. Ik moet me er in de ochtend ook kunnen verstoppen en als we aankomen bij de een of andere kust moet ik snel kunnen ontsnappen.” Aan de hand van deze eisen kon hij maar aan één ding denken. “Die boten die ze aan de rand van de boot hangen voor als er problemen ontstaan. Daar liggen meestal zijlen over, zodat ze niet volstromen als het regent. Het is groot genoeg en het zal door de isolatie niet té koud zijn.” Nu kwam het volgende probleem. Bij de reddingssloepen komen. Hij kon niet achter de deur blijven staan totdat iedereen naar bed ging en hij kon ook nu niet ineens zomaar naar buiten stormen. “Hoe kom ik ongezien daar? Die reddingssloepen zitten aan beide kanten van de boot. De crew zit nu aan de linker kant van de boot. Als ik dus aan de rechter kant kan komen heb ik een kans.” Hij keek door de rest van de gang waar hij in stond. Het licht van dim maar hij kon zien dat het aan de andere kant uit kwam. Maar er was wel ook een gang naar rechts. Het moest wel zo zijn dat daar nou net niet iemand toevallig zou lopen als hij langs zou willen. Dat kon eigenlijk alleen de kapitein nog zijn. “Ik ga het erop wagen.” Hij sloop de gang gehurkt door en keek vluchtig om de hoek. Niemand. Hij liep door en kwam aan de andere kant van de boot aan. Gelukkig, hij zag ze al hangen. Hij stond in de deuropening. Hij keek naar links, naar rechts, en weer naar links. Niemand. Hij liep naar een van de bootjes en deed het zijl omhoog. Hij stapte in de boot en trok het zijl er weer overheen. Het was wiebeliger dan hij had verwacht, maar hij zou in ieder geval wegkomen.
Na een paar uur klonk de hoorn van de boot weer en voelde het alsof de boot vertrok. “Ze zullen wel klaar zijn met uitladen.” Dacht hij. Hij legde zijn rugzak onder zijn hoofd, deed zijn sjaal om en legde zijn lange jas over zich heen. Het was tijd om wat te slapen. Als hij hier namelijk straks ongezien van de boot moest zien te komen, moest hij scherp zijn. Het was vroeg in de ochtend toen hij wakker werd. Hij hoorde al hoe de bemanning druk bezig was met vanalles en nog wat op het dek. Hij moest stil blijven liggen. Als hij te veel zou wiebelen zouden ze weten dat er iets loos is. “Eigenlijk moet ik nu weten waar we naar toe gaan en hoe lang dat nog gaat duren. Maar hoe kom ik daar achter? Ik ga eens proberen mee te luisteren met de bemanning.” Hij heeft ongeveer een uur geporbeerd mee te luisteren, maar dat haalde niets uit. Ze liepen of te snel langs of hadden het over dingen die er helemaal niet mee te maken hadden. Op dat moment besloot hij om aan de andere kant van de reddingssloep het zijl een klein beetje omhog te halen zodat hij kon zien waar ze naar toe vaarden. Niets. Midden op zee. Super.. hij deed het zijl weer omlaag en ging op zijn rug liggen. Ineens deukte het zijl voor zijn ogen omlaag. Vier kleine pootjes voelde hij op zijn buik lopen. “Edgar, ga daar van af en kom terug hier.” Zei een zware stem. Hij hoorde voetstappen in zijn richting komen. “Kom hier Edgar.” De voetjes werden van hem afgehaald, maar het zijl was nogsteeds ingedeukt. “Huh, die boten zijn toch dieper? Hoe kon je nou zo hoog staan?” En met een snelle beweging haalde de matroos het zijl van de boot af. Kenneth hield zijn arm voor zijn ogen vanwege de enorme hoeveelheid licht die nu ineens in zijn gezicht scheen. “Wat?! Een verstekeling? Daar weten wij wel raad mee!” Zei de man lachend. Hij greep hem bij zijn schouder en tilde hem omhoog. “Pak je spullen en kom mee. Wees bang.” Toen Kenneth zijn ogen weer wat beter open kon doen pakte hij snel zijn spullen en deed zijn jas aan. Hij keek naar de matroos en dacht: “Lang, breed en een serieuze blik. Geen mogelijkheid om te ontsnappen van een boot. Hij heeft een Lillipup vast. Dat betekend dat hij plichtsgetrouw is, standvastig is, maar ook een softspot heeft. Daar kan ik gebruik van maken.” Ondertussen was de rest van de bemanning op de hoogte van de situatie. Kenneth werd begeleid rond de boot om naar de kapitein te gaan. Van de rest van de bemanning kreeg hij geniepige blikken naar zich toe geworpen. “Wat ze ook gaan doen, het zal niet prettig zijn. Ik moet me hieruit redden.

Hij werd naar de stuurruimte gebracht. Hij vermoedde dat daar de kapitein aan het roer zou staan. De matroos hield Kenneth stevig vast bij zijn schouder en klopte op de deur. “Verstekeling!” riep hij. Een paar zware voetstappen klonken en de deur ging open. Het was een man van ongeveer 40 jaar oud. Gespierd met grijs haar en een strakke grijze baard. Hij keek Kenneth even aan en draaide toen zijn hoofd naar de matroos. “Wat sta je hier nog te doen?” Zei hij streng. De matroos sprong op en zei: “Ay ay.” Alvorens hij de gang snel doorliep om weer terug aan het werk te gaan. De kapitein zette een stap opzij en gaf Kenneth een gebaar dat hij naar binnen moest lopen. “Intelligent. Streng. Scoort laag op openheid. Geen andere optie dan naar binnen gaan.” Met gebogen hoofd liep Kenneth naar binnen. Daar zou hij zijn straf te horen krijgen. Hij wist niet wat erger zou zijn. Zijn straf, of het feit dat hij misschien weer terug naar Canalave City zou worden gebracht.
De kapitein deed de deur dicht en draaide zich naar Kenneth. “Verklaar.” Zei hij toen. “Een man van weinig woorden dus. Waarschijnlijk omdat hij zijn tijd niet graag verdoet.” Hij keek rond de kamer en een paar stapels met speelkaarten liggen, een aantal fiches en dobbelstenen. “Mooi, hij is een gokker. Daar kan ik wat mee.” “Ik had me in een van de sloepen verstopt.” Zei hij uiteindelijk met een strak gezicht. De kapitein reageerde daarop met: “Duidelijk.” Hij pauzeerde even. “Weet je wat wij hier doen met verstekelingen? Die gooien we van boord!” Zei hij met een strenge toon. “Tenzij,” Zei Kenneth toen. “Tenzij wat?” Vroeg de kapitein. Kenneth kreeg een voorzichtige glimlach op zijn gezicht. Hij had de interesse van de kapiteit nu vast. Hij hoefde er alleen nog maar voor te zorgen dat hij niet van de boot zou worden gegooid. “Tenzij we een wedje wagen.” Zei hij toen. “JIJ wilt met MIJ gokken? Je maakt een grapje zeker?” Riep de kapitein. “Ik hoord verbazing,” Dacht Kenneth. “maar geen ‘nee’.” “We houden een Pokémon gevecht. Als ik win mag ik op de boot blijven en als jij wint ben ik voor de komende maand een onbetaalde werkkracht voor je.” Kenneth wist hoe hij mensen moest bespelen. De kapitein kreeg een lach op zijn gezicht en zei lachend: “Een goede weddenschap kan ik nooit afslaan. Afgesproken. Ik neem je uitdaging aan.

De kapitein zorgde ervoor dat zijn post bij het roer overgenomen werd door een van de bemanningsleden en hij en Kenneth gingen naar buiten. Het voordek was groot en was ook tevens de plaats waar hem werd verteld dat ze gingen vechten. De rest van de bemanning werd verteld dat ze mochten stoppen met werken om te kijken. De kapitein wilde natuurlijk dat iedereen kon zien hoe hij dat snotjoch eens zou laten zien wie de baas is. “Dikke kans dat hij voor water Pokémon gaat.” Dacht Kenneth. “Ik heb niets dat daar extra sterk tegen is, maar dit moet snel genoeg over kunnen zijn. Een drukke man zoals hij zou nooit een volledig team samen kunnen hebben gesteld. Laat staan het geld ervoor hebben met al dat gegok.” Ze waren beide helemaal gefocust. De kapitein zei: “Archibald” en uit zijn Pokéball kwam een Krabby tevoorschijn. Het maakte Kenneth niet uit wat er uit kwam. Hij had zijn keuze toch al gemaakt. “Kom er maar uit Ricoletti.

Land Ho! 353 Ricoletti vs Archibald Land Ho! Krabby

Kenneth wist dat hij bij deze gast snel en kort moest zijn dus riep direct: “Will-O-Wisp!” De Shuppet vormde een vuurtje en die ging op de Krabby af. Hier was de Krabby, en zijn trainer schijnbaar ook, niet op voorbereid. Het vuurtje raakte Archibald op zijn linker arm en liet een verbrande plek achter [BRN]. De kapitein had zijn reactie natuurlijk al weer snel klaar en beval Archibald om Bubble Beam te doen. De gecalculeerde Kenneth had dit al lang verwacht en zei: “Ontwijk en gebruik Feint Attack” Dit is een aanval die altijd raakt. Net zoals nu. De Krabby voelde niet alleen de pijn van de aanval, maar ondervond ook de pijn van zijn verbrande plek. Kenneth zag zijn kansen positief. Nog geen schade aan Ricoletti en de tegenstander krijgt steeds schade zonder dat hij überhaupt een aanval hoeft te doen. “Niet slecht voor mijn eerste gevecht.” Dacht hij. Ja, je leest het goed. Hiervoor heeft Kenneth zijn Pokémon nog nooit laten vechten, behalve dat tegen bomen, knuffels en dummies. Maar dit moment van triomf lijkt van korte duur, want de kapitein maakte zijn tegenaanval klaar. “Mud Shot!” De Krabby trok zijn mond open en schoot een enorme hoeveelheid modder tegen Ricoletti aan. Als spoken op de grond zouden kunnen vallen, dan had zij dat nu gedaan. Kenneth zag hoe dit soort dingen een probleem zouden kunnen zijn. Gelukkig kon hij in ieder geval nog zien dat Krabby wederom schade kreeg door zijn verbrande plek. Hij dacht snel na: “Ze moet kortbij komen, de Krabby zijn verdediging omlaag halen en toeslaan. Eerst Schadow Sneak dus, dan Screech en daarna Night Shade.” “Kom kortbij hem met Shadow Sneak verlaag dan zijn verdediging met Screech en doe dan Night Shade!” Riep Kenneth. Ricoletti veranderde in een schaduw op de grond. De kapitein riep nog dat Archibald moest ontwijken, maar van deze schaduw viel niet zo makkelijk te ontsnappen. Ze sprong als het waren de grond uit en deelde een flinke klap uit aan Krabby met haar Shadow Sneak. Hierop volgend krijste ze in het gezicht van Krabby [Defense lowered]. Vervolgens gaf ze nog een harde klap met een Night Shade. Nee, tegen deze combo had de al pijn lijdende Krabby geen kans. Hij zakte door zijn vier poten en viel op de grond.
Als we dit tempo volhouden komt alles wel goed.” Dacht Kenneth. “Ik kan straks maar beter Ek ook even inzetten. Hij is bijna klaar om te evoluëren denk ik. Dan hebben we dat ook meteen geregeld.

Land Ho! 353 Ricoletti vs Nadia Land Ho! Chinchou

De net nog joelende bemanning werd stil. Dit gaf een pijnlijke stilte. Zelfs de koelbloedige kapitein kon deze ijzige stilte opmerken. Met een duidelijk geïrriteerde houding pakte hij zijn volgende Pokéball. Dit was alweer zijn laatste Pokémon. Nu begon hij hem eigenlijk wel te knijpen. Het zou hem niet ten goede doen als hij zou verliezen van zo’n kereltje. Hij gooide de Pokéball op en er kwam een Chinchou uit. “Nadia zal jou eens laten zien hoe wij hier om gaan met landrotten zoals jij! Water Gun!” De Chinchou zette zich schrap om aan te vallen en Kenneth zei: “Ontwijk.” De Chinchou stuurde een dikke waterstraal naar Ricoletti toe en zij dook er onder door. “Feint Attack.” Na de manouvre zweefde ze door naar de Chinchou en raakte haar met de Feint Attack. “Het is duidelijk aan zijn houding te zien dat hij zich ergens zorgen over maakt. Aan de mate van zweet op zijn voorhoofd zou ik zeggen dat dit zijn laatste Pokémon is. Dat betekend dat ik het rustig aan kan doen. Hij zal dat niet doen. Hij zal waarschijnlijk een reeks aanvallen willen doen. Mijn reactie? Schadow Sneak om het te ontwijken en een Will-O-Wisp om het makkelijker voor ons te maken.” Vervolgens kwam de voorspelling van Kenneth tot op zekere hoogte uit. “Supersonic!Thunder Wave!Electro Ball!”  Riep de kapitein. En eigenlijk voor hij überhaupt het woord ‘Supersonic’ had uitgesproken had Kenneth al rustig zijn Shuppet gezegd dat ze Shadow Sneak moest doen. De Supersonic was bijna bij Ricoletti aangekomen, maar zij kon nog op tijd haar Shadow Sneak uitvoeren. Die aanval had dus duidelijk gemist. Ook de Thunderwave miste hierdoor helemaal zijn doel. Wat Kenneth echter niet had voorspeld was dat er een derde aanval zou worden geroepen door de kapitein. Ricoletti wilde omhoog komen en Chinchou een klap geven, maar werd geblokkeerd door de Electro Ball. Als het ware blokkeerde beide aanvallen elkaar. Kenneth had dit misschien niet verwacht, maar hij wist wel hoe hij er op moest reageren. “Will-O-Wisp” De Shuppet was nu erg kortbij en ook deze keer kon ze het vuurtje de tegenstander laten raken. De Chinchou had nu een verbrande plek op haar rug [BRN]. Het leek er op alsof de kapitein een helder moment had en Nadia beval om Bubble Beam te doen. Dat deed ze en het raakte Ricoletti vol in haar gezicht. Kenneth reageerde hier op met een Night Shade. Ook deze raakte. Het leek alsof de kapitein ineens alle goede keuzes aan het maken was en beval zijn Chinchou om Confuse Ray te doen. Ricoletti werd geraakt en raakte helemaal door de war. “Ok, tijd om te switchen.” Kenneth pakte snel zijn Pokéball en haalde Ricoletti terug. De kapitein begon te lachen en zijn bemanning, die eerst nog doodstil was, begon te juichen. Iedereen wist dat de Shuppet niet verslagen was. Maar alleen al het feit dat ze dachten dat Kenneth bang geworden was, was al genoeg voor het om blij van te worden. Wat ze dan natuurlijk weer niet merkte was dat Nadia dan al wel weer een paar keer schade ondervond door haar verbrande plek. Je kon ook aan haar zien dat ze ondertussen al flink moe was geworden.

Land Ho! 374 Ek vs Nadia Land Ho! Chinchou

Het lijkt erop dat moe is. Ik schat dat twee keer Take Down haar zal uitschakelen. Hopelijk is dit genoeg voor Ek om te evoluëren.” Hij gooide Ek’s Pokéball op en liet hem verschijnen. Ek was niet echt het soort Pokémon dat ineens helemaal verbaasd was door zijn omgeving. Hij wist dat hij altijd een uitleg van zijn trainer kon verwachten. “Ek, we zijn een gevecht aan het houden. Je mag Take Downdoen.” Bij het horen van deze woorden riep de kapitein tegen Nadia dat ze dat moest ontwijken. Dit lukte dan ook prima. Beldum miste en kreeg een Electro Ball naar zijn hoofd. Maar hij was niet zo onder de indruk en volgde Kenneth’s bevelen op voor een volgende Take Down. Hij was nu veel korter bij de Chinchou, dus deze raakte wel. En wederom begon Chinchou weer moeilijk te kijken toen ze weer een pijnscheut kreeg door haar verbrande plek. De rest van het gevecht was eigenlijk een mengeling van aanvallen uitvoeren en ontwijken. Totdat het de Beldum eindelijk lukte om zijn Take Down weer te laten raken. Dit was ook meteen de laatste keer. De Chinchou viel om. Waarschijnlijk door de lange tijd van verbranding.

Ek kreeg ineens een gloed over zich heen. De kapitein en zijn bemanning leefden al wat langer en wisten dus wat er aan de hand was. Kenneth moest er even over nadenken, maar kwam ook al gauw tot te conclusie dat het alleen maar zo kon zijn dat hij aan het evolueren was. De gloed kreeg een nieuw silhouette en verdween. Een Metang kwam tevoorschijn. Kenneth was hier tevreden over. Hij was niet echt een emotioneel persoon, dus hij pakte koeltjes zijn Pokéball en liet Ek terugkeren. “Zijn we klaar of heb je nog wat?” Vroeg Kenneth aan de Kapitein die reageerde met: “Nee, helemaal klaar.” Hij maakte snel weer duidelijk aan zijn bemanning dat ze weer verder moesten gaan werken en liep naar Kenneth toe. En met zijn gewoonlijk strakke gezicht zei hij kalm: “Ik ben een man van mijn woord. Je mag op de boot blijven totdat we in Slaterport aankomen. Daarna moet je meteen van de boot af gaan. Ik weet niet precies waarom zo’n jonge jongen zich op mijn boot verstopt, maar goed is het niet. Het zijn niet mijn zaken, dus ik zal er niets over vragen. Dat betekend echter wel dat je het als we aankomen alleen moet afhandelen. Wij zullen er niet meer zijn om je op te vangen. Nou, doe rustig, wees nieman tot last en houdt vooral niemand van zijn werk af. Begrepen?” Kenneth knikte en liep naar de neus van de boot. Hij was nog een beetje verrast. De kapitein had net meer gesproken tegen hem dan dat hij waarschijnlijk in een heel jaar vol zou praten. “Slaterport dus hè.” Dacht hij. “Dat betekend Hoenn. Wat weet ik nog meer? Regenseizoen.” Dat was wel een beetje onpraktisch moest hij toegeven. Maar hij moest er maar het beste van maken. Als hij gewoon zijn hoofd erbij zou houden zou alles goed komen en kon hij een trainer worden. Het maakte ook eigenlijk niet zo veel uit in welke regio hij zou reizen. Als hij een Pokémon zou kunnen regelen waarop hij kan vliegen zou hij overal kunnen komen. Maar hij had wel al besloten om  als eerste alle badges in Hoenn proberen te krijgen. Hij was niet zo van het ‘toeval’, maar dat hij in Slaterport zou aankomen na al dit gebeuren vond hij toch eigenlijk wel een mooi teken om als eerste aan de Hoenn League mee te doen.

Toen hij aan kwam bij de neus van de boot kon hij al goed zien dat er land in zicht was. Het zou niet lang meer duren. De hevige regen kon hij van deze afstand ook al zien. “Ik ben benieuwd. Ik ben benieuwd naar de Pokémon, de gyms en vooral ook naar hoe het leven van een echte trainer zou zijn. Ik weet zeker dat ik goed genoeg ben om een sterke trainer te zijn. Ik denk ook dat het heel leuk gaat zijn. Het zou wel weer eens fijn zijn om iets leuk te vinden.” Na een hele tijd van nadenken en dagdromen kwam de boot aan in de haven van Slaterport. De boot werd aangelegd en de bemanning begon al snel de boot weer in te laden met als gevolgd dat Kenneth zeer veel moeite moest doen om van de boot af te komen. Hij moest tussen en langs een hoop brede mannen en zware kisten lopen om aan de kade te komen, maar uiteindelijk lukte het. Wat hij niet wist was dat de kapitein al een hele tijd uit het raam aan het staren was naar Kenneth met een melancholische blik. Hij vond het eigenlijk wel jammer dat hij weg ging. Hij zag namelijk veel van zichzelf terug in Kenneth. Achja, zo gaat het in het leven. En hij ging weer door met zijn werk.

De haven van Slaterport was in zijn ogen eigenlijk niet zo verschillend van die van Canalave City. Boten, water en een zoute geur. Ondertussen was hij eigenlijk wel benieuwd geworden naar zijn metang. Hij haalde zijn Metang, Ek, uit zijn Pokéball en pakte zijn Pokédex. De Pokédex zei: “Metang is a robotic Pokémon with teal, metallic skin. It has a disc-shaped body with a pair of flat, gray spikes on either side toward the rear. A jet cannot scratch Metang due to its strong body. There is a gray spike in the middle of its face, similar to a nose. A pair of red eyes reside in two holes in its metallic skin. While it appears to lack legs, it has a pair of thick arms with three claws on the ends. The arms are considerably thicker below the elbow and have a flat, blunt protrusion extending over the joint. It is able to rotate its arms backwards in order to travel at speeds over 60 miles per hour, and its claws are able to rip through steel.” “Interessant.” Dacht Kenneth. “Dat soort dingen kunnen erg goed van pas komen.” Hij liep samen met Ek verder de kade af en kwam aan in Slaterport City zelf. Hij zag een stukje verderop een grote markt. Daar zou hij een andere keer wel eens gaan kijken. Hij wilde eigenlijk liever eerst naar het Pokémon Centre. Hij moest zijn Pokémon even laten helen.

Op de weg naar het Pokemon Centre liep er iemand hard tegen hem aan en Kenneth slaakte een kreet van ongenoegen: “Hè! Wat denk jij wel?” Een vrouw met grijs haar en een lange paardestaart draaide zich om. Zij was ook de gene die tegen hem aan was gebotst. “Ken jij de regels niet?” Zei ze arrogant. “Zo’n sukkeltje als jij met een Metang moet schuiven voor een veel meer ervaren en belangrijkere trainer zoals ik!” Kenneth bleef even heel apathisch staan en zei toen: “Ik vroeg je te vertellen wat je WEL denkt, niet wat over je belachelijke wereldbeeld.” Ze was niet zo’n denker en reageerde dus vrijwel direct met: “Wie denk je wel dat je bent? Weet je niet tegen wie je het hebt?!” Wederom bleef Kenneth apathisch staan en kwam met de geniale opmerking: “Het boeit me niet.” En hij liep gewoon door naar het Pokémon Centre. Het meisje was helemaal verontwaardigd en rende achter hem aan. “Hé! Niemand loopt zomaar weg bij Liona von Daffen! Heb wat meer respect voor me.” Het leek erop alsof Kenneth vandaag alleen maar geniale opmerkingen had en zei: “Kan ik begrijpen als je zo achter iedereen aan gaat rennen.” Dit was schijnbaar genoeg voor Liona om te stoppen met achter hem aan te lopen. Ze keek eventjes nog meer verontwaardigd dan dat ze al eerst deed en sloeg daarna rood aan. Rood van woede en liep vervolgens stampvoetend weg. Dit zal hem berouwen. Ze was nog niet klaar met hem.

Ondertussen was Kenneth eigenlijk gewoon blij dat ze weg was. Hij vond dit maar een onaangename eerste ontmoeting op het vaste land in Hoenn. Ohja, hij was in Hoenn. Echt gewoon best ver van huis. En alleen. Nu moest hij dus voor de volle honderd procent zelfstandig zijn. Zonder huis en geld. Hij moest ofwel geld gaan verdienen, ofwel nieuwe mensen leren kennen. Maar hoe deed je dat ook alweer? Hij had al een paar jaar niet meer echt vrienden gehad. Nou, blijkbaar komt er nog een extra avontuur bij. De Queeste van het vrienden zoeken.

[OPEN]

~4080 woorden
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Land Ho!
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Catch the Land Shark
» [Quest] Crossing the Land
» In the land of the blind.. [Patrol]
» Stranger in a Strange Land [Closed]

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Hoenn :: Slateport City-
Ga naar: