AS I CAN BE
“HOEZO IK BEN EEN JUNIOR!?” Kai keek met een woedende blik naar de twee volwassene die achter een bureau stonden waarbij zijn mentor hem scherp aankeek. Er was al een tijdje besloten dat hij in rang had mogen stijgen maar het schoolbestuur had hem zonet gewaarschuwd dat hij langs moest komen. Het kon hem niet schelen dat het de directeur was waar hij tegen schreeuwde hij zou vechten voor zijn rechten. “Het spijt me maar je bent te jong.. en we hebben besloten dat het niet verstandig is je alleen op missies te laten gaan,” sprak zijn mentor met een serieuze blik in zijn ogen. Kai richtte furieus zijn blauwe ogen op de twee mannen die hem aankeken in afwachting van wat hij zou gaan doen. “..Waarom krijg ik dit nu pas te horen? Ik heb toch al bewezen dat ik het werk alleen kan?” vroeg hij toen fel en keek even naar Kurama die niet goed wist wat ze met de boosheid van de jongen aan moest. Ook niet gek als je al een tijdje geleden te horen had gekregen dat je bij de Graduates hoorde en niet precies kreeg te horen waarom. Enkel dat hij te jong was wat hij weer een slecht excuus vond. “..daar gaat het niet om het is meer voor je veiligheid dat er iemand met je mee gaat op missies die te gevaarlijk zijn voor jonge kinderen,” sprak de man vervolgens door zijn handen in zijn zij te zetten. Kai gromde terwijl hij zich abrupt omdraaide en vervolgens vluchtig het kantoortje verliet met de deur achter zich dicht slaand. Niks kon hem op het schelen dat hij de deur had gegooid in het bijzijn van de directeur maar hoe kon hij ook anders? Hij werd verdomme jong genoemd terwijl zijn vorige mentrix had gezegd dat hij dit aankon. Nu had hij tijdelijk een nieuwe omdat zij op verlof was en deze klootzak mocht hij niet eens, hopelijk schoten ze nu eens een keer op met zijn overplaatsing. Kai liep met een nijdige frons naar de grote hal om de Academy te kunnen verlaten en even een eindje te lopen met Kurama aan zijn zijde. Hoewel al een tijdje geen opdracht had aangenomen in verband met het wachten, eigenlijk ook omdat hij teveel gedaan had.
”Kai?” weerklonk het stemmetje van Kurama waarop de jongen naar zijn Zorua keek. “Ja sorry hoor maar ik mag die vent niet,” gromde hij en liep vervolgens de hal door naar het bord toe waar de opdrachten aan hingen. Kurama rolde met haar ogen terwijl ze de jongen op de voet volgde naar het bord.
”Ik denk dat ze wel gelijk hebben,” vervolgde ze en keek hem doordringend aan. Kai wist wel waar de Zorua het over had maar hij wilde het niet toegeven. Goed dat hij zijn arm had gekneusd was een domme fout geweest van hem maar Ranger zijn bracht nu eenmaal risico’s met zich mee. Het maakte hem sterker dan hij al was. “..ik vind dat ze een keer op moeten schieten.. ik had allang overgeplaatst moeten zijn,” mopperde de jongen terwijl hij een briefje ervan af haalde. Kurama kreunde geërgerd waarbij ze haar poten voor haar ogen deed. Als een soort dubbele facepalm.
”Ga nu niet van onderwerp veranderen want je weet heus wel dat het werk te ver boven je pet gaat,” zei Kurama vervolgens waarbij Kai zich naar de Zorua draaide. Hij haalde enkel zijn schouders terwijl hij het briefje even zorgvuldig bekeek. “Dan vraag ik me toch af welke pet,” grijnsde hij vervolgens ging hij met een hand over zijn hoofd om zogenaamd te voelen of hij een pet op zijn hoofd had. Kurama snoof terwijl ze een grinnik probeerde te onderdrukken waarna ze zich een weg baande naar zijn schouder.
”Je bent me er een,” grijnsde ze terug. Kai grinnikte om haar opmerking waarna hij haar over d’r kopje aaide. De jongen kreeg vervolgens een serieuze blik in zijn ogen toen hij de woorden op het briefje zag staan. Het was niet iets dat er dagelijks werd gevraagd maar hij kon zich wel in de woorden vinden. De persoon in kwestie vroeg of iemand kon helpen met het maaien van het gras. Eigenlijk onkruid wieden. Tuinieren was nu niet echt zijn ding maar het was toch een manier om van de academy te gaan en even een bezoekje te brengen aan zijn vader.
Het reisje naar het kleine dorpje duurde niet zo heel lang als je een Dodrio te leen kreeg van de balie medewerkster. Deze Pokémon konden behoorlijk hard rennen dus zag de jongen al binnen de kortste keren zijn ‘thuis’ dichterbij komen. Het voelde niet echt als thuis komen maar het voelde wel goed. Hij had dit al zolang ontweken dat hij vergeten was wat hij hier had uitgevreten. Dat was een jaar geleden nu was hij wel wat volwassener geworden tenminste dat vond hij dan. Zou zijn vader thuis zijn? Pff als dat zo was dan ging hij toch nog liever onkruid wieden. Kai wist al snel het adres te vinden van de persoon die de oproep had geplaatst en stapte vervolgens soepel van de grote loopvogel af. Hij belde aan waarna hij even naar de Dodrio keek die zich aan het wassen was voor hij besefte dat hij de Pokémon geen bedankje had gegeven. De Dodrio zou hij zodadelijk wel belonen voor zijn harde werk als hij klaar was. De deur werd open gedaan en tot zijn ongenoegen stond dat vervelende mens voor zijn neus. Die hem toen had beschuldigd van de ontplofte fontein maar oké het was zijn werk en hij mocht niet klagen. “Kai?” bracht ze verbaasd uit waarop hij even glimlachte naar haar. De jongen krabde zich achter zijn hoofd maar de vrouw leek enigszins blij om hem te zien. “..ehm hoi,” sprak hij ietwat nerveus maar ze glimlachte vriendelijk. Hun eerdere confrontaties had hem toch wel laten nadenken over zijn streken hier in het dorp. “Dat is een tijdje geleden,” sprak ze waarna ze hem mee wenkte naar binnen. De vrouw wist al overduidelijk dat hij hier was om haar achtertuin onkruid vrij te maken wat het alleen maar gemakkelijk maakte. “Ik ben hier alleen voor uw tuin,” zei hij toen ter verdediging maar er was niet echt een rede om zich te verdedigen. In tegendeel zelfs ze was blij hem te zien maar waarom..? Kai keek even naar Kurama die hem enkel aankeek vanaf de grond. De Zorua hield zich stil en dat was maar goed ook want het volgende dat er gebeurde was dat de vrouw haar achterdeur opende. Vervolgens zag de jongen dat er merendeels van haar tuin bezaait was met onkruid. Het overwoekerde eigenlijk heel het tuinpad. Kai draaide zich om naar de oudere vrouw die zich staande hield aan haar wandelstok waarop hij gokte dat zijzelf de tuin niet meer kon onderhouden. “Ik fix het wel,” sprak hij tegen haar met een zelfverzekerde blik in zijn ogen. Kai wenkte zijn Zorua die achter hem aan drentelde naar buiten waar hij de Pokéball van Koda pakte. De Pokébal klapte open waaruit de een vaste vormen van een Pancham zichtbaar werden. “We gaan vandaag een tuin onkruid vrij maken.. tenminste wij twee,” legde hij de twee Pokémon uit met een glimlach die hem aankeken en knikte. De grijns rond de lippen van Koda vertelde hem overduidelijk dat hij er zin in had. Hoewel de Pancham het toch geen probleem van natuurlijk aangezien hij graag met zijn handen werkte. Kai keek even naar Kurama die hem vragend aankeek voordat hij daadwerkelijk aan het werk ging want vandaag had hij niet echt de hulp nodig van haar. Zijn partner kon niet echt met haar poten werken maar het was misschien wel een leuk idee om de twee Pokémon samen aan het werk te zetten. “Al die groene plantjes moeten uit de tuin en van het pad,” legde hij de twee Pokémon uit die hem aankeken. Kurama grijnsde breed naar Koda die zelfverzekerd grijnsde voor de jongen zelf door zijn knieën zakte en zwijgend aan het werk ging. Hij trok er een hoopje gras uit die hij in de groenbak dumpte.
Kai had het gevoel alsof hij meer dan vier uur bezig was met het vrij maken van de tuin en het pad maar toen hij op de klok van zijn Holocaster keek waren er maar liefst drie uur verstreken. Het tuinpad werd niet meer overwoekerd wat het wel een fijn gevoel gaf. Zijn Pokémon waren ook uitgeput van het harde werken omdat de twee tegen elkaar aan zaten. Kai veegde het zweet van zijn voorhoofd voordat de oude vrouw naar hem toe kwam gehobbeld met haar wandelstok. “..Woah jullie hebben hard gewerkt!” sprak ze ietwat onder de indruk waarna ze hem een glas limonade aanbood. “Geen dank hoor,” reageerde de jongen met een klein grijnsje en besloot om de Academy een berichtje te sturen als teken dat hij klaar was.. tenminste als zij dat ook vonden, natuurlijk.