Hij wist precies waarnaar hij opzoek was. Terminus Cave. Het duurde dan ook niet lang voordat de roodharige de ingang van de grot gevonden had. Dat was niet zo moeilijk geweest, gelukkig. Natuurlijk zat er een reden aan vast waarom hij hier was. De afgelopen paar dagen was hij alleen maar bezig geweest om research te doen, want hij wilde nog twee stevige pokémon in zijn team hebben. En na al die research was er een pokémon uitgekomen die hij in dit grottenstelsel zou kunnen vinden. Waarschijnlijk zou het niet al te lang gaan duren, zo groot was Terminus Cave namelijk ook weer niet. Tenminste, dat dacht hij.
Toen hij eenmaal in de grot aangekomen was viel het hem vies tegen. Er waren verschillende gangenstelsels waarbij hij moest kiezen welke kant hij op wilde gaan. De grond was er ongelijk op sommige delen en hij deed zijn best om niet in een kuil te vallen. Jeetje, het zou wel een triest leven zijn geweest voor de mijnwerkers die hier dagenlang in werkten. Nee, niks voor hem. Dan was hij echt nog veel liever in de grote steden van Kalos, zoals Lumiose City.
In elk geval, hij moest en zou die pokémon vinden. Zonder dat wezentje zou de tweede gym een nog grotere uitdaging worden, en hij vond dat hij lang genoeg had moeten wachten op het tweede opgevulde gaatje van die badge. Hij wilde het klaar hebben, de tweede badge in zijn badgedoos kunnen plaatsen en op gaan naar de derde gym. Veel trainers haalde de eerste badge wel, de tweede vaak ook nog wel, maar vanaf de derde haakten er velen af. Hij wilde speciaal zijn wat dat betrof, hij wilde namelijk ook de derde badge halen. Hij wilde alle badges hier in Kalos halen, zodat hij uiteindelijk tegenover de elite vier zou staan. Tegen de kampioen van de regio. Maar voor nu was dat nog een lange weg waar hij enkel over kon dromen en hopen dat het snel realiteit zou worden.
Arceus, waar was hij aan begonnen? Ondertussen strompelde hij hier nu al ruim een uur rond, zoekend naar de steel type pokémon. Maar hij had het nog altijd niet kunnen vinden. Zo nu en dan fladderden er een paar Noibats voorbij, en hij meende in de verte wat Geodudes een andere gang in te zien schieten. Maar nergens zag hij het ijzeren lichaampje van een Aron, de pokémon die hij op dit moment aan het zoeken was. Een korte zucht rolde over zijn lippen, waarna hij zijn ogen eventjes sloot. Maar dat was niet van al te lange duur, want er bonkte plotseling iets met een enorme dreun tegen zijn buik aan, waardoor hij achterover op de harde grond werd geslingerd. In de naam van Arceus, wat gingen we nou krijgen?
Het was een Aron. Mmm, in plaats van het wezen zelf te vinden had het ijzeren ding hem gevonden. Pijnlijk hield hij zijn hand op zijn buik gedrukt, maar de Aron leek het allemaal nogal grappig te vinden. Meteen griste hij de eerste beste pokéball van zijn riem af, vergrootte deze en liet de pokémon eruit. Met een snelle salto verscheen zijn Dewott voor zijn neus, met een zelfverzekerde blik in haar ogen natuurlijk. De jongen grijnsde lichtjes en hees zichzelf overeind, zijn hand nog altijd op zijn pijnlijke buik gedrukt houdend. Mocht hij het wezen vangen, hoopte hij wel dat het zijn gedrag een beetje aan zou gaan passen. Dat zou wel zo fijn zijn ja, anders zou hij nog wel eens een harnas mogen gaan dragen. Alles voor zijn eigen veiligheid natuurlijk, hehe.
"Water Gun," zei de jongen simpeltjes en Cascada had al meteen door wat er van haar verwacht werd. De Discipline Pokémon deed een halve stap naar voren en spoot toen een krachtige waterstraal op de Aron af. Deze wist het grootste gedeelte te ontwijken, maar kreeg nog net het randje van de straal over zich heen. Op zijn beurt voerde de pokémon een Harden uit, wat zijn ijzeren schild nog steviger zou maken en dus ook moeilijker om goed te kunnen verzwakken.
Razor Shell, zei de jongen toen terwijl hij een van zijn handen van zijn buik afhaalde en ermee tegen de muur aan leunde, gezien hij bang was anders alsnog door zijn benen heen te zakken. Het was echt pijnlijk geweest, maar dat was niet zo gek ook als je je besefte dat een Aron eigenlijk een bol van ijzer was. De Dewott pakte met een sierlijke beweging de twee schelpen van zijn benen af, waarna het op de Aron af begon te lopen. Deze had natuurlijk alweer een tegenaanval klaarliggen, en blokkeerde de schelp van zijn pokémon met een Metal Claw. Beide pokémon raakten elkaar bij deze aanval en tuimelden naar achteren. De Aron maakte hierbij een aardige dreun, waarna het snel weer op zijn vier pootjes stond. Zijn Dewott landde door een salto een netjes op beide voeten, de steel type iet wat gepikeerd aankijkend.
"Probeer hem te raken met een Water Pulse." Het was een verstandige aanvalskeuze, gezien hij wist dat een Aron zwakker was tegen water type moves. De Dewott schoot binnen een paar tellen een redelijk krachtige Water Pulse af, voor haar doen. De Aron kon niet meer op tijd ontwijken en werd vol geraakt. Pech voor hem, want de steel type had ook alweer een goede zet klaarliggen. De Aron schoot naar voren en voerde een perfecte, maar vooral krachtige, Headbutt uit op de Dewott. Deze werd hierdoor naar achteren geslingerd en kwam met een dreun voor de voeten van August terecht.
"Kom op, Cascada. Ik weet wel dat je hem aankan," moedigde hij zijn starter aan. De blauwe pokémon kwam iet wat moeizaam overeind en knikte een keertje. Zo lang hij vertrouwen had in haar en zij vertrouwen had in hem, zou het allemaal goed komen. Zoals altijd. Maar nog voordat Cascada de volgende aanval uit kon voeren, stuurde de Aron al een Rock Slide op haar af. De Dewott werd zo hard geraakt dat ze door haar benen heen zakte.
"Kom op, Cascada," zei hij en fronste een keertje. Was ze zo snel uitgeschakeld? De Dewott hees zichzelf moeizaam overeind en keek naar haar tegenstander.
"Water Gun." Het zag er immers niet naar uit dat ze nog een heel stuk zou kunnen rennen, en dan zou de Aron het zeker kunnen ontwijken. De steel type pokémon werd geraakt en slaakte een kreetje, waarna hij op Cascada afstormde en haar met een simpele Tackle knock-out liet gaan. Muk. Met zijn tanden op elkaar liet hij de uitgeschakelde Dewott terugkeren.
"Je hebt het fantastisch gedaan, Cascada," zei hij en klikte haar pokéball weer aan zijn riem. Als die Aron het zo ging spelen, kon hij het zware geschut krijgen.
De tweede pokémon die namelijk verscheen was zijn Rapidash. Hij zag wel op de snuit van de Aron dat dit absoluut niet de bedoeling was geweest. Hem onderschat, hmm? Een kleine grijns speelde rond zijn lippen en Epona wierp een vurige blik op haar tegenstander. In gevechten was ze zo veel anders dan normaal, dan was ze opeens een stuk actiever en vuriger. Ach, dat was gelukkig alleen maar goed. Hij hield niet vak zwakke en slappe pokémon die het elk moment konden begeven. Nee, hij wilde krachtige wezens die zouden blijven vechten als dat ze gezegd werd om te doen. Epona hoefde het niet eens gezegd te worden, dat deed de merrie namelijk al uit haarzelf.
"Flame Wheel." Zin om het gevecht langzaam op te bouwen en op het laatste met de sterkere moves te komen had hij niet. Daarvoor had de Aron hem tot nu toe al veel te veel geïrriteerd. Kon hij er wat aan doen dat hij niet echt veel geduld bezat, zeker niet als het om gevechten ging. Sommige mensen vonden geduld een schone zaak. Hij vond het alleen maar irritant en probeerde het zo min mogelijk te doen, voor zover dat kon met geduld dan. De Rapidash schoot een prachtig vlammenwiel op de Aron af. Deze wilde het ontwijken, maar werd toen al omsloten door de vlammen en volop geraakt. Het was een fout die de meeste pokémon maakten tijdens een gevecht, ze onderschatte de snelheid van hun tegenstander enorm en dachten dat ze zelf de beste waren. Nu moest hij toegeven dat zowel hijzelf als zijn pokémon een aardig ego bezaten, maar toch was het niet zo erg als sommige andere trainers en pokémon. Ze waren namelijk wel realistisch en konden helder nadenken. De Aron liet het er natuurlijk niet bij zitten. Het was hem al opgevallen dat ook dit een pittig wezentje was, perfect natuurlijk. Wat had je er nou aan als hij in zijn laatste stage een monster zou zijn, en zich dan zoet en liefjes zou gedragen. Nee, daarmee won je helemaal geen respect en aanzien in dit wereldje. En dat was nou juist wat hij wel wilde. De Aron kwam op zijn Rapidash afstormen en voerde een Metal Claw uit.
"Snel, Poison Jab!" De Rapidash liet zichzelf raken door de Metal Claw en prikte de Aron vervolgens met haar scherpe hoorn. De steel pokémon schrok er duidelijk van, gezien hij het niet had verwacht. Nu moesten ze het er niet bij laten zitten en er vol tegenaan gaan.
"Ember," beval hij Epona. Een straal vuur schoot uit haar mond en raakte de Aron volop, waardoor hij door de grot heen werd geslingerd en met een dreun tegen de muur aan kwam. Jeetje, als het zooitje dan maar niet opeens in zou gaan storten. Dan hadden ze wel een aardig probleem.
Ze moesten het gewoon nog eventjes volhouden. Heel eventjes nog maar en dan zou hij een pokéball uit zijn jaszak toveren en hem gooien. Maar voor nu wilde hij het zekere voor het onzekere nemen, de Aron was namelijk ook moeders zwakste niet als hij het zo bekeek.
"Fire Spin," beval hij toen hij zag dat de Aron nog aan het bijkomen was. Het wezentje begon nu namelijk wel uitgeput te raken. Geen wonder want Epona was al de tweede tegenstander die hij voorgeschoteld kreet. Mocht het nodig zijn had hij er nog twee achter de hand liggen, er was dus geen ontsnappen aan voor het kleine wezentje, tot zijn grote vermaak natuurlijk. Een ronddraaiende vlam kwam uit de mond van Epona zetten en ging regelrecht op de Aron af. Deze werd dus al snel geraakt door de vlam en slaakte een kreetje, waarna hij weer tegen de rotswand aan geslingerd werd. Hij kreeg nu echt alles terug wat hij zojuist tegenover zijn Dewott geflikt had. Logisch, want Epona en Cascada waren zowat onafscheidelijk en namen het altijd voor elkaar op. De Aron had de hoop nog niet helemaal laten vallen, want kwam op Epona afstormen en voerde een Iron Head op haar uit. De Rapidash werd geraakt en het bracht wel wat schade toe, maar niet zo heel veel omdat het steel type haar amper wat deed.
"Oké, doe nu nog Inferno!" Die aanval gebruikte hij vaak als laatste aanval, gewoon omdat het een van de sterkste was die de Rapidash kende en het altijd veel effect leek te hebben. De Rapidash luisterde natuurlijk weer en vuurde een enorme vlammenzee op de Aron af, die de hoop ondertussen opgegeven leek te hebben en zich vol liet raken. August was een tikkeltje verbaasd en keek fronsend toe hoe de Aron nog een laatste blik op hem wierp voordat hij opgeslokt werd door de vuurzee. Ondertussen viste de roodharige jongen een pokéball uit zijn zak, die had al dagen klaargelegen voor deze pokémon. Toen de vuurzee die Epona had geproduceerd verdwenen was gooide hij het ding op de afgezwakte Aron af. Met een luide plof kwam de bal tegen zijn flank aan, klapte het open en werd de steel type pokémon opgezogen in de pokéball. Het rood met witte voorwerp klapte weer dicht en viel met een kleine plof op de stoffige grond van de grot, waarna het wat heen en weer begon te wiebelen.