Thom en zijn broer waren altijd close geweest. Kleine Thommy keek vol bewondering op naar grote Oliver, die stoer, sociaal, getalenteerd en aantrekkelijk was. Je zou denken dat zo'n broer niet om zou kijken naar zijn ietwat sullige broertje, maar dat was helemaal niet het geval in huize Thurner. Oliver was dol op zijn kleine broertje en bracht graag veel tijd door met de vijf jaar jongere Thommy en de twee waren dan ook vaak samen ergens te vinden. Door Olivers avontuurlijke karakter, haalden de twee vaak kattenkwaad uit en hoewel ze de inwoners van Lavender Town veel zorgen bezorgden, keek iedereen toch wel met een lieflijke glimlach toe hoe het tweetal door de straten drentelden.
"Pssst, Thommy!"
De kleine jongen keek weg van de Skitty met wie hij aan het spelen was. Oliver had zijn hoofd de gang in gestoken en keek met een opgewonden blik naar zijn kleinere broertje.
"Oliver? Wat is er?" vroeg Thommy fronsend.
"Ik heb iets vet gaafs gezien, kom mee!" antwoordde Oliver, die bijna aan het trillen was van enthousiasme.
"Wat dan?" kaatste Thommy op terwijl hij op stond en naar zijn oudere broer drentelde.
"Ik zal het uitleggen terwijl we erheen gaan, kom snel!"
Oliver bracht Thommy naar een nabijgelegen bos. Daar, ver weg van het pad en goed verborgen tussen de laaghangende takken, bevond zich een Dusclops. De Pokémon leek vast te zitten en was gewond, maar zodra hij Thommy en Oliver in zijn vizier kreeg, haalde hij direct uit. Met behulp van Oliver's Umbreon had de zeventienjarige een kort gevecht met de Dusclops, wat hij met gemak won.
Thommy had zich al die tijd achter een bosje verstopt, maar toen zijn broer hem vertelde dat de kust nu veilig was, kwam ook hij te voorschijn om de Dusclops te zien. Nog nooit eerder hadden ze deze Pokémon aanschouwd behalve in de boeken en op TV. Een van de meest aanwezige gedachten bij beide was "Ik kan niet wachten dit op school te vertellen...", ze maakten zich helemaal geen zorgen over wat er kon gebeuren hier in dit bos.
"Hij is echt groot, Oliver," bracht Thommy verwonderd uit. Zijn broer knikte enthousiast.
"Ik wou dat ik Pokéballen bij me had, dan had ik hem gevangen!" antwoordde Oliver, die een stapje dichterbij deed. Eigenlijk vond Thommy het niet leuk dat Oliver zo dichtbij de wilde Pokémon kwam, maar hij kon zien dat de Pokémon geen energie meer had om nog aan te vallen.
"Wow, dat zou cool zijn geweest! Dan had je eindelijk Jimmy kunnen verslaan!" Een opgewonden glimlach verscheen om Thommy's bleke lippen terwijl ook hij een stapje dichterbij deed.
"Wow, ik kan hem ook wel verslaan zonder..." Het eind van de zin kwam niet. Enkele seconden gingen in stilte voorbij voordat Thommy het door had. Vragend keek hij naar zijn broer, zijn mond al open om te vragen zonder wat Oliver Jimmy kon verslaan, maar de blik op Olivers gezicht snoerde hem de mond.
"Wat is er?" vroeg Thommy voorzichtig terwijl kippenvel over zijn armen begon te verschijnen en hij rilde.
"Ik denk... Ik zie iets... Deze Pokémon..."
Wat Oliver ontdekt had, was dat de Dusclops hol was. Er zat niks onder de verband-achtige huid, enkel een doodse leegte. Toen Oliver het verband weg probeerde te halen om in de Pokémon te kunnen kijken, werd hij binnen enkele seconden het gat in de huid ingezogen. Enkele seconden en toen was het voorbij. Niks slow motion, niks dramatisch, pats poef weg. Thommy, die van zijn positie niet mee had kunnen kijken, kon enkel geschokt staren naar waar Oliver ooit gestaan had. Angstig en trillend, met met tranen bedekte wangen, riep Thommy uit naar zijn geliefde broer, maar hij kreeg geen antwoord.
Oliver was weg.
"Its body is hollow. It is said that those who look into its body are sucked into the void."
Geen van de broers kwam die avond thuis. Twee dagen waren ze vermist, totdat Thommy, Oliver's Umbreon en het lijk van de Dusclops diep in het bos teruggevonden werden. Van Oliver was geen spoor te bekennen. De traumatiserende gebeurtenissen in het bos hadden ervoor gezorgd dat Thommy compleet veranderd was. Hij was stiller en geslotener, maar de grootste verandering was: Hij wilde niks meer met Pokémon te maken hebben. Voor Ghost Types had hij zelfs een fobie ontwikkeld. Zelfs met de beste hulp die er in Lavender Town en de omliggende steden te vinden was, was het erg moeilijk voor Thommy om over zijn fobie heen te komen en zijn trauma te verwerken. Hoewel de psycholoog hem zeker hielp, kwam hij er nooit echt vanaf en werd hij nooit meer de oude.
Nadat Thom op zeventienjarige leeftijd school had afgemaakt, meldde hij zich aan bij het leger, waar hij aan een zware, lange training begon. Twee jaar ging voorbij, waarin Thom hard trainde en hij zijn jeugd achter zich probeerde te laten, hoewel hij eigenlijk alles begroef en het er allemaal bepaald niet beter op werd. Niet lang na zijn 19e verjaardag, kreeg hij het bericht dat een goede vriendin overleden was. Om haar begrafenis bij te wonen, had Thommy een pauze van zijn opleiding genomen om naar Kalos af te reizen.
Na enkele weken in Kalos verbleven te hebben en eigenlijk weer naar huis te willen, werd Thommy op een dag door wist-hij-veel-wie verward met een zeer bekende en populaire coördinator uit Kanto, een man genaamd Jay Parr. Het werd hem vervolgens erg lastig gemaakt ertussenuit te knijpen, waardoor hij het leven van Parr wel over móést nemen. Enkele dagen later kwam de echte Jay Parr langs, maar toen hij zag wat er gebeurd was, vond hij het zo komisch dat hij Thommy lekker zijn leventje liet leiden. Hij gaf hem zelfs zijn Pokémon, een jonge Petitil en hielp Thommy zijn levensact als Coördinator te perfectioneren. Jay Parr zelf ging lekker genieten van zijn verlengde vakantie, zorgeloos en zonder paparazzi om elke hoek.