Jump
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 Jump

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Cooper Brimstone
Member
Cooper Brimstone
Punten : 370
Gender : Male ♂
Age : 20
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Hoppip
https://pokemon-journey.actieforum.com/t1469-cooper-brimstone https://pokemon-journey.actieforum.com/t1470-cooper-s-dex

Jump Empty
BerichtOnderwerp: Jump   Jump Emptydi mei 12, 2015 12:54 am

C A N ' T   S L O W   D O W N
I'M A ROLLIN'
FREIGHT TRAIN

Hij voelde zich naakt, zo zonder zijn Hoppip. Cooper was er aan gewend geraakt om de roze Pokémon naast hem te zien zweven. Het voelde simpelweg alsof er een stukje van de wereld miste als zij er niet was. Natuurlijk was ze niet echt weg, nee, ze zat enkel in haar Pokéball. Dat zou natuurlijk allemaal ook gewoon heel normaal moeten zijn, als het niet zo was geweest dat zijn Hoppip zich normaal gesproken er altijd buiten bevond. Vandaag had hij echter besloten dat het beter zou zijn om zijn partner wat rust te geven. De Pokémon was blijkbaar overspannen geraakt. Nou ja, dat was in ieder geval wat de zuster hem had verteld. Ze had hem duidelijk gewaarschuwd dat hij haar wat minder intensief zou moeten trainen. Wat meer pauzes inlassen. Dat soort dingen. Hij had op dat moment maar beloofd dat hij dat absoluut zou doen, wat hij natuurlijk ook van plan was geweest, maar eerlijk gezegd was dat niet helemaal mogelijk. Niet omdat hij een of andere strakke tijdsplanning had waar ze zich aan moesten houden, in tegendeel, hij had nooit planningen voor wat dan ook, maar omdat hij zijn Pokémon nog nooit getraind had.

Sure, hij had wel eens met haar gevochten tegen wilde Pokémon, maar dat was vooral geweest omdat Bidoof aangetrokken schenen te zijn tot zijn lichaamsgeur. Sterker nog, het was zelfs zo dat hij tonnen deodorant moest opspuiten als hij het Santalune Forest in wilde. Nou ja, het was dat, of ze hielden van de crackers in zijn tas. Een van de twee. Het maakte eigenlijk geen verschil welke van de twee de oorzaak was: hij had zoveel deodorant opgespoten dat Bidoof nauwelijks meer bij hem in de buurt durfden te komen. Bug Pokémon daar in tegen… wel, je kon niet iedereen blij maken. Hoe dan ook, het kwam er op neer dat hij zijn Hoppip enkel gebruikte voor zelfverdediging. Misschien was dat het hem wel geweest. De vele hordes van Caterpie en Weedle waren haar gewoon te veel geworden, dat was het waarschijnlijk geweest. Eigenlijk had hij het niet alleen aan Jetpack over moeten laten. Als hij écht een goede trainer was geweest, dan zou hij de stress van het bodyguarden hebben verdeeld over zijn beide Pokémon. Hij had Rocket moeten laten helpen. Hij twijfelde alleen of het heel veel nut zou hebben gehad; hij had met zijn Chimchar op het moment een even goede relatie als hij met zijn vader had, wat zo ongeveer in hield dat ze elkaar enkel op speciale gelegenheden zagen.

Eigenlijk wist hij niet zo goed wat hij er mee aan moest, met dan hele ‘trainen’ concept. Hij snapte natuurlijk wel ongeveer hoe het werkte. Je liet je Pokémon vechten, waardoor ze dan sterker zouden worden. Dat was dan eigenlijk ook waar het stopte. Ook van thuis had hij hier niet echt iets over meegekregen. Zijn vader was een zakenman. Hij had hierdoor automatisch weinig op met Pokémon, tenzij hij deze natuurlijk voor een redelijke prijs zou kunnen verkopen of iets dergelijks. Dat was in ieder geval wat hij beweerde. Zijn moeder? Die was ooit wel een coördinator geweest, en niet eens zo’n hele slechte als hij de verhalen van zijn grootouders mocht geloven, maar die was daar blijkbaar mee gestopt nadat ze zijn vader had ontmoet. Nee, zijn vader had niets van Pokémon willen weten. Het was zelfs zo ver gegaan dat zijn moeder ze ‘weg’ had gedaan. Weg was hierbij natuurlijk tussen haakjes, aangezien ze geen afscheid had kunnen nemen van haar partners. In plaats daar van had ze de Pokémon bij haar ouders achter gelaten, waardoor Cooper het geluk had gehad om de Pokémon nog te kunnen zien op de zeldzame momenten waarop hij bij zijn grootouders was.  

Vandaag zou dat veranderen. Hij zou laten zien dat hij een goede, verantwoordelijke trainer was door zijn Pokémon fatsoenlijk te trainen, precies zoals het hoorde. Hij moest en zou het goed doen. Voor Jetpack. Hij haalde de Pokéball van zijn Hoppip tevoorschijn, om er kort naar te glimlachen. “Rust vandaag lekker uit, okay?” zei hij tegen de bal. Hij keek kort om zich heen of niemand naar hem keek, om vervolgens kort zijn lippen tegen de bal aan te drukken. Of zijn Pokémon hem überhaupt kon zien of horen terwijl ze in de bal zat wist hij niet, maar het kon nooit kwaad om het te hopen. Hij zou haar vandaag in ieder geval trots maken dat hij haar trainer was, dat wist hij in ieder geval zeker. “Okay, Rocket!” zei hij nadat hij de Pokéball van zijn Hoppip weer op had geborgen. De Chimchar, die het afgelopen half uur afwezig achter hem aan had gelopen, gaapte van vermoeidheid. Het was te begrijpen dat de Pokémon moe was – niet iedereen hield er van om rond 6 uur ’s ochtends al wakker te zijn. Zelf hield hij er meestal ook niet van, maar als hij uit zou slapen, dan zou het grootste deel van de dag al om zijn geweest voordat hij ook maar iets productiefs had kunnen doen.

“Wat zeg je er van, Rocket? Een mannen dagje? Alleen jij en ik, twee super sterke mannen?” vroeg Cooper grijnzend. De Chimchar keek hem twijfelend aan, alsof hij er niet helemaal zeker van was of hij het echt over hun had. “Kom op! Het wordt leuk!” moedigde hij zijn Pokémon aan. De Chimchar scheen nog steeds te twijfelen, maar haalde uiteindelijk zijn schouders op. Het was niet alsof hij bepaald een keuze had. Bovendien was het prettig om eens buiten de Pokéball te zijn zonder de hele tijd bekeken te worden door de twee helgaten die de ogen van zijn teamgenoot waren. Of Cooper het door had wist hij niet zeker, maar de Hoppip scheen hem duidelijk niet te mogen. “Mooi! Dat is hoe ik het mag horen,” zei Cooper met een tevreden glimlach. Hij hief zijn hand op en keek met grote, verwachtingsvolle ogen naar zijn Pokémon, die al snel door had wat de bedoeling was. De Chimchar zuchtte luid om duidelijk te maken dat hij het absoluut niet met plezier deed, waarna hij zachtjes tegen Cooper’s hand aan sloeg.

“Okay, eens zien,” zei Cooper, die een klein boekje tevoorschijn had gehaald. Trainer Tips voor Beginners. Misschien een beetje een afgezaagde naam, maar de verkoper had hem er van verzekerd dat hij er absoluut iets aan zou hebben als hij alle stappen tot in de puntjes zou volgen. Heh! Met dit boekje zou het niet lang meer duren, of hij was de beste trainer in heel Kalos! Nee, zelfs in de hele wereld! Hij zou niet meer te stoppen zijn! Langzaam sloeg hij de eerste bladzijde om, alsof hij bezig was met een of ander heilig ritueel. “Welkom!” las hij hardop voor, “en bedankt voor het aanschaffen van Trainer Tips voor Beginners! Wij hopen dat u veel succes zult hebben na het toepassen van onze Trainingsmethodes™! Wees vooral niet bang om fouten te maken, deze horen allemaal bij het leerproces! Ook willen wij u er aan herinneren dat–” Verveeld sloeg Cooper de bladzijde om. Fouten maken hoorde er bij? Wat een onzin. Als hij fouten wilde maken, dan had hij het boekje in de eerste instantie niet gekocht. Hij kon maar beter de inhoudsopgave overslaan, want tot nu toe stond die vol met onzin. Het was maar te hopen dat de rest van het boekje wat beter was.

“Ah! Hoofdstuk 1. Introductie,” zei Cooper, om tijdens het lezen met zijn wenkbrauwen te wiebelen naar zijn Pokémon. Okay, dit was waar het echt begon. De eerste stap. Oh, wacht. Hij mocht nog niet eens beginnen van het boekje. Hij moest er eerst zeker van zijn dat zijn partner zich ‘comfortabel’ voelde voordat hij begon. “Rocket!” riep hij naar de Pokémon, die van schrik ongeveer een halve meter de lucht in vloog. “Voel je je comfortabel?” vroeg Cooper. De Chimchar trok zijn wenkbrauwen op, waarna hij een kort knikje gaf. Alhoewel hij nog niet bepaald veel tijd had gespendeerd met zijn trainer, kende hij hem inmiddels al lang genoeg om geen vraagtekens te zetten bij wat zijn trainer aan hem vroeg. Gewoon knikken als hij iets vroeg, daarmee kwam hij tot nu toe het snelst van de jongen af. Het was tot nu toe geen enkele keer nadelig geweest, als je de keren dat zijn trainer hem had gevraagd of hij zijn eten lekker vond niet meetelde. Hij vond nu blijkbaar iets genaamd ‘cornflakes’ lekker, alhoewel hij het spul absoluut niet uit kon staan. Daar viel voor nu helaas niets meer aan te doen.

Waar Cooper had verwacht dat hij letterlijk tips zou vinden in het boek, of op zijn minst iets dat er op leek, bleek het boek een andere methode toe te passen. Er stonden oefeningen in voor zowel Pokémon als trainer. Ooh, nice! Dat soort training vond Rocket vast wel leuk! Er was dan ook maar een manier om er achter te komen of ze ook maar een beetje nuttig waren: door ze gewoon uit te proberen. Er zat er vast wel één tussen die handig was. De beste manier om uit te vinden welke dat was, was eigenlijk door er gewoon maar mee te beginnen. Aangezien het slechts oefeningen waren, kon het waarschijnlijk geen kwaad als hij gewoon maar een pagina open zou slaan. Cooper sloot zijn ogen, bladerde wat rond in het boekje, en opende zijn ogen weer toen hij dacht een goede pagina te hebben. “Krachttraining I-I-I,” las hij voor. Hmm. Wel, de drie I-tje’s betekenden vast dat het moeilijkere oefeningen waren, right?

Een bedenkelijke uitdrukking verscheen op Cooper’s gezicht bij het lezen van de eerste oefening. “Springen Over een Lijn,” las hij op. “Ga voor fantastische springkracht door het uitvoeren van de SuperSprong™ Training!” Ohoho! Dat klonk zeker als iets voor Rocket! Als er iets was waar hij tot nu toe slecht mee was, dan was het wel de lucht! Goed, hij had al een Pokémon die kon vliegen, maar zou het niet veel beter zijn als zijn andere Pokémon ook lucht aanvallen uit zou kunnen voeren? Het zou de perfecte verrassing zijn! Een vliegende Chimchar… Niemand zou het aan zien komen! Hij liet zijn blik kort over de uitleg van de oefening glijden, voordat hij het boekje dicht klapte. Yeah! Dit ging lukken! Dit was een training die ze gemakkelijk zouden kunnen doen!

“Okay, Rocket, dit is het plan,” zei Cooper toen ze eindelijk een geschikte trainingsplek hadden gevonden. Hij wilde niet dat ze te dicht bij het pad zouden trainen, en om goede redenen. Ten eerste wilde hij niet dat iemand anders zijn methode zou gebruiken en ten tweede had hij een slechte ervaring met dingen voordoen aan Rocket. Hij was haar tegen gekomen. Een ontmoeting die hij helaas niet snel zou vergeten. Om een herhaling van de vorige keer te voorkomen, had hij dan ook wijs besloten om zich er van te verzekeren dat er geen toeschouwers in de buurt waren. “We gaan een kracht… krachtige…? We gaan een speciale training doen,” vervolgde hij, de achterdochtige blik van zijn Chimchar negerend. Nou ja, negerend… Het was eerder dat hij hem simpelweg over het hoofd had gezien. “Het idee is simpel,” zei Cooper grijnzend. “Eigenlijk is het de bedoeling dat je heen en weer springt over een lijn of iets dergelijks, maar dat is nogal saai, of niet? Vandaar dat we het iets moeilijker maken.” Cooper gebaarde naar een omgevallen boomstam die voor ze lag. “Dit zal ons nieuwe obstakel zijn.” Trots zette hij zijn handen in zijn zij. “Wel? Wat vind je er van?” vroeg hij. Twijfelend keek de Chimchar van zijn trainer naar de boomstam. Er waren behoorlijk wat dingen die hij hier van kon vinden, maar geen enkel ding was positief. De Chimchar glimlachte flauwtjes, hij zou bijna medelijden met zichzelf hebben. Van alle trainers die hij had kunnen krijgen, had hij natuurlijk weer de vreemde gekregen.

“Heh! Ik zal het anders eens voordoen!” zei Cooper, die de glimlach had beschouwd als teken dat zijn Chimchar niet helemaal snapte wat de bedoeling was. “Let op! Dit is hoe het moet!” zei hij nadat hij zich recht voor de stam had gepositioneerd. Cooper liet zich iets door zijn knieën zakken en hij hield zijn armen naar achter. “En… hup!” riep hij, zijn lichaam praktisch over de boomstam heen gooiend. Zonder de stam aan te hebben geraakt, kwam hij netjes op zijn beide benen terecht. Ha! Hij had het nog steeds. “Zie je? Niet moeilijk. Zelfs jij zou dit kunnen,” zei Cooper. Luid snuivend sloeg de Chimchar zijn armen over elkaar heen. Natuurlijk kon hij dat. Hoe zwak dacht zijn trainer wel niet dat hij was? Om daden bij zijn woord te zetten, of nou ja, bij zijn gedachten, zette de Pokémon zich af van de grond, om zo moeiteloos over de boomstam heen te springen. Een grijns van oor tot oor verscheen op Cooper’s gezicht toen hij zijn Pokémon naast hem op de grond zag landen. “That’s the spirit.”

Cooper, die wonderbaarlijk genoeg merkte dat zijn Pokémon de training niet al te interessant scheen te vinden, laat staan uitdagend, besloot om een andere richting in te slaan. Als hij het springen zelf niet uitdagend vond, wat het eigenlijk ook niet was, dan zou hij er wel voor zorgen dat er iets anders was om zijn Pokémon uit te dagen: hij zelf. “Ik durf te wedden dat ik het veel langer vol kan houden dan jij,” zei Cooper nadat hij naar achteren terug was gesprongen over de boomstronk. De Chimchar trok zijn wenkbrauwen ongelovig op, waar Cooper op reageerde door te lachen. “Wat? Bang om te verliezen van je geweldige meester?” vroeg hij, hopend dat hij zijn Pokémon pissig kon maken met de opmerking. Hij moest alleen niet té boos worden, want dan zou Rocket waarschijnlijk niets meer uitvoeren. Het bleek gelukkig precies genoeg te zijn, want de oranje Pokémon snoof luid, waarna hij vastberaden over de boomstam heen sprong. “Heh!” grinnikte Cooper. “Beginnen met een voorsprong? Van mij mag je, winnen zal je toch niet.”

Het had er vast belachelijk uit gezien, al dat heen en weer gespring. Waar zowel Cooper als zijn Chimchar het eerst als een training hadden gezien, of in het geval van zijn Pokémon gewoon een manier om zijn tijd te verdoen, was het op de een of andere manier veranderd in een heuse competitie. Plof. Plof. Plof. Iets anders dan zijn voeten die op de grond neer kwamen, hoorde Cooper allang niet meer. Ja, misschien wel. Hij hoorde het geluid vlak naast zich nog een tweede keer, want zijn Pokémon sprong al even fanatiek heen en weer als hij zelf. Dat zijn kuiten langzaam aan begonnen te voelen alsof ze elk moment konden knappen, interesseerde hem maar weinig. Het was zijn bedoeling geweest om zijn Chimchar te motiveren, niet om een regelrechte spring-oorlog te ontketenen. Dat was helaas wel het resultaat geweest van zijn provocaties. Nou ja, helaas, als hij het niet had gewild, dan zou hij waarschijnlijk niet zo fanatiek mee hebben gedaan. De training ging in ieder geval beter dan hij had durven hopen, want als zijn eigen kuiten nu al zo’n pijn deden, dan moest zijn Chimchar toch op zijn minst ook iets voelen. Zo niet, dan wist hij in ieder geval dat zijn Pokémon behoorlijk goed was in heen en weer springen.

Met een harde plof belandde Cooper op zijn achterwerk. Na een kwartier lang gesprongen te hebben, hadden zijn benen het eindelijk opgegeven. Richten waar hij neer had willen komen was niet meer gelukt, het was zelfs al een wonder geweest dat hij überhaupt van de grond had weten te komen. Met zijn voet was hij halverwege zijn sprong achter de boomstam blijven haken, waardoor hij nu languit op de grond lag. Naast hem klonk een triomfantelijke kreet van zijn Chimchar, gevolgd door een veel zachtere tweede plof, zijn Pokémon was blijkbaar al even uitgeput als hij was. “Heh… Het lijkt er op dat je al even geweldig bent als je trainer, Rocket,” zei Cooper, zwaar hijgend van vermoeidheid. Een zacht, vermoeid kreetje klonk naast hem. Het verbaasde hem eerlijk gezegd dat zijn Chimchar het zo lang vol had kunnen houden. Hij was immers nog maar een paar maanden oud, als hij zijn moeder tenminste mocht geloven. Misschien had ze zich mede dankzij haar favoriete drankje iets vergist in de leeftijd van de Chimchar. Heel scheef kon ze echter niet gelezen hebben, want voor zover hij kon zien was Rocket inderdaad niet al te oud.

Langzaam liet Cooper zichzelf weer op adem komen. Ah… zijn conditie was er op achteruit gegaan, of niet? Hij meende zich te herinneren dat hij ooit uren achter elkaar rond kon rennen. Maar ja, hij meende zich ook te herinneren dat hij enorme hoeveelheden suiker at, wat misschien ook kon verklaren waarom hij zich op het moment zo vreselijk moe voelde. Hij had gewoon nog niet genoeg suiker op vandaag. Misschien moest hij maar wat chocola pakken of iets dergelijks. Cooper hief zijn hoofd wat op, om te zien dat zijn rugzak een paar meter te ver van hem af lag. Hè bah. Hij zou helemaal overeind moeten komen als hij iets te eten wilde pakken. Hij liet zijn hoofd weer zakken, om nog net een bruine schim bij zijn tas te zien landen voordat zijn achterhoofd de grond raakte. Vielen er gigantische dennenappels uit de bomen…? Nee, dit was geen naaldbos, er waren dus automatisch ook geen dennenappels.

Met een ruk kwam Cooper overeind, om het bruine ding dat hij bij zijn tas had neer zien komen van schrik een paar meter de lucht in te zien vliegen. Wel, hieruit kon hij in ieder geval opmaken dat de kans vrij klein was dat het een dennenappel was, deze konden namelijk niet springen of schrikken. En als ze wel konden schrikken, dan waren ze in ieder geval behoorlijk goed in het verbergen er van. Toen de dennenappel – ah, nee, het ding, want het was overduidelijk geen dennenappel –weer op de grond was beland, kreeg Cooper eindelijk de kans om te zien wat het precies was. Het was… wel, het was een Pokémon, dat was duidelijk. Oh, wacht! Deze soort had hij wel vaker gezien! Yeah! Ze hadden wel eens gieters gehad in de vorm van die Pokémon! Een blauw lichaam dat was bedekt met een al even groot felgroen blad… Dat was een Low-dad, right? Het was in ieder geval iets in die richting. Wat een cu… cute… Wat een coolie. Haha. Had hij zichzelf daar toch mooi uit weten te redden.

De Lotad was blijkbaar minder enthousiast om Cooper te zien, want hij sprintte halsoverkop weg van Cooper. Iets wat nog een behoorlijke prestatie was, als je na ging wat voor kleine pootjes dat hele lichaam wel niet moesten dragen. “Ah! Low-dad! Wacht!” riep Cooper, die gehaast overeind krabbelde om achter de Pokémon aan te gaan. “Rocket! Kom!”  riep hij naar zijn Chimchar. Zijn Pokémon liet een geïrriteerde kreun horen, duidelijk niet blij met de beslissing van zijn trainer om achter de Lotad aan te gaan. Cooper scheen echter niet op hem te willen wachten, waardoor hij geen andere keus had dan om overeind te komen en achter zijn trainer aan te gaan. Er moest tenslotte iemand op Cooper letten als Jetpack er niet was. Hij was jammer genoeg degene die vandaag die taak op zich moest nemen. Hij zou nog op moeten schieten ook, want de oranje harige jongen rende inmiddels al op volle vaart achter de Lotad aan. Het leek wel alsof iemand een peper in zijn achterwerk had geduwd. Behalve dat hij een oppas was, was hij blijkbaar ook nog eens Cooper’s bediende, want Cooper had zijn tas laten liggen, die hij nu natuurlijk weer mee moest sjouwen.

Nadat Cooper door een ontelbaar aantal takken in zijn gezicht te zijn geslagen, scheen de Lotad eindelijk te stoppen met vluchten. “Low-dad! Wacht, please!” riep Cooper, die een aantal blaadjes en takjes uit zijn haar probeerde te vegen. Pas nu Cooper naar hem geroepen had, scheen de Lotad eindelijk te beseffen dat hij was achtervolgd. “Wacht! Niet wegrennen! Ik heb iets voor je!” riep Cooper toen de Pokémon weer aanstalten maakte om van hem weg te vluchten. Twijfelend bleef de Lotad staan terwijl Cooper zocht naar zijn tas. Zijn tas! Hij had hem laten liggen! Ah! Ah… Wat nu? Als hij niets had om aan de Lotad te geven, dan zou hij er meteen weer vandoor gaan! Zou het misschien werken als hij een handje gras zou plukken of iets dergelijks? Of kon hij misschien beter… Een harde ruk aan zijn broekspijp trok Coopers aandacht. Verward keek hij omlaag, waar hij Rocket zag, die zijn rugzak naar hem uitgestoken hield. De zelfgenoegzame blik op het gezicht van zijn Pokémon sprak boekdelen. “Je bent de beste, Rocket!” zei Cooper, die de rugzak snel aanpakte.

“Hier,” zei Cooper, die een pakje crackers tevoorschijn had gehaald. Crackers? Ja, crackers. Pokécrackers. Cooper hurkte, om vervolgens een van de crackers naar de Pokémon uit te steken. Deze keek achterdochtig naar Cooper’s hand, alsof hij hem vergif probeerde aan te smeren. Cooper grijnsde. “Het is lekker, geloof me maar. Nou ja, Rocket vind het niet zo lekker, maar hij is gewoon erg kieskeurig als het op eten aan komt. Jetpack vond ze in ieder geval wel lekker.” De Lotad, die geen idee had wie deze zogenaamde Jetpack en Rocket waren, keek achterdochtig naar de uitgestoken cracker. Ondanks zijn wantrouwen, besloot de Lotad om de roodharige jongen het voordeel van de twijfel te geven. Langzaam kroop hij dichterbij, zijn neus gebruikend om te bepalen of het eten dat de jongen hem voor hield te vertrouwen was. Eindelijk dichtbij genoeg, nam de bruine Pokémon voorzichtig een klein hapje van de cracker. Een tweede kleine hap volgde al snel, waarna de rest van de cracker al snel door de Lotad verorberd werd. Heh! Hij had gelijk gehad! Rocket was inderdaad gewoon een kieskeurige aansteller!

Ah, maar dit was het! Dit was de kans om te kunnen bewijzen dat hij niet alleen maar Pokémon had die hij van zijn moeder had gekregen! Nou ja, dit zou in ieder geval het moment kunnen worden waarop dat zou kunnen veranderen. Low-dad… wat voor type zou de Pokémon eigenlijk zijn? Water? De meeste blauwe Pokémon hadden in ieder geval een water type. Hm. Wel, dat zou hij later maar op moeten zoeken, want deze kans mocht hij niet laten liggen. Hij moest echter wel opschieten, want het zou waarschijnlijk niet erg lang meer duren voordat de Low-dad zou besluiten dat hij genoeg had gekregen van de Crackers. “Psst! Rocket!” fluisterde Cooper. De Chimchar reageerde op zijn trainer met een klein ‘sup knikje. Niet wat hij gehoopt had, maar het was genoeg. Hij wees van zijn Chimchar naar de Lotad, waarna hij met zijn vuist tegen zijn platte hand aan sloeg. De Chimchar slaakte een zucht, bijna onder de indruk van Cooper’s simpele manier van denken. Hij wilde dat hij tegen de Lotad vocht, right? Wist dat joch niets van type voordelen? Hij was namelijk niet de eerste de beste keuze als het aankwam op vechten tegen een water Pokémon. Jetpack zou een veel betere keuze zijn. Maar ja, dit was waarschijnlijk ook gewoon een van zijn vele taken als babysitter. Zijn trainer behagen.

De Chimchar snoof, waarna hij met een boog om de Lotad heen liep, om deze vervolgens bij zijn blad vast te pakken en op te tillen, zodat hij ondersteboven in de lucht kwak te hangen. Goed, het was misschien niet de meest fantastische manier om een gevecht te beginnen, maar het kon erger. Zo hard als hij kon gooide Rocket de Lotad van zich af, waarna de blauwe Pokémon met een blubberige smak op de grond terecht kwam. Beter nog, hij was op zijn rug beland, wat betekende dat hij behoorlijk wat moeite zou moeten doen als hij overeind wilde komen. “Yessss!” siste Cooper, die triomfantelijk zijn vuist in de lucht stootte. Dat had hij vast niet verwacht! “Okay, Rocket! Gebruik die ene coole aanval! Je… uh… Je Flame Wheel!” riep de roodharige jongen. Met moeite weerhield de Chimchar zich er van om zijn trainer een geïrriteerde blik toe te werpen. ‘Die coole aanval’. Sure, Flame Wheel was behoorlijk cool, maar dat was nog geen reden om het ook daadwerkelijk hardop te zeggen. Maakte Jetpack dit ook dagelijks mee? Oh nee, wacht. Zij had geen coole aanvallen, hahaha. Alleen maar aanvallen die eng waren. Het was dan ook maar goed dat ze zijn gedachten niet kon lezen.

De Chimchar omhulde zichzelf met een mantel van vuur, waarna hij met een rotvaart op de Lotad, die nog steeds op zijn rug lag, af stormde. De Lotad, die nog steeds immobiel was, besloot dat hij zichzelf beter zou kunnen beschermen dan dat hij terug zou proberen te vechten terwijl hij op zijn rug lag – dat zou op zijn zachtst gezegd onmogelijk zijn. Voordat de Chimchar dichtbij genoeg had weten te komen, had een dikke mist zich om de blauwe Pokémon heen verzameld, bij wijze van een natuurlijk verdedigingsmechanisme. De Chimchar negeerde de mist, om er vervolgens recht doorheen te rennen, zonder hierbij ook maar in de buurt van zijn doel te komen. Zowel de Pokémon als zijn trainer snoven nijdig. Wat een valsspeler. Als er iets was waar ze niet van hielden, dan waren het wel valsspelers. Alleen zij mochten vals spelen. “Rocket, gebruik je Ember!” beval Cooper. De Chimchar grijnsde, dat hoefde zijn trainer hem geen tweede keer te vertellen. De oranje Pokémon haalde diep adem, waarna hij bij het uitademen een salvo aan kleine vuurballen op de mistbank afvuurde.

De Ember scheen te werken, want de mist begon langzaam aan weg te trekken. Heh! Wat voor valse trucjes die Lotad ook uit probeerde te halen… hij moest toch echt wat vroeger op staan als hij hem, Cooper de geweldige, om de tuin probeerde te leiden. Met een zelfvoldane grijns keek Cooper naar de optrekkende mistbank, verwachtend dat de Lotad ergens in het midden zou liggen, bewusteloos. Dat deed hij echter niet, nee, sterker nog, de Lotad leek ongedeerd, en hij had het zelfs voor elkaar gekregen om weer overeind te krabbelen. Had… Had Rocket echt alles gemist? Maar hoe…? “Rocket!” siste Cooper, maar zelfs dat was eigenlijk al te veel gezegd. De Chimchar trommelde op zijn borstkas, duidelijk van streek door zijn gemiste aanval. Van streek was zelfs nog maar zachtjes uitgedrukt. De oranje Pokémon liet een gefrustreerde kreet horen, om al vlug hierna een tweede Ember af te vuren, die de Lotad behendig wist te ontwijken. Waah… zo snel… Sinds wanneer waren Low-dads zulke snelheidsduivels?

De behendigheid van de Lotad was de Chimchar nog slechter gevallen dan zijn trainer. Hij was woedend. Razend! Hoe durfde dat mormel! Hij… hij wilde… hij wilde hem in zijn gezicht stompen. Recht in die zelfingenomen glimlach. De Chimchar snoof, stoom van frustratie kwam bijna uit zijn oren. In plaats daar van gebeurde echter iets anders. De Chimchar gaf een helder, wit licht af, waarna hij langzaam van vorm begon te veranderen. “R-rocket…?” stamelde Cooper, die nog nooit eerder een Pokémon had zien evolueren, laat staan dat hij er een had zien gloeien. Voor zover hij wist, stond zijn Pokémon op het punt om letterlijk te ontploffen van woede, je weet wel, net zoals Voltorb en Electrode deden. “Rocket… Niet ontploffen… Het is okay dat je gemist hebt…” jammerde Cooper, die zijn Pokémon absoluut niet wilde verliezen. Jetpack zou hem vermoorden als hij Rocket had laten ontploffen, of het nou een ongeluk was of niet.

Langzaam maar zeker stopte zijn Pokémon met gloeien, waarna het eindelijk echt duidelijk werd dat zijn Pokémon een andere vorm aan had genomen. Zijn Pokémon was niet langer vuurkont, nee, hij was nu vuur staart, wat al een stuk minder grappige bijnaam was. Ook leek het er op dat hij een blauwe unibrow had gekregen, die hem overigens behoorlijk goed stond. “Rocket…?” vroeg Cooper twijfelend. De nieuwe, oranje Pokémon keek kort om zich heen, met nog steeds dezelfde razende blik in zijn ogen als hij voorheen had gehad. “Is… is alles… okay…?” vroeg Cooper, die langzaam door begon te hebben dat zijn Pokémon niet ontploft was. Evolutie… Dat was het geweest, niet waar? Wel, alles had een eerste keer. De oranje Pokémon draaide zich langzaam om naar zijn trainer. Hij toverde een scheve grijns tevoorschijn, die samen ging met een thumbs up. “Monferno,” sprak de Pokémon zijn eigen naam uit. Ja, dat was duidelijk dezelfde Rocket als eerst, want zijn thumbs up was nog steeds even lame als hij altijd was geweest. “Heh,” lachte Cooper, waarna hij met de rug van zijn hand zijn tranen wegveegde. Hij had heus niet echt gedacht dat zijn Pokémon zou ontploffen. Haha. Alleen het idee al. En… en hij had heus niet echt gehuild. Hij had gewoon wat in zijn ogen gekregen. De mist ofzo… yeah. Dat was het.

“Okay, Rocket! Tijd om te laten zien wie hier de baas is!” zei Cooper met een brede grijns. De Monferno klikte, waarna hij een triomfantelijke kreet liet horen. Zijn evolutie op zich was voor hem al een overwinning. Nu kon hij doen wat hij al die tijd al gewild had: de Lotad in zijn gezicht meppen. Hij wilde met één grote sprong de afstand tussen zichzelf en de blauwe Pokémon overbruggen, om er achter te komen dat zijn benen niet bepaald mee wilden werken. Ah, damn. Dat moest een na effect zijn van de training. “Go go go!” riep Cooper, zijn Pokémon aanmoedigend om het zware gevoel in zijn benen te negeren. De Monferno snoof. Als Cooper dat roteind achter die Lotad aan had kunnen rennen, dan kon hij dit gevecht nu ook afmaken. Hij zette zich af van de grond, waarna hij met een behoorlijk grote sprong er voor zorgde dat de afstand tussen hemzelf en de Lotad in één keer tot nul was gereduceerd. De Lotad, die voorheen nog behoorlijk snelle reflexen had gehad, scheen perplex te staan door de plotselinge toename in snelheid.

“Mach Punch!” riep Cooper. De Monferno snoof, precies wat hij zelf ook in gedachten had gehad. Hij trok zijn arm terug, waarna hij deze met al zijn kracht met een opwaartse beweging midden in het gezicht van de Lotad neer liet komen. Een uppercut. Met een klein boogje vloog de Lotad door de lucht. Zijn val werd wat geremd door het gigantische blad op zijn rug, al was het maar een beetje. Een luide kreet klonk van de Lotad, wiens neus nu toch wel behoorlijk pijn moest doen. Een mep was echter niet genoeg. Nee, hij moest meer. De Monferno sprong achter de blauwe Pokémon aan, om deze een tweede dreun te verkopen nadat deze weer op de grond was beland. De oranje Pokémon wilde een derde klap uitdelen, maar kreeg daar de kans niet voor – zijn trainer was hem voor. Met een duidelijk hoorbare smak kwam er een Pokéball in het gezicht van de Lotad terecht. Terwijl de blauwe Pokémon werd opgezogen door de Pokéball, keek de Monferno grijnzend naar zijn trainer. Cooper was nooit zo subtiel geweest als het ging om het gooien van Pokéballs.

x


Laatst aangepast door Cooper Brimstone op di jun 28, 2016 11:06 pm; in totaal 1 keer bewerkt
Terug naar boven Ga naar beneden
Cecille Skarsgård
Moderator
Cecille Skarsgård
Punten : 84
Gender : Female ♀
Age : 22
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Tyrogue
https://pokemon-journey.actieforum.com/t135-cecille-skarsgard https://pokemon-journey.actieforum.com/t139-cecille-s-pokedex https://pokemon-journey.actieforum.com/t6582-cecille-s-work-log#132295

Jump Empty
BerichtOnderwerp: Re: Jump   Jump Emptydi mei 12, 2015 8:04 am




GEFELICITEERD LOTAD LV.16 IS GEVANGEN!
Lotad is toegevoegd aan je team slot/PC
Geef Lotad een nicknaam? Ja/Nee

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Jump
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Jump style

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Couriway Town-
Ga naar: