Member Alex BeaumontPunten : 52
Gender : Non-binary ♀♂
Age : 28
Type : Breeder
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: C’est un Taureau do feb 12, 2015 9:11 pm | |
| Met grote ogen staarden Aquarius en Sagittarius naar het uitzicht. Het drietal bevond zich op het moment ergens bovenaan een klif, waar enkele tientallen meters beneden hen Cyllage City zat genesteld. Alex had zijn team expres hiermee naartoe genomen, omdat niet alleen het uitzicht adembenemend was, maar er ook rust en vrede hierboven heerste. Nog niet zo gek lang geleden was hij in de stad aangekomen en had hij de top van deze klif gespot, direct hopend dat er een weg naar boven liep. Gelukkig voor hem – en misschien ook wel zijn team, nu hij het zo bekeek – was dit wel het geval. Het was hier zelfs zo rustig dat Alex besloot om zijn blog te checken en bij te werken, want dat had hij al een tijdje niet meer gedaan. Fronsend staarde hij naar de Holocaster in zijn handen, zich afvragend of zijn volgers hem überhaupt wel hadden gemist en of ze hem een berichte hadden gestuurd over waar hij bleef. Toen de pagina geladen was van zijn blog, zag hij inderdaad een aantal berichtjes die vroegen waar hij bleef en of hij wel in orde was, voornamelijk afkomstig van een bepaald persoon die hij een tijd geleden door zijn blog had bevriend. Hij grinnikte zachtjes, waarmee hij de aandacht trok van zijn pokémon; maar die negeerde hij verder, want op het moment zat hij niet meer op de klif van Cyllage City, maar in zijn eigen wereldje.
Alex had veel entrees gemaakt op zijn blog sinds hij er eentje had. Velen hiervan waren persoonlijke belevenissen, anderen hielden juist een mening met ergens wat feitjes ertussen gegooid in. Zijn berichten, echter, waren nooit valse leugens en hadden altijd een kern van waarheid, omdat hij goed gebruik maakte van zijn resources. Het was dan ook geen wonder dat hij na een tijdje een heleboel volgers erbij had gekregen – waaronder een aantal die hem toch wel erg aanspraken vanwege het feit dat ze in hetzelfde schuitje zaten. Zo ongeveer. Het gaf hem toentertijd een gevoel van zekerheid; een gevoel dat hij niet alleen was, omdat hij niet de enige was. Alex mocht niet klagen over de steun die hij altijd had gekregen van de mensen om hem heen, want hoewel zijn ouders erg gesloten waren, was de rest juist erg open geweest. Wat zijn vrienden betrof, althans, want hij had ook flink wat gemene opmerkingen moeten verduren tijdens zijn werkperiode in Kanto. Nee, hij was heel erg blij met zijn blog, zeker omdat hij mensen leerde kennen die hem uit de put probeerden te helpen wanneer hij erin vastzat, ondanks het feit dat hij praktisch een wildvreemde voor hen was.
De blonde jongen liet zijn ogen over de vele entrees die hij gemaakt had glijden, stoppend bij een bepaald bericht dat hem nog altijd in zijn dromen achterna zat. De titels mocht hij dan niet van elke post uit zijn hoofd kennen, maar deze stond in zijn geheugen gegrift en zou er waarschijnlijk niet meer uit verdwijnen. De titel was kort en zei verder niet veel over de entree zelf. Het was, voor de nieuwsgierigen onder hen, erg aandachttrekkend, want zelfs Alex voelde de nieuwsgierigheid in hem opborrelen bij het zien van de paar woorden. “C’est la vie,” las hij zachtjes voor. Het was het blogbericht die hij plaatste de dag nadat hij van huis was weggelopen. In eerste instantie was het bericht eigenlijk in zijn moedertaal geschreven. Naderhand besefte hij zich dat niet veel van zijn volgers daadwerkelijk de Franse taal beheerste en paste hij het aan. De titel behield wel zijn originele oorsprong. Dat was in zijn ogen veel beter.
Alex klikte het niet aan. Hij voelde er vrij weinig voor om oude jeugdherinneringen op te halen als die vol zaten met pijn en verdriet. Waarom hij de entree dan had geschreven? Voornamelijk om zijn gevoelens te kunnen uiten. Hij was niet iemand die zomaar kon zeggen waar hij mee zat. Hij was geen prater. Hij was een schrijver. En na zoveel jaren schrijven, was hij daardoor juist niet verbitterd. Had hij dit nooit gedaan, dan was hij of een kluizenaar geworden of hij was er niet eens meer. De jongeman was zodanig in zijn gedachten verzonken, druk bezig met het typen van een blogbericht, dat hij niet doorhad dat zijn pokémon hun aandacht op iets anders hadden gericht. Ze stonden er nog wel, want Aquarius was te moederlijk om roekeloos ergens op af te lopen, maar ze bewonderden het uitzicht naar Cyllage niet meer. Pas toen Alex opkeek, wanneer hij klaar was met een nieuw entree te maken en antwoord had gegeven op een bepaald persoon hun berichten, merkte hij dat er iets aan de hand was.
“Wat is er jongens?” vroeg hij verward aan de Squirtle en Growlithe. Aquarius keek hem aan en liep toen kalm naar hetgeen wat hun aandacht had getrokken. Sagittarius zag dit als een teken om vooruit te sprinten en racete er dan ook in een mum van tijd vandoor. “Niet weer,” verzuchtte Alex, terwijl hij opsprong en achter zijn pokémon aanging. Wat het ook was dat hun aandacht had verkregen, het was vast belangrijk. Zijn blauwe partner behield zich liever uit de problemen dan erin, dus dat ze op eigen houtje achter Sagittarius aanging, betekende toch wel wat.
De jongen liep een hoekje om en kwam in een soort krater terecht aan de zijkant van de klif. Het was eigenlijk gewoon meer een inkeping van het grote stuk rotsblok dan wat anders. Wat hij daar zag, liet hem toch wel even schrikken. Er lag een Rhyhorn en zoals het er nu naar uitzag, was het arme ding erg gewond. Sagittarius stond al bij de grote pokémon en Alex wilde naar hem roepen dat hij daar weg moest voor het geval dat, maar voor zover hij kon zien was de Rhyhorn alles behalve gevaarlijk. Hij keek zelfs met smekende ogen naar de blonde knul. Besluitend dat de pokémon geen dreiging was voor hem of zijn team, kwam nu ook hij dichter bij de Rhyhorn. “Wat is er gebeurd?” vroeg Alex zich hardop af, zijn blik onderzoekend op het lichaam van het wezen gericht. Hij kreeg uiteraard geen antwoord. Enkel een bezorgde blik van zijn Squirtle.
De drieëntwintigjarige beet twijfelend op zijn onderlip, niet zeker wetend wat hij nu moest doen. Zijn hand gleed zachtjes over het harde lijf van de Rhyhorn. De zware adem van het beest maakte het niet bepaald makkelijker voor Alex. Hij moest hulp zoeken voor deze pokémon, maar hij wilde hem niet hier onverzorgd achterlaten. Teleurgesteld in zichzelf keek hij naar Aquarius. “Wat moet ik doen?” vroeg hij aan haar. Aan haar blik te zien leek zij het ook niet te weten. Sagittarius kwam op dat moment naar hem toe, zijn enthousiasme nog altijd aanwezig omdat hij simpelweg een puppy was, en sprong tegen Alex zijn heup aan. “Hey!” bracht de jongen verrast uit. “Waar is dat goed voor?” De Growlithe gaf geen antwoord. In plaats daarvan duwde hij zijn zwarte neusje tegen de riem van de trainer. Alex was compleet in de war. Het duurde een paar tellen voor hij doorhad wat Sagi bedoelde. “... Oh,” mompelde hij droog, zijn grijze ogen zoekend naar de blik van de Rhyhorn. Het was op dit moment de enige optie, of niet soms? Hij wilde geen misbruik maken van de situatie, maar...
“Ik breng je in veiligheid,” sprak Alex resoluut tegen de Rhyhorn, terwijl hij vlak voor hem ging staan. Voorzichtig haalde hij een lege pokéball tevoorschijn en hield hij ondertussen in de gaten wat de pokémon z’n reactie was. Tot nu toe bleef hij rustig liggen, alsof hij al wist wat Alex van plan was en het maar gewoon accepteerde. Langzaam drukte de jongeman het ronde voorwerp tegen het voorhoofd van de Rhyhorn en wachtte toen in spanning af of het wezen bleef zitten, ondanks het feit dat hij wist hoe de pokémon eraan toe was. Het bekende ‘pling’ geluidje vulde zijn oren en Alex riep vlug zijn team bij zich, rennend naar het pad dat hem terug in Cyllage City zou brengen.
Eenmaal in het pokécenter en de pokéball van de Rhyhorn in handen van de zuster, zuchtte de blonde slungel opgelucht. Hij wisselde even een blik uit met zijn overige pokémon en legde zijn armen over elkaar heen. Aquarius wist waar hij aan dacht; hij vroeg zich af hoe de Rhyhorn daar gewond terecht was gekomen. Het nadenkende pruillipje op z’n gezicht zei al genoeg. “Squirtle, Squir,” sprak de blauwe schildpad tegen hem, waarmee ze succesvol zijn aandacht wist te trekken. Hij zuchtte. “Ja, je hebt gelijk. Piekeren heeft toch geen zin.” Alex baande zich een weg naar één van de vrije zitplaatsen op een bank in het pokécenter. Halverwege, echter, ving hij de helft van een gesprekje op. Wat hij hoorde, maakte hem ontzettend kwaad. De blonde knul was niet vaak kwaad te krijgen, behalve als het om gevoelige onderwerpen ging, en dit was er één van. “Ik heb die Rhyhorn mooi laten zien wie de baas is! Moet ‘ie maar niet daar staan. Heeft wel de helft van mijn team klein gekregen, maar...” Alex stopte meteen knarsetandend met luisteren. Bah, en dat noemde zich een trainer?
Sagittarius duwde zijn natte neus tegen zijn trainers hand aan en wenkte hem naar de bank toe. Hij luisterde naar zijn pokémon en ging zitten, waarop de Growlithe met zijn voorpoten op Alex’ schoot sprong en verontschuldigend naar hem keek. De jongeman lachte, hoewel ietwat geforceerd, en aaide Sagi toen over zijn kruin. Aquarius ging tegen zijn been aanzitten, geduldig wachtend tot één van de zusters met de Rhyhorn terug zou keren. Zo bleven ze dan ook een tijdje zitten, wachtend tot Alex wat was gekalmeerd en dat hun tijdelijke teamgenoot gezond en wel terugkwam.
De jongen bedankte de zuster toen hem de pokéball werd overhandigd en liep rustig naar buiten, de schuifdeuren uit. Aquarius en Sagittarius zaten hem op de hielen. Toen hij buiten stond, pakte hij de Rhyhorn zijn pokéball tevoorschijn en liet het wezen vlak voor hen verschijnen. In de tijd dat Alex op zijn terugkeer had zitten wachten, had hij een aantal dingen overwogen. Zonder enige waarschuwing knielde hij voor de pokémon neer en streek zachtjes over de neus van het beest heen. “Je bent verbazingwekkend vriendelijk voor een pokémon die botweg mishandeld is geworden,” merkte de blonde knul op. De Rhyhorn reageerde niet en sloot gewoon zijn ogen, genietend van de aandacht die hij kreeg. Alex glimlachte. “Heb je zin om met ons mee te gaan?” vroeg hij. “Dan zal geen enkele laffe trainer je meer aanvallen. Je hoeft ook niet te vechten als je dat niet wilt. Ik ben zelf ook niet zo’n vechter.” Hij moest zich er even van weerhouden om niet te lachen. Rhyhorn stonden namelijk bekend om hun agressieve temperament, maar deze was alles behalve dat. Althans niet tegenover Alex. Misschien omdat ze ergens wel hetzelfde waren. Hij had het namelijk ook niet al te makkelijk gehad voor hij was vertrokken uit Sinnoh.
“Dus, wat zeg je?” vroeg hij opnieuw. Hij stopte met aaien en wachtte geduldig tot de pokémon zijn ogen weer had geopend. De Rhyhorn scheen na te denken over het aanbod – en lang ook, maar dat begreep Alex wel. Zo’n beslissing was niet niks en hij wilde het wezen niet dwingen. Als hij niet mee wilde, dan liet de trainer hem gewoon gaan. Zo simpel was het. De neushoorn scheen het echter wel een interessant idee te vinden om met hem, Aquarius en Sagittarius mee te gaan. Eén knik van de Rhyhorn was meer dan genoeg bevestiging voor het drietal. De Squirtle keek hem trots aan, alsof hij een zoon was die zojuist had verteld dat hij één van de meest succesvolle banen ter wereld had gekregen. Sagittarius hupte vrolijk heen en weer en kefte enthousiast. Alex glimlachte alleen maar, hoewel zijn blik al snel veranderde in een bedenkelijke frons. “Hmm,” begon hij, zijn hand verplaatsend naar zijn kin, waarbij hij zijn wijsvinger tegen zijn lippen duwde. “Een passende naam...” Bij zijn ontmoeting met Cad had hij al bekend dat zijn thema de sterrenbeelden was geworden. Welk sterrenbeeld paste er het best bij een Rhyhorn en complimenteerde zijn karakter? “Wat dacht je van Taurus?” Dat scheen een goed antwoord te zijn.
Die avond lag Alex relaxt tegen Taurus’ zijde aan, met aan de ene kant een opgerolde Sagittarius en aan de andere kant Aquarius tegen zijn eigen zijde. Met een triomfantelijk grijnsje drukte hij op het verzendknopje op zijn Holocaster en keek hij trots toe hoe de nieuwe entree op zijn blog stond, met als titel: “C’est un Taureau.” |
|