Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
Onderwerp: The fear of falling apart zo jun 07, 2015 12:43 am
i'm a walking travesty
but i'm smiling at everything
Boodschappen doen. Voor velen was dit de normaalste zaak van de wereld, hoewel misschien niet de meest geliefde taak van de wereld. Voor anderen was het makkelijker om de boodschappen online te bestellen en te laten bezorgen, terwijl nog weer anderen misbruik maakten van die service. Fleur had over het algemeen weinig problemen met het aanschaffen van haar etenswaren, behalve dan dat ze een algemene afkeer had tegen zichzelf in het openbaar laten zien tot ze helemaal af was. Er moest nog veel aan haar gebeuren voordat ze echt als vrouw door het leven kon, en tot die tijd moest ze roeien met de riemen die ze had.
Natuurlijk was de blondine altijd onzeker, maar er waren ook van die dagen waar het meeviel en ze zonder al te veel moeite haar dagelijkse klusjes kon volbrengen. Vandaag was zo’n dag dat het goed leek te gaan en Fleur met Basile op haar schouder naar de supermarkt liep. De straten herkende ze van de nacht dat ze Manolo had ontmoet en ze kon het niet helpen even te glimlachen. Het zag er zo anders uit in het daglicht. Een voorkeur tussen dag en nacht had de blondine niet echt, al zou ze als ze echt een tijd van de dag moest kiezen toch voor de avond gaan. De avond, wanneer de warmte wat gezakt was en de lucht prachtig oranje en roze kleurde door de ondergaande zon. Ooit op een dag wilde zij ook zo mooi zijn, maar tot die tijd moest ze het doen met het lichaam wat ze had. Soms vond ze dat een probleem, maar nu niet.
De supermarkt was niet bijzonder druk. Ze had hem in elk geval wel eens drukker meegemaakt. Ze pakte een mandje en haalde haar boodschappenlijstje tevoorschijn om het van boven naar beneden af te werken. Tenminste, ze zei altijd dat ze dat zou doen, maar het gebeurde altijd dat ze dichter bij de latere dingen op het lijstje in de buurt was en dan toch die als eerste pakte, waardoor ze vaak dingen vergat die ergens tussenin stonden. Gelukkig waren het nooit hele belangrijke dingen, maar als ze een keer een reep chocolade vergat had ze er na afloop toch vaak wel spijt van. Haar portemonnee vond het minder vervelend, en eigenlijk kwam het meestal alleen maar positief uit als ze één van haar minder belangrijke boodschappen niet had aangeschaft. Voor haar humeur tijdelijk misschien niet, maar op lange termijn zeker wel.
Fleur was op zoek naar een pot pindakaas toen ze het idee begon te krijgen dat ze werd bekeken. Ze deed haar best het te negeren, maar toen ook Basile het opmerkte en onrustig tussen haar schouders begon te wisselen kon ze niet anders dan toegeven dat ze iets voelde. “Rustig maar, Basile,” sprak ze de Pokémon toe, terwijl ze haar blik op de pot pindakaas in haar handen gericht hield. De Minccino bleef nog even onrustig, maar besloot toen naar zijn trainer te luisteren. Wel bleef hij met een waakzame blik om zich heen kijken. Hij had met zijn grote oren het gegiechel absoluut opgevangen. Fleur was het tot nu toe nog ontgaan, maar of dat lang zou blijven was de pluizige Pokémon niet zeker van.
De pindakaas die Fleur eerder in haar handen had gehad rustte nu in het mandje wat aan haar arm hing. Ze had zich naar de diepvries begeven, waar ze nu wat ingevroren groente zocht om haar kleine doch functionele vriezer mee te vullen. Iedereen zei altijd dat verse groente veel lekkerder was, maar dit was veel makkelijker houdbaar en kwam dus goed uit voor de zuinige eter. Ze trok de transparante deur recht voor haar open en greep met haar hand naar een pakje broccoli toen er iemand naast haar kwam staan. Gelukkig voelde ze zich goed, anders was de aanwezigheid van de tienerjongen heel vervelend geweest. Het was toen dat Basile opnieuw het gegiechel opving en nog voor hij volledig overeind kon komen of Fleur kon waarschuwen gaf de jongen naast haar een duw tegen de glazen deur, die hard tegen haar schouder aan sloeg. Meteen verdween al haar zekerheid en voelde ze een brok in haar keel vormen. De jongen lachte, en zijn maatjes ergens achter een andere stelling lachten vrolijk mee.
“Hey! Waarom deed je dat?!” vroeg de blondine boos. De jongen gaf geen antwoord, maar keek haar alleen maar arrogant aan. Alsof ze een beest was wat naar hem blafte. Waar sloeg dat nou op?! Hij stapte met een typisch puberjongens-loopje terug naar zijn vrienden, wie hem met open armen ontvingen. Fleur neigde er naar om naar de kassa te gaan en terug naar haar appartement, maar ze besloot voor deze ene keer om haar mannetje te staan en de jongens er op aan te spreken. “Vinden jullie dat normaal ofzo?” riep ze kwaad. Hard durfde ze niet te roepen, want dan trok ze de aandacht van iedereen in de winkel – die zouden haar waarschijnlijk toch alleen maar raar of een aansteller vinden of iets dergelijks. Wonderbaarlijk genoeg kreeg ze een antwoord van één van de jongens. Niet degene die de deur tegen haar aan had geduwd, maar het was beter dan niets. “Alsof jij normaal bent.” Ouch. Natuurlijk. Bij het roepen had ze er niet echt aan gedacht dat ze misschien niet zo vrouwelijk klonk. Al wist ze negentig procent zeker dat het al duidelijk was dat ze trans was voordat de jongen de deur tegen haar aan duwde. Dat was natuurlijk de hele reden er achter. Dat maakte Fleur alleen maar bozer, maar ze kon haar emoties niet echt onder controle houden. Tranen stonden in haar ogen, en schijnbaar vonden de pestkoppen dat alleen maar grappiger. Dat haar Minccino voor haar op probeerde te komen door boos te sissen ook. Fleur wilde Basile zeggen dat hij moest stoppen maar ze wilde niet dat haar stem brak en dat zou het nu zeker doen. Ze draaide zich daarom maar om, nadat ze de vriezerdeur gesloten had natuurlijk, en liep met een grote boog om de jongens heen. Als ze dat niet had gedaan, hadden ze haar zeker nog meer gepest. Ze was zelfs bang dat ze haar de winkel uit zouden volgen, maar dat deden ze gelukkig nog niet. De gedachte van deze ontmoeting helaas wel.
Fleur had er geen zin meer in. Zo’n kleine daad had haar zelfvertrouwen volledig de grond in geboord en ze durfde nauwelijks meer met een zekere houding over straat te lopen. Het was een wonder dat ze voorbij de kassa’s was gekomen zonder uit te barsten – al was dat natuurlijk makkelijker geweest omdat ze een zelf check-out kassa gekozen had om bij af te rekenen. Mensen onder ogen zien kon ze nu even niet. Het voelde alsof iedereen op straat haar aanstaarde en ze wist al precies wat er van haar gedacht werd: een monster. Een lelijk, mismaakt monster wat niet thuis hoorde op de straat. Ze hoorde thuis in een kooi of op een freakshow, maar niet in een supermarkt tussen de mensen. Ze koos er voor om door de steegjes van Lumiose terug te lopen naar haar studio, zodat ze de mensen grotendeels kon ontwijken. De mensen die ze in de steegjes tegemoet liep verborg ze haar gezicht voor. Die mensen ging het niets aan hoeveel tranen er over haar wangen liepen.
Basile ging het wel wat aan, en de Minccino wikkelde al meteen toen Fleur de supermarkt uit stapte zijn staart troostend om haar nek. Veel hielp het niet, al was het fijn om te weten dat tenminste Pokémon wat om haar gaven. Of nouja, één Pokémon. Op dit moment twijfelde ze er zelfs aan of de rest van haar team haar begreep in zo’n soort situatie.
Midden in een steegje, driekwart van de route verder, hield Fleur het echt niet meer. Ze zette haar boodschappen neer en liet zichzelf door haar knieën zakken, om met haar rug tegen een muur aan te gaan zitten. Er waren in dit steegje geen mensen of Pokémon te vinden, op hun twee na. Basile sprong meteen op haar schoot en keek haar bezorgd aan. De Pokémon deed zijn uiterste best om haar te helpen, maar voelde zich in sommige situaties nog duidelijk radeloos. Hij nestelde zich op haar schoot en Fleur aaide zijn vacht. Het hielp. Dat wist ze al, want dat had het vaker gedaan, maar het verbaasde haar toch elke keer weer. “Oh Basile,” bracht ze uit, toen het snikken grotendeels gestopt was. “Waarom ben ik zo? Waarom kon ik niet in een gewoon lichaam geboren worden met gewone ouders?” Ze besefte zich op dat moment niet dat dat zou betekenen dat ze de Minccino nooit had ontmoet. Hij schijnbaar ook niet. Hij draaide zich gewoon om zodat hij naar haar kon kijken met een meelijdende blik. Fleur moest er een beetje om lachen. En daar om ook. Wat een belachelijke situatie. “Had dit niet kunnen wachten tot ik terug thuis ben?” vroeg ze, de tranen uit haar ogen vegend. Ze gaf aan Basile aan dat ze weer op wilde staan, waarop de Minccino weer gehoorzaam op haar schouder klom en zij haar boodschappen weer op kon pakken. Haar ogen waren nog steeds rood van het huilen en ze wilde eigenlijk de sluizen nog niet dicht gooien, maar ze kon beter haar breakdown thuis vervolgen. Ze hield zich daarom sterk, en liep verder de steegjes door. De kans dat ze een mens tegenkwam hier was toch zo klein en de meeste steegjes waren zo donker dat haar ogen niet zichtbaar waren. Als ze dat wel waren, dan had die andere persoon maar pech.
Als ze zich niet zo rot voelde, dan had ze zich waarschijnlijk zo snel mogelijk naar huis begeven. Nu slenterde ze echter op een bijzonder langzaam tempo voor iemand die snel naar huis wilde. Ze was in tweestrijd. De neiging om nog eens door haar knieën te zakken en alles er uit te gooien was groot, maar ze had al besloten dat ze dat niet wilde doen in het openbaar. Ze keek er ook niet heel erg naar uit om dat thuis te doen. Misschien waren haar huisgenoten thuis en zouden ze haar vragen wat er aan de hand was. Haar gedachten hielden haar zo bezig, dat ze het zachte, jammerende gepiep eerst niet opmerkte. Het was Basile die zijn kop er voor ophief en daarmee Fleur’s aandacht trok. “Hmm?” bracht ze op vragende toon uit. Het feit dat ze niet met echte woorden sprak liet merken dat ze nog steeds van streek was. Basile stak zijn pootje uit en wees richting een paar volle afvalzakken. Daar kwam het gepiep vandaan. Fleur zag zelfs iets bewegen. Meteen zette ze haar boodschappen weer neer en liep ze naar het afval toe. Eerst keek ze voorzichtig om het hoekje, alsof ze iets heel engs of gevaarlijks verwachtte. Wat ze vond was geen van beide. Het was een baby Chatot. Het arme ding zat onder de vuiligheid, alsof hij hier samen met het afval gedumpt was. Sterker nog, alsof hij in een vuilniszak had gezeten bij aflevering. Fleur hurkte neer en Basile sprong van haar schouder af. “Hey kleintje,” sprak ze de vogel toe. “Hoe is dit zo gekomen? Ben je oké?” De Chatot keek haar met grote, bange ogen aan en herhaalde toen haar laatst gesproken woord. Fleur wist niet zeker of ze dat als antwoord moest zien of dat het gewoon willekeurig was, maar in ieder geval bleef ze zich zorgen maken. “Jeetje, wie zou zo’n schattige Pokémon nou zomaar achterlaten?” vroeg ze zich hardop af. Chatot had zijn aandacht op Basile gericht, wie gevaarlijk dichtbij kwam en toen zijn poot uitstak als vriendelijk gebaar. Chatot was eerst sceptisch, maar accepteerde het alsnog door zijn vleugel uit te steken. Dat, of het was opnieuw herhaaldelijk gedrag. Dat gaf Fleur een ideetje. “Basile, kom eens hier.” Ze stak haar arm uit, zodat Basile er overheen kon lopen naar haar schouder toe, wat hij gehoorzaam deed. Eerst leek hij haar plan niet door te hebben, maar zodra hij zag dat Chatot ook bij Fleur’s arm omhoog sprong, begreep hij het en schoof hij door naar de andere schouder. Nu had Fleur twee schouder Pokémon. Al… wist ze niet zeker of de tweede wel voor haar bestemd was. Ze kreeg alleen zo het idee dat de vorige eigenaar de Chatot niet meer wilde. Anders hadden ze hem niet bij het vuil achtergelaten, toch?
Het was wat zelfzuchtig, maar Fleur besloot dat de Chatot nu van haar was tot iemand haar kwam vertellen dat het niet zo was. Het beest nam ze mee naar haar studio om een flinke wasbeurt te geven. Iets te doen hebben anders dan zich zorgen maken om wie ze was en hoe ze er uit zag zou haar vast ook goed doen, maar dan moest ze nu wel echt naar haar studio. Ze wilde sowieso niet dat er te veel stank in haar truitje trok. Gelukkig was haar woning niet meer dan twee straten verderop en kon ze zonder verdere problemen thuis aan komen. Toch?