Not Me - Pagina 2
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 Not Me

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
Ga naar pagina : Vorige  1, 2
AuteurBericht
Ragya Airon
Member
Ragya Airon
Punten : 619
Gender : Female ♀
Age : 21 years, born on may 4th
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Ninetales
https://pokemon-journey.actieforum.com/t2533-ragya-airon https://pokemon-journey.actieforum.com/t2534-ragya-s-pokedex#50737

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptywo jul 20, 2016 5:53 am

Ineens leek iemand Tawnee aangesloten te hebben aan de oplader en nieuwe energie te geven, want ze sprong omhoog. Ragya fronste om dit aanzicht en liet wat meer ruimte tussen hun in komen, net genoeg om een eventuele uithaal te ontwijken. Maar nee, een gewone uithaal zou saai zijn niet waar? In plaats daarvan kwam diens Aggron tevoorschijn en gebruikte een Dragon Tail. Aldrei sprong voor haar en ving het meeste van de klap op, al konden ze niet voorkomen dat ze nu een mooie jaap bij de collectie toe kon voegen. Het deed pijn, heel erg veel pijn, en er kwam zeker wat bloed uit. Toch grijnsde de roodharige manisch en keek onverdrongen vechtlustig richting de ander. Het leuke aan de manische kant van Bipolar zijn is dat je absoluut geen grenzen kent en je ego graag de klap op vang voor alle schade die je op zou kunnen lopen. Gelukkig had ze ook nog een Ninetales die hierin kon helpen. “Aldrei, Overheat” kwam er op een geamuseerde toon uit. Meteen richtte de vos deze aanval op het metalen monster en diens trainster.
Terug naar boven Ga naar beneden
Tawnee Aguna
Member
Tawnee Aguna
Punten : 294
Gender : Female ♀
Age : 20
Type : Team Rocket
Rang : Agent
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Sandile
https://pokemon-journey.actieforum.com/t739-tawnee-aguna https://pokemon-journey.actieforum.com/t742-tawnee-s-pokedex

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptywo jul 20, 2016 8:43 am


Er leek iets te kraken bij de arme Ragya... Maar ook Tawn was niet helemaal ok. Haar gedachten waren een rommeltje en daarbij was ze niet zo stabiel over het algemeen. Het leek haast alsof de kracht van je Pokémon je sanity van je nam. Zo had het al bij meerdere mensen gebleken. Was dit het doen van macht? Hehe. Ze grinnikte zachtjes en zette een hand in haar zij maar voelde een steek in haar kop... Auw, auw... Gvd... Ze moest kalm blijven... Toch...? Nee, ze moest hier nu eens gewoon... Voor gaan. Ze grijnsde dan ook plots breed voordat ze weer een kreun aan haar lippen liet gaan... Gvd... “Aldrei, Overheat” Was ze serieus? Fire type moves tegenover haar rock, steel vriendin zou weinig doen. "Protect en Stone edge," zei ze even zachtjes kreunend waarbij het monster zichzelf beschermde bij de ene move en er plots een rij stenen de grond uit schoten bij de vos. Dat zou der wel eens leren.
Terug naar boven Ga naar beneden
Ragya Airon
Member
Ragya Airon
Punten : 619
Gender : Female ♀
Age : 21 years, born on may 4th
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Ninetales
https://pokemon-journey.actieforum.com/t2533-ragya-airon https://pokemon-journey.actieforum.com/t2534-ragya-s-pokedex#50737

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptydi jul 26, 2016 9:23 pm

Wacht, was dit ding een stone type? Het ding leek immers de Overheat redelijk te kunnen handelen. Al zorgde het steel er gelukkig voor dat ze niet helemaal voor lul stond. Ja, ze kon best leven met neutrale schade in alle eerlijkheid. Alsof ze een andere optie had. Heh. Daarbij was ze niet echt in de mentale staat hier al te moeilijk over te doen. Ze wou gewoon wat dingen in de fik zetten damnit. Dat was toch niet te veel gevraagd? Blijkbaar wel, want ze kregen stenen op zich af gegooid. Leuk. Echt, nee, geweldig joh. Vooral met die protect erbij. Wat een feest hier. Aldrei leek het ook te waarderen, het beest gromde immers diep en kreeg het voor elkaar enkele van de stenen tegen zich aan te krijgen. Ze had een diepe haat richting richting die aanval, niet normaal. Al was ze nog niet uit haar huidige bui te slaan. Echt, was ze medicatie vergeten ofzo? “Dark Pulse en Inferno” Klonk er door haar accent heen. Ze was niet in de mood voor al dat beschermende gedoe. Aldrei leek zich nog wel zorgen te maken, maar deed zonder klagen wat er van haar werd verwacht.
Terug naar boven Ga naar beneden
Tawnee Aguna
Member
Tawnee Aguna
Punten : 294
Gender : Female ♀
Age : 20
Type : Team Rocket
Rang : Agent
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Sandile
https://pokemon-journey.actieforum.com/t739-tawnee-aguna https://pokemon-journey.actieforum.com/t742-tawnee-s-pokedex

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptydo jul 28, 2016 11:50 am


De hele sfeer die Ragya normaal had was weg... Wacht eens even... Wacht es even... Oh... Yeah... Zonder iets te zeggen pakte de gepijnigde Tawnee een tweede ball erbij. Ze wist donders goed dat Kido dit met gemak alleen kon afhandelen.. Maar vernederen kon je altijd doen niet? In haar hoofd kon ze de instemming horen, buiten het ene die riep om Rag in elkaar te slaan. Dat zou ook gebeuren. Met Saiko die mentaal haar verder kon kraken en Kido die fysiek niet te stoppen was. Zo was het steel duo van haar perfect. Ze vulden elkaar aan. Vechten met elkaar konden ze dan ook als een van de beste. Het was als yin en yang. Beheerst en rampage. Mentaal en fysiek. Misschien niet meteen voor de hand liggende tegenovergestelde, maar het was nu eenmaal zo. De ander droeg op een Dark Pulse te doen, gevolgd door een Inferno. Ondanks de koppijn begon Tawn luidop te lachen, waardoor de Dark Pulse met gemak raakte. "Metal Burst," Aan een snelheid die normaal niet normaal was voor zo'n Pokémon, schoot deze naar voren. Dit was omdat de Aggron nog een Autotomize ertussen had geduwd uit haarzelf. De Inferno raakte haar, toen ze nog maar een meter of twee van Aldrei verwijderd was... Maar toen lichte de metalen pokémon goud op en schoot een veel krachtigere aanval terug op de vos. DE kracht van de inferno werd vele malen sterker terug gestuurd naar de ander. Ontwijken? Nee, dat zag tawn op die afstand niet gebeuren, zeker niet na een aanval. "Toxic," De Aggron gromde even en schoot op de vos af, om haar de aanval toe te dienen en haar langzame ondergang te geven. Dat zou mooi worden, niet alleen voor haar en haar gedachten, maar ook voor de Aggron, die haar nu kon richten op defense. "Mud-slap," Nu ze zo dichtbij was probeerde de ander nog de ground type move uit te voeren. Dit was niet voor de damage maar voor het effect die erbij gepaard ging. Wat nou?
Ze knipperde even en grinnikte zachtjes waarna haar hand eindelijk de lucht in rees en in een flits een tweede level 100 verscheen. De Metagross keek met rood gloeiende ogen naar Ragya. "Dus... Hoe erg gaat het er aan toe in dat koppie van haar?" zuchtte ze even waarna een zacht gekreun van haar lippen gleed. Opnieuw, het deed pijn, die klap. De psychic type concentreerde zich op de roodharige en had al snel genoeg informatie om dit naar Tawn te sturen. Ze vernauwde haar ogen even en zuchtte zachtjes. Oh well. "Daag der maar uit," zei de roosharige kalm, ondanks de onder dwingende pijn in haar kop. Het meisje haalde plots een soort klein tasje uit haar zakken, die ze open ritste en waar ze in begon te rommelen. Kalmeringsmiddel had ze wel vaker op zak. En rechtstreeks inbrengen in de bloedbaan was altijd beter als je een snel effect wilde. Tja... Ze zuchtte even en bekeek de potjes even kalm waarna ze door een van de vliesjes prikte en de vloeistof eruit haalde voordat ze even de spuit ophield en er wat tegen tikte om de overtollige lucht eruit te laten en even alles goed te bekijken. We wilden immers geen lucht in de aderen van onze geliefde -kuch- Rag brengen... Hoe dan ook, wist Tawn, dat ze dan waarschijnlijk wel een gevecht tegen haar zou brengen. Geen idee hoe de ander dan zou winnen, maar ah...
'Dus, Ragya was de naam niet?' me telepathie hield Saiko contact met de mentaal gebroken Ragya. Ze zou niet vechten vandaag, dat was duidelijk. Misschien wel als een tweede vijand zou opkomen. Geen idee of dat gevecht dan lang zou duren. Saiko kon snel en dodelijk zijn. Ze was niet zoals Kido, een Pokémon die vooral op defense was gericht. Maar ah, dat was opnieuw niet iets waar ze zich zorgen maakte. Niet Tawn, noch Saiko. Had je werkelijk nood aan twee dezelfde Pokémon...? Nee toch... Het was onlogisch. Nja, sommige mensen waren zwak en dan namen ze gewoon meer van de dingen die positief voor hen waren. Dat waren de simpele gedachten van een mens, de simpele doorstroming van een mens. Het was een redenering van zwak zijn en sterker worden. Tawn had dit geleerd van de Metagross. Het was speciaal dat een Pokémon leerde aan een trainer. Maar het intellect van een Metagross lag nu eenmaal vele malen boven dat van een mens.  En nee, er was nog steeds geen manier om dat te veranderen. Tawn was daarbij ook gewoon een persoon, een human being. En dat zou ze waarschijnlijk ook altijd blijven. Hoe fucked up ze ook zou zijn, een mens was ze... Biologisch gezien. Op ethisch niveau kon er zoveel gezegd worden. Maar soms kon je dat aan de kanten schuiven. 'Herinner je mij nog, Ragya? Herinner je nog je nederlaag tegen een Pokémon in nadeel?' klonk er even van Saiko af. Ondertussen was de rozeharige nog steeds bezig met in haar tas te kijken. Ze had wel wat dingen bij zich, altijd eigenlijk. DIngen die ze zelf had gefixt en nog moesten getest worden of juist dingen die algemeen bekend stonden. Ah tja. 'je bent echt zielig. Je denkt toch niet ooit iets te bereiken met dit barbaarse gedoe? Kijk jezelf dan...' Tawn zuchtte even zachtjes. Ze leek opeens een stuk beheerser. Het was altijd Saiko die haar mentel steun gaf als ze het het meest nodig had. Nu was ze serieus en op haar dooie gemak. Nu kon ze beheerst te werk gaan. 'En ik weet hoe je nu gaat reageren want je bent een mens en alle mensen zijn dom en achterlijk,' hm... 'Je bent niet meer dan een ander mens. Je bent gewoon nutteloos... Weet je dat?' heh. 'Ik ben een supercomputer, ik kan het weten. Of zou ik liegen dan? Nee, je zal vast denken dat ik maar zaag dat ik maar irritant ben. Maar weet dat ik in je hoofd zit. Ik weet wat je denkt, wat je voelt, wat je volgende stap is,' Het was mooi hoe de Metagross totaal geen expressie had. 'en jij, Ragya? Er zit niet veel in eh? Net zoals die Nathan. Jullie mogen misschien kracht hebben maar jullie karakters zijn goed gebroken, jullie zijn defect. En voor wat? Wat voor drama hebben jullie meegemaakt om zo te reageren?' een stilte. 'Jullie zijn beide verschrikkelijk,' de ogen gloeiden wat meer. Voor wat zij wist over Tawn en het verleden van het meisje. Over elk moment dat ze leefde. Voor haar was elke stap, elke ademtuig een pijn. Voor haar was leven een helse pijn geweest... Voor haar was het nog steeds een hell. Maar voor wat zij zag, wat de mensen keer op keer brak, zo ver kwam ze nog steeds niet. Was ze kapot? Misschien wel. Maar ze had in feite niks. Voor wat ze deed was zichzelf opbergen in haar eigen geest. Bot reageren en gemeen zijn... een toevluchtsoord zoeken in wat men wetenschappen noemde. Het was allemaal maar een normale reactie van een normale, gezonde geest naar de gebroken wereld toe.

-1184 words
Terug naar boven Ga naar beneden
Ragya Airon
Member
Ragya Airon
Punten : 619
Gender : Female ♀
Age : 21 years, born on may 4th
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Ninetales
https://pokemon-journey.actieforum.com/t2533-ragya-airon https://pokemon-journey.actieforum.com/t2534-ragya-s-pokedex#50737

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptydo jul 28, 2016 9:20 pm


Ragya hielt het veld in de gaten, wat die Kido deed en natuurlijk de acties van haar eigen pokémon. Al maakte ze zich geen druk over Aldrei, die vertrouwde ze door en door. Verder hielt ze haar blik nog het meeste op Tawnee. Ze had er een hekel aan om haar pokémon háár gevechten te laten afhandelen. Dit bracht geen enkele vorm van voldoening. Ze wou iemands nek omdraaien, een schedel in slaan. Ze wou zich sterk voelen. De roodharige was er vrij zeker van dat ze de meid aan de overkant klein kon krijgen, al kon het net zo goed haar mania zijn die weer eens opsprak. Het maakte niet uit welke van de twee het was, ze zou het er wel op wagen. Nog altijd had ze een geweer bij de hand, en natuurlijk nog degene van de ander die ze netjes had meegenomen. En hoewel ze heus niet te onschuldig was een kogel in iemands harses te jagen, sprak het haar niet erg aan. Misschien was het zoals een mes, de eerste keer steken was moeilijk, maar daarna was het geen moeite meer. Bitter grijnsde ze. Ja, Tawnee mocht die eer wel op zich nemen. Het gevecht ging verder, al kostte het haar enige moeite het echt te volgen. Ze vond het gewoon niet interessant. Aldrei was sterk, had veel meer pit in zich dan dat logge beest die zichzelf een pokémon wilde noemen. Het ding kwam dichter bij haar pokémon, en Aldrei kon niet de tijd vinden nog te ontwijken. De Ninetales had immers net haar eigen aanval uitgevoerd. Misschien als ze zich dwars had omgedraaid, maar de teef was even koppig als haar trainster. Ze hadden veel gemeen, manieren van reageren en enkele karakter punten. Ze waren immers op elkaar afgestemd, anders hielt je het niet zo lang vol met z’n tweeën. De aanval werd teruggekaatst en ondanks dat Aldrei minder op defence was gericht nam ze de klap voor lief. Nog enkele aanvallen volgde, waarna ook haar pokémon de kans vond weer terug te reageren. Ragya zei niks, geen drang voelend hardop te zeggen wat de ander al zou doen. Zo vuurde ze een Confuse Ray op het beest af en maakte van deze tijd gebruik zelf een Nasty Plot te houden. Confusion was altijd makkelijk op je tegenstanders, dat was een feit. Verder waren bad thoughts geen probleem bij de gouden vos, en de bonus was zeker leuk, vooral voor de schade die ze hierna probeerde te doen. Want de afstand was nog steeds kort geweest toen Aldrei op de Aggron af sprintte, om hierna zichzelf af te zetten en in de lucht haar muil te openen. Vuur borrelde op in haar keel waarna ze deze in een Fire Blast afvuurde op de ander. Eenmaal terug op de grond besloot ze weer wat ruimte te maken en weer richting Ragya te lopen, ze deelde kort een blik met elkaar voor ze hun ogen weer op hun tegenstander legde.
Op dat moment kwam er een bekende bij. Echt, een hele reünie zeg. Ze voelde de liefde en broederschap al. Haar rode ogen stonden nu recht in die van de Metagross. Wat had ze een haat richting die wezens zeg. En ze moest toegeven dat deze er niet heel erg mee geholpen had dat beeld te verbeteren. Ze waren gewoon grote lompe populaire hopen schroot. Ze verstond de woorden van diens trainster niet, al volgde hierna een zeer ongemakkelijk gevoel. Rag kon het niet plaatsen, ze had het immers nooit eerder meegemaakt. Het zorgde wel voor een trilling over haar ruggengraat. Ondertussen haalde Tawnee ook wat rotzooi tevoorschijn. Ze fronste even en deed een poging te zien wat het was, echter was haar focus al ergens anders naar toe gegaan voor ze het goed had gezien. Ze hoorde immers een stem in haar kop. En hoewel er heel veel mis met haar was, hoorde ze normaal geen stemmen. Verward zocht ze naar de bron van de vraag, om uiteindelijk weer bij Saiko te komen. Ze keek weer in diens licht gevende ogen, en vernauwde die van haar eigen even. Zelf had de roodharige geen pokémon die met telepathie spraken en echt veel liefde gaf ze niet aan die van een ander. Dit was de eerste keer dat iemand zo contact met haar maakte, in ieder geval wat ze zich nu herinnerde. Het was ongemakkelijk, vooral aangezien het de tegenstander was die deze vorm van communiseren gebruikte. Ze wou dat stuk smeltijzer niet in haar hoofd horen. Het ergste was dat ze de stem als haar eigen had kunnen horen, er waren immers geen tonen in je hoofd, alles klonk hetzelfde. Haar ongemak was niet vanaf de buitenkant te zien, dat wist ze. Verbergen wat ze voelde was normaal, natuurlijk. Ondanks dat ze zich ineens heel erg naakt voelde tegenover de ander. Ze gaf ook geen antwoord op de vraag, half begrijpend dat dit niet noodzakelijk was. Die vuilnisbak wist heus haar naam wel. Aldrei leek ondertussen ook te merken dat er wat mis was, want ze keek achterom van haar eigen gevecht en begon hierna diep te grommen richting Tawnee en diens schroothoop. Nee, ze hadden niet het contact zoals de andere twee dat hadden. Ze konden niet met elkaar praten in woorden of zonder dat iemand het doorhad. Maar ze begrepen elkaar, voelde elkaar aan. Hun band was meer gericht op gevoel dan echt logica, al leek alles van Rag hieronder te kunnen vallen. De Ninetales leek dus ook instinctief te merken dat er iets fout zat, zelfs al begreep ze de wat en waars niet helemaal. Het was genoeg om te zorgen dat deze nu twee dingen had om op te letten. De stem klonk weer, al was ze er nog op voorbereid werd het er zeker niet beter op. Ragya vernauwde haar ogen en staarde vurig naar de ander. Begin hier niet aan. Ze kon dit niet hebben. Ze haatte zoveel dingen maar van alles was dit nog het ergste. Ze kon er niks aan doen, ze wist dat mensen hier misbruik van maakte maar het was niet iets dat je gewoon uit kon zetten. Ze haatte zichzelf, zichzelf met die constante drang om sterk te zijn. Of beter gezegd, niet meer zwak te zijn. Alles had ze gedaan om zover te komen. Ze had haar naam veranderd, mensen het leven ontnomen en een organisatie gejoined waar ze geen passie richting voelde. En hier kwam het weer, een hoopje ijzer dat haar in haar eigen hoofd begon uit te lokken. Voor een deel was het nog erger, het was bijna alsof je eigen hersenen zich tegen je keerde. “Bek houden” Klonk er gedempt van de meid af, duidelijke agressie was erin op te merken. Al moest je blind zijn het nu nog te missen. Ja ze kende Saiko nog, en hell yeah dat ze dat nog herinnerde. Waarom dacht je dat ze zo’n hekel aan die trut daar had? Maar dat was toen, ze was nu anders. Ze was sterker. Het moest. De stem ging zonder genade weer verder. 'je bent echt zielig. Je denkt toch niet ooit iets te bereiken met dit barbaarse gedoe? Kijk jezelf dan...' Hou stil, dacht ze als reactie terug, nog niet begrijpend dat de ander dit zou merken. Wat moest ze anders? Ze had hier geen keuze in, het was niet dat ze hier vrijwillig iedere keer weer opnieuw zichzelf verder brak? Er was al zo weinig over. Haar pigmentloze ogen gingen onrustig naar Tawnee toe, al hielp het zien van diens nieuwe houding niet. Alles behalve. Een gefrustreerd geluid borrelde op vanuit haar keel, waarna ze haar vuisten balden. 'En ik weet hoe je nu gaat reageren want je bent een mens en alle mensen zijn dom en achterlijk, Je bent niet meer dan een ander mens. Je bent gewoon nutteloos... Weet je dat?' Haar ademhaling trilde even terwijl haar hartslag zich versnelde. Het interesseerde haar niet, het hoorde haar niet te interesseren wat de ander tegen haar zei. Ragya legde haar hand even tegen haar hoofd aan. Ze zat heel erg dichtbij, ze wist het van zichzelf. Mania gaf haar weer die machtslust terwijl haar frustratie zich weer richtte op fysiek geweld. Het was makkelijker, veel makkelijker om woede te voelen dan haar angsten en falen onder ogen te komen. Om ze te bevestigen. 'Ik ben een supercomputer, ik kan het weten. Of zou ik liegen dan? Nee, je zal vast denken dat ik maar zaag dat ik maar irritant ben. Maar weet dat ik in je hoofd zit. Ik weet wat je denkt, wat je voelt, wat je volgende stap is,' Het waren die laatste zinnen die Ragya vooruit dreven, Ze probeerde de ander buiten te sluiten. Nu pas kwam het door dat de ander alles op zou merken aan haar. En ze wist zelf niet eens wat ze dacht, voelde of nu echt ging doen. Laat staan dat een ander dat mocht weten. Ze was opgefokt, als een in het nauw gedreven dier. Het uitdagen ging zeker goed zeg, het leek erop dat ze hier nog 10% daalde in haar al lage mentale status. 'en jij, Ragya? Er zit niet veel in eh? Net zoals die Nathan. Jullie mogen misschien kracht hebben maar jullie karakters zijn goed gebroken, jullie zijn defect. En voor wat? Wat voor drama hebben jullie meegemaakt om zo te reageren?' Haar passen versnelde zich. Ze was niet defect. Nee. Er was niks mis met haar. Onbewust dacht ze na over die laatste vraag. Een flashback van de tijd waarin het erin gehamerd was dat ze niks was, vervangbaar, en dit altijd zou blijven. Niet nu. Haar rode ogen lagen op Tawnee, al zag ze een ander persoon voor zich, haar gedachtes bleven hangen in de eerdere beelden. Misschien was ze wel defect. Maar ze zou nog liever ieder bot in haar lichaam breken dan zich ook mentaal toe te laten geven. Haar hand ging naar haar mes, al haalde ze deze nog niet uit de schede. Ze had op deze manier al eens eerder haar problemen opgelost. Eens kijken hoeveel het vliegende ijzer nog zou spreken als diens trainster leegbloedde. Ze onderdrukte de vreemde drang erom te gaan lachen. “Laat dat díng uit mijn hoofd gaan” Sprak ze koud en dwingend richting de andere meid. De afstand was nu overbrugt en ze haalde uit richting de slaap, om hierna nog een stap dichterbij te zetten voor de volgende slag richting diens maag. Vechten hielp, het gaf haar het waanidee controle te hebben over een situatie, sterk te zijn. 'Jullie zijn beide verschrikkelijk,' Ze was niet verschrikkelijk, ze was normaal. Kort dacht ze aan Nathan, iemand die haar meer dan eens op had kunnen fokken om zijn zin te krijgen. En soms gewoon omdat hij er zin in leek te hebben. Toch trok ze met deze dodo op. Ze beschouwde hem zelfs als een vriend, de meerderheid van de tijd dan. Hij was niet gebroken? Well, hij was niet normaal te noemen, maar gebroken? Hij had wel kracht, iets wat ze aan hem haatte. Ze verbrak haar gedachtegang en keek nu weer naar Tawnee, om haar woorden te herhalen. “Láta það stoppa” Haar accent was dieper in haar eigen taal, al kwamen de woorden veel natuurlijker uit haar mond. Weer kwam er een poging de ander neer te halen.
Aldrei merkte alles vanaf het veld op. Het gevecht tegen Kido was niet makkelijk, maar te doen. Hij was traag en zijn steel attacks deden haar weinig. Toch hielp het niet nu haar aandacht verdeeld was. Geïrriteerd keek ze naar het slaafje van de meid, om hier nog even diep naar te grauwen in haar oren naar achteren te duwen. Nee, ze ging hier niet nutteloos vechten terwijl de ander zichzelf in een vroegtijdig graf joeg. Met een printje deed ze een poging weg te komen van de Aggron en zette koers naar de meiden en de Metagross. Meteen vuurde ze een Flamethower op de andere pokémon af, al was haar aandacht nog altijd bij Ragya. De vos had de spuit immers wel opgemerkt en het idee van een lekgeprikte trainer was niet zo aanlokkelijk. Daarbij was de teef zich er erg van bewust dat Rag weer uitgelokt was, en zo haar gevoel voor redenering compleet was verloren. Echt, de komende week zorgde ze ervoor dat ze binnen zaten, met de deur op slot en geen enkel gevaar in de buurt. Had ze verdiend.




Terug naar boven Ga naar beneden
Tawnee Aguna
Member
Tawnee Aguna
Punten : 294
Gender : Female ♀
Age : 20
Type : Team Rocket
Rang : Agent
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Sandile
https://pokemon-journey.actieforum.com/t739-tawnee-aguna https://pokemon-journey.actieforum.com/t742-tawnee-s-pokedex

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptyvr jul 29, 2016 5:25 pm


Ze zag een persoon voor zich. Iemand die een familie had en iemand die relaties had. Opgebouwd, afgebroken, vervormd. Zo was zij ook... En ze leken op elkaar, op zoveel manieren. Maar ze pakten het anders aan. Ze zag het... Deze meid was dom. Ze had toch iets... Tawn was fysiek niet de sterkste, maar mentaal kon ze serieus wat presteren als het erop kwam. Ze wist goed waar ze aan was begonnen toen ze Saiko erbij had gehaald. Ze wist heel goed hoe het zou uitlopen. Elke stap die ze zou zetten, elke actie die werd ondernomen. Nu was de roosharige volledig geconcentreerd. Men kon het zien als een concentratieboost. Iets dat mensen met ADD soms wel es hadden. Ze noemden het een abnormale reactie, waarbij een persoon abnormaal alert kon zijn en veel beter informatie kon opnemen dan normaal. Ja, ze had daar soms wel eens last van. Maar dit voordeel ging te paar met een bak vol nadelen. Ze wenste het niemand toe. Heh... Misschien ook om het voordeel, maar ah. Zolang zij ervan kon profiteren had ze genoeg eraan. Wat had ze er anders aan? Niks... Juist ja. De Aggron keek even scherp naar de vos. Als de Toxic raak was, wat waarschijnlijk het geval was, wist ze dat de kaars vanzelf uit zou gaan binnen enkele minuten. Zo niet, dan liet ze deze toren op zijn grondwesten trillen. Voor de kracht die diep in het beest zat en de passie en liefde die ze voelde voor haar trainster en moeder. Ja, Tawn had de Aron al van kleins af aan opgevangen. Als een kleine baby van level 1. En nu was het een machtig beest. Voor elke keer dat zij een slag had genomen voor de steel type, voor elke keer dat zij in de aanval was gegaan voor de kleine baby... Elk moment, elke knuffel, elke slag... Het ging door de kop van het stalen beest als een film. Ze wilde altijd al sterker zijn voor de persoon die haar die kracht had laten zien. Voor de persoon die haar van dag 1 had opgevangen en haar liefde had gegeven. Een speciale band hadden die twee. Geen fysieke, geen mentale... Die twee waren een. En dat was al duidelijk van dag 1. Ze was er altijd en zij zou er nu voor haar zijn. Ze ontweek dan ook met gemak de confuse ray en versnelde zichzelf met een Autotomize. Even hield het stalen monster de blik van de gouden vos stevig vast. In haar ogen lag een kalmte, maar een storm was op komst. Eentje die de hele ruimte wel es kon laten instorten. Nee, niet alleen de ruimte, misschien het hele dorp. Maar dat kon haar niks schelen. Zolang zij maar trots en bescherming kon brengen naar haar moeder, haar leven, haar alles. Dat was de visie die dit monster had. Het leek een ding zonder gevoelens, zonder een hart. Maar diep vanbinnen had ze een ziel. Eentje met emoties en met een gezicht. Niet alleen het scherpe, vervormbaar, ijzeren gezicht... Ze gromde echter even toen de ander in aanval ging. Meteen gooide ze een Protect om, waardoor de Fire Blast goed werd afgeweerd. Opnieuw sloeg ze even kalm in het rond en voerde ze een derde Automotize uit. Haar lichaam was een stuk lichter nu. Met drie boosts kon ze zich nu vele malen sneller verplaatsen, wat als een verrassingselement later kon dienen. De rook daalde wat en even sloeg het beest rond en wat weg waarna haar ogen wat meer gloeiden in het donker. De hele aarde begon te trillen in een voorbereiding op een Stone Edge. Stenen rezen van de aarde, alsof ze er altijd al waren. De tegels van de toren vlogen door de lucht. In een bepaalde elegantie die niet paste bij een Pokémon zoals Kido, schoot ze op en spong ze van steen naar steen, die steeds voor haar opdoemde, in een poging de vos te raken. Vervolgens lande ze, tussen stenen en gebroken aarde in, waarbij de grond hevig trilde en het gebouw zelf het moeilijk had met zichzelf goed bij elkaar te houden. Zoals voorspeld zou er vandaag meer vallen dan alleen een Pokémon of twee... En misschien een meid. De Aggron was nu dichter bij de vos, die de afstand groter had proberen te maken tussen hen, dus haar staart lichte blauw op en met een hevige draai probeerde ze deze te raken. Een Dragon Tail. Daarna bulderde ze even en schoot ze op. Opnieuw schoten stenen uit de aarde, uit de muren. Alsof de stone edge die ze opriep volledig wild aan het gaan was. De storm begon op te komen. In haar ogen stond een verwilderd iets. Een monster die wakker werd. Diep vanbinnen, verborgen achter wat kennis en wat ervaring... Maar als ze te wild werd... Dan kwam ze... En dan begon het echte gevecht. Kido was een vechter, onverslaanbaar tot nu toe... En dat zou zo ook blijven. Fire types waren geen uitdaging voor haar. Ze nam ze met gemak op. Ze vond ze niks en dus ook zo vond ze dit gevecht ergens niks.. Maar het feit dat haar trainster en haar mamie in gevaar was. Dat zorgde ervoor dat ze berserk kon gaan... Bijna. Nog even en dan zou dat de druppel zijn. Een boze Kido wilde je gewoon niet zien. Je wilde het gewoon niet meemaken.. Tenzij je je leven zo goed als zat was. De muren begonnen hun stenen te verliezen, de toren werd minder stabiel en even voelde het aan alsof de aard in twee zou splitsen en een landschap van verwoest en opgestoken steen zou ontstaan. Nog een Stone edge die uitliep en dat zou het geval worden. Nog een keer... en de grond zou onbetreedbaar worden voor een onervaren ziel. Kleine kloven en gevaarlijke punten doemden uit boven de kapotte tegels en aarde. Gebarsten lagen ze er verslagen bij. Een houding die zij wilde zien bij haar tegenstander. Een voorspelling kon je het misschien ook wel noemen, niet? De Aggron lande tussen een paar uitstekende punten en liet het gebouw op zij grondvesten trillen. Daarna bulderde ze even boos en sprong ze lenig op dankzij de vele Automizes. De Pokémon liet plots een hele reeks elektrische schokken over het veld gaan, afkomstig van haar lichaam. Een verschrikkelijke Thunder werd losgelaten op alles dat binnen het gebouw was. Tussen de rotsen en kloven heen zocht het naar de Pokémon die het moest raken. Als deze nu nog niet vastzat tussen het gesteente. De kleine, dunne vos kon niks beginnen tegenover haar... Dat besefte ze niet maar... Tja. In een rush van adrenaline voelde je vaak niks. Dat wisten veel. Waarschijnlijk was er een onkenbare angst in diens borstkas. Het was een vuur die brandde van enige woede en trots... Maar het brandhout die de basis was van dat alles... Was angst. Angst was immers vaak het begin van een vurige woede, een vurig verdriet. Angst was gewoon de basis van vele dingen, goed of slecht. Angst was hetgeen waar je op in wilde spelen. Het was iets anders, iets speciaals, iets unieks... Als in... Het was gewoon anders. Het beheerste alles, stuurde het, regelde het... Vormde het. De Thunder ebde wat weg en opnieuw lande de Aggron, ditmaal op een minder aangerand stuk. Ze draaide zich om, haar ogen zoekende over het verwoeste veld. Daar waar stukken steen gevaarlijk de grond uit staken kon je zien dat er ook een diepte was waar je helemaal niet in wilde. Een soort van uniek en afgezonderd landschap leek het wel.. En dat allemaal door een paar moves die langzaam uit de hand aan het lopen waren. Weldra zou het stormen.
In haar rode ogen lag een verschrikkelijke kalmte. Als een stilte die je kon horen voordat er een ramp toesloeg. Zij was de ramp. Ze wist heel goed wat Saiko aan het doen was in het hoofd van de ander. Maar ze zou de ander niet bevelen te stoppen. Het was haar doel de ander naar haar toe te lokken. Haar concentratie was abnormaal goed op het moment. Haar hele lijf was gericht richting de ander. Haar hand lag kalm om de spuit heen. Wetende wat ze moest doen, waar ze moest toeslaan en wat het noodplan was. Ze speelde even met het ding in haar linkerhand en duwde het in haar mouw. Voor dat het niet haar spuit was, maar haar back up. Voor wat ze niet kon doen. Ze was bereid alles te doen en alles eruit te halen. Zo was ze wel. Zo slim was ze dus echt wel. Ze voelde haar spieren aanspannen, ze voelde de tinteling van sensatie... MAar ze leek er zich niet op te focussen. Ze had er besef van, maar geen aandacht voor. Voor haar was haar focus op de ander. Haar focus, haar tegenstander, haar doel, haar doelwit... Het moest uitgeschakeld worden. Ze voelde het commando in haat hoofd branden. De hoofdpijn was nu iets waar ze zich niet op kon focussen. Het was er nu niet, het bestond niet. Het zou niet kunnen. Ze zou haar niet storen, al was het iets gevaarlijks voor haar. In haar gedachten lag maar een iets.... En dat was doen wat ze moest doen. Dat was zich aan het plan houden en het regelen zoals ze zou doen binnen de uren van haar werk... Ja, dit kwam wel af en toe bij haar werk voor... Langzaam sierde een grijns haar lippen. Ze merkte het op. Elk spiertje die veranderde in het lichaam van Ragya, elke spanning, elke trekking, elke emotie die aan het dansen was op de huid van de ander. HEt veranderde een persoon in houding, in ziel, in lichaam. Het was iets unieks... Niet? Iemand breken tot op hun gedachten. Het was beter dan lichamelijk, het was pijnlijker dan elke breuk dan ook. Het was iets dat je niet kon genezen met medicijnen of zorg. het was een wonde die vaak bleef. Een ongeneselijke breuk. je moest er door op stampen en het verder breken, tot het verbrijzeld was en het niet langer kon helpen bij het leven van iemand. Dan pas had je het contract met de dood getekend. Dat wist Tawn, ze lag er immers zelf soms dicht bij. Ze voelde dan de drang naar hem toe te gaan, naar degene die haar alles kon ontnemen om het gebroken ding in haar te verlichten. Maar... Ze kon zich beheersen... Ze had geen steunpunt nodig als ze zo was. Ze had geen zelfmedelijden nu. Nu dacht ze daar gewoon niet aan. Ze keek gewoon naar de roodharige, die het met de seconde moeilijker en moeilijker had. Nog nooit had ze dit gezien bij de ander. Maar ze was niet de eerst waarbij ze het deed. Genoeg mensen vielen slachtoffer aan de gemene zaken van het meisje. Ze deed wat ze wilde soms... En dat maakte haar een gevaarlijke tegenstander en persoon. Iemand die speelde bij haar eigen regels en haar eigen plan, haar eigen wereld en haar eigen idee. Zo was ze. Zo kwam het dus dat ze slim was. “Bek houden” Het meisje kon de lach niet binnen houden toen ze dat hoorde. Het was niet luid geweest maar hoe ze nu was.. Ze kon het horen, opmerken en duidelijk op zijn plaats zetten in dit scenario. Dit was niet het gebroken meisje die je op straat zag, dit was degene die je vaker in het labo zag. Beheerst, kalm, wetende wat ze deed en wat de volgende actie was. Volle concentratie op alles dat er gebeurde bij hetgeen dat belangrijk was. In dit geval was dat Ragya, haar tegenstander. Haar vijand. Zij was het alles waar ze zich op richtte. Een persoon, een iets, een doelwit. Dat was dus makkelijk, want soms moest ze gewoon op twee of drie dingen letten. Nu Kido bezig was met die vos van haar... Moest ze zich enkel richten op de vrouw die zichzelf... Waardig noemde een tegenstander te zijn. Nee, ze was het zat geweest. Ze was het gewoon zat... Voor al de momenten dat ze gekleineerd werd, dat ze zwak was. Ze was een niks. Ze werd zelfs binnen Team Rocket gezien als een niks. En nu hoorde ze ook dat de ander een agent was. Dat was geweldig, natuurlijk... Maar wat ze hier zag was niet eens een grunt waardig. Niemand was het zelfs waardig. Jaloezie. Daar was het dan. Als een vuile serpent kroop het haar hart binnen, haar gedachten... Haar mentale gedoe. Ze voelde zich een stuk meer... Gemotiveerd om de ander even op der plaats te zetten, om de ander in te maken. Wat was dit zelfs? Waarom was dit zelfs? Ze voelde de vragen, maar beantwoorde ze niet. Het waren de enigste vragen die op dit moment binnen kwamen. Maar ze bleven onbeantwoord. Voor altijd. Ze kon er niks om geven, net zoals ze niks gaf om de omgeving op dit eigenlijke moment. Elke seconde, het tikte door. Het vervaagde, het was niet van belang, net zoals dit nutteloze gevecht. Waar was het goed voor? Juist ja... Niks. Wat een verspilling van goede lucht.
De twee maakten oogcontact. Tawn straalde een bepaalde beheersing en macht uit, die duidelijk samen ging met het beest die aan het vechten was en de kracht die de spinachtige naast zich had. Nu was ze op haar plaats. Tussen metaal en medicatie door. Ze voelde zich krachtig, ze voelde zich zichzelf. Dit was iets waar ze zich haar hele leven op zou moeten leggen, maar ze wist ook wel dat dat niet mogelijk was geweest met die moeder van haar... Het was een harde feit die haar steeds opnieuw moest raken. Voor alle mishandelingen die ze kreeg. De kinderarbeid die ze keer op keer had moeten verrichten en alle producten die ze had gebruikt om de pijn mentaal en fysiek weg te krijgen. Ze was een wrak geweest toen. Niet meer dan een hulsel zonder karakter en diepte. Een vader die later ook nog es de kop in werd gedrukt dor die teef van een moeder van haar. Zo had ze haar dagen gesleten, levende naast een broer die haar begon te haten omdat ze zogezegd het beter had. Tot de dag dat ze brak. En voor nu was ze kapot daar. Haar stembanden, ze waren gewoon niet zoals ze hoorden door die teef. Maar ze had er leren mee om te gaan. Met de hulp van haar Pokémon. Niet de hulp van haar vrienden of de dokters. Zo had Tawn leren leven. Een leven zonder mensen die haar konden beschermen, zonder mensen die om haar heen waren. Ze was eenling, ze was alleen. Ze had niemand... ZE HAD OOK NIEMAND NODIG. Ze zuchtte even zachtjes bij dat besef, een zucht rolde van haar lippen af. Het streek door de lucht heen en vervaagde, net zoals het gevoel van haat, die ze kort het gevoeld door haar jaloezie heen. Maar het gif van de serpent was sterk genoeg om zelfs de woede aan zich te onderwerpen en te veranderen. Hah, net zoals de angst die in je kon liggen of niet dan? Vast wel... Ze keek toe hoe de ander eindelijk in beweging kwam. Goed zo Ragya. Loop maar recht in de val. Zo dom was ze immers wel of niet dan? Tja, het leek erop dat ze haar gedachten was verloren en enkel een emotie haar voort dreef... Of ze kon zeggen meerdere. Ze was haar op stang aan het jagen. Ze wist dat in elke mens een drang zat zich te beschermen, maar in dat van Ragya zat het gewoon nog meer. Daar had ze de kracht van Saiko niet voor nodig om dat te weten. Dat kon ze nu haarscherp zien. Bij elke stap die ze zette, dichter en dichter bij haar. Ze zou het weten.... Ja. Ze voelde een nieuwe grijns langs haar lippen dansen. Als in een grijns van genot, als in een grijns van uitlokking. Eentje die wist hoe laat het was, eentje die alles achter de schermen wist. Zo'n grijns was het. Maar de ander leek teveel van haar eigen te hebben. Haar eigen emoties leken haar te baas te zijn... En dat was iets unieks. Bij elk mens was het uniek, maar het was mooi als je je vijanden eronder zag lijden. Je zag Ragya nu niet meteen lijden, maar je zag wel dat ze anders was. Iets in haar, diep vanbinnen, moest weten dat het verkeerd was en dat het enkel uitlokken was. Iets in haar gezonde verstand... Maar ah, het leek erop dat haar vergiftigde gedachten geen plaats maakten voor dat verstand. Des te beter voor de roosharige welles waar. Ze voelde een lichte triomf door haar jaloezie heen. Oh arme Ragya. Haar pijn zou weldra eindigen. Ze voelde de haat van de ander afkomen. Maar was dat haat richting haar... Of haarzelf? Ze voelde een zachte lach opkomen. Haar ogen gingen wat wijder terwijl de spuit in haar hand lag. Ze had lang het mes opgemerkt uiteraard. Ze wist dat ze er iets mee ging doen. Als ze logisch nadacht natuurlijk. Ze kon haar immers ook gewoon neerknallen... Maar het leek erop dat de ander geen neiging had daartoe. Des te beter. Nja, Saiko kon de kogels nu ook met gemak tegenhouden... Misschien dacht ze dan nog een beetje. Alhoewel het meer logisch zou zijn dat ze gewoon wild aan het gaan was en ze gewoon haar wilde stoppen met haar beide handen. Iets dat Tawn ook wilde. Ze was immers helemaal niet van plan dichter te komen bij dat wijf. Dat zou zij moeten doen ja. Het was als iemand besturen, maar dan op een andere manier. Je bestuurde je vijand, leerde ervan en dan bespeelde je ze. Zij was nu bezig, zij bespeelde nu alles. En of de ander dat wist was een andere vraag uiteraard. Eentje die ze niet wilde stellen. Het was immers een nutteloze, domme vraag. Heh... Het klonk zo achterlijk. Elke keer opnieuw, waar kwamen die vragen toch vandaan? Die hersenpan van haar moest hoognodig eens opgeschoond worden. Ze wilde immers niet deze gedachten hebben, echt niet. Achterlijke vragen, keer op keer. Al zei ze het zelf. Ze bestuurde het daar ja... MAar aan de andere kant waren het ook deze gedachten die haar elke dag weer op gang lieten komen elke dag haar ook weer in slaap brachten. Elke vraag, elk moment. Het werd elke keer weer gebracht. Keer op keer. ze slikte even, ze voelde niet eens de spanning. Ze voelde niks buiten die brandende jaloezie. het was speciaal eh. Hoe het het enigste was die daar haar sterke concentratie heen kon komen. Ja; het was een verrot goede serpent of niet dan? Deze wist ervan. Deze wist hoe het zijn host moest gebruiken, moest laten losgaan. Ze voelde het branden in haar borst. Elke seconde. elk moment. Ze voelde het. Jaloezie, jaloezie. Fucking bitch. Hoe durfde ze zelfs zich zo te gedragen? Wat voor waarde had ze? Ze was niet eens speciaal, wist ze dat? Wat was ze zelfs? Wat maakte haar eigenlijk o zo uniek als dat zo belangrijk was eh? Wat dan... Ze zag niks voor zich. Een nutteloos iemand. Al van dag een eigenlijk. En dat was iets dat Tawn niet vaak zei over mensen, dat ze nutteloos waren. Want ook zij werd nutteloos bestempeld toen haar stembanden kapot waren. Ook zij... Werd ergens geduwd waar ze niet hoorde. Steeds opnieuw zag je dan mensen om je heen het beter hebben en wat was jij dan? Een niemand, weg geduwd omdat ze kapot gemaakt was. En dat allemaal onder de tien jaar. Hoe anders dat je dat iemand zo kon worden? Hoe anders dacht je dat iemand een toevluchtsoord zocht in het meest speciale iets. In hetgeen waar ze haar passie had kunnen vinden. Oh... Science... haar enigste vriend. De enigste die haar nooit zou verraden. Vanaf het moment dat ze de lessen had genomen... Snapte ze echt wat het was om een vurige passie te hebben. Het was geen persoon, het was enkel pure kennis en logica. Soms zelfs een ongekend gebied. Net zoals landen die je moest herontdekken of moest gaan verkennen, zo was het ook in haar. Het was onbeschrijfelijk. En ze wist donders goed dat niet iedereen die passie kon vinden in wat zij zag en meemaakte. Het was uniek, ja. Het was speciaal en anders. Een persoon zoals Ragya kon er niks tegen beginnen Met haar gebroken ziel en haar onbeheerste acties. Het was zielig, niet? Ja... Echt... Niet te doen. Haar ogen gleden naar de voeten van het meisje tegenover haar, haar vijand. Met elke stap die ze dichter zette voelde ze een lichte sensatie door haar lichaam gaan. Ze had het al eens eerder gevuld, maar het was nog nooit in combinatie met haar positief momentje geweest. Elk spiertje in haar lichaam werd geprikkeld en spande zich aan, want de ander had de afstand bijna overbrugd. Het teken om toe te slaan was bijna te zien, bijna hoorbaar... In haar hoofd. Ondanks het feit dat er helemaal geen geluiden waren en ze niks kon beginnen met de koele stilte die tussen hun hing. Een gevecht was er bezig in het hoofd van de roodharige, een mentaal gevecht. Ze was niet zo sterk mentaal, dat zag je aan de manier waarop ze reageerde. Deze te beter voor onze Tawnee natuurlijk, des te minder voor onze beste Ragya. Ze voelde dan ook geen medelijden voor de vrouw die haar een klap tegen haar hoofd had gegeven. Ze voelde enkel een haat die ze niet kon beschrijven. Je kon haast zeggen dat het vurige liefde was als je volgde wat ze zeiden; liefde lag dicht bij haat. Maar wat tussen hen speelde was een beangstigende situatie. Het was niet langer haat, het was een graad daarboven. Hoe kon dat zelfs...? Geen idee. Maar de dingen die tussen hen in hadden gespeeld hadden gezorgd hiervoor. Wat de toekomst ook zou brengen, deze wonden zouden niet helen. Hun relatie stond vast, in littekens gekerfd op het lichaam, van de wonden die vandaag nog gemaakt zouden worden, of degene die al gemaakt waren. Haar gezonde verstand was weg, haar blik was niet langer die van haar beheerste vijand. Dit was een Ragya die ze nog niet had ontmoet. Dat zeg ze nu kristalhelder. Ze was zo dichtbij, ondanks dat het nog een meter of drie, vier was tussen hen. DE houding die de roosharige had was alles behalve gespannen en ze leek zich totaal niet druk te maken om het feit dat de ander haar zo kon aanvliegen en vermoorden. In haar blik lag immers iets dat Tawn niet goed kon beschrijven. Een razernij, een brandende passie van haat. Je kon het zien en je kon erin wegzinken. Opnieuw was het o zo uniek zoiets te zien bij een mens. Je zag het bij dieren, maar mensen waren eveneens dieren. Ze waren enkel tam, maar eenmaal ver genoeg gedreven, lieten ze hun instincten en hun wilde naturen los. Was dit ook het geval bij Ragya? Tawn zag echt niks anders voor zich dan een soort beest die gevuld was met angst. Als Ragya een wolf was, had ze zeker al lang gegromd. De expressie, manier van lopen en uitstraling. Het was allemaal dat geen waar je angst voor zou moeten hebben. Maar de agent had al erger gezien. Ze had al veel engere situatie moeten trotseren en ze had ook al meer spanning moeten leveren over verschillende daden. Zij...? Zij was niks. Ze kon niet eens een goed, mentaal gevecht brengen voor haar Saiko, die met gemak de ander zo had uitgelokt. Ja, een beest. Ja, ze was haar tanden aan het tonen. Misschien niet lichamelijk, maar aan haar uitstraling zag je hoe de wolf in haar aan het dreigen was. En Tawn? Wat was zij? Het mens met het wapen, gericht op de ander zijn kop. Helemaal niet bang om de trekker over te halen en het leven van de bloeddorstige wolf te eindigen. Dat was het leven van een jager, hij leefde om de pels van deze wolf te krijgen. Zo wilde Tawn ook eindigen. Ze wilde de ander klein krijgen, zodat ze met iets kon gaan lopen waar ze trots op was, dat haar sierde. Zou ze haar vos nemen, haar paard, haar geld? Oh nee. Tawn zou Rag nemen. Er was namelijk niks kostbaarder dan een leven. Want zonder een, kon je niks doen.  En het was ook iets nieuws voor de ervaren dief. Een mens stelen, op haar plaats brengen in haar eigen nieuwe wereld. Ragya was dom geweest als ze dacht een plaats te hebben binnen Team Rocket. Ze kon niet eens iets beginnen tegen een jong lid, hoe zielig.
Wel meteen zag de jager de verandering van houding. Van benaderen, naar aanvallend. Het was duidelijk dat de ander haar iets wilde aandoen, dat wist ze van het moment dat ze het commando had gegeven aan te vallen, uit te dagen. Meteen keken haar ogen weg van het gezicht van Ragya, die ze nu volledig in zich opgenomen. Ze was nu meteen aan het kijken naar het wapen van de ander. Dus de wolf was eindelijk klaar met grommen, zijn scherpe tanden leken boven te komen, zijn spieren aangespannen. Was hij klaar om de genadeslag uit te voeren? Was hij klaar om zijn prooi aan stukken te scheuren? Spijtig dat hij niet zo slim was als anders. Spijtig dat hij niet wachtte op zijn roedel, zijn vriend, die hem bij kon staan om te helpen. Aldrei was immers bezig met een heel ander iets dan een gebroken trainster. Voor nu dan toch. Tawn dacht dat Kido het beest wel goed kon bezighouden en ze wist wat voor woede er kon ontstaan als de ander het zou opgeven, weg zou gaan en zich zou mengen bij de meiden. Als zij maar een stap zette richting haar, dan was het gedaan met de goudkleurige vos. Ondanks dat ze helemaal geen aandacht had voor haar omgeving en haar andere Pokémon, had ze ergens een gevoel dat dat beest los aan het gaan was. Of het was Saiko, die haar met elke seconde up-to-date hield met alles dat er gebeurde in de toren. Als ze dat zou vragen, zou ze inderdaad een update krijgen. Een toren die moeite had met nog overeind te staan. Een vloer die kapot was. Elke tegel was eraan. Maar het was hun strijdveld geworden en hier op het strijdveld hadden ze geen aandacht voor hun omgeving. Dat had je nooit. Decor was immers niet zo belangrijk als er een goede voorstelling was. “Laat dat díng uit mijn hoofd gaan” Koud, dwingend- Nee... afdwingend was dit. Ze kon het niet laten meteen een grijns te laten verschijnen op haar gezicht, haar hoofd wat te kantelen en subtiel haar lichaam klaar te houden om te ontwijken. Ze had al gezien wat ze wilde doen, ze zag hoe haar lichaam zich veranderde, zich aanpaste om aan te vallen. Nu, in dit uitputtende moment, kon Tawn het gewoon zien. Ze was zo dichtbij en de aandacht die Tawn voor Ragya had was onnatuurlijk. Ze was zodanig gefocust op de ander dat ze nooit zou opmerken of er een ander gevaar was. Dit was dan misschien haar eerste lichamelijke gevecht waar ze gebruik kon maken van deze... 'ablility'... Nee, zo kon je het niet noemen. Je kon het eerder een voordeel bij een nadeel nemen. Een pluspunt bij heel wat minpunten. Alsof die compensatie echt genoeg was. Heh, wat een verschrikkelijk grap. De ander was bij haar. De wolf sprong op en opende zijn bek, niet langer een dreigende houding aannemende dus. Ze was ook niet beheerst, ze was niet haarzelf, des te beter voor de vrouw die een plan had. Ragya haar mes gleed soepel door de lucht heen, maar de manier waarop Tawn ontweek was met een welbepaalde precisie die men niet van haar gewoon was. Ze dook namelijk onder de arm van de ander heen en hield haar goed in de gaten waarna ze een hand langs diens zij liet gaan en toen even half om haar as draaide. Ze sprong soepel naar achter, begon zachtjes te lachen en schoot toen weer naar voren. “Láta það stoppa” had er geklonken. Geen idee wat het betekende, maar deze freak moest nodig eens een dutje doen. De jager was klaar om zijn wapen te gebruiken nu hij de aanval van de wolf had overleeft. Met haar linkerhand gooide ze enkele bolletjes op. Het had een grijsachtige kleur. Goed gemikt, zoals wel zou verwacht zijn. de bolletje barsten echter plots open toen ze niet langer in de hand waren. Nja, enkele seconden erna, waardoor een regen van een brandend zuur zou neerkomen op het meisje die haar zojuist had aangevallen. haar doel was om haar een helse pijn te geven van het zuur. Ontwijken? Dat leek haar onmogelijk in het slagveld waar ze nu waren en daarbij was het zuur zowat overal richting haar geweest, vooral haar ogen. Ze wilde haar het zicht afnemen. Zo had ze zelf een beetje voordeel in het gevecht die ze zo even had gepland. Ja, ze had dit gepland. De ander zou een hell meemaken die ze nog nooit had meegemaakt en Tawn zou genieten van elke schreeuw, elke emotie en elk scenario. Oh, wat een joy, wat een joy! Ze grinnikte even en schoot naar achter, waarna ze om haar as draaide en langs de ander liep, weg van haar veilige spot naast de Metagross. Het leek er namelijk op dat ze in het voordeel was hier, ze had een stapje voor, ze was een stuk beter... Heh. Ze wilde echter eerst zien wat de ander zou doen voordat ze zou toeslaan. Uit haar broekzak haalde ze nieuwe dingetje, die weer klaar lagen in de handpalm van haar net zo lege handpalm. Oh... Nee... Ze sprong even naar achter en opende het zakje van eerder even. Een voorbereide spuit viste ze uit het zakje, waarna ze het aan een hoog tempo weer opborg. Nu ze de spuit in haar zak had gestoken, had ze iets anders in haar hand. Een soort doekje. Heh. Ze moest lachen. Als de ander nu verblind was, kon ze haar tenminste nog vinden op een manier en dat was door haar lachen heen. Eens zien hoe goed de ander zonder haar zintuigen kon functioneren... Tawn kon ze immers een voor een van de ander nemen. Dat was maar een kleine moeite namelijk. Je kon het hardhandig doen of met enige elegantie, zoals ze alles wel afhandelde. Het was; hoe dan ook, iets dat je niet vaak zag. En dat was haar voordeel, dat was haar troef. Zij was uniek. Zij was Tawnee, degene die haar science boven alles haalde. Ze knipperde even en keek scherp naar het meisje, die net de nevel van zuur over heen had gekregen. Oh, ze wilde het horen en zien. Ze wilde de wonden zien ontstaan, de pijn in haar ogen zien, als ze tenminste nog goed zouden werken hierna. Ze kon enkel lachen. Wist de ander wel waar ze in geraakt was? Oh... Lordie... Dit begon mooi te worden. Het meisje stoof naar voren, een blik gevuld met een bepaalde lust voor meer en meer... En nog meer. Ze was echt gericht op iets. Wat? Dat wist men uiteraard niet. Zij ook niet echt. Maar ze vond haar passie en liefde in dit doen, in deze acties. Oh... Ze werd hier zo opgewonden van. Nee, niet op die manier, op de goede manier uiteraard. Ze voelde het door haar lichaam gaan, als een drug... Als iets dat haar verder kreeg dan wat dan ook. Oh... Yeah... Ze grinnikte even. Haar aandacht was op Rag, alsof een obsessie haar plots had overgenomen en ze dit nu moest doen om voldanig te krijgen zodat ze verder kon met haar leven. Oh well, het was immers wel zo dat ze dit nu moest doen om zichzelf tevreden te stelen. Anders zou ze enige depressie kunnen vinden. Maar oh well, yeah. Nu was het gewoon zo... Het leek haast alsof ze dit moest doen van het begin al, ookal was dat helemaal niet haar bedoeling geweest natuurlijk. Ze was hier niet gekomen met die instelling of zelfs het idee. Ze was hier niet gekomen om te vechten, maar ze was altijd open om een gevecht te houden op de manier dat zij goed vond. Op de manier dat zij uniek en leuk vond. Het barbaarse van de ander was iets hoe ze vroeger handelde. Het was prehistorisch en volledig onder haar niveau. Ookal kon het wel es leuk zijn, het was geen manier van vechten in stijl en elegantie. je gebruikte je lichaam wel, maar waren je hersenen in dit alles? Juist ja, soms kon je ze wel es gebruiken maar in het geval van Ragya was er helemaal niks in dat koppie van haar. Als losgeslagen wild was ze bezig, bang en gewoon uit op het moorden van degene die haar in het nauw aan het drijven was. Ja, mensen waren beesten en deze was een wolf. Oh... Wat genoot ze hiervan. De jager joeg immers niet om te overleven, niet in deze maatschappij. Hij joeg voor het plezier, Tawn was niet echt anders. De wolf daarintegen moest vechten voor zijn brokken en vechten voor zijn leven, zoals hier gedaan werd. De jager had zijn eerste schot gevuurd. Geen doodklap of wat dan ook. Het was duidelijk dat deze jager genoeg kogels had om te genieten van een goede dood. Eentje die de vloer goed rood kon kleuren. Zo rood dat de wolf gek zou worden van de haar eigen, unieke kleur. Tawn zou haar gek maken, gek van haarzelf. Opgesloten in haar eigen hoofd. hahaha. ja... De roodharige zou het voelen, zou zichzelf breken. Dat was iets dat ze nu al zag gebeuren. Ze zag het voor haar ogen en dat liet haar toch lachen. Elk moment, elke actie van dit alles. Het was echt leuk, niet? Heh, het leek haast alsof dit meisje dit alles zag als een speeluurtje... Misschien waar maar het was nog steeds een uniek speeluurtje of niet dan? Tawn was de pestkop, dat was allesinds een iets dat ze wist. Ja, eigenlijk... Nu ze erover nadacht. Het hele leven was eigenlijk een constante jacht van leven en overleven. Doden en gedood worden. Elke actie die je ondernam was hetzelfde. Zeker in situaties zoals deze. Hoeveel manieren zou Tawn nog vinden om dit te zien? Veel als ze door zou gaan, dat was iets waar ze wel op kon komen. Maar ze moest erom lachen, om het feit dat ze dit alles gewoon zag als een dom spelletje. De angst binnenin haar was niet eens echt geweest, maar bij de ander wel. DE koppijn leek onbestaande te zijn in haar state. Ze was gewoon een ander iemand, een ander iets. DE jaloezie had haar iets gemaakt die verder kon komen dan wat dan ook. De serpent zijn gif had haar hart goed geïnfecteerd. Al haar medelijden was verbannen uit haar lichaam, voor nu dan. Het gif van de serpent was iets dat het verwijderde, het neutraliseerde. Dat voelde ze. Je voelde het vaak. Je emoties die speelden met elkaar. Het was dan ook absurd dat je soms gewoon andere hun emoties kon vastgrijpen en bepalen. Iets waar Tawn uiteraard meester in was. Niet meteen om op te vallen of om iets te kunnen doen. Nee, ze bespeelde het uit pure onschuld. Vroeger was ze onschuldig en dan was ze nog... Een meisje. Een gewoon meisje. Saai. Maar om te overleven in de harde wereld had ze dit moeten leren en had ze dit gewoon moeten toepassen op vrienden, familie enn uiteraard ook, vijanden. Daarom vond ze het onnodig iemand te hebben als ze zo was. Ze zag het gewoon niet. Ze vond het al genoeg dat ze kon bepalen wat ze wilde. Enkel en alleen door haar koppie erbij te houden. Zo slim was ze immers wel en zo slim zou ze altijd blijven. Hoe anders was de primus van haar klas geworden, hoe anders was ze zo jong en vroeg agent geworden? Hoe anders had ze twee level 100 Pokémon? Je moest leren aanpassen, veranderen en ervoor gaan. Dat was ho Tawn had leren omgaan met leven. Slim zijn, slim zijn, slim zijn... Ze leek niet echt slim eh? Dat was omdat ze sociaal niet slim was. Maar ze had inzicht en sinds kort was daar kennis bijgekomen. een dodelijke combinatie, zelfs voor een ervaren iemand. Die wisten tenminste niet te sollen met de verkeerde persoon. Degen die een masker ophadden en zich voordeden als een echt trut. Ja, natuurlijk besefte dit meisje dat ze een trut en een teef was die niemand mocht. Hoe vaak had ze dit niet al vermeld? Ze wist zelf wel dat ze gehaat was door vele en al dan niet veracht. Haten was immers nog steeds een groot woord, maar niet als je naar haar keek. Je zou vast denken dat iemand zoals haar een overvloed zou hebben op het vlak van vrienden en familie en warmte.... Zeker omdat ze een ex idool was. Hah, ex idool. Dat was nu ook iets. Het was jaren geleden en nog voelde ze elke dag de schade branden in haar keel, in haar hoofd... En in haar herinneringen. Ze haatte het. Waarom hadden ze haar in hemelsnaam weg gedaan om te beginnen? Wat had ze verkeerd gedaan? Ze was nog maar een baby geweest, een kleine, onschuldige ziel. En die hadden ze kapot gemaakt. Het begon met adoptie, gevolgd door kindersmishandeling en eindigde met een verstoting. Nu moest ze leven bij een gezin die claimde dat ze haar echt familie waren. Een goede bende was het dan zeker, maar niet iets waar Tawn naar uit keek. Team rocket mensen waren het. Het was misschien een zegen geweest dat zij in der tijd Team rocket al had gejoind. dat zorgde ervoor dat de klap minder hard aankwam dan men zou denken. Was je een van hen, verbaasde je het minder. Het verbaasde haar gewoon meer dat ze familie was van Riddle. Zo was Nathan dan ook haar schoonbroer, want srs die twee konden gewoon niet van elkaar blijven. Geez. het zou haar niks verbazen als die twee een kind zouden krijgen binnen hier en een paar jaar. Geloof der maar dat zij er dan zou voor zorgen dat ze weg was. Ze wilde geen tante worden, nog niet. Ze waren beide te jong om die verantwoordelijkheid te nemen en daarbij... Had Riddle een hoop andere zaken aan der hoofd dan gewoon kijken naar een kind... Right? Ugh... Daar was het weer. DE jaloezie die ze voelde voor haar zus. Altijd hetzelfde weer. Dat wijf was elite officer geworden en zij bleef achter. Oh yeah en die Ciro kreeg ook een promotie. Maar zij niet. Niet dat ze er veel om gaf. Hell, ze zou grunt gebleven zijn als Allison haar niet het voorstel had gedaan. Voor haar speelde het geen rol. Ze vond gewoon dat de leiding en de hogere rangen werden bedekt door een bende idioten. Kijk dan wat ze meteen agent maakten... Zielig. Ze was zo jaloers ergens, ookal maakte ze zichzelf wijs dat ze... Well... niet jaloers was. Stom maar waar uiteraard. Ze had geen drang zichzelf te bewijzen, ze had de drang de andere te elimineren. Al dan niet op haar manier. Het maakte haar niet zoveel uit. Zolang het binnen haar normen zou vallen, zou het plaatsvinden. Ze was, net zoals de rest van haar bloedverwanten, een moordlustig persoon. Veel mensen waren dat. Het jagersinstinct zat immers in iedereen. Met kalme passen wandelde ze verder, haar rode ogen gericht op de ander. Hm? Ze wachtte gewoon verder. Als een roofdier die aan het cirkelen was om zijn prooi. Kijkende wat hij nog kon doen om de ander neer te halen. Oh... Ja... maar... Heh. hoe komiek. Tawn wilde de ander helemaal niet neerhalen, nee. Ze wilde haar gewoon een helse pijn bezorgen. Wat had ze in het vermoorden van Ragya? Enkele Pokémon die op haar box zouden moeten...? Yeah dat was het dan ook een beetje. Haar kalme ogen bleven op de persoon hangen. Verwachtingsvol en gevuld met een bepaalde lust die ongewoon was voor een meisje van haar leeftijd en uiterlijk. Maar iedereen leek anders dan dat ie was eh? Dat had ze al vaak genoeg gezien in deze fucked up wereld. Ja, ja... Zo was het dus. Het leven ging door en door... En hier stond ze dus dan. Te wachten, te verlangen naar een verlichting. Oh... Wat zou het toch heerlijk zijn die stomme prinses de grond in te boren. En dat lieve mensen, was waarom ze zo was. Oh gossie, dit kwam zeker en vast niet goed eh. Rustig knipperde ze even. Ze noemde onze Ragya een prinses en een aansteller. Wat deed ze zelfs? Had ze een drama jeugd met haar echte familie? Oh boehoe. Het was tenminste in het verlede,. Wat Tawn had was iets dat nog tot op de dag van vandaag aan haar zat. Ze zou er nooit aan ontsnappen... En dat wist ze donders goed. Het maakte haar ziek. Niet van haar eigen reden of haar eigen fouten, maar de ander mensen rondom haar. Gvd. Kutbeesten. Ja, ze vond ze beesten. Achterlijk wezens die dachten dat ze alles in hun handpalm hadden. Het was gewoon belachelijk, maar ook best een entertaining omg eerlijk te zijn... Ja... Net zoals het tafereel dat ze nu voor zich zag. Ze had dit nog niet eens in haar stoutste dromen mogen meemaken, maar goed... Dit was nu eenmaal iets dat anders lag. Dit was realiteit en hoe ver ze er ook over kon nadenken of over kon staan filosoferen, ze moest altijd terug naar de plek waar ze hoorde in die realiteit... En op dit moment was dat daar, achter de roodharige, die zonet een regen van kleine, gevaarlijke brandend zuur over haar had gehad. Hehehehe. fufu-
Tot de vos opeens ten tonele verscheen. Haar ogen werden meteen wat groter toen ze de houding van het beest zag veranderen. Ze had haar niet zien aankomen, maar dit had haar concentratie wat gebroken. Hoe dan ook, was ze wel nog wel in die trance die ze zo geweldig vond om dit soort scenario's mee te doen. De vos had het op een sprinten gezet en aangezien de ruimte rondom hem een vaste kleur had van grijze en bruinachtige tinten, viel het goudkleurige meteen op. Maar de jonge trainster was niet de enigste die dat had opgemerkt. Meteen was een brul hoorbaar doorheen de toren. Deze trilde, in een hoop zich nog een paar minuten langer rechtop te kunnen houden, voordat het gebrul wegstierf en het even stil was. DE vos haar poten vlogen ondertussen over de grond heen en snel analyseerde het meisje de soepele bewegingen van het snelle beest, gevolgd door een blik op haar ware tegenstander... Nou ja... Dat was het dus. Ze knipperde even en keek terug naar de gouden vos, die nu bijna haar trainster had bereikt. het was niet dat ze veel kon doen. Ze was zelf in haar val gelopen en zelfs al had de ander een of ander middel die het zuur kon laten stoppen met branden, de wonden zouden zeker nog pijnlijk zijn. Misschien zelfs een litteken voor het leven. Wie weet. Tawn wist zelf hoe gevaarlijk deze producten waren. Ze werkte er dagdagelijks mee in haar eigen labo. Ze kende dan ook de meeste gevarenzinnen die erop stonden. Na een tijdje kon je die dingen gewoon als je dag in en uit verslagen moest schrijven. Het was gewoon iets dat je gek maakte, maar ah, het kon leuk zijn als je eenmaal je draai erin had gevonden niet waar? Met kalme ogen keek ze weer van haar doelwit naar de lastpost en terug. Wat een irritant rotbeest was dat eigenlijk. Ze dacht even na en voelde een nieuwe sensatie in haar borstkas op reizen. Een grijns verscheen op haar gelaat. Was Aldrei niet haar sterkste Pokémon? De rest zou zeker geen match zijn voor haar mooie kido... En ook niet voor saiko. Niet dat aldrei een match was voor deze beesten, maar goed. Ze was irritant en gleed overal tussen en kwam steeds op de meest ongemakkelijke momenten binnen op haar leuke momenten. Ze badle even lichtjes haar handen tot vuisten. Nou, nou. deze frustratie moest ze nu niet laten gaan. Ze moest het inhouden en het misschien ophopen. Op dit slagveld had ze niet genoeg aan de drug die ze jaloezie noemde. Ze had ook nog het verdovende effect van de frustratie en haat nodig. Maar ze mochten haar niet, zoals Ragya, overnemen en terugnemen naar haar oerinstincten. Zij was nog steeds de superieure jager en zij was de overlevende wolf. De eenzame wolf. Ze zou alleen zijn. De roedel waarvan ze dacht dat ze zoveel had... Tawn zou het van haar afnemen. Ze zou haar breken. En bij dat idee begon ze keihard te lachen. Let the game begin~

"Kido Roar!" zei ze meteen. Het ijzeren beest had met gloeiende ogen al opgesprongen en lande vlak voor de vos, die net een aanval uitvoerde richting de andere Pokémon. Zonder dan ook echt last te hebben van de fire move begon ze keihard te brullen, waardoor de gouden vos terugkeerde in haar ball. De roosharige grinnikte even en stak haar hand op, niet wachtende op de volgende tegenstander. Nee, dit zou een taak worden voor haar Metagross. De ijzeren spin vloog op, lande voor Ragya waarna haar ogen fel begonnen op te lichten.
De psychic type drong opnieuw binnen bij de ander. Haar gedachten infiltreren was iets waar ze een meester in was geworden. Het meisje was momenteel zo goed als blind. Ze zag niks voor haar. Ze zag helemaal niks... Maar dat zou niet lang duren. Met een goede techniek die Saiko nog nooit had toegepast begon ze de ander vanbinnen iets te tonen... Een grasveld, alleen zij, niemand anders. Een kalm briesje woei langs hun mee. Maar die was er uiteraard niet. De Metagross gebruikte al haar intellect en vaardigheden om de zintuigen van de ander zoveel mogelijk te prikkelen met natuurlijke dingen die er niet eens waren. Eens zien hoe lang ze dit kon uithouden. Er was echter eens iets die de Pokémon niet wegnam; de brandende pijn in diens ogen en op diens lichaam. De metalen spin knipperde even, liet de stilte nog wat tussen hen in spelen en liet de fake zon zijn werk doen. Het was niet moeilijk niet? Dit speelde zich af in het hoofd van Ragya, als een droom, een herinneringen. Vaagjes, maar duidelijker dan dat het was. Toen opeens leek alles stil te staan. Alsof tijd niet langer bestaande was in deze wereld en het enkel een vage herinnering was. Er was geen tijd, er tikte niks door. De wind woei niet meer, de zon verduisterde en het werd opnieuw donker voor de ogen van de ander.
Een huis.
Het was er stil en kalm en er was niemand. De ander kon het zien er bewegen, alsof alles terug normal was. Het vuur in de haard brande kalmpjes. De illusie leek levensecht te zijn. Toch? Nee, de ramen waren afgesloten. Er was geen deur in het huis. Maar verder, verder was alles ok. Kaarsen branden her en der en bij het minste wat er gebeurde begonnen ze kalm te dansen op diens houders. De vlam was prachtig mooi. Er was een kalmte, eentje die zou blijven, zo te zien. Het duurde een eeuwigheid... Althans het leek zo... Maar in feite, in feite was dit maar enkele seconde. Maar je vergat de tijd als je in je eigen hoofd leefde. Dat was iets eh. Nu Saiko haar alles liet zien in haar kop... De ander. Opeens kwam er iemand door de deur heen. Een paar mensen. Een paar mannen op eerlijk te zijn. Ze begonnen Ragya te omsingelen. Hun gezichten waren zo zwart als de gitzwarte hemel die je 's nachts kon zien. Ze hadden gaten op de plekken waar hun ogen hoorde te zitten. Dik bloed droop uit de gaten heen en gleed langs hun zwarte gelaat heen, naar de grond toe... Voordat ook een mond zichtbaar werd, een glimlach... Waar ook een stroom van vers bloed uitkwam. De geur van rottend vlees en bloed vulde de kamer terwijl ze dichter en dichter kwamen. Een voor een flikkerde hun gezicht in een van haar vijanden. Van personen van voor haar tijd hier, verschenen met een lach op hun gezicht. Dreigend en dreigender... En toen waren ze in een kelder. Niet langer de warmte van de vlammen die er waren. Een donkere, grijze kelder, waar een eenzaam lichtje brandde in het hoekje van de kamer... Vlak voor Ragya stopten de mannen, die haar hadden omsingeld. Hen slaan zou niet lukken. Haar hand zou door hun gaan, alsof ze niet echt waren... Maar in feite waren ze het toch echht wel. 'Oh Ragya,' klonk er van een van de figuren. 'Ben je nu al sterker kleine meid?' klonk er van een ander. De walgende geur van het rottende vlees werd sterker terwijl de pijn bij de ander maar toenam... Van buitenaf had Saiko de ander beginnen aanvallen met haar metalen klauwen en psychische krachten. Alsof ze werd in elkaar geslaan. De figuren in de gedachten van Ragya begonnen ook meteenaan te vallen, een orkest van gelach rees op van uit hun kelen. Het bleef maar duren en duren en duren. Uren leek het haast te zijn. 'We gaan door, wat een fun...' klonk er van een. 'Volkomen gelijk heb je,' klonk er van een ander. 'Onze lieve, lieve Ragya word al roder en roder, oh dit zal mmooi bij je haartjes passen lieve meid~' ze begonnen weer te lachen, tot de lach een werd en de lach werd van maar een persoon; haarzelf. De slagen stopten en de ruimte verdween langzaam. Het gelach van Rag zelf bleef echter wel door door de ruimte gaan, over en over en opnieuw en opnieuw... Tot er opeens een stilte viel.
Het was stil en donker voor een lange tijd, de pijn zou zeker niet weg gaan voor de ander. Ze zou nu ook wel wonden moeten hebben buiten de brandwonden van het zuur. Er verscheen echter opeens een goud vlammetje, die uitgroeide tot een vos en meteen met felle ogen keek naar haar trainster. Aldrei. Meteen verscheen ook een nieuwe persoon achter de vos. Dat was Lucian. Ook Saiko wist van hem af. Saiko wist alles over je. Het was je creepy stalker machine. Maar het was zeker en vast iets dat duidelijk wist wat het deed. Aldrei ging zitten en bleef de trainster aankijken met haar rode ogen. Lucian deed hetzelfde, voordat hij plots glimlachte en een hand uitstak naar haar. Voor een momentje was het vredig. Alles was vredig en er leek licht van achter de twee te komen. Het licht aan het einde van de tunnel...
Nee, het was een vlammenzee, afkomstig van de keel van een Charizard. Deze raakte meteen Lucian, die vuur vatte. Zijn lichaam begon op te branden, terwijl zijn geschreeuw de ruimte vulde met een tragische sfeer. De jongen zakte door zijn benen, wat meteen een nieuwe persoon liet zien. Achter hem stond Nathan, grijnzend, met een Charizard naast zich. Aldrei gaf geen kick toen een wapen tegen haar kop werd gezet en Nathan met gemaak het dier neerknalde. De vos viel om en bevuilde de pikzwarte grond met een dieprode kleur. Grijnzend keek Nathan naar de brandende, nog steeds gillende jongen, voordat hij zijn gun boven haalde en ook hem neerknalde. Daarna keek hij fel op. 'Nog steeds niet sterk genoeg eh?' Klonk er al lachend van de jongen af, voordat hij verdween in de zwarte achtergrond en de twee lichamen alleen achterbleven met Ragya... Zo liet Saiko het zijn. Dat was het laatste en enigste beeld die ze het meisje nu liet zien. Haar dode partner en dode vriendje. Dat en een helse pijn.

Opnieuw kon Tawn zeggen dat je niet met haar mocht sollen. Vanbuiten af had ze staan toekijken van op een veilige afstand; duidelijk verborgen voor de ander voor als ze eventueel in et rond zou beginnen schieten. Je wist immers nooit. Saiko kon wat kogels krijgen maar goed; De Aggron was ondertussen meteen in gevecht gegaan mey de volgende Pokémon. Iets waar Tawn geen aandacht voor had eigenlijk. Ze had vooral aandacht voor het andere tafereel die zichtbaar was. Ze wilde haar zien breken voor haar neus. Zien janken om de dingen die ze niet langer had in haar hoofd. "Oh... Wat zielig toch," zei Tawn terwijl ze haar hoofd wat kantelde en van de steen kwam. Ze had gemerkt dat de ander klaar was met haar illusie gedoe en de ander nu in een soort gevangenis met haar eigen geliefden had gestoken. Ze kreeg van Saiko mee dat dit een dode vos en gast was, schijnbaar haar geliefde. Oh well, handig om later te weten nietwaar? Ze schraapte even haar keel, richtte zichzelf op en wandelde kalm van haar schuilplaats weg. Ze rekte zicg nogmaals uit en hoorde wat botten kraken. Oh geeze, ze had te lang daar gezeten of nie? Neh... Het had allemaal maar enkele minuten plaatsgevonden, maar het kon allemaal zoveel langer duren als je enkel maar geluiden kon horen en niet kon meegenieten van de show. Het was Saiko's advies geweest om te schuilen en dat was ook meteen slim geweest, want wat ze zou doen was inderdaad niet het slimste om je kop dan boven te houden. Ze hield deze immers nog graag op haar lichaam, dank je. Met kalme pasjes wandelde ze dus in een grote boog langs de ander heen. Ze bekeek haar prooi even, grijnsde kortstondig en zette haar vingers tegen haaar lippen aan, voordat ze van achter de ander begon te benaderen. Haar passen versnelden en versnelden tot ze bij de ander was en meteen greep ze de haardos van het wijf vast om deze vervolgens naar achter te trekken. Iets dat ze ook zou voelen in haar illusie... Maar tja... Snel handelde tawn door haar een knietje te geven in haar rug, gevolgd door een schop tegen haar ene knie. Ze rukte zowat meer aan het bloedrode haar en grinnikte even waarna ze langs het gezicht van het meisje streelde... En toen haar vingers in diens ogen liet rusten. Opeens verscheen een blik gevuld met een bepaalde gekke uitdrukking in haar ogen waarna ze begon te drukken in de ogen en te steken met haar nagels. Ze had ondeertussen wel mooie handschoenen aan om netjes te blijven, uiteraard. Je moest immers wel net tewerk gaan met je uhum... Patiënten. Ze schopte de ander nogmaals, loste haar haren en sprong behendig naar achter waarna ze een cirkeltje rond de ander liep en even grijnsde naar haar. "Oh Ragya toch," klonk er even kalm van het meisje af. "Je weet niet hoeveel haat ik werkelijk voor je draag of niet dan?" klonk er. "Ik weet het allemaal, lieve prinses van me. Hoe alles in je schoot is geworpen en NOG kan je niks bereiken. NOG ben je een waardeloos iets..." ze stapte naar de ander toe, de voorkant deze keer. Opnieuw zou ze haar nooit zien aankomen. Ze was verblind immers. Ze ging voor haar zitten en pinde haar tegen de grond aan, al haar ledematen deftig vasthoudend... "Weet je wat het is, Ragya, om elke dag weer te horen dat je een trut bent en dat je waardeloos bent hm?" ze keek naar de ander en zuchtte even zachtjes. "Uiteraard weet je dat niet, je bent een kind eh... Nja, als een kind haar zin nniet krijgt dan jankt ze. Tsk, altijd hetzelfde." ze schudde haar hoofd en bracht haar gezicht dichter bij de ander. Haar warme adem streek langs diens gelaat heen terwijl ze haar rode ogen even vernauwde. "Tik-tok Ragya... Nog even en ik steel het meest dierbare van je," klonk er van het meisje af. "Wat zal het zijn eh... Lucian... Aldrei... Je macht... Je aanzien...?" een stilte viel in het gebouw, die nog steeds overeind stond, wat een wonder! "Of... Je normale leventje?" ze grinnikte even en keek onderzoekend naar de ander. "Je bent niet normaal eh. Niemand zal je ooit serieus nemen en wat ben je dan eh? Dan ben je niet meer dan ik," klonk er waarna ze even spuugde in het gezicht van de ander. "Ik ontneem je alles als het moet en ik breek het voor je neus, opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw..." In de gedachten van Ragya werd Lucian en Aldrei steeds opnieuw neergeschoten... Steeds opnieuw kwamen ze tot leven... Lachten ze voor even, voordat ze weer werden doodgeknald... Of door een Tawnee illusie, of door een Nathan illusie. "Want weet je... Voor je het weet hebben we je gewoon en dan zal ik persoonlijk kijken voor de meest gepaste hell voor je," klonk er. Ze bleef even zo zitten. Haar ogen keken haar scherp aan, ondanks dat ze niks kon zien. Oh haha. Zo hilarisch uiteraard! Ze beet even op haar onderlip en begon plots te grinniken, gevolgd door een luide lach en een gestoorde lach. Ze gaf de ander even een kopstoot; voordat ze even terug keek naar haar en even een zucht over haar lippen liet rollen. "Kijk Ragya... Ik ben sterk," zei ze even. "Wat ben jij...?" Ze bracht haar gezicht dichter en dichter bij de ander, ze waren niet ver van elkaar verwijderd. "Een verwend klein kind," gromde ze even. "Een vuile bitch die van dag 1 denkt zomaar te sollen met mij," ze snoof even... Gvd... "Laat dit een les zijn voor je, kleine, laat deze illusie je duidelijk worden dat ik alles waar kan maken," zei ze met een dreigende toon. "Je ergste nachtmerrie is enkel een vingerknip verwijderd van mij. Je geliefden onder de grond is echter een seconde van mijn tijd." Klonk er. Dit was niet tawn, helemaal niet. Dit was iemand anders. Iemand compleet anders. Maar ergens was het ook wel weer de normale Tawn. "Ik ben dagen, weken, maande, jaren in een hoekje geduwd. Ik was vuilnis en ik was... De persoon die iedereen wilde zijn voor zo lang..." ze haalde even diep adem en begon zachtjes te lachen. "Oh honey, Je bent zo verwend, je weet het echt niet eh. Een beetje slagen in je leven eh?" klonk er plots. "Ik heb kogels moeten vangen, jij slagen. Ik heb geleefd zonder dingen aan mij, jij bent altijd heel gebleven," klonk er. "Ik breek, ik ben kapot en zo ben ook jij kapot, lieve Ragya. je bent zo defect dat je op mij lijkt, weet je dat?" klonk er even al lachend. "Jij, Nathan en ik, we zijn allemaal hetzelfde, we zijn allemaal gek. Weet je dat?" klonk er al lachend. "En dat is door macht, door die fucking macht die jij wilt! Die macht, dat barbaarse gedoe! Het zal je ondergang en hell worden Ragya! IK zorg daarvoor! Jij en ik, wie zal het worden eh? WIE RAGYA WIE?" klonk er grommend en lachend. "Kom op, dit is een groot spel, mijn liefste, net als dansen." klonk er zachtjes... Maar haar polsen kneep ze zowat fijn tussen haar eigen handen. "Ragya... Als jij mij nog een keer lastig valt, mij nog een keer lastig valt... Dan zorg ik ervoor dat ik jouw persoonlijke satan word," klonk er. "Ik word je levende hell, ik bezorg dan een hoopje elende aan je deur en ik haal het nooit meer weg," ze knipperde even.

"Opnieuw, Ragya, laat dit een les zijn. Don't you ever fucking mess with me again, bitch," en met die woorden stond Tawn op, gaf ze haar nog een schop, nam ze een stap terug en stak ze een sigaret aan, om daarna kalm te beginnen roken, midden in een gevecht en een bitchfight. Ze nam een trekje, blies de rook terug uit en keek met vernauwde ogen naar het hoopje dat ze zojuist op haar plaats had gegooid. Ergens wilde ze wel de reactie weten en hoe goed ze wel niet was geslaagd met het breken van een kind, van een prinses... Echt fucking belachelijk als je het haar vroeg.
Terug naar boven Ga naar beneden
Ragya Airon
Member
Ragya Airon
Punten : 619
Gender : Female ♀
Age : 21 years, born on may 4th
Type : Team Rocket
Rang : Capo
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Ninetales
https://pokemon-journey.actieforum.com/t2533-ragya-airon https://pokemon-journey.actieforum.com/t2534-ragya-s-pokedex#50737

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptyzo jul 31, 2016 1:41 am

Ragya keek naar de ander, nam deze in zich op. Ze probeerde alles te zien wat ze eruit kon halen in de hoop meer te weten te komen. Te weten wat ze er tegen kon doen. Ze had een hekel aan het feit dat de ander haar aan het observeren was. Alsof ze een beest was waarvan gekeken moest worden of het bleef staan of uit ging halen. Ach, het principe was bij haar hetzelfde. Of ze bleef staan, of ze viel aan. Er zat weinig tussenin bij haar. Het ergste was dat ze zichzelf kende, zichzelf en hoe dit weer zou eindigen. Ze wist het al. Maar het was niet iets dat je zomaar uit kon zetten. De ander leek dit niet eens te begrijpen, zo iets niet mee te maken. Niet weten wat het is om je eigen vijand te zijn en jezelf kapot te kunnen maken. Nee, de roosharige keek haar aan vanaf de overkant, alsof ze nog de botten onder haar huid zou willen bekijken. Het voedde de ODD enkel aan, de agressie, irritatie. Alles wat de ander deed was in haar ogen een hinder. Als ze er even bij na dacht merkte ze op dat zelfs diens ademhaling een irritatie factor was. De manier hoe ze erbij stond. Maar vooral die blik. Vooral die blik. Tawnee was nu niet iemand die Rag in zou schatten als iemand die een ruggengraat in zich had. Die ook maar iets van passie bij zich droeg, van de kracht waar ze zelf zo op uit was. Misschien omdat ze zelf het denken kon onderschatten, op de saaie manier van de meid voor haar dan. Dat wetenschap, de manier hoe ze hier met haar pokémon om ging. Het was anders. En waarschijnlijk was dat het grootste probleem. Ragya dacht in verschillen in plaats van in gelijken. Zij en Tawnee zaten niet eens in dezelfde groep. Misschien waren ze beiden Team Rocket, misschien waren ze beiden kapot tot het punt waar ze nooit meer terug konden naar normaal zijn. Misschien waren ze ooit eens vrienden geweest. Voor kracht weer ten sprake kwam. Dominantie. Altijd weer dominantie. Tawnee was slimmer als haar, dat wist ze met zekerheid te zeggen. Maar anders. Wederom weer anders. Dat mens zou geen week op zichzelf kunnen leven, niet zoals haar. Niet zonder een greintje geld van regio naar regio trekken en op straat te leven. Nee, die wist niet hoe dat voelde. Ze haalde even diep adem, liet de koude lucht haar lichaam vulde en probeerde er helderder door te worden. Zichzelf weer bij elkaar te rapen en haar gedachtes los te laten. Ze moest ontspannen. Ze moest erbij blijven en verdomme dat kind moest stoppen met zo naar haar te kijken. Nog voor haar ademrol afgemaakt was voelde ze weer een nieuwe vlaag van frustraties onder haar huid kruipen. Dit alles maakte haar.. instabiel. Vooral nu ze wist hoe iemand zonder problemen haar kop in kon, het ging tegen alles waarin ze geloofde en hoopte. Tegen alles wat ze wou bereiken in zichzelf. Haar manier van normaal lijken, normaal reageren terwijl ze ruzie had in haar kop. Dat was haar kracht. En het feit dat ze altijd haar gedachtes en gevoelens voor zichzelf zou kunnen houden was een van de weinige dingen geweest die haar tevreden stelde. En nu, nu leek zelfs die vorm van eigenwaarde geskipped te zijn. En ze was al zo geweldig wat veranderingen betrof. De pogingen haar gedachten rustig en gefocused te houden leken nutteloos te zijn. Ze hoefde haar aandacht maar weer naar de omgeving te verschuiven of het ging weer verder. Kort schoot haar blik richting het gevecht tussen Aldrei in Kido. Ze had er gemixte gevoelens over. Wat een grap zeg, Bipolar en gemixte gevoelens, alsof ze wel eens normaal waren. Ha. Hoe dan ook, voor een deel had ze al het vertrouwen in haar pokémo en diens mogelijkheid om die oversized lizard aan te kunnen. De vos was slim, ze was snel, ze was behendig. Alles wat die hoop ijzer niet was. Ragya vertrouwde de teef haar leven toe en andersom hetzelfde. Ze kon zich geen bestaan voorstellen zonder de ander en alleen al het feit dat ze nu samen vochten gaf haar al een kleine steun. Het was lang niet genoeg om zichzelf getroost en stabiel te noemen. Maar het was fijn om te zien hoe ze hier niet alleen voor stond. Haar pigmentloze ogen ontmoette die van de teef, die de blik had aangevoeld en deze kort ontmoette. Aldrei was bezorgd, ze zag het. Maar de teef was altijd bezorgd en in alle eerlijkheid leek zelfs Ragya nog positief naast het ding. Dat zei al genoeg. De seconde van oogcontact en bonding time was weer afgelopen toen ze naar Tawnee moest kijken. Ogen op de tegenstander houden, weten wat ze gaan doen. Jammer genoeg was de roodharige ingesteld op iemand die vocht zoals haar. Ze was voorbereid op een tegenstander die naar haar toe kwam, haar direct aan zou vallen of een wapen naar haar trok. Het was nog lang niet zeker dat ze dat zou winnen… Maar ze had dan een plan. Echter leek de ander ondanks haar staan en observeren geen enkele aanstalte doen haar richting uit te komen. Het te openen. Iets in haar zei dat dit gevecht niet zou lopen zoals ze dacht, dat ze verstandig moest zijn en dit te eindigen wanneer ze er wel klaar voor was het ertegen op te nemen. Maar dat zou in haar ogen een verlies zijn. Daar kon ze nu niet mee leven. Niet nog een erbij.
De Ninetales leek het ondertussen even leuk te hebben als haar trainster. Misschien zelfs nog leuker als je naging dat ze hier moest multitasken. De vos voelde hoe de Toxic haar lichaam in drong, maar het maakte niet uit. Ze had vaker het gif van een ander in zich gehad en hoewel de brandende pijn onder haar pels zijn tol zou eisen als je het maar lang genoeg gaf wist de teef dat dit nog niet het einde van het gevecht was. Ze zou vechten, lopen en ontwijken alsof ze niks voelde. Meer dan af en toe haar kaken op elkaar klemmen als het erger word zou je niet eens aan haar kunnen merken. Heh, koppigheid was een geweldige eigenschap op zulke momenten. Ze wisten maar niet van stoppen. Aldrei hoefde het ook maar vol te houden tot ze weg kon gaan met haar trainster. Of het betere alternatief van het volhouden tot ze alles kapot hadden gemaakt in de directe omgeving. Je kon haar geloven, ze deed het met liefde. Daarna kon ze altijd nog een Rest uitvoeren, bijkomen en dan weer verder gaan. Het was allemaal geen probleem, ze nam het allemaal maar voor lief. Daar was je een pokémon voor. Waar mensen makkelijk hun einde zagen konden hun gewoon doorvechten, zichzelf terug naar boven trekken als ze dreigde in te zakken. Haar amberen blik was fel op de ogen van Aggron gericht. Haar pels stond lichtelijk omhoog bij haar nek, iets wat helemaal doortrok over haar ruggengraat heen. Ze had haar lip lichtelijk opgetrokken in haar typische en vertrouwde snauw. Ze straalde een humeurigheid uit. Alsof dit alles niks meer was dan nog een irritatie in haar al verschrikkelijk frustrerende leventje. Dit was ook een groot deel van wat ze erover dacht. Al was de rest een bezorgde vorm van stres. Vechten was dan wel allemaal leuk en aardig maar hun twee waren hier maar afleiding. Het echte gevecht verliep tussen de andere en Aldrei kende haar trainster ondertussen goed genoeg om te weten dat ze niet alleen kon functioneren. Iedereen leek al zo snel door te hebben waar haar scheuren zaten, en in plaats van die met rust te laten werd er altijd weer in gestoken waardoor zíj weer degene was die alles moest rechtzetten. Ze was het beu, ze wou voor één keer dat ze eens een normaal, rustig gevecht kon hebben zonder steeds over haar schouder te moeten kijken of er niemand gewurgd werd. Aldrei gromde even, een diep en borrelend geluid van de kern van haar borst. Hierna zette ze zichzelf weer af, constant in beweging blijvend. Het was haar voordeel op de ander. Het maakte niet uit hoeveel mankracht je had als je niks wist te raken. Toen haar blik weer degene ontmoette van het beest zag ze de rust erin. Heh, grappig zeg. Dat beest was even gek als haar trainster als iemand het haar vroeg. Haar eigen ogen straalde een irritatie en minachting uit. Alsof dit grote beest niks meer was als een steentje in je schoen. Een metafoor dat niet goed tot zijn recht kwam als je naging dat ze geen schoenen droeg. Aldrei schudde haar kop even, en sprong hierna op een hoop puin, zo hoogte makend. Ze was het gewend, Ragya had een onverklaarbare liefde naar hoogte. Misschien omdat ze zo alles kon observeren en overzien. Het leek eerder een quirk te zijn dan wat anders. Maar waar de roodharige ging, ging zij ook. Daarbij was ze zelf altijd degene die routes moest vinden voor snelle ontsnappingen. Klimmen was haar ding, zoals navigeren dat ook was geworden. Het was immers zo dat ze buiten haar pokébal leefde, ze was niks anders gewend dan dit bestaan. Een klagelijk geluid kwam uit haar keel toen haar aanval werd afgeweerd. De ander bleef bezig met een of andere boost, al wist de teef niet wat dit voor effect zou hebben. Ze besloot er niet al te veel aandacht aan te besteden, het was immers niks wat ze kon veranderen of voorkomen. En toen begon de aanval weer. Aldrei rolde met haar ogen toen er weer een Stone Edge kwam. Rot aanval. Ze hielt gewoon niet van stenen oké? Moest toch onderhand duidelijk zijn. De grond onder haar poten begon te trillen, iets wat haar sprongen net perse makkelijker maakte. Al was het nog te hanteren. Tegels vlogen nu door de lucht en ze moest meer dan eens tegen de grond aan duiken of een leap maken om deze te ontwijken. Die Kido leek echter ook wat fitness gedaan te hebben en minder zwaar te wegen dan het eruit zag. Meer stenen kwamen haar kant op en met een schelle blaf zette ze een Protect op. Nog geen seconde erna klapte er enkele stenen kapot tegen het veld aan, waardoor ze zich moest concentreren het omhoog te houden. Hoewel ze de actie zelf niet zag gebeuren voelde ze hoe de toren trilde in de klap. Humorloos keek ze neer op het beest. Uitslover. De grond onder haar verloor zijn grip en de teef moest haar lot onder ogen komen. Oftewel weer op de grond landen. Ze ving haar val redelijk op, al waren de brokstukken zeker een last. Ruim je rotzooi toch eens op, slechte opvoeding gehad zeker? Jammer genoeg zorgde dit er wel voor dat ze geen kans vond de Dragon Tial te ontwijken. De enorme staart klapte tegen het scherm op, waarna haar Protect brak en haar de rest van de damage liet opvangen. Ze werd door de kracht opzij geworpen, waarna haar vlucht tot een abrupt einde kwam. Ze moest werken aan de landen, meer woorden zou ze er niet over vuil maken. Het cynische beest was niet van plan zomaar op te geven. Ze was geen tank, nee, dat zeker niet. Maar ze was ook geen porseleinen popje. Daarbij onderschatte andere als snel hoelang je nog door kan gaan nadat je kapot denkt te zijn. En nagaand dat ze zelfs dat nog niet hadden bereikt. Tja, het kon zeker erger. En ze zou de ander eens erger laten zien. Toen de Stone Edge verder ging, maar nu op de volgende versnelling besloot Aldrei dat ze het er helemaal mee had gehad. Haar ogen veranderde kort van kleur en gloeide rood op, waarna ze een Imprison gebruikte. Ze zette een bescherming om de Stone Edge heen, te vergelijken met een kinderslot. Zolang zij wou zou deze niet meer gebruikt kunnen worden. Echt, door de engelen al zingen, geen stenen meer die rondvlogen in de lucht. Hoor je dat? Dan noemen we het geluid van geen stenen tegen je kop aan krijgen. Oké, focus. Ze hadden meer om zich zorgen over te maken. Wetend dat ze hier geen kans op tegenaanval zou krijgen zette ze een Safeguard op, zodat ze geen zorgen moest maken over meer dan alleen die Toxic die aan haar lichaam beet. Aldrei leek heel erg op haar trainster, op veel punten. Maar in tegenstelling tot haar was zij niet het type om te reageren uit niks meer dan alleen woede. Ze had hetzelfde meegemaakt als de roodharige meid, maar bij haar is het geëindigd een beschermende maar vooral wantrouwige trek. Het voornaamste wat ze hieruit kon halen was dat ze ook echt na leek te denken van tijd tot tijd. Tja, kon je niet over iedereen zeggen right? Een Thunder schoot hierna over de grond heen, die zelfs in haar bijna afgeschermde gedeelte leek te komen. Ze hielt haar kreun voor zichzelf toen ze de schok voelde. Dat was het mooie aan stroom, je voelde hoe het binnen ging, maar meer merkte je er niet van. Pas als het weer goed en wel weg was zou je de schade merken. Aangezien ze tot die tijd toch vast zat aan de grond besloot ze weer haar psychische krachten te gebruiken, en stuurde een Hypnosis op de tegenstander af. Het duurde even voor ze haar beweging weer terug kreeg, al zorgde ze er nu voor dat ze achter en tussen de nieuwe spleten van het landschap bleef. Zich laag houdend tegen de grond. Ze mocht haar pels dan niet mee hebben maar de rotzooi was groot genoeg enige vorm van dekking te geven. Zacht mopperend ging ze verder, de fysieke schade aan haar lichaam opmerkend. Echt, dat beest was een grote aansteller niet normaal zeg. Had je toch helemaal niks aan.
Het irriteerde Ragya. De nieuwe beheersing die de ander leek uit te stralen terwijl zij de hare langzaam maar zeker was verloren. Ergens tussen de blinde steek van woede heen was ze zich er heel erg van bewust wat er allemaal gebeurde. Ze wist dat ze hier verkeerd aan deed en geen confrontatie aan zou moeten gaan. Dat kleine snippertje van normaal rustig denken kon wel de rest van de situatie zien. Maar het leek erop dat deze niet boven het geschreeuw in haar kop uit kon komen. Geen stemmen, geen meningen van andere zoals ze steeds meer tegen kwam bij bekende. Voor haar waren het haar emoties die oorlog voerde. Ze was vergeten hoe ze zich moest voelen, hoe je een normale reactie moest geven. Ja, ze kon van de ene extreem naar het andere gaan. Maar wie deed dat nu niet? Twintig aspirine, een kleine snee langs de aders van je arm en misschien zelfs een slecht.. heel slecht half uur aan de top van een gebouw. Iedereen had deze momenten. Sommige hadden wat gevaarlijke momenten gehad. Zoals een geweer in je mond. Je zet het ding daar, je proeft het ijzer, koud en levenloos. Je vinger ligt op de trigger en de hele wereld ligt dan tussen dit moment en het moment dat je hebt gepland; wanneer je het overhaalt. Maar die wereld wint ondanks alles nooit, je stopt het geweer terug in de lade en besluit een andere manier te zoeken. Iedereen had die momenten. En zeker. Waar ze zich de ene dag geweldig en onoverwinnelijk zou voelen was de volgende een waar ze haar pillen een voor een telde om te kijken hoelang het zou duren voor ze het bewustzijn verloor en neer zou vallen. Het was wie ze was. Nu in ieder geval. Zo werkte het in haar kop. Ze was manisch, depressief en boos. Altijd boos. Maar allemaal omdat dat makkelijker was. Makkelijker dan alles onder ogen te komen en te weten wat er verkeerd aan je was. En je kon haar geloven, liever boos dan niks te voelen. Het was zo vullend, overheersend. Adrenaline van haar vechtreflex had bijna iets verslavend en verdovend. Alsof alles eindelijk eens goed zou kunnen komen als ze ernaar luisteren. Niet dat er een alternatief was. Ragya pakte kort haar pols vast en draaide met haar vuist, zodat ze haar spieren onder haar huid kon voelen rollen. Uiteindelijk klonk er een klein klikje van botten die kraakte en hun goede plek weer vonden. Ze kneep haar hand samen in een vuist, en liep samen met die woede en agressie naar voren. Haar pigmentloze ogen stonden op Tawnee gericht, en hoewel ze dingen in zich opnamen zagen ze het allemaal.. anders. Ze richtte zich op eventuele terugslagen, wapens, gevechtsdingen. Niet die vreemde lach op haar kop, niet de blik in de ogen van de ander. Het interesseerde haar simpelweg niet. Er voelde iets verkeerds aan terwijl ze naar voren liep en de afstand overbrugde. Ze had vaker gevochten, te vaak om bij te houden. Daar was het toch anders geweest. Al was het heus niet de eerste keer dat haar tegenstander meer controle leek te hebben. Eigenlijk kwamen de meeste gevechten omdat ze geen controle meer over zichzelf kon behouden. Over haar acties. Het was zwak, diep van binnen wist ze dat. Was dat een van de dingen die ze gebruikte om zichzelf kapot te krijgen. Ze was zwak. Zelfs die bitch voor haar kon haar nog uitlokken en dat mens was absoluut niks. Niks. Straatvuil. En ze zou het kapot maken. Dat was enige wat ertegen hielp, wat haar lichaam en hersenen tot rust zou kunnen brengen. Ze had dan wel weer toegegeven aan de uitlokkingen maar dat maakte niet uit. Het was niet voor niks geweest als ze dit zou winnen. Als ze zich zou bewijzen. Tegenover wie? Zichzelf? Haar geliefdes? Ze… ze wist het niet. Heel haar leven was dit haar doel maar het was over de loop van de jaren zijn context verloren. Eerst was het sterk worden om te overleven. Sterk zijn voor jezelf als je toch niemand had. Toen was het sterk zijn voor Aldrei, voor haar vrijheid. Het groeide uit dankzij andere, waar ze sterk moest zijn om te leven, iets waard te zijn, als een mens gezien te worden. Daarna sterk zijn om jezelf te overkomen, om normaal te zijn, rust te vinden. En nu? Sterk zijn.. voor wie? Welke waarde had het nog? Wie was nu degene met het geweer op haar kop gericht die haar vooruit dreef, die haar neer sloeg als ze uit het lijntje sprak? Haar ademhaling trilde terwijl woede zich enkel opbouwde. Saiko had dingen omhoog gehaald die ze niet meer wou zien, niet meer wou voelen. Waarvan ze dacht dat ze er overheen was gekomen na de tijd die erover heen was gegroeid. Maar wat was 7 jaar tijd? Niks toch? Nee. Het waren dingen die je weg kon proppen en kon kon negeren. Soms, voor een paar minuten zelfs kon vergeten. Het was iets in je dat steeds terug omhoog kwam en je begon te vreten. Er was niemand die hiervan wist. Niemand behalve zijzelf. Ze had nachten slapeloos op daken en straten besteed met enkel dat innerste. Die bron. Iedereen had een ding dat hun vooruit dreef. Dat al je acties onbewust beinvloedde. Het was de kern van je karakter, de kern van wie je was. En het was bij iedereen angst. Sommige hadden een angst voor dood te gaan, dat waren de meeste, het was het normaalste te vinden. Er waren drie soorten dood. Mentaal, fysiek en professioneel. Die angst was hetgeen dat alles in je bepaalde. Sommige wisten het van zichzelf. Sommige negeerde het en bleven er willend blind voor. Zelf hoorde ze vaker bij de laatste optie dan dat ze zou willen. Als je die wist te raken kwam er een uitdaging uit die nauwelijks te overkomen was. Misschien als je stabieler was, misschien als je vrede vond met je eigen en je jezelf ook echt kende. Maar voor iemand die alles negeerde en wegstopte was het onmogelijk eruit te komen. Het uitte zich in kleinere dingen. Zoals haar problemen met regels en leidinggevende. Haar koppige gedrag en de angst om zich te binden. Haar angst die haar naar agressie leidde, die ervoor zorgde dat ze makkelijk te besturen was als je maar een goede poging waagde. De hare was niet makkelijk te missen, iedereen zou hem kunnen gokken. Ze was bang om te eindigen als niks. Om niet sterk genoeg te zijn een indruk te maken op haar omgeving, om niks meer te zijn dan een schaduw onder zelfs de criminele. Om niks in zich te hebben zichzelf en andere te beschermen als het nodig was. Zo simpel, duidelijk en sterk dat Ragya het miste als ze in de spiegel keek. Dat ze haar lust ernaar ontkende alsof he iets was wat weg zou rotten als je het maar lang genoeg in de zon liet liggen. Maar zo werkte het jammer genoeg niet met dingen zoals angst. Haar mentale einde wat ze vreesde. Die groeide enkel als je er niet naar om keek, kwamen dichterbij en namen je over. Zo duidelijk dat het op haar hoofd geschreven had kunnen staan. Maar wat was de ander? Wat zat er in Tawnee wat haar vooruit dreef tot deze acties? Wat was hetgeen dat al diens beslissingen controleerde en haar liet reageren. Kreeg je die te raken met enkel woorden, actief of met alleen een minachtende blik? Wat was haar reactie als ze er tegenover moest komen te staan. Zou ze vechten, de wereld van zich af bijten als de meid een mes in haar handen? Proberen alles kapot te maken zodat ze je niet langer kunnen raken? De moeilijke weg nemen. Misschien was ze iemand die ervan vluchtte, die de situaties probeerde te ontwijken door ervan weg te rekken of een stap ervoor te blijven? Stilstaan en ernaar staren tot de dreiging was verdwenen en ze er niet langer last mee had? Hoeveel angst kon iemand hebben voor er een overwelmende reactie kwam? Haar grens zat laag, laag en altijd zichtbaar aanwezig als een doelwit. Maar het duurde langer voor je alles eruit kreeg, voor je voorbij dat vecht was en de bron kon vinden. Haar defense was minder slecht als je zou denken. Al was het alles behalve ideaal. Heel deze situatie viel wel onder die zin. Niet ideaal. Hoe was het voor de ander, om te weten dat je pokémon iemand gek kon maken? Dat je niks meer hoefde te doen dan gewoon wachten tot het was gebeurd. Arceus, wat wou ze dit kind graag klein krijgen. Wat wou ze graag zorgen dat iedere ademhaling in haar zielige lichaam pijn zou doen. Dat ze zou smeken het te laten stoppen. Aan haar voeten zou liggen als het stuk vuil dat het was. Ragya had meer dan eens iemand het leven ontnomen, meer dan eens de opties overwogen het bij iemand te doen. Maar nog nooit had ze er een lust naar gehad zoals nu. Ze wou het, ze keek er al bijna naar uit het te kunnen doen. Kijken wat die pokémon dan nog waren als hun geliefde mama aan stukken lag in de grond, slacht vuil voor de kraaien om mee te nemen. Kijken of ze dan nog in haar kop kwamen of haar partner lastig vielen. Ergens leek dit verder te gaan dan haar normale agressie, misschien omdat er in haar kop was gewoeld. Het maakte niet uit. Ze kon het wel gebruiken. De ander leek zich niet eens druk te maken terwijl ze dichterbij kwam. Weer iets wat haar dwars zat, maar wat ze naar achteren duwde alsof het maar een klein probleem moest zijn in het grotere geheel. Onbewust vulde ze de gedachtegang van de ander aan. De ander dacht controle te hebben, alsof zij degen was met een geweer gericht op een wild beest. Alsof ze de slimme en verstandige partij was. Ja, ze kon zichzelf wel vinden in de kant van een dier. Ze was geleid door natuurlijke reacties, door haar emoties en door een honger. Honger voor macht. Dat was wie ze was. Maar was dit nu echt zo slecht? Ze was voor de zwakkere onder ons bedriegend, direct en viel aan als je haar in een hoek dreef. Wolven waren best makke dieren, ze ontweken je als ze de kans krijgen. Maar niet iedere wolf had grote roedel. Sommige hadden niet veel om hun eigen te noemen en waren wel scherper dan andere. Zo had onze roosharige jager haar in een hoek gedreven, richtte de loop van haar geweer richting iets wat ze niet begreep. Waar ze geen verstand in had. Even een update voor onze geliefde jager, een jager zonder wapen was niks meer dan een mens met verstand van de vijand. Ze kon dan niks tegen haar beginnen, haar wapens zaten ingebouwd in kracht, angst en haat. Een jager zonder wapen was een mens, en mensen vielen als prooi voor de echte jager in de wouden. Een die niet joeg voor sport en prijs maar om te overleven. Om de volgende dag te zien. Haar blik ging haastig over de meid voor haar, terwijl de afstand steeds verkleinde. Waar was diens wapen? En hoe kon je het ontnemen als het gevecht maar een goed gemikt schok van verlies vandaan was? Het leek erop dat ze maar gewoon moest afzetten en kijken wat er zou gebeuren. Hopend dat als ze zou schieten het in de aanval moeilijker werd. Een schot in de schouder deed pijn, maar dat overleefde je. Zelfs een in je kop zou je nog kunnen overleven als het bepaalde plekken heel liet. Een beest kon veel hebben. Ze zouden doorgaan zelfs al leek het erop dat ze verloren. De jager kon wegrennen, vluchten, en zodra deze uit het territorium was zou de wolf het erbij laten. Andersom leek dit nooit het geval te zijn. Hoe hoog was de prijs voor een vacht in deze tijd? Hoe dichtbij zou de jager bereid zijn te komen tot deze het op zou geven? Zou inzien dat herten jagen misschien meer iets voor hem was? Het interesseerde haar niet. Het was niet in haar interesse wat de ander zou doen of waar ze het op zou geven. Niks deed er meer toe behalve naar voren te gaan, in beweging te blijven, er een einde aan te maken. Dat was de troost in woede, het was simpel. In woede hoefde je niet na te denken over wat er allemaal gebeurde om je heen en hoe je erop zou moeten reageren. Nee, het gebeurde allemaal natuurlijk. Alsof je lichaam het over nam van je verstand, je moest gewoon reageren. Maar het simpele, de haat richting de tegenstander en nog meer naar wie ze zelf was brandde je op als je stopte. Als een pauze liet vallen in de aanval, even je adem probeerde te pakken. Voor een moment vergat ze alles om zich heen. De geluiden van het gevecht naast hun verdwenen, waarbij ze zich richtte op haar eigen lichaam en die van degene voor haar. Ze wist onbewust van Aldrei af, dat deze nog oké was zolang het duurde. Je voelde het aan, als een vreemde bevestiging. Ze beviel de ander luid en duidelijk dat ding van haar uit haar kop te laten gaan. Geen misverstanden over mogelijk. Haar toon was dwingend, koud ondanks de woede die ze voelde en duidelijk van haar af leek te stralen. Ragya was een open boek wat haar emoties betrof als ze op deze staat van gangen was. Normaal, in haar rust zag je niks aan haar. Ze loog alsof het de waarheid was. Nu, heh, grappig zeg. Nee. Het irriteerde haar dus ook dat de ander meteen begon te grijnzen, het wakkerde haar pas nog meer aan. Haal die rot grijns van die lelijke kop af of ze sloeg hem eraf. Ze had een wapen, ze had haar lichamelijke kracht en ze wist waar ze moest raken om te winnen. Dit was haar turf. Ze zag de ander nog niet zo snel knokpartijtjes houden in de steegjes van de hoofdstad. Twee verschillende soorten mensen. Als ze ergens zou moeten winnen was het nu. Zij zou degene die de prijs naar de roedel zou brengen. Die de volgende dag zou zien. Ze voelde meteen hoe haar aanval ontweken werd op de moment dat de uithaal begon. Het was te laat geweest het nog aan te passen en er echt iets aan te doen. Ze moest wachten tot de volgende ronde. Tawnee verdween onder haar arm en kort voelde ze de ander. Gedesoriënteerd zorgt ze de ander weer op met haar blik, haar eigen taal vloeiend over haar lippen schietend. Toen er iets in de lucht werd gegooid stapte ze verwoed naar achteren. Het was niet waar ze op gerekend had, verwacht aangezien ze nergens naar had gekeken in dit gevecht. Gevoel was goed voor je eigen aanvallen, maar niet tegen die van een ander. Ze pakte je altijd ongewapend. Zo volgde ze dus ook de bolletjes met haar blik terwijl ze haar richting op kwamen, in de hoop er nog afstand van de maken. Maar nog voor ze deze goed en wil bekeken had, voor haar mistigere hersens door konden krijgen was het uberhoud was klapte ze open. Een vreemd spul begon op haar neer te komen en nog voor het haar raakte merkte ze al dat het verkeerd zat. Haar lichaam keerde zichzelf erop af, klaagde erover. Het zuur bereikte als eerste haar ogen, die ze natuurlijk op de balletjes had gericht. De pigmentloze ogen stonden geen kans tegen het zuur, die al snel contact maakte met de rest van haar lichaam. Het eerste voelde ze het branden in haar ogen, een die meteen een waterende reactie gaf. Ze klapte zich instinctief voorover en bedekte haar gezicht zo goed het lukte. De rest van haar lichaam leek in brand te staan. Nee. Dat gevoel kende ze. Ze had meerdere malen in brand gestaan en dat voelde niet hetzelfde. Vuur had een leven in zich, het brandde je, het deed pijn maar het was niet te vergelijken met een stof die alles leek te vernietigen wat het aanraakte. Haar ogen verloorde zowel door het gas als de aanraking zelf het zicht. Haar ogen waren de gehele tijd open geweest terwijl het gebeurde, aangezien gesloten houden het enkel erger leek te maken. Ze was blind, en ze kon enkel hopen dat dit niet voor eeuwig het geval zou blijven. Al zou Rag nu al het genoegen nemen met die stervende pijn van zich af te krijgen. En haar lichaam. Veel delen van haar lichaam hadden geen gevoel meer, haar hele linker bovenarm bijvoorbeeld, gedeeltes van haar schouder en mond. Dit waren dus ook de enige, maar ook enige plekken die niet door leken te branden. De rest van haar lichaam smolt. Het smolt onder de stoffen die ze niet eens kende en ze had geen idee wat ze ertegen moest doen. Wat ze zou kunnen doen. De pijn had iets verhelderend in zich. Het was lichamelijk en precies wat ze kon hanteren. Dit kon ze aan, dit kon ze overleven. Dit kon ze overkomen. Na een week zou ze er niks meer van voelen, dan hadden haar hersenen dit al helemaal afgesloten en netjes weggegooid in een hoek van haar gedachtes. Dit was niet te vergelijken met mentale mishandeling. De pijn werd erger, ze onderdrukte de neiging haar ogen open te krabben zodat ze het niet meer hoefde te voelen. De geur die om haar heen ging was misselijkmakend. Het was een mix van verbrand vlees, bloed en as. Ze wou gillen, maar het lukte niet. Sommige mensen hadden dat, dat ze niet konden gillen. Er was iets in je dat uitgezet werd als je maar vaak genoeg leerde dat harde geluiden maken geen hulp zou brengen. Kinderen die alles kregen leerden vaker te zeuren, klagen, geluid te maken. Sommige aan de andere kant van de lijn? De schakelde dit uit, leken onbewust te begrijpen dat er meer geluk en vrede kwam in het stil zwijgen dan het krijsen. Die gilde niet meer als ze schrokken maar sprongen enkel op. Die krijste niet uit woede maar hielden hun stem lager en kouder. Die konden niet hun pijn kwijt in een hard geluid maar klemde hun kaken op elkaar en maakte andere geluiden. Een vreemd geluid rees op uit Ragya, een mix van een kreun, zucht en over het algemeen pure pijn. Ze wou zich groot en sterk houden. Maar er zat een grens in de hoeveelheid grootheid die je op kon stellen. Ze leidde, wou zichzelf opkrullen in een balletje maar bleef onbewogen staan omdat bewegen te veel pijn deed. Maar het overheerste alles op het moment. Het leek zelfs haar woede lichtelijk te ontnemen. Nee, dat zei het verkeerd. Het liet de blinde woede wegnemen. Oh de ironie, de blinde woede stopte als je blind werd. Was het leven niet geweldig? Ze hoorde het gegrinnik van de ander op de achtergrond, waarna een trilling door haar lichaam schoot van de pijn. Stupid tíf. Haar vechtlust was nog niet kapot, ze wou de ander nog even graag kapot maken als eerst. Misschien zelfs meer. Ze stond er altijd al om bekend wraaklustig te zijn, dit kon die eigenschap vast wel versterken. Koud zweet begon de overhand te nemen in de drastische poging van haar lichaam oké te blijven. De vlagen van niks voelen naar onuitstaanbare pijn wisselde elkaar af. Ze werd er misselijk van, ze zou hier haar maaginhoud nog gaan legen als dit zo doorging. Weer een pijnlijk geluid kwam uit de roodharige toen ze naar achteren stapte. Ze rechtte haar rug lichtelijk, meer om te voorkomen dat ze niet flauw zou vallen dan wat anders. Een wrange grijns trok haar mondhoek omhoog, al was dit enkel een reactie van haar zenuwen. De huid in haar nek was glimmend van het verse wondvocht, net zoals haar blote onderarmen. Het branden ging echter alleen maar verder en haalde oude wondes weer open. Ze trilde lichtelijk in de momenten dat de pijn verdween en voelde zich zwak, lichamelijk zwak. Alsof ze op zichzelf in zou klappen als ze nog langer de pijn moest verdragen. Maar dat zou ze niet doen. Dat wist ze. Vaak genoeg had ze gedacht dat ze niet langer door zou kunen gaan. Dat de pijn nu wel moest gaan stoppen. Nee, het stopte nooit gemakkelijk. Nooit. Zo werkte pijn nu eenmaal. Zo voedde het zichzelf. Haar hersenen hadden ondertussen ruzie, niet wetend of de prioriteit in het mentale of fysieke moest liggen. De pijn helderde haar lichtelijk op, meer bewust van wat er om haar heen gebeurde. Ze haalde haar handen van haar ogen af, maar kon niet zeggen of ze haar ogen open of gesloten had gehouden. Ze zag niks. Helemaal niks. Het oogwit was rood aangeslagen door het zuur en haar irissen waren een diepere kleur dan normaal. Het was een vreemd zicht. De ogen schoten dus ook verward heen en weer, zichtloos. Soms dreigde ze weg te draaien als Ragya weer naar voren boog tijdens de onstopbare pijn. Maar ze bleef staan, en de volgende kreun die haar keel verliet had een steek van woede door de andere emoties heen geweven. Hier stonden die wolf en jager weer tegenover elkaar. De wolf was neergeschoten, blind door bloed dat vanuit de wond in diens ogen druppelde. Maar de pijn wekte niet meer uit al een gejank. Het instinct bleef hetzelfde, de drank om aan te vallen bleef hetzelfde. Ze moest alleen nog maar de sprong wagen. Maar zou het veilig zijn uit te halen nu ze niks meer zag? Ze had meer zintuigen. Ze kon de ander horen, stappen die er gezet werden of de onhandigere bewegingen. Iedereen had zulke geluiden, zelfs de beste spy was nog te horen. Ze was niet in de positie om zich zo goed te focussen, maar het was de poging waard. Ze kon het gelach horen, diens ademhaling die nu bijna voldaan leek te zijn. Maar misschien was het voelen nog het sterkste. Als je maar dichtbij genoeg kwam wist het lichaam dit, misschien door de wind die verplaatste of alles samen maar je wist het. Door de uitstraling die ze gaven zoals de hare een pure vorm van haat was. Haar gevecht was nog niet over. Een gewond beest beet harder dan een gezonde. De jager zou zichzelf heel wat vinden of niet? Te veel gaten maakte de pels minder waard, wisten ze dat niet? Interesseerde dat hun niet? Wie maakte het ook uit, haar niet. Nee. Nee. Ze moest erbij blijven, ze mocht zichzelf niet verliezen in deze emoties en in pijn. Het was zo makkelijk jezelf daarin te verliezen en ze wist het. Ze was daar zo makkelijk in. Zichzelf los te laten en zich enkel te richten op wat er op dat moment voor haar stond. Ze sloot haar ogen weer, al maakte het voor de verblinde meid geen enkel verschil meer. Voor een seconde probeerde ze de opties voor zich te zien, en dacht na over de mogelijkheden die ze had als ze nu haar geweer zou pakken. Geens kans. Tawnee was sneller, behendiger en VERDOMME ZE ZAG NIKS. Haar hand kon nog niet eens stil blijven terwijl ze haar eigen lichaam fijn kneep, laat staan haar wapen goed te richten. De kogel was zo uit baan, en zelfs als dit niet het geval was zou dit nog komen als die pokémon zich erbij zouden betrekken. Pokémon, ze had Aldrei. Met haar erbij zou ze het kunnen. Het moest wel. Een plan C was er immers niet. Nee. Heh. Nee. Ze merkte op hoe de ander in beweging kwam, al kon ze niet precies volgen waar ze liep. Haar spieren bleven aangespannen, en ondanks de pijn die ze voelde zou ze vechten. Daar had je adrenaline voor, daar had je een lichaam voor. Alles ging om overleven, en de roodharige bleek daar vrij goed in te zijn, overleven. Ze was het type roofdier dat samen leefde met grotere roofdieren. Hoog in de voedselketen, niet op iemands menu, maar met duidelijk vijanden als ze de verkeerde weg naar huis zou nemen. Ze had maar een bepaalde hoeveelheid brute kracht, en een gedachte die gezond nadenken uit kon zetten wanneer ze het het meeste nodig had. Gemiddeld, zo zou je haar misschien nog het beste kunnen stellen en daar had ze een hekel aan. Er moest iets achter blijven dat normaal was maar toch sterk. Alles draaide daar om. Gefrustreerd maakte ze een geluid, waardoor ze meteen een protest kreeg van haar kwetsbare nek. Al moest ze er zelf mee ten onder gaan ze zou winnen. Als er een ding was wat ze zou doen was het dit overwinnen. De pijn leek op sommige plekken verdoofd te worden toen belangrijke punten smolten. Het gaf een vreemde stimulie die nauwelijks te beschrijven was met woorden. Een nieuwe haat vulde haar en voor een moment nam het haar weer over. Ze wou schreeuwen tegen de ander dat ze moest komen, dat ze niet zo laf moest zijn om dit vanaf de zijlijn te spelen. Iemand die daar bleef staan en niet eens haar eigen vuile werk wou willen oplossen was zwak. Zeker had ze zuur nodig om haar neer te krijgen, en haar ijzeren pokémon. Wat wou ze anders doen? Haar vervelen tot de dood. Mania nam een greep op haar geest. Zeker, dan zou ze het ook zo spelen. Ze zou haar aankunnen als het een op een was, ze zou de nek van de ander kunnen breken en er zou geen hond zijn die er naar om had gekeken. Heh. Kijk eens wat ze zei, ze herhaalde de woorden van haar ergste vijanden. Hoe lang was het geleden dat dit naar haar was gezegd? ‘Omdat je iemand bent waar geen hond naar omkijkt’ ze was het al bijna vergeten. Was ze het maar vergeten. Het was waar, toen had geen hond naar haar verlies omgekeken maar nu wel.. Toch? Ja. Ze schudde haar hoofd, wat wederom een mistig gevoel gaf in haar kop. Maar get maakte niet uit. Niks maakte uit. Ze ging van het ene gevecht naar het andere en daartussen maakte niks meer uit. Als ze klaar was met het ene moest ze weer doorgaan. Zo werkte het. Zo leefde ze het beste en dat wist ze. Haar ademhaling was lichtelijk versneld geraakt terwijl het opgefokte gevoel aansterkte. Alleen wachten tot de ander naar haar toe zou komen, zelf de aanval in zou zetten.
Aldrei had zich uiteindelijk afgezonderd van het gevecht en richting gemaakt naar haar trainster toe. Het interesseerde haar niet wat xl hagedis zou doen. Er zat iets mis, ze merkte het. Ze wist het gewoon. Naja, ze had het ook wel zien aankomen dus dat scheelde. Natuurlijk ging alles mis want haar was geen rustig leventje gegund als schootvos. Nee, ze moest een kopgek trainer bijhouden en alles dood maken wat ze tegenkwamen. Geweldige baan ook, echt, daar werd je blij van. De gouden vos rende op Tawnee en Ragya was, waardoor ze nu pas zag wat er gaande was. Ze zag hoe Rag erbij stond, voelde haar pijn en vreemde woede. Wat was hier gaande? Echt, je keek voor drie minuten niet en je trainer had al last van psychosis. Achter haar klonk ineens een enorm gebrul, iets dat door heel de toren heen leek te schieten. Echt, dit ding ging nog kapot. Ze zou er geld op inzetten als ze hier de optie voor kreeg. Toch negeerde ze Kido voor zover dit ging. Naar Hel met dat ding, ze had belangrijkere dingen te doen. Zelf interesseerde het haar niet meer of ze hier hun statement zouden bereiken, ze wou gewoon weg en zorgen dat Rag veilig was. Uiteindelijk kwam ze bij haar trainster aan, waarna ze haar snuit tegen diens hand aan duwde, en onderzoekend de ander observeerde. Ragya spande in eerste instantie haar spieren aan, klaar om een aanval terug te doen, maar realiseerde toen dat het een bekende was. De hand reageerde nu en vond zich terug in de bekende weg naar de gouden pels, en klemde deze voor een kort moment vast. De zichtloze ogen van de ander moette de amberen van de teef. Er was iets mis. Haar snuit ging verder langs de nieuwe en verse wonden, een kort een likje geven. Meteen voelde ze het effect van het zuur en vulde haar mond met vlammen, waardoor het wegbrandde. Abrupt draaide ze haar kop naar Tawnee toe, en gromde diep naar de meid, wetend dat deze de dader was. Echter maakte ze zich nog het meeste zorgen om de rest van de roodharige. Ze gedroeg zich vreemd, nou ja, vreemder dan normaal. Er was gewoon iets anders wat ze niet helemaal begreep of wou begrijpen. Ze wou gewoon dat het over was, aangezien het in haar ogen duidelijk was dat Rag weer last had van.. zichzelf? Close enough. Aldrei keek naar de tegenstander op een manier zoals alleen zij kon. Het was het opnemen van een tegenstander, proberen in te schatten wat ze hierna gingen doen en hoe ze erop moest reageren. Ergens in haar ooghoek probeerde ze ook Kido in de gaten te houden. Maar de blik was gehumeurd en pissig, alsof dit teveel moeite kostte. Maar hoewel ze er trots en sterk bij stond was het te merken dat ze gestrest was. En dat was ook zo. De Ninetales maakte zich altijd zorgen, en had enkel de simpele maar blijkbaar onmogelijke wens om haarzelf en haar trainster heel te laten voor de verandering. Zo veel gevraagd. Wederom keek ze opzij naar Rag, die het niet beter leek te maken en duidelijk haar pijn probeerde te over winnen door weer die vechtslust op te zoeken. Idioot dom wezen dat het er ook was. Krijg eens een beetje zelfbeheersing en stop met jezelf in de val te zetten. Toen de ander ineens hard begon te lachen keken beiden als gestoken op. Naast haar zorgde dit er meteen voor dat er weer een pijnlijke steek door de roodharige haar lichaam schoot. Het gelach van de ander leek ondertussen de ruimte te vullen en het weerkaatste op de muren. Echt een misselijkmakend geluid. Weer gromde ze, oren plat naar achteren gedrukt. Op dat moment kwam Kido weer in actie en hoorde ze de woorden van de tegenstander. Ze kende de aanval, en dit stond haar helemaal niet aan. Met een grauw voelde ze hoe ze teruggedwongen werd in haar pokébal alsof het een draaikolk was. Aldrei was het niet gewend. De enige keer dat ze ooit in een pokébal had gezeten waren twee korte momentjes en een keer toen ze gestolen was in een Dark Ball. Over het algemeen was het voor haar een ware hel, evengoed als het voor Ragya was. Ze was zich heel lichtelijk bewust van wat er om haar heen gebeurde, maar het was zo.. verdoofd. Het was iets dat met oefenen beter zou worden, zoals Sleipnir deed. Al zou ze het nooit zo ver laten komen. Hier hoorde ze niet. Voor de meeste was dit een plek van rust maar voor haar was een gevangenis. En hoewel ze uit grotere dingen was ontsnapt was er iets in die Roar die haar nog tegenhielt, wat eerst uit zou moeten werken voor ze weer in actie kon komen. Tegen al haar geloof in maakte ze een klagend jankend geluid, wetend dat niemand het zou kunnen horen.
Voor Ragya was het geen seconde beter. Op het moment dat ze de aanval hoorde kwam er een “Nee” over haar lippen, bijna ongelovig. Niet nu. Niet nu verdomme. Niet nu. Ze hoorde de klik van een andere pokébal die open klapte en wist pas te zeggen wie het was toen ze de lege plek voelde. Het was Huginn. Die kon niks beginnen tegen die beesten van de ander. Maar hij was slim en beheerst. Waarschijnlijk zou hij de ander eerder doden met manieren dan wat anders. Het beest merkte wel de situatie op, en besloot zonder een bevel maar in actie te komen. Hij vloog ook recht op Kido af en deed duidelijk zijn best haar te irriteren en af te leiden, in tegenstelling tot echte schade te doen. Als het hem te nauw werd vloog hij simpelweg omhoog, buiten haar berijk of waar hij genoeg tijd kreeg erop te reageren. Maar hoe handig hij ook was, Ragya voelde zich ineens bitter alleen. Haar hand schoof naar de pokébal van Aldrei, maar nog voor ze deze in kon drukken hoorde ze een klap voor zich, waardoor ze enkele stappen naar achteren zette en bijna door haar poten heen zakte.
Meteen voelde ze dat er weer iets was, iets anders. Nee. Niet weer. Een koude hand sloot zich kort om haar hart heen tot ze tot haar eigen verbazing iets voor zich zag. Het was hiervoor een leegte geweest, blind voor de wereld dankzij het zuur, en nu zag ze een grasveld. Ze wist dat het nep moest zijn, vooral omdat de bijtende pijn nog steeds aanhielt en haar in diens greep hielt. Toch was het een abnormaal gevoel hoe ze in het gras stond. Ze voelde zich verward, verbaast en moe. Maar ook voelde ze het gras onder haar voeten en een aangenaam briesje wat ze eerst niet had gehad. Ze voelde zelfs de tintelende aanraking van de zon, al overwon deze het bij lange na niet aan de pijn die ze ervoer. Kort keek ze om zich heen, rond de leegte, maar zover ze ook keek ze leek alleen te zijn. In haar hoofd bleef ze het maar herhalen, dat dit nep was, dat dit Saiko was, dat dit onmogelijk was. Naar denken was vrij moeilijk als alles in controle werd gehouden en werd verbouwt tot een illusie. Het had bijna iets bekends, iets vertrouwds in zich. Het maakte haar ongemakkelijker dan dat ze al was. En op dat moment werd het weer donker voor haar ogen. Ondertussen stond haar lichaam roerloos te weten, enkel haar opengesperde ogen die heen en weer bewogen of kleine zenuwtrekken die te zien waren. En haar gezichtsuitdrukking, haar uitstraling die bij iedere actie iets lek te veranderen. Het zwart was geen probleem, maar toen kwam ze in een huis. De overgang leek bijna natuurlijk te gaan terwijl de roodharige om zich heen keek. Beschermend had ze haar hand over haar arm gelegd, zoals ze altijd deed als ze zich ergens wantrouwig over voelde. Maar ze was alleen, het was stil en rustig. Het had bijna iets huiselijks met de kalme openhaard en kaarsen. Het vuur leek net echt te zijn en ze onderdrukte de neiging ernaar toe te lopen. Steeds harder moest ze herhalen dat dit nep was. Maar het zag er zo echt uit, het vóelde echt. Ragya was iemand die altijd haar gevoel heeft gevolgd en dit was voor haar iets onwerkelijks. Maar de rust begon haar te ontkruipen en met een zucht te merken was vanaf de buitenkant ontspande ze lichtelijk. Het duurde in haar beleving lang dat dit volhield. Ze had haar ogen gesloten en probeerde nu enkel nog de pijn buiten te sluiten om het goed te maken. En toen hoorde ze iets. Voelde ze iets. Rag richtte haar aandacht weer op de ruimte, en schrok van het beeld wat ze kreeg te zien. Zachtjes en nauwelijks merkbaar schudde ze haar hoofd. Dit kon niet waar zijn. Hun gezichten waren vervangen met een diep levenloos zwart terwijl bloed uit hun oogkassen droop. Het was onwerkelijk en voelde echt, leek zo waar te zijn. De kleine detailes waar Ragya op probeerde te letten om het nepper te maken waren zelfs uitgedacht. Maar ze begonnen haar te omsingelen. Het waren er twee, twee lichamen die haar heel erg bekent voor leken te komen. De wezens grijnsde naar haar en ze zette instinctief een stap naar achteren. Ze kwamen dichterbij terwijl een verschrikkelijke geur de ruimte vulde. Dit was echter niet het ergste, want die monsters waren maar monsters. Die waren eng voor nu maar zouden nooit blijven hangen in de gedachte van de roodharige. Pas toen ze twee heel erg bekende gezichten kregen leek het ware effect op te spelen. Haar hartslag versnelde zich. Ze was oprecht bang voor deze mensen. Voor de twee manen waar ze een lange tijd bij had besteed. Hunter, Cervius. Bekende van voor ze zichzelf een echte trainer had kunnen noemen. Haar lichaam spande zich aan terwijl nu ook haar nog vrije hersenen met haar op de loop gingen. PTSD speelde weer op en liet haar terug denken aan de tijd met deze twee. Hun woorden, hoe ze zich gedroegen, die kleine nutteloze trekjes ze ze hadden maar die ze onthielt ondanks alles. En ze herinnerde zich hoe ze daaraan kapot was geraakt. En ze zette nog een stap naar achteren. In de tijdspan van haar enkele stap was de ruinte veranderd. Ze zaten in een kelder. Grijs, kaal, opgesloten. Het was donker, er was geen optie tot vluchten van deze waanbeelden. Dat moesten ze zijn toch? Ze had Hunter immers vermoord, hij was dood. En de oudste van de mannen dan, die kon hier onmogelijk zijn. Ze moest.. ze moest deze niet vrezen. Maar ze was bang, haar lichaam was bang en reageerde in shock. Ze leken immers net echt en die mogelijke dreiging deed nu simpelweg zijn werk. En toen begonnen ze te praten, iets wat anders was dan degene die ze was gewend. Al moest ze toegeven dat de eerste woorden die uit de zwartharige kwamen haar een koude trilling gaf van de gelijkenis met de echte variant ervan. Maar de stemmen… die klopte. Zo erg dat ze het niet kon hanteren en de eerste aanval niet zag aankomen. Meteen daarna haalde ze terug uit, een rommelige aanval, een voorzichtige. Hij ging dwars door het lichaam heen, terwijl de fysieke mishandeling vervolgde. Uiteindelijk zakte ze door haar benen heen en eindigde op de grond, wapen strak in de handen geklemd waardoor haar knokkels wit waren. Gelach, van haar eigen vulde nu een tijd haar kop na de marteling die te lang had geduurd. En toen stilte. Ze koesterde die stilde en haalde diep adem, al werd hij halverwege afgebroken. Haar lichaam was verbrand en op enkele plekken waren redelijke japen van wonden ontstaan. Ze voelde het lauwe bloed over haar lichaam heen druppelen. Maar de stilde en duisternis was beter. De flashbacks stopte echter niet, het herhalen van woorden en zinnen bleef als een zachte echo doorgaan. Dat was tot er een licht de ruimte vulde. De meid keek weer op, haar blik lichtelijk vernauwt op de nieuwe aankomst, al kon ze niet verhelpen dat ze ontspande bij het zien van Aldrei. Nee. Het was niet waar. Dit was Aldrei niet. Maar ze leek erop, alles leek er zo erg op. De gouden pels, diens blik in haar ogen. Het wás haar vos. En toen verscheen er nog iemand, Lucian. Weer een automatische reactie vulde haar lichaam toen ze de bekende jongen zag. Degene waar ze van hielt. Ze nam zijn gezicht in zich op in de hoop iets te vinden dat zei of dit echt of niet echt was. Er werd een hand naar haar uitgestoken, een gebaar wat de jongen vaak naar haar maakte. Het voelde veilig, vertrouwd en voor een seconde wou ze erin geloven. En toen kwam er vuur. Het waren echter niet de vlammen waar ze zo van hielt, deze omhelsten Lucian in hun brandende omhelzing. Het geschreeuw prikkelde haar, liet haar aanspannen en defensief worden. Haar blik gleed naar de bron van de vlammenzee, en daar vond ze nog een bekende. Nathan? Wat deed Nathan hier.. Waarom? Hij- hij was een vriend. Toch? Maar nu ze zo naar hem keek, naar zijn grijns en de manier hoe hij naar haar vos toe liep. Het was precies de doen van de groenharige, zoals ze hem vaker had gezien. Enkel was de actie toen naar iemand anders geweest, had zij het mooie einde van de show gehad. Ergens, diep van binnen samen met de angst die hier rechtstreekt van zijn kern werd gerukt, had ze iets tegen de jongen. Hij was immers de oorzaak van velen van haar problemen. Hij had Aldrei zonder moeite gestolen, wist precies wat te doen om haar uit te lokken en deed dit niet voor zijn eigen doelen. Nee, omdat hij het leuk vond. Waar ze oppervlakkig gezien een vreemde vorm van vriendschap voelde, bleef die kern altijd zitten. De haat, die wil om de ander te overwinnen en om sterker te zijn dan hem. Hij was een handige combinatie van vriend, vijand, ‘rolmodel’ en uitbreider van alle dingen die ze aan zichzelf haatte in een. En toen zette hij de loop tegen de kop van Aldrei, terwijl de blik van het beest die in uiterste rust bleef. Zonder een seconde erover te doen knalde hij het beest neer. Haar blik was groot, en al haar rationaliteit leek weg te vallen. De groenharige ging verder, en verloste Lucian uit zijn geschreeuw. Nee. Nee. Dit was alles wat ze had, alles. Hulpeloos keek ze naar de twee lijken die zo echt leken dat zelfs zij het verschil niet meer zou kunnen zeggen. De enige levende in de ruimte op haar na sprak weer op, lachend. 'Nog steeds niet sterk genoeg eh?' De woorden vulde haar kop terwijl ze hulpeloos achter bleef. Ze had niks kunnen doen, geen vecht meer in zich gehad en geen kans kregen het op te lossen. De pijn mentaal begon haar fysieke pijn langzaam maar zeker over te nemen. Ze kon haar blik niet van de dode jongen en vos afscheuren, hoe graag ze het ook wilde. En toen kwam de pijn weer terug, buiten hetgeen wat ze meemaakte dit keer. Ze voelde hoe er aan haar haren werd getrokken, hoe haar rug en knie werden geraakt. Nu was haar kans iets terug te doen, maar ze deed niks. Haar geest begon zich af te sluiten voor wat er buiten gebeurde, het interesseerde haar niet meer. Ze maakte zichzelf kapot op een manier die Tawnee en Saiko niet konden doen. Door de schuld op zichzelf te brengen, door te zeggen dat ze dit had kunnen voorkomen als ze minder.. zwak was geweest. Dat de Nathan, Hunter en Cervius illusies gelijk hadden. “Oh Ragya toch. Je weet niet hoeveel haat ik werkelijk voor je draag of niet dan? Ik weet het allemaal, lieve prinses van me. Hoe alles in je schoot is geworpen en NOG kan je niks bereiken. NOG ben je een waardeloos iets..." Woordloos stemde ze in, tegen de haat van haar eigen geest in. Ze kon het gewoon niet. Ze zag weer dingen voor haar ogen schieten, maar deze keer was het meer dan alleen haar tijd in gevangenschap. Het waren gevechten die ze had verloren, moment dat mensen haar zonder moeite konden uitlokken en op haar plaats hadden hadden geduwd. Plots voelde ze hoe ze tegen de grond aan werd gedrukt, al was haar tegenwerking nog steeds niet bestaand. Ze had niks meer om nog voor of tegen te vechten. Alles was omhoog gehaald. En die kern van angst werd nu mishandeld, er kwamen al breken in op het oppervlakte maar onder de voet van degene voor haar maakte het niet uit wat haar acties waren. Ze was voor een moment weer die wolf tegenover de jager, die zo veel schade had opgelopen van het gevecht dat het niet uitmaakte wat de jager zou doen. Als deze weg zou lopen, haar met rust zou laten zou de wolf alsnog ten onder gaan. Niet meer in staat overeind te komen. Het gromt nog, maar het bijt nauwelijks meer, enkel een lege blik die naar je terug keek alsof het zich af vroeg wanneer ze er een einde aan gingen maken. Ragya luisterde niet naar de woorden van de ander, tot ze weer voelde hoe ze onder de ander gebroken werd. "Tik-tok Ragya... Nog even en ik steel het meest dierbare van je, Wat zal het zijn eh... Lucian... Aldrei... Je macht... Je aanzien...? Of... Je normale leventje?” Haar aandacht leek gegrepen te zijn, ze kwam dicht tegen het laatste duwtje aan. Het waren dingen die niemand van haar wist, niemand die wist waar ze naar verlangde en wat ze niet kon verliezen. "Je bent niet normaal eh. Niemand zal je ooit serieus nemen en wat ben je dan eh? Dan ben je niet meer dan ik,” Ze voelde het speeksel van de ander dat haar gezicht raakte, al maakte het haar niet eens meer uit om het te ontwijken of af te vegen, daarbij zat ze toch vastgepind. Ze moest normaal zijn. Ze moest iemand zijn die gerespecteerd kon worden of in ieder geval met rust gelaten werd. Ze was niet.. niet gek.. niet anders… nee.. "Ik ontneem je alles als het moet en ik breek het voor je neus, opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw..." De illusies begonnen weer voor haar ogen te bewegen. Steeds werden de twee waar ze het meeste om gaf neergeschoten. De ene keer door Nathan, de andere door Tawnee. Het maakte niet uit wie het deed. Beide waren mensen waartegen ze had verloren, die ze boven alles kon haten hiervoor en haar het beste neerkregen dan ieder ander. "Want weet je... Voor je het weet hebben we je gewoon en dan zal ik persoonlijk kijken voor de meest gepaste hell voor je, Kijk Ragya... Ik ben sterk. Wat ben jij...?” Ze voelde hoe de ander dichterbij kwam en ze liet het toe, ze liet het allemaal over zich heen komen alsof het zo sneller over zou moeten gaan. Haar ademhaling was onregelmatig terwijl de ander duidelijk haar versnelde hartslag moest voelen vanaf haar polsen. Zowel haar lichaam als haar geest ging hier aan onderdoor. Voor een seconde overwoog ze weer haar geweer te pakken en zichzelf neer te knallen. Het was makkelijker. Het was de makkelijkste optie. Maar ze deed het niet. Ergens vond ze er de kracht niet voor die handeling te maken. "Een vuile bitch die van dag 1 denkt zomaar te sollen met mij, Laat dit een les zijn voor je, kleine, laat deze illusie je duidelijk worden dat ik alles waar kan maken. Je ergste nachtmerrie is enkel een vingerknip verwijderd van mij. Je geliefden onder de grond is echter een seconde van mijn tijd." Ze slikte en wendde haar blik recht in die van de ander, al zag ze niks, was ook de blik zelf leeg. Dit kon Tawnee niet doen, daar was ze niet sterk genoeg voor. Het kon niet. Maar de beelden waren niet meer uit haar hoofd te krijgen. Keer op keer herhaalde ze zichzelf weer en leken hun marteling geweldig te vinden. De roodharige kreeg weer een schok door haar lichaam heen. "Ik breek, ik ben kapot en zo ben ook jij kapot, lieve Ragya. je bent zo defect dat je op mij lijkt, weet je dat? Jij, Nathan en ik, we zijn allemaal hetzelfde, we zijn allemaal gek. Weet je dat? En dat is door macht, door die fucking macht die jij wilt! Die macht, dat barbaarse gedoe! Het zal je ondergang en hell worden Ragya! IK zorg daarvoor! Jij en ik, wie zal het worden eh? WIE RAGYA WIE? Kom op, dit is een groot spel, mijn liefste, net als dansen. Ragya... Als jij mij nog een keer lastig valt, mij nog een keer lastig valt... Dan zorg ik ervoor dat ik jouw persoonlijke satan word. Ik word je levende hell, ik bezorg dan een hoopje ellende aan je deur en ik haal het nooit meer weg," En hiermee leek de roodharige haar letterlijke breekpunt te hebben bereikt. Ze was niet defect, ze kon niet defect zijn. Ze kon niet hetzelfde zijn als de twee mensen die haar leven neer schoten. Gek.. nee.. ze was niet gek. Ze was normaal. HET MOEST. Ze moest normaal zijn. Ze kon het niet aan om iets anders te zijn dan dat het kon gewoon niet. Ze moest sterk zijn. Zoals al velen jaren hiervoor had gedaan klemde ze zichzelf vast aan die ene belofte. Ze moest sterk zijn, ze moest sterker zijn dan iedereen om haar heen. Ze moest dit overwinnen. Het was niet de machtlust die haar gek maakte. Kon het? Nee, ze moest Tawn niet geloven. Dat mens was gek. Ja. Gek. Even gek als iemand die nu de dood van haar geliefdes voor zich zag? Die afvroeg hoe lang ze nog door moest gaan voor die kogel eindelijk haar kop raakte of dat ze moest wachten tot haar roedel haar was vergeten tot et klaar was. Was dat gek? Het mocht niet. Het kon niet. Ze sloot haar ogen, haalde schokkend adem en bleef daar liggen. Woordloos. Haar keel was dik en droog, ze betwijfelende dat ze uberhoud kon praten zelfs al zou haar hersenen dit toelaten. Maar vooral haar flight leek verdwenen te zijn. Altijd had er vechtlust in haar gezeten, soms kleiner dan anders, soms buiten haar controle uit. Maar deze was gedoofd als een kleine vlam van een kaars. Het zou wel weer terug komen, maar haar basis lag nu aan stukken. Alles wat ze jaren voor zichzelf had kunnen houden was nu in een keer vermorzeld geraakt. Fijngetrapt door een meid die ze fysiek gezien hetzelfde aan kon doen. Hier kwam ze nooit meer te boven, ze zou het terug aan elkaar kunnen lijmen, ze zou zelfs weer weg kunnen vluchten uit de regio en alles achter zich laten. Maar ze zou getriggerd worden door dingen die ze nu had gezien en gehoord. Ze zou het effect niet meer te boven kunnen komen en dat wist ze. Ze was zo verdomd bang. Niet voor de ander maar voor alles in het algemeen genomen. Voor de woorden voor de beelden voor het feit dat ze wíst dat er een waarheid in zat. Er al weinig heel geweest toen dit was begonnen, maar de tegenstander had haar woorden waar gemaakt. Zo zag iemand eruit die gebroken was. Die geen vooruit drijvende kracht meer kon vinden in haar lichaam.

Ze voelde de druk en knelling van haar lichaam af komen, en lette niet meer op de echo van de woorden van de ander. Ze duwde zich enkel omhoog tot ze op haar knieën eindigde. Meteen kwam er een mix van gal en bloed haar mond uit en maakte dit een onaangenaam plasje tussen haar handen. Haar lichaam voelde aan alsof ze haar organen wou uitkotsen. Maar meer dan het zure en bijtende gal kwam er niet uit. Lusteloos spuugde ze na, wat een borrelende mix van speeksel en vers bloed creëerde. Ze had de binnenkant van haar mond kapot gebeten, al werkte het feit dat ze hier niks voelde nu zeker in haar voordeel. De zure geur van de waterige substantie hielp haar lichaam niet echt. Ze duwde zichzelf opzij, weg van de plas, maar bleef in een zittende positie. Ze zag ondertussen het verschil tussen licht en donker weer, al was dit het enige wat haar ogen nog konden waarnemen op het moment, en waarschijnlijk nog voor een tijdje. Ze staarde naar de grond toe, haar hand in een wilde manier in haar haren gestoken. Ondertussen leek haar lichaam niet te weten hoe het om moest gaan met het trauma. Rag was zelfs nog bleker dan normaal en je kon ieder bloedvat in haar lichaam luid en duidelijk zien. De brandwonden leken ondertussen tot rust zijn gekomen, al zagen ze er misselijkmakend uit op haar lichaam. Enkelen sneeën samen met redelijk wat bloed leken het beeld af te maken. Ze stilde, schokte en had moeite met adem halen. Maar ze leek vooral voor zich uit te staren en alles nog voor zich te zien. Psychosis was iets waar ze met al haar kwalen en aandoeningen al vatbaar voor was. Toch had ze het nooit echt ervaren. Laat staan zo intens als nu. Ze voelde de pokébal aan haar riem bewegen, maar het interesseerde haar niet meer. Gescheiden voelde ze Aldrei toch niet meer, en ze kreeg het niet voor elkaar de realiteit met de waanbeelden te splitsen. Ze voelde zich machteloos… zwak.. gek.. gebroken.. defect.. En een alles overheersende angst die ineens bevestigd leek te zijn. Ze was zichzelf helemaal verloren.
Terug naar boven Ga naar beneden
Lucian Lannister
Member
Lucian Lannister
Punten : 315
Gender : Male ♂
Age : 21 years | 14 Feb.
Type : Team Rocket
Rang : Grunt
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : Mudkip
https://pokemon-journey.actieforum.com/t4587-lucian-lannister https://pokemon-journey.actieforum.com/t4674-lucian-s-pokedex#96148

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Emptyzo jul 31, 2016 9:43 am

Het was een dag zoals alle anderen. En toch leek het wel alsof er onheil in de lucht hing. De jongen had een vreemd gevoel in zijn maag terwijl hij in Shalour City was geweest. Hij had een vrije dag vandaag en hij wist dat er een aantal wilde pokémon in deze buurt leefden waar hij wel interesse in had. Sinds laatst zijn falende poging om een Goomy te vangen - ja, het hoort het goed, hij had erin gefaald een Goomy te vangen - had hij het gevoel dat hij zichzelf opnieuw moest bewijzen. Hij kon pokémon vangen, right? Dit sloeg gewoon nergens op. Maar het leven was met vallen en opstaan, met dat laatste was de jongen nu bezig. Hij was in de richting van de Tower of Mastery gegaan. Waarom? Geen idee, hij volgde zijn instincten en door de jaren heen waren die best wel scherp geworden. Hij vertrouwde er dan ook op dat hij goed ging, wat klopte toen hij uiteindelijk de grote toren voor zijn neus zag. Gezien hij geen huis meer had, had hij zijn zwaard om zijn middel hangen in een schede. Soms keken mensen hem wat raar aan op straat, maar dit familie-erfstuk zou hij voor geen goud achterlaten in een pokémon center. De rest van zijn spullen was daar echter wel te vinden, behalve de riem met pokéballs die rond zijn middel hing en nog een aantal spulletjes die zich in zijn lichte rugzak bevonden. Om nog maar niet te beginnen over het mes in zijn broekzak en het pistool aan de binnenkant van zijn leren jack. Hij was een crimineel, al was het oppassen omdat Team Rocket buiten Lumiose City nog geen macht had over de andere steden en hier nog wel gewoon politie was. Nu had hij Judith altijd nog om zich eruit te vechten, maar dat was ook weer zoveel moeite en de jongeman had er eventjes niet zoveel zin in om in de problemen te komen. Rustig ging hij de toren binnen, liet zijn ogen kort aan het donker wennen en liet Khaleesi er dan ook uit zodat ze wat licht kon verspreiden. Hij begon wat rond te neuzen, zoekend naar iets interessants zoals een pokémon of iets, maar nog altijd met een onwennig gevoel in zijn buik.

Er speelde zich een eind verderop een schouwspel af wat hem verdacht veel liet denken aan die andere keer dat hij een gast aan had gevallen die aan het vechten was geweest met zijn dierbare roodharige vriendin. Dit keer was er iets heel anders aan de hand. Hij herkende de soort pokémon meteen, een Metagross en een Aggron die hij niet kende, een meisje wat hij niet kende wat rustig met een sigaretje in haar mond toekeek en toen de persoon op de grond. Er ging een steek door zijn borstkas ging terwijl hij zijn goudkleurige ogen open sperde. Ragya. Ze lag daar, een grote hoeveelheid wonden op haar lichaam en zag er nogal verloren uit. Dit was geen normaal, dit was een gevecht waarbij de trainer net zoals haar pokémon af werden gemaakt. Zonder erbij na te denken schoot zijn hand naar de binnenkant van zijn jack en toverde hij het trouwe pistool uit zijn binnenzak. Hij had Judith uit haar pokéball gelaten en deze slaakte een woeste, oorverdovende brul om hun komst aan te kondigen. Een enorme Dark Pulse werd afgeschoten op het meisje vlak voor Ragya stond, gevolgd door opnieuw een harde brul. De licht getinte jongen begon te rennen, Khaleesi aan zijn zijde en hij knielde naast Ragya neer. Ze had overal over haar lichaam wonden. Woest schoot zijn blik omhoog naar het meisje. "Wat heb je met haar gedaan?!" bulderde hij woedend terwijl zijn ogen vol vuur schoten. Hij voelde een woedde door zijn lichaam heen sidderen die zich razendsnel overal gevestigd had. Van de toppen van zijn tenen tot zijn handen, overal was er een razende woedde. Men kwam niet aan de dingen die hem dierbaar waren, men krenkte Ragya geen haar. Hij tilde het pistool op en richtte het op het andere meisje. "Ik zweer het je, één stap dichterbij en ik jaag deze kogel door je kop heen." Oh yeah, hij was echt heel boos.
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud

Not Me - Pagina 2 Empty
BerichtOnderwerp: Re: Not Me   Not Me - Pagina 2 Empty

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Not Me
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 2 van 2Ga naar pagina : Vorige  1, 2

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Shalour City :: Tower of Mastery-
Ga naar: