AS I CAN BE
Normaal gesproken als iemand terugkeerde naar huis kreeg je meestal een warm welkom maar Kai die inmiddels in de Ranger Academy was aangekomen na zijn avontuur in Hoenn, moest zich opeens zomaar melden op kantoor. De dertienjarige knul kreeg eerst het gevoel dat hij een flinke preek ging krijgen van de leidinggevende omdat hij niet gemeld had dat hij naar Hoenn was vertrokken. Kurama die hij in zijn armen vasthield wist ook niet precies wat er aan de hand was en dat hij plots moest ´komen´ maar beide wachtte geduldig af. Kai bereikte het kantoortje waar hij zijn hand aarzelend op legde en deze naar beneden duwde. Achterdochtig keek hij door het kleine spleetje van de deur toen hij zag dat de vrouw gewoon op haar stoel zat, afwachtend tot hij binnen zou komen. “Kom maar binnen hoor,” sprak de vrouw met een nonchalante gezichtsuitdrukking op haar gezicht voor ze op een stoel wees waar hij kon zitten. De jongen deed wat er gevraagd werd en liep naar de stoel toe om plaats te nemen op de stoel. Even bleef het stil tussen beide voor de vrouw opstond en tegelijk iets uit haar la pakte. “W-waarom wilde je me eigenlijk op kantoor hebben?” vroeg hij toen aarzelend aan de vrouw die over haar kin wreef. “Wel, ik heb net een bericht van de Ranger basis in Hoenn ontvangen.. ” sprak ze waarop Kai even slikte en Kurama benauwd aankeek. “Ja maar, ik kan het uit-” stotterde Kai in een poging zichzelf vrij te pleiten maar de vrouw begon te grinniken. Verbijsterd door de plotselinge verandering van sfeer legde ze een doosje met een gloednieuwe styler op het bureaublad. “..ehh?” bracht hij enkel uit. De vrouw glimlachte voor ze achter het bureau vandaan kwam en hem vervolgens een soort diploma aanreikte. Kai keek er even aandachtig naar voor hij opmerkte dat het embleem van de academy erboven stond en deze toen aanpakte. “.. ik heb nog nooit in mijn carrière een leerling meegemaakt die al op zo’n jonge leeftijd zoveel passie heeft voor zijn werk als Ranger,” sprak de vrouw waarna ze een hand op zijn schouder waarop de jongen even een blik uitwisselde met Kurama. “En ik vind het meer dan terecht dat ik je hierbij kan mededelen dat je bent geslaagd van je opleiding, knul.”
Kai liep na dit nieuwtje met Kurama door de gangen van de school heen met een brede glimlach rond zijn lippen en keek trots naar de gloednieuwe styler die hij vasthield. “Ik kan het niet geloven!” grijnsde hij naar zijn Zorua die ook een brede glimlach op haar gezicht had staan. Dit betekende echter niet al meteen dat hij er was aangezien hij nog heel wat te leren heeft en hij was het er ook wel mee eens dat hij lang nog niet klaar was voor het echte werk. Het maakte niet uit hoewel hij er erg naar uitkeek om zijn Starly en Totodile op te halen bij het lab. Na een telefoontje te hebben gepleegd met de Professor om zijn Pokémon naar hem toe te sturen werd het tijd om Hinata en Inari voor te stellen aan Kurama. Masashi sensei had de twee Pokémon ooit bij de Professor achtergelaten, een vaag verhaal, vond hij zelf ook maar nu ging dit veranderen voor de twee Pokémon. Kai was ontzettend benieuwd naar de twee Pokémon aangezien hij tot nu toe alleen zijn Zorua bij zich mocht hebben. De jongen was ergens op de haven van Coumarine City gaan zitten met Kurama nieuwsgierig naast hem op het bankje dit was voor Kai dan ook het moment om de twee Pokéballen op te gooien. Zodat er twee Pokémon voor zijn voeten verschenen die verrast opkeken.
”Zijn dat vrienden van je?” vroeg Kurama opeens onverwachts waardoor de Starly lichtelijk opschrok en opvloog waar ze in de nek van de jongen ging zitten. “Nou ja, je kan wel zeggen dat ze oude vrienden zijn ja,” grijnsde Kai naar de Zorua en ging met zijn hand over het lijfje van de Starly die een vrolijk geluidje maakte. “Toootooodiiiiile!” riep Inari enthousiast en sprong energiek heen en weer op zijn plek. Kai grinnikte even om de Totodile totdat Kurama haar aandacht op iets anders richtte, een jongen rond de leeftijd van Kai stampte woedend op de grond. Een Staryu stond naast hem terwijl hij het geld telde op zijn handpalm en aangezien Kai hier de Ranger was keek de Zorua hem veel betekenend aan.
De blonde jongen trok even een gezicht maar het uniform van Kai trok de ander zijn aandacht al waardoor de andere knul naar hem toeliep. “Hey, jij bent toch een Ranger?” vroeg hij en Kai knikte op de vraag van de jongen. De manier al waarop hij sprak stond de blonde jongen niet helemaal aan gezien hij zich als een verwend nest gedroeg. En als Kai ergens een hekel aan had waren het rijkelui kinderen die dachten dat ze heel wat waren met hun spulletjes. “Ik ben Damian en ik wil graag mijn Staryu evolueren,” legde Damian uit waarop Kai fronsend naar de Pokémon keek die stilletjes naast hem stond als hij zich niet vergiste gebeurde dit met zo’n speciale steen. Een Watersteen! “Dan koop je er toch een in de winkel?” vroeg Kai toen wat hem toch wel het meest logisch leek maar de jongen liet zijn portemonnee zien. Er zaten wat muntstukken in maar dat was overduidelijk niet genoeg voor zo’n steen.
”Kai, zijn er in Azure Bay geen stenen te vinden?” vroeg Kurama ineens onverwacht waardoor de jongen twijfelend opkeek. “Vast wel maar ik denk niet dat die makkelijk te vinden zijn,” reageerde hij. De Zorua knikte begrijpend waarna ze naar de Totodile en Starly keek waarschijnlijk begreep Kai al meteen waar zijn partner op doelde. “Goed,” gaf Kai kortaf als antwoord. Zogezegd zogedaan.
De jongen ging direct met zijn Pokémon richting het kleine eilandje dat hier ergens in de buurt moest liggen met een bootje was hij daar zo. Azure Bay was dan ook niet te missen met de glinsterende golven door het zonlicht zodra de boot dichterbij kwam. Eenmaal aan land keek Kai even om zich heen en wenkte Kurama met zich mee die zoals altijd gehoorzaam volgde. Nu was Hinata ook wel erg loyaal en bleef de Starly dicht bij hem in de buurt. Kai keek even bedenkelijk naar de twee Pokémon voor hij een beslissing maakte en Hinata terug liet keren in haar Pokéball. Inari was misschien wel nodig zometeen dus dan was het slim om de Totodile bij zich te houden.
”Heb je een plan?” vroeg Kurama waarop Kai met zijn hoofd schudde. “Nee,” gaf als antwoord. Zoals altijd ging hij wel weer improviseren dus dat zou wel goed komen. Aangezien hier veel Corsola leefde vanwege het schone water en de koraalriffen hier moest dat geen probleem worden. Inderdaad was er even verderop een Corsola te vinden op een rots die lag te zonnen waarop Kai zijn gloednieuwe capture styler erbij pakte. Kai had weleens ergens gelezen dat deze Pokémon stenen en mineralen op konden sporen en ja liet hem dan nu het toeval hebben dat hij er een nodig had. “Wel eigenlijk heb ik wel een plan,” grijnsde hij waarna de jongen naar de roze Pokémon toe liep. De Capture Disc schoot uit het apparaat en maakte een paar cirkels om de Pokémon heen die niet eens door scheen te hebben dat het gevangen werd. Een klein piepje gaf aan dat de capture geslaagd was waardoor Kai het apparaat in zijn zak stopte. De Corsola kwam overeind waarna hij vragend naar de jongen keek die zich even achter zijn hoofd krabde. “Jij kent dit eiland wel op je duimpje, toch?” vroeg Kai aan de Corsola die opkeek en knikte met zijn kopje. “Dan kan je vast wel een Watersteen voor me opsporen ofniet soms?” voegde hij er aan toe. Wederom werd er geknikt door de Pokémon waarop Kai opgelucht adem haalde en de Corsola voor liet gaan. Kai had geen idee wat hij hiervan kon verwachten maar de jongen wachtte maar gewoon af. Kurama en Inari volgde zwijgend de jongen.
Het leek inmiddels wel 2 uur te duren na een aantal pogingen van de Corsola die enkel andere stenen vond dan de Watersteen die Kai bedoelde. Totdat de roze koraal Pokémon ineens enthousiast op en neer begon te springen terwijl hij opgetogen naar een rots wees. Kai keek vragend naar de Pokémon die naar de rots leek te wijzen, en vervolgens naast de Pokémon neerknielde. “Zit daar iets achter?” vroeg de jongen aan het wezen die knikte. Goed als het dit keer geen watersteen was was hij noodgedwongen om er een van zijn eigen geld te kopen. Mocht het hier niet achter liggen. Alleen restte er nu nog een groter probleem voor hij naar Inari keek. De Totodile wist wat hij bedoelde en kwam dus naar hem toegelopen voor Kai zich naar de krokodil draaide. “Kan jij die rots daar doormidden hakken?” vroeg Kai aan Inari die even opkeek en knikte. De Totodile kwam in beweging waar hij net zijn klauwen tegen aanknalde maar de rots gaf niet en Inari sloeg voor niks tegen de rots aan, hierdoor verwondde hij zijn poot. Kai wilde net zeggen tegen de Krokodil dat hij het niet nog een keer hoefde te proberen maar desondanks besloot de Totodile het niet op te geven voor hij ineens vanuit het niet begon te gloeien. Hij werd groter, kreeg een breder postuur en zijn kleine klauwen werden ineens een stuk groter en zagen er een stuk sterker uit. De kaken van Inari werden ronder en er leek een soort hanenkam op zijn ruwe kop te zitten. Als verstijfd keek Kai toe hoe de gegroeide Totodile zijn kaken opensperde en zonder enige moeite de rots doormidden brak met zijn staart sloeg hij de restanten van de rotsblokken weg. Kai keek even naar Kurama die het ook niet helemaal leek te beseffen wat er zojuist gebeurde maar de Zorua zei dan ook niet zo heel veel vandaag. De Croconaw grijnsde eventjes naar de jongen voor deze zijn armen om het wezen heen sloeg. Hij had Inari nog niet echt gesproken of gezien maar de jongen was wel erg gesteld geweest op de kleine Totodile. Corsola kwam echter in beweging voor hij opmerkte dat er een steen lag in het hoekje aan de rotswand. Kai liep er naartoe en raapte deze van de grond af terwijl hij het in het zonlicht hield. De steen was donkerblauw en had een patroon van wat leek op waterdruppels in het midden. Kai keek naar de Corsola die afwachtend naar hem keek en de jongen knikte. “Bedankt voor je hulp, Corsola. Ga maar terug naar je vrienden,” sprak Kai tegen de roze Pokémon. De Corsola knikte waarna hij zich omdraaide en de zee in verdween.
Kai keek tevreden naar zijn Croconaw en Zorua voor hij de twee mee wenkte om mee te komen naar de boot om terug te keren naar Coumarine City, waar de jongen op hem aan het wachten was. “Ah, je bent er weer heb je gevonden wat je zocht?” vroeg de kapitein waar Kai bevestigend op knikte. De jongen liet de steen zien waarna de man uitbundig begon te lachen, waarschijnlijk omdat het voor Kai niet lang had geduurd maar dat viel nog tegen. Of omdat hij eerst sceptisch was over deze zoektocht. “Het was niet makkelijk, nee,” gaf Kai aan de man toe die vervolgens de watersteen terug overhandigde aan hem, waar de jongen het terug stopte in zijn zak. Een misthoorn klonk waarna het bootje van het eilandje vaarde terug naar de haven van Coumarine City. Kai was tijdens de bootreis nogal stil om het feit dat hij nog niet helemaal kon geloven dat hij ook daadwerkelijk was geslaagd van de Academy. Zou Masashi-sensei trots op hem zijn? Misschien moest hij de man laten weten dat hij weer terug was in Kalos, aangezien hij nog niet zeker wist of hij hier wel zou blijven. Er werd namelijk gezegd dat je zou worden ingedeeld bij een dichtstbijzijnde basis zodra je geslaagd was maar er was hem ook ten horen gekomen dat er in Hoenn te weinig mensen waren. Dus er was een kans dat hij naar Hoenn zou worden gestuurd. Okay, ergens wel fijn dat hij zijn vader en stiefmoeder niet meer zou zien dan maar dan kon hij ook niet meer naar het graf van zijn moeder. Toen hij merkte dat het bootje stopte met varen stapte hij met een minder vrolijke uitdrukking aan land terwijl hij met gebogen naar het Pokémon Center liep. Hij had daar afgesproken met de jongen die de steen wilde hebben. Kai spotte de jongen met zijn Pokémon aan een tafeltje met zijn Staryu waarna hij de jongen zonder iets te zeggen de Watersteen gaf. De blonde jongen grijnsde eventjes voor hij een blik uitwisselde met zijn Pokémon. Damian bedankte hem voor Kai even naar zijn Zorua keek, was dit een geslaagde missie?