Member Averill StanwickPunten : 302
Gender : Male ♂
Age : 21 Jaar
Type : Ranger
Rang : Grand Ranger
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Steppin' Further[+Open] vr aug 21, 2015 10:56 pm | |
| Het was een lange, vermoeiende dag geweest, gezien hij eindelijk zijn diploma gekregen had en als een Graduate Ranger nou door het leven zou gaan dan een simpele student. Dit bracht mee dat hij een betere Capture Styler kreeg en eindelijk weer al zijn Pokémon mocht gebruiken, waaronder de shiny Magikarp viel welk hij een tijdlang niet meer uit zijn Pokéball gelaten had. Dat was niet de enige nieuwkomer, want de ander was een jonge Rhyhorn wiens woedeaanvallen geprikkeld werden door de kleinste dingen, zoals een plotselinge beweging in zijn ooghoek. Deze had hij gekregen van een menselijke soortgenoot die hem niet meer wilde en maar aan hem overhandigde, terwijl de Rhyhorn hem vanaf het begin amper mocht. Telkens neigde hij zijn hoorn door zijn buik heen te boren indien hij enkel diep in- of uitademde binnen een straal van een meter of vijf. Het had enkele weken in beslag genomen om Rhino – de naam die hij aan de Rhyhorn geschonken had- hem meer te laten vertrouwen als partner en dus vooral als een vriend, op wie je kon rekenen. De twee Pokémon besloot hij dus standaard met hem mee te laten reizen door de nog onbekende regio, en hoewel hij nog niet zich niet thuis voelde met de plaatsnamen, kende hij zeker een handjevol van de Pokémon. Zijn soortgenoten –jong én oud- waren er zeer vrijgevig in om hem over ze te informeren, maar ook de Pokémon zelf en van wat hij uit zijn observaties kon achter halen bij zijn vele jachten. Ze weken zoals verwacht sterk af van de Pokémon in Hoenn, buiten hier en daar een soort.
Maar goed, nadat hij de diploma had was hij weer op jacht gegaan met zijn drie kameraden en had hij de geur van een groep Bunnelby’s geroken. Met een grijns op zijn gezicht duwde hij zijn lichaam tegen de grond aan met Rhino vlak naast hem in het hoge gras, terwijl Agami haar zelf schuilhield tussen de bomen en Elapi vanuit het stroompje de wacht hield. In die paar weken had ieder Pokémon ook een specifieke rol gekregen in de jacht, dus hij zelf was natuurlijk de coördinator, Rhino zorgde voor het angst in boezemen bij hun prooi en vooral wanneer het een groep betreft, Elapi hield in de tussentijd de omgeving in de gaten en de prooi’s lichaamstaal, en Agami deelde de klappen daadwerkelijk uit vanuit het luchtruim. Tot deze dag werkte het prima en scheen ieder individu in zijn rol te stralen, en ook vandaag. De Bunnelby’s verderop spitsten hun oren en keken alert om hun heen, waarna enkele individuen zich weer te goed deden aan het malse gras, duidelijk ontspannen. Zijn blik gleed direct naar Rhino, die kort terugkeek met zijn kille ogen en vervolgens met een enorme brul overeind kwam en wild met zijn kop schudde. Het zorgde direct voor chaos in de groep konijnen die als een gek door het grasveld heen sprintte om aan Rhino te kunnen ontsnappen die dreigend op ze af rende. ‘Bun! Bun!’ Ze keken hun ogen daadwerkelijk uit en trilden flink, terwijl ze bijna de veiligheid van de heuvel vol konijnenholen bereikt hadden. Het was tijd voor de tweede fase en de shiny Magikarp haalde uit met zijn staart, vanuit het beekje welk vlak bij de heuvel zat en de waterspetters wisten de konijnen enigszins te verassen, waardoor ze zeker een tel vertraagd werden. Zonder oponthoud verscheen Agami in het zicht, wierp de bladeren van haar lijf af en haalde flink uit met haar staart richting de groep Pokémon. De parels van haar staart gaven nog licht af, voordat er een wervelwind werd afgeschoten op de groep Pokémon en deze erin werden opgezogen. Averill hees zichzelf weer overeind, en liep op de krachtige tornado af met zijn hand er naar toe gestoken. Met één flinke uithaal wist hij een Bunnelby eruit te vissen om vervolgens diens kop met één handbeweging te draaien en deze daarmee te doden. Dat werd duidelijk zijn ontbijt en ook Rhino kwam spoedig aangelopen en doorboorde met gemak zijn kop door de tornado heen en klapte bij de lichtste aanraking met een Bunnelby zijn kaken op elkaar en doorboorde daarmee diens buik. Het bloed sijpelde langs zijn stenen kaken en hij stapte naar achteren om vervolgens deze ter plekke op te vreten, terwijl Agami toen pas haar hapje kon vastgrijpen met haar geschubde kaken en de tornado direct verdween. Met een klap kwamen drie konijnen uitgeteld in het zachte gras neer, maar ze waren de lichtste geweest en hadden dus amper vlees. Terwijl hij de twee Pokémon liet genieten van hun hapje, stapte hij met een zachte glimlach naar Elapi. Deze keek nieuwsgierig en afwachtend naar hem op, terwijl zijn eigen konijn nog bij zijn hand bungelde. In tegenstelling tot de rest at Elapi amper een volledige konijn, maar hij scheen wel zich goed te doen aan kleinere stukken en vooral uit hun gespierde oren. Geconcentreerde trok hij dus een stuk los van het oor, liet het in zijn handpalm rustte en hield het vlak voor Elapi’s gezicht welk vrolijk naar hem keek. ‘Magi-Magikarp!’ Enthousiast bewoog hij zijn vinnen heen- en weer, voordat hij zijn lippen bij zijn palm bracht en het stukje vlees opslurpte. Hij kon ruim vijf stukjes van op, dus het veraste hem toen hij bij het geven van de tweede stuk de Magikarp het zag weigeren door hem strak aan te kijken.
De geur van de andere twee Pokémon roken ook sterker en plotseling zaten ze elk vlak naast hem…. Met een glimlach? Averill begreep niet waar dit vandaan kwam, totdat hij hun ongemakkelijkheid opmerkte en zijn vraag binnen een tel beantwoord werd. Evolutie. Hun lichamen begonnen allemaal licht af te geven en automatisch hield hij zijn ogen stijf dicht zonder de kans te lopen om verblind te raken. Hij kon het niet geloven dat ze nú juist zouden evolueren en gek genoeg had hij niet verwacht, ze vertoonden pas een tel geleden een teken ervan. Hadden ze het zo goed voor hem verborgen kunnen houden? Inmiddels vormden hun lichamen een veel grotere en indrukwekkender vorm, zoals Elapi eindelijk het massieve belichaming van een Gyarados kreeg met bloedrode schubben. Rhino kreeg echter een sterker bepantserd lichaam met een grotere hoorn bij zijn snuit en was eindelijk in staat om op zijn twee achterpoten te staan. En dan Agami welk eindelijk ledematen verkregen had en een paar kleine vleugels die in staat waren haar nieuwe, forse lichaam te dragen. Het licht dempte en hij opende zijn ogen en snoof allereerst hun nieuwe geuren in die tegelijk nog zo vertrouwd waren. De drie Pokémon keken hem allemaal licht beschaamd aan, maar trots was toch in hun ogen te zien. “Jongens, jullie zijn geweldig!” Met een brede glimlach liet hij de konijn los, sloeg zijn armen over Agami’s en Rhino’s kop, terwijl hij zijn hoofd tegen die van Elapi liet rusten. De trotse gevoel dat door hem heen jaagde was onbeschrijfelijk, hij was zo gelukkig voor ze!
|
|