Pack attack
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 Pack attack

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Abigail Page
Member
Abigail Page
Punten : 353
Gender : Female ♀
Age : 17 years
Type : Trainer
Icon : Mudkip
https://pokemon-journey.actieforum.com/t61-abigail-daisy-page https://pokemon-journey.actieforum.com/t63-abigail-s-pokedex

Pack attack Empty
BerichtOnderwerp: Pack attack   Pack attack Emptydo aug 28, 2014 3:13 pm

Adem in. Adem uit. Ze stond voor een woestoogende Furfrou. De hondpokemon was op haar gestuit terwijl ze met Niké en Apollo aan het trainen was. De Grovyle moest meerdere manieren verzinnen om flying aanvallen te ontwijken, die Niké op hem af vuurde, keer op keer. Maar de wilde pokemon was plots op haar pad gekomen en werd geraakt door een Wing Attack. Het was uitgelopen op een gevecht, maar de wilde pokemon wilde maar niet wijken. Abigail had haar twee pokemon voor haar staan, voor een moment ging het door haar hoofd dat dit misschien een oneerlijk gevecht was, maar plots gooide de Furfrou zijn kop in zijn nek en begon te huilen, waarna een tweede Furfrou binnen een mum van tijd naast hem stond. De twee slaakten een diepe grom en Abigail deed voorzichtig een stap achteruit, het strijdveld zo groter makende. De twee hond pokemon deden snauwend en grauwend passen naar voren en als Abigail nog verder naar achteren zou gaan, viel ze in een sloot achter haar. “Niké, Wing Attack en Apollo, Quick Attack.” Haar tweede pokemon schoten verschillende kanten op, waardoor de Furfrou’s allebei slechts naar de snelle Grovyle keken. Met een strijdkreet maakte Niké een bocht in de lucht en sloeg met haar lichtgevende vleugel toe op de wang van een van de Furfrou’s, die met een yelp naar achteren sprong. Zijn maatje scheurde zijn blik los van Apollo, die cirkels aan het rennen was rond de twee, om naar zijn teamgenoot te kijken. Dit gaf Apollo de kans om toe te slaan op de ander, die tegen de grond werd gewerkt. Helaas waren de wilde pokemon alles behalve uitgeput en sloeg een van de Furfrou’s toe met een Bite. Apollo werd in zijn staart gebeten, de ander gaf haar Grovyle, die niet weg kon door de sterke greep van de Furfrou, een flinke kopstoot.
“Niké gebruik een Focus Energy, dan Double Team!” Voor een afleiding zorgen was nu alles wat ze kon, want als ook Niké vast gepakt werd door een Bite, dan was het gevecht sneller over dan een hongerige Munchlax bij een oran berry kwam. Met een kreet verdubbelde de Taillow zichzelf, alle duplicaties hadden een roodachtige gloed om zich heen, als teken dat de Focus Energy in werking was gesteld. Apollo was in de tussen tijd geheel tegen de grond gewerkt, zijn gezicht vertrokken in de pijn van de pijnlijke beet. De twee Furfrou’s kregen de vele Niké s nu pas in de gaten en keken geschrokken op. Beide pokemon legden hun oren bedreigd in hun nek en gebruikten beide een Growl. Door een Growl moest de Furfrou zijn kaken wat verslappen en dit gaf Apollo de kans om te ontsnappen. Met een Pound sloeg hij de Furfrou die hem de hele tijd tegen de grond had gewerkt tegen zijn kaak, die met een jankend geluid naar achteren sprong en de Grovyle rende vervolgens buiten bereik van de twee wilde pokemon. “Wing Attack en Pursuit.” De twee Furfrou’s draaiden hun koppen steeds weer in een andere richting, aangezien de taillows rondjes aan het cirkelen waren boven de twee wilde pokemon. Plots doken alle replicas naar beneden en doken de Furfrou’s geschrokken door hun poten. Helaas konden de replicas er niet voor zorgen dat de Furfrou’s schade opliepen, ze barstten helaas uit een in glitters en dat merkten de wilde pokemon ook op. Maar net toen een van de Furfrou’s zijn kop ophief sloeg Niké toe met haar vleugel en de andere, die Apollo toevallig ook net de hele tijd beet had gehad, werd door Apollo zelf tegen de grond gewerkt. De Grovyle gebruikte een Absorb om een deel van zijn opgelopen schade weer terug te nemen, maar de andere Furfrou was weer uit zijn verwarring gehaald en beukte Apollo bij zijn meetje weg. Niké zoefde laag over de grond, op de Furfrou af, die Apollo weer een Bite wilde toegeven, en boorde met haar snavel tegen zijn snuit. Het leek allemaal goed te gaan, totdat de Furfrou die op de grond had gelegen, razendsnel overeind kwam en Niké in haar staart beet en haar naar de grond sleurde. De Taillow piepte luid, omdat ze plots uit de lucht werd geplukt alsof ze niets woog en tegen de grond gewerkt, waar de grommende Furfrou haar de genadeslag wilde toegeven. Apollo had het zelf al te moeilijk met zijn tegenstander, maar wist hem te overmeesteren. Gezien dat zijn maat het niet al te moeilijk had vluchtte de Furfrou piepend weg, maar Apollo wilde hem nog niet laten gaan.
Zelf wist Abigail niet goed waarom Apollo zo graag wraak wilde nemen, want in de tussentijd lag Niké nog altijd op de grond. Maar de Grovyle sloeg de Furfrou met een pound weer tegen de grond, waarna hij dreigende geluiden begon te maken. Dit keer wist de wilde pokemon zich succesvol onder hem uit te wurmen en kwam Apollo terug, waar een kwade Abigail op hem stond te wachten, die het heft maar in eigen handen had genomen. Toen Apollo namelijk bezig was geweest met zijn ‘heldendaad’, had Abigail Hannibal uit zijn pokeball laten ontsnappen om de Furfrou met zijn Metal Claw te bewerken. Deze Furfrou wilde echter nog niet zo graag van zijn prooi afstappen, wat ervoor zorgde dat Niké nog lang op de grond was blijven liggen. De Aron was echter ook niet iemand die graag wilde opgeven, dus bleef Hannibal letter vlak voor de snuit van de Furfrou staan, hem uitdagend met een lage grom. De hopeloze Bite van de Furfrou miste en hierdoor kon Hannibal het beest met een ijzersterke Headbutt raken. De hond pokemon steigerde en Hannibal sleurde Niké onder zich uit. Dit was ook het moment dat Apollo terugkeerde van zijn gevecht en de andere Furfrou ook wist weg te jagen.

“Waar dacht je wel niet dat je mee bezig was?” Vroeg Abigail woedend, eigenlijk niet eens op een antwoord wachtend. Ze moest Niké in haar armen dragen, omdat ze het een te groot risico vond om haar in haar pokeball te doen. Wie weet zou dat ervoor zorgen dat ze haar vleugel zou breken of.. De zorgen zorgden ervoor dat ze niet meer zo heel erg helder nadacht en dus droeg ze de Taillow naar het dichtstbijzijnde pokemon center, waar ze haar hopelijk snel konden oplappen. De Grovyle liep naast haar, eigenlijk meer als een bodyguard bedoeld voor nog een aanval van Furfrou’s of welke pokemon zich nu ook op haar pad wilde begeven. Toch was ze nog lang niet klaar met haar pokemon, die iedereen wel in de problemen had gebracht met zijn actie. Zo nu en dan maakte Niké een wat verslagen geluidje, aantonende dat ze echt niet verder had gekund met het gevecht. Voor Abigail was het een geruststelling dat ze haar vleugeltjes wel netjes had kunnen opvouwen, dus daar was niet veel mis mee, maar wie weet hoeveel schade ze wel niet was opgelopen. Apollo durfde zijn trainer ook niet aan te kijken. “We zullen zo wel zien hoeveel je domme actie ons heeft opgeleverd.” Gromde ze hem boos toe en de Grovyle wilde zijn mond openen om iets te zeggen, wat ze toch niet kon verstaan, maar besloot zijn kaken snel weer op elkaar te klappen.
Hannibal daarentegen had ze wel meteen bedankt en in zijn pokeball gestopt, want de Aron lag voor op zijn training. Vandaag wilde ze echt allemaal maar besteden aan haar Taillow en Grovyle, maar nee, meneer Apollo vond het zo slim om veels te ver te gaan met een wilde pokemon die al aan het vluchten was. Hoopvol keek ze voor zich uit, klaar er mee zijnde om de hele tijd naar een zwijgende Grovyle te moeten kijken of een gewonde Taillow, maar de hoop die ze had gehad werd meteen de grond ingeboord toen ze niets anders voor zich zag dan een saai, uitgedroogd pad. De zon brandde heftig op haar hoofd en er was bijna geen wolkje aan de lucht. Zelf begon ze de dorst in haar keel al kriebelen en ze keek om zich heen en voelde haar hart een sprongetjes van opluchting maken toen ze een put zag, aan de zijkant van het pad waar ze op liep. Tenminste iets wat haar dag nog goed maakte. “Kan je het aan om haar vast te houden?” Vroeg ze lichtelijk sarcastisch aan haar Grovyle, die een beetje verlegen knikte. Abigail zakte door haar knieën en gaf de Taillow aan haar Grovyle, die haar precies op dezelfde manier vasthield als dat zij had gedaan. Zelf begon ze de emmer op te halen, hij was gelukkig gevuld met helder, schoon water in plaats van vis drassig water. Wat onbezonnen sprong Apollo op de rand van de put, niké maakte een protesteren geluidje en Abigail schraapte haar keel, maar nu leek de Grovyle zich niets van haar en haar pokemon aan te trekken. Als een echte medewerker hield hij de Taillow bij de emmer van de put, waar de vogel rustig kon gaan drinken. Hierdoor verzachtte Abigail haar aanpak op hem.

Het had flink geregend en de kleine Abigail had zich tegen de rand van haar tentje gedrukt. Al haar ouders haar hier zouden vinden was ze er echt geweest, huisarrest totdat ze twintig was, waarschijnlijk. Toch was ze hier niet voor niets gekomen. Het was het eerste proefje van een echte pokemon reis. Zij en haar Treecko, Apollo, zouden de hele wereld aankunnen. Toen het eindeloze gedruppel eindelijk opgehouden was, begon het te donderen. Angstig kroop ze ineen, in haar slaapzak, waar ze rechtop in was gaan zitten. Haar Treecko drukte zich tegen haar arm. Angstig bibberde Abigail toen ze nogmaals een flits zag verschijnen en zeer kort daarna een flinke flits. Alsof ze de inslag van de donderstraal kon horen voelde ze de grond trillen, of het waren haar eigen heftige trillingen die haar zo deden schrikken. Apollo legde zijn kop op haar schouder en maakte geruststellende geluidjes, terwijl Abigail langzaam zachtjes begon te snikken. Toch gaf de Treecko haar weer dat gevoel, van een klein kind zijn, waar ze bij haar ouders veilig was, zolang ze maar opgesloten en veilig in hun armen lag. ‘Denk je dat we hier levend uitkomen?’ Vroeg Abigail, met een trillende stem en de Treecko knikte, vastberadenheid lag in zijn ogen en hij legde zijn kopje weer tegen haar aan.
Door dat ene gebaar wist Abigail in slaap te komen, zolang Apollo maar aan haar zijde lag was ze nergens bang voor, zelfs geen donder, zelfs geen stortvloed aan regen, zelfs voor haar ouders was ze dan niet bang. Alsof de Treecko haar beschermengel was, eentje die ze altijd kon zien en waar ze haar gedachten tegen uit kon spreken. Een medestander in alles wat ze deed en zei. Dat was het moment waarop ze hem nooit kwijt wilde, zelfs niet voor de meest zeldzame en sterkste pokemon in het universum. Voor geen Groudon wilde ze deze Treecko kwijt en ze wist dat Apollo precies zo over haar dacht. Toen ze hem voor het eerst kreeg was het vreemd geweest, een pokemon aan haar zijde te hebben, die haar het hele huis doorvolgde en van haar verwachtte dat ze elk moment zou beginnen aan een reis. Toch had de treecko er snel begrip voor dat Abigail nog niet in staat was voor zo’n grote reis, deels door de mening van haar ouders. Daar had Apollo begrip voor en dat zou hij ook blijven houden totdat ze dan werkelijk op de boot naar Kalos stond.
De volgende dag was Apollo degene die een gewonde Bagon buiten vond. De groene pokemon boog zich voorover en aaide de gewonde wilde pokemon over zijn hoofd. Abigail voelde gelijk koude angst door haar lichaam glijden, want dit was de eerste wilde pokemon die ze zo gewoon tegenkwam. De treecko meldde haar echter dat het veilig was, de baby bagon kon niet veel doen. Een zwart geblakerd lijfje had hij en zo nu en dan bewoog zijn borstkas aritmisch op en neer. Was hij wel oké? Wat had hij voor een hulp nodig? Apollo nam het initiatief en rende hun tent weer in, om vervolgens Abigail’s snel ingepakte rugzak eruit te slepen. Spullen die niet nodig waren werden op een hoop achter hem gegooid. Abigail wilde haar mond openen om er iets van te zeggen, maar sloot hem al snel, Apollo was namelijk bezig met hulp zoeken. Maar.. wat voor een hulp had ze dan meegenomen? Zo goed had ze er niet overna gedacht toen ze die tas had ingepakt. Toch maakte Apollo een triomfant geluidje en haalde hij een zakje met berries tevoorschijn. De treecko hopte terug naar de bagon, die langzaam bij bewustzijn kwam en rolde een van de oran berries naar de bagon toe. Plots vlogen de oogleden van de gewonden pokemon open en staarde hij recht in de ogen van de vreemdelingen. Angstige geluidjes maakte hij en keek in het wilde om zich heen, maar medestanders kon hij niet vinden. Werkelijk pokemon tranen stonden in zijn ogen en hij stond op het punt om jammerkreet na jammerkreet uit te slaken, maar Apollo was naar voren gestapt en deed bijna precies hetzelfde als wat hij bij Abigail had gedaan. Geruststellend legde hij zijn kop op de schouder van de bagon en murmelde wat in dat vreemde pokemon taaltje van hen. De blauwe berry werd opgepakt en uitgereikt naar de, nog war water ogende, bagon, die deze aarzelend oppakte en hem aan zijn mond zette.
Binnen een mum van tijd vrolijkte de bagon op en warmde hij zich naar de twee. Abigail kreeg een positief gevoel in haar maag en probeerde de wilde pokemon een aai over zijn kop te geven. Wat ze ervoor terugkreeg was echter iets anders. De Bagon wierp zich op haar schoot, het roet op zijn lijfje afvegende op haar kleding en drukte zich tegen haar aan. Het bleef nog een baby pokemon en die hadden veel aandacht nodig. Langzaam vrolijkte Abigail op en bleven ze beide met de bagon spelen, totdat hij bijna helemaal was opgeknapt van de donderslag. Ja, die dag was voor eeuwig in haar geheugen gegrift.
Apollo had er zelfs bij geholpen om de Bagon in haar team te krijgen, door haar ouders ervan te overtuigen dat hij niet gevaarlijk was, want Abigail’s daden en woorden betekenden vrijwel niets, maar toen de Treecko de Bagon, die nog vies was van het leven buiten een schoon huis, de woonkamer waar haar vader en moeder zaten deed hij het wonderlijke. De Treecko sprong op de tafel die zich midden in de woonkamer bevond en trok de baby bagon erop om hem aan haar ouders te laten zien. Abigail gluurde mee vanachter een deur en zag het hele spectakel voor zich. Haar vader probeerde de treecko en de bagon weg te sussen, want ze waren beide vies en bevuilden alles, maar de Treecko gebruikte een Growl om ze weg te houden en daardoor bleven de twee volwassen op de bank gekleefd. Het duurde een uur voordat ze hij klaar was met het laten zien van de bagon en waarom hij wel helemaal niet gevaarlijk was. Totdat de baby pokemon van het tafeltje sprong, een beetje wankelde op zijn knieën door de impact, en rende naar Abigail toe. Toen werd de aandacht op haar gevestigd. ‘Ken jij deze pokemon al?’ Vroegen haar ouders, streng boos en geschokt tegelijkertijd en Abigail knikte wat beduusd. Haar ouders maakten een afkeurend geluidje en daarbij was het genoeg voor Abigail. Ze pakte de Bagon op, een geschokt geluidje weerklonk bij haar ouders aangezien ze zo’n vies ding oppakte en ze ging naast hen op de bank zitten, de speelse pokemon probeerde de rok van haar moeder te pakken, maar die kroop rillend tegen haar vader aan. ‘Er is niets met deze pokemon aan de hand, Apollo heeft hem zelfs gered.’ Mompelde ze, nog niet zeker van haar zaak en de treecko sprong op de bankleuning, zonder zich iets van de afkeurende blikken aan te trekken. Ze begon mee te doen met Apollo’s betoog om de kleine pokemon te houden en wonder bij wonder lukte dit uiteindelijk ook.
Met tegenzin stuurden haar ouders haar ook nog eens op reis, mede dankzij Apollo. Eigenlijk had ze alles te danken aan haar starter pokemon. Alles wat ze nu had bereikt. Het ontmoeten van vele nieuwe mensen, het behalen van haar eerste gymbadge, het bijna winnen van haar eerste gevecht en zelfs het vangen van Niké en Hannibal. Daar had Apollo voor gezorgd. Wie weet waar ze nu zou zijn zonder haar Grovyle, misschien was ze dan wel een grauwe huismuis geworden bij haar ouders, gehoorzaam als wat, gedoemd om haar vader op te volgen in zijn bedrijf, een leven zonder pokemon. Dat was niets geweest, want pas toen ze een stap van die boot had gedaan, had ze gevoeld hoe goed het leven was. De belofte om haar ouders elke week een brief te schrijven zwakte steeds weer af en ze stelde het alsmaar uit. De woorden kwamen gewoon niet uit haar pen als ze eraan moest denken. Maar zo nu en dan kwam Apollo en die hielp haar daarmee. Ja, hij was werkelijk degene die ze moest bedanken als het ging om deze mooie reis. Dus waarom was ze dan ook zo kwaad geweest? Daar had ze geen enkel recht toe. Dom van haar.


Apollo gaf haar een voorzichtig duwtje in haar zij, blijkbaar had ze alles weer herleefd van die ene dag dat ze bij haar ouders was weggelopen en vervolgens elk moment waarbij Apollo een grote hulp in haar leven gebleken had te zijn en had ze even in het niets gestaard. De Grovyle keek haar voorzichtig aan, Niké voorzichtig in zijn handen en Abigail schudde haar hoofd, om zichzelf wakkerder te maken uit haar warrige gedachten. “Alles is goed.” Murmelde ze, wat van haar stuk gebracht en nam Niké weer aan, met een klein en dankbaar knikje van haar hoofd. Wat had ze ook gedacht van haar pokemon? Apollo was alweer teruggehopt naar het pad, maar Abigail ging op de rand van de put zitten, hem terugwenkende. Verward en met lichte angst in zijn ogen keerde Apollo terug bij zijn trainer en toen ze hem aankeek zag ze toch echt een bezorgde glans in zijn gele ogen. “Het spijt me Apollo..” Murmelde ze na een lange tijd gezwegen te hebben en liet haar blik naar haar knieën vallen, waardoor haar blonde lokken naar beneden vielen langs haar gezicht. De Grovyle maakte een verwarder geluid en legde zijn hand op haar knie, zodat ze hem wel aan moest kijken. Hij snapte het niet, hij snapte niet waarom ze die woorden zojuist had uitgesproken, waarom ze van kwaad naar spijt was gegaan. Hoe werkte dat ook? Hoe kon ze van dat ene moment vol woede naar een moment van puur verdriet gegaan. Zoals hij ook had gedaan die dag, legde hij zijn kin op haar knie, wachtende tot Abigail weer zou beginnen met spreken.
“Het spijt me Apollo.” Herhaalde ze zichzelf weer, haar stem nu dik met verdriet en nogmaals maakte Apollo een zeer verward geluidje. Hij snapte er nu werkelijk waar niets meer van. Abigail begon dit keer echter weer met spreken, niet zo lang nadat ze die woorden voor de tweede keer had herhaald. “Het spijt me dat ik zo stom tegen je heb gedaan.” Murmelde ze vervolgens, nog net niet in tranen uitbarstend. Niké had ze op haar beneden neergelegd, waar de Taillow zich tegen haar aan had genesteld, nog altijd zo ontzettend uit geput van dat ene gevecht. Apollo hopte op de rand van de put, om naast haar te gaan zitten en de Grovyle draaide zijn kop naar haar om, om haar aan te kijken. Maar zelf dacht Abigal telkens weer aan die dagen waarop Apoll had bewezen wat voor een pokemon hij voor haar en in haar leven was geweest. Hij had er voorgezorgd dat ze niet bang was geweest tijdens die storm, hij had ervoor gezorgd dat ze Reese nu in haar team had en hij had er ook voor gezorgd dat ze nu op deze reis had gekund. “Ik had nooit zo tegen je mogen schreeuwen en snauwen.” Jammerde ze, met een hoogaangeslagen stemmetje van het verdriet. Apollo begon nu te reageren, zijn kop schudden, alsof hij wilde zeggen dat het ook grotendeels, misschien wel alleen maar, zijn schuld was geweest. Hij was achter de Furfrou gegaan toen hij al had opgegeven en daardoor had hij Niké niet kunnen behoeden van dit gevolg. Abigail schudde daarop weer met haar hoofd. “Je ging gewoon door met het gevecht, dat snap ik.. Maar.. toen was ik zo dom om--” Een Grovyle hand werd op haar lippen gedrukt en de pokemon krabbelde overeind om zich op te richten en weer met zijn hoofd te schudden. Abigail opende haar mond, om iets te zeggen, maar de Grovyle wilde er niets van weten en sprong van de grond van de put weer op de grond, waar hij een bloemetje plukte en deze naar haar reikte. Met een kinderlijk glimlachje nam Abigail het bloemetje aan en plaatste het achter haar oor. “Dankjewel.” Glimlachte ze, nog een beetje huiverend van de hele herinnering en haar monoloog. Apollo maakte een vrolijk geluidje en sprong op en neer. Zelfs Niké maakte iets van een instemmend geluidje, waarna ze weer inzakte in een lichte slaap. Zo spaarde ze tenminste iets van haar krachten.
Abigail stond voorzichtig weer op, Niké stevig vasthoudend en ervoor zorgend dat ze niet uit haar armen zou vallen onder het lopen door, en liep weer terug naar het pad, waar Apollo al op haar aan het wachten was. “Ik beloof dat ik nooit meer zo stom boos op je zal zijn.” Glimlachte ze, nu een wat zwak en waterig glimlachje op haar gezicht geschilderd want ja, ze voelde zich nog steeds ontzettend schuldig om hoe ze op haar Grovyle had gereageerd tegenover een wilde pokemon die hem en Niké had aangevallen daar had ze geen recht toe en dat vond ze zelf ook heel erg. Apollo reageerde er maar luchtig op en hopte voor haar uit, zo nu en dan een ondeugende blik achterom werpende. Oeps, waar had ze zich nu weer aan gewaagd? Straks zouden hij en Reese iets ergs uithalen, waardoor ze zelf in de problemen zou komen en dan mocht ze er niets van zeggen. “Maar haal dat maar uit je hoofd.” Voegde ze er toen snel achteraan en de Grovyle liet zijn ondeugende blik sneller dan snel vallen, waarna hij weer verder hopte en zo nu en dan bij een vreemd ritselend geluidje stilstond en een Growl gebruikte om, welke pokemon of vreemdeling het ook maar was, weg te jagen bij het pad. Misschien oneerlijk, maar het was nodig voor als Abigail haar Taillow veilig en wel bij het pokemon center wilde brengen. Toen de Trainer weer voor zich uit keek haalde ze opgelucht adem toen ze de eerste huizen verderop al zag staan. “We zijn er bijna Niké, bijna bij het pokemon center.” Zuchtte ze opgelucht en de Taillow maakte een geluidje om te laten zien dat ze het gehoord had. Toen Apollo een vreemdeling op hen af zag komen kwam hij dichterbij Abigail en keek de vreemdeling de hele tijd aan en pas toen hij zich een paar meter achter hen bevond, deed de Grovyle was rustig. Oké.. misschien nam hij de veiligheid een beetje te erg. “Rusitg maar Apollo, het zijn maar mensen, niet iedereen is zo vervelend.” Ze beet even op haar lip, omdat ze met een schok weer werd herinnerd aan die situatie waar ze zelf bijna was aangevallen door pokemon van een Trainer, die ze gewoon met een vieze glimlach had aangemoedigd. Misschien dat Apollo daar nu ook aan terugdacht en dat hij koste wat het kost zijn trainer en teamgenoten wilde beschermen. Dat begreep Abigail ergens ook wel, maar.. zelfs zij had de hoop niet verloren dat iedereen een slecht persoon was. Alleen die jongen en.. Trevor misschien ook wel. Een rilling gleed over haar rug. Gelukkig had Apollo dat niet meegemaakt, dat Trevor haar plots had gezoend, dan was de Grovyle misschien wel vijandig geworden tegenover andere trainers. Sowieso was iedereen die een vuur pokemon in zijn bezit had een bedreiging voor de Grovyle, bij Therin was het ook een verrassing geweest, maar dat was slechts een gevecht geweest en vervolgens was het meisje weer verdwenen alsof ze eigenlijk nooit had bestaan. Maar tot nu toe was iedereen op haar pad bijzonder aardig geweest. Vrienden wist ze ze nog niet echt te noemen, want zo lang waren die gesprekken niet. Misschien ooit. Maar het grootste gedeelte was stuk voor stuk aardig geweest. Wie weet wie er allemaal nog op haar pad zou komen, de komende maanden, misschien wel weken of misschien wel jaren.

Toen het pokemon center voor haar neus stond, liet ze Apollo in zijn pokeball terugkeren. Dit was natuurlijk niet zonder tegenstribbelingen, aangezien haar pokemon wilde zien of Niké het er wel goed vanaf zou brengen, maar Abigail was bang dat Apollo zich te beschermend zou gedragen over de taillow of zelfs de trainer zelf, dus deed ze dit uit voorzorg. Rustig stapte ze voor de automatische schuifdeuren, die met een zacht ruisend geluid opengleden en stapte naar binnen, waar ze gelijk naar de balie toe liep, op een nog aardig rustig tempo. Van binnen was het alles behalve rustig, aangezien al haar gedachten, goed en slecht, door elkaar heen raasden. Zou het wel goed komen? Hoeveel schade had Niké opgelopen? Had ze een erge verwonding? Kwam ze er sterker uit? Zou het allemaal wel meevallen? Was de taillow gewoon moe? Alles door elkaar. Met een wat op hol geslagen adem kwam ze bij de balie, met knikkende knieën en wees zwijgend op haar pokemon, die nog altijd in haar armen lag. De zuster aan de balie kreeg meteen een bezorgd masker over haar gezicht en stond op, om de taillow uit haar handen te nemen. Op dit moment was Abigail blij dat Apollo er niet was, die had zeker wantrouwen gevoeld bij een vreemdeling die gelijk haar pokemon in handen nam, maar voor nu vertrouwde Abigail maar op haar eigen gevoel en nam plaats in de wachtkamer, waar de zuster haar op gewezen had.
Het duurde een half uur voordat een luidspreker haar naam omriep. Haastig stond Abigai op, in de wachtkamer had ze alleen maar zitten piekeren over wat er allemaal mis gegaan kon zijn. Bij de balie aangekomen, onderweg bijna gestruikeld over een kleine Eevee, keek ze de zuster afwachtend aan. Niké kon ze nog niet zien, dus de zorgen prikkelden pijnlijk in haar maag. ‘Je Taillow is in orde.’ Antwoordde de zuster, al stond er geen glimlach op haar gezicht. Dus de adem die Abigail opgelucht uitblies, werd bijna gelijk weer in haar longen gezogen. Waarom lachte ze niet? Waarom ?! ‘Ze heeft alleen veel rust nodig. Geen training voor de komende drie dagen en daarna is ze weer helemaal de oude. Onder training versta ik ook te veel vliegen en snelle bewegingen. Begrepen?’ Dus Abigail had de strenge zuster getroffen? Toch knikte de Trainer braaf en trok de zuster zich weer terug om Niké te halen.
Toen de Taillow in haar zichtveld verscheen klaarde ze op, de pokemon had geen verband op zich geplakt gekregen, maar zag er opgewekt en verzorgd uit. Zonder echt een netjes gedag te zeggen tegen de zuster nam ze Niké op haar schouders en verliet het pokemon center, niet te hard van stapel lopend. Niké maakte wat tevreden geluidjes, waarna ze haar gevederde kopje even tegen Abigail’s schouder aandrukte en Abigail aaide de pokemon over haar kopje. “Ik ben blij dat je weer opgeknapt bent, ik was zo bezorgd.” Zuchtte ze, opgelucht als wat en keek de Taillow zijdelings aan. Niké was wat afgeleid door spelende kinderen, maar bleef verder zo stil mogelijk op haar schouder zitten. Tja.. wat moesten ze nu doen? Terugkeren naar de training kon niet, dan zou die zuster haar wel kunnen vermoorden aangezien ze haar ‘advies’ gewoon klakkeloos had genegeerd. Misschien.. nee, dat zou Niké ook niet kunnen.. Abigail beet op haar lip en besloot maar even rond te lopen in Camphrier. Het was nog altijd heel erg warm, dus er moest wel wat te doen zijn in dit stadje, of het nou een kermis was of een gezellig pleintje waar toevallig een ijscoman zijn ijs stond te verkopen. Toch kreeg ze een beetje spijt van het feit dat ze voor deze weg had gekozen. Het was zo heet dat lopen alleen al het zweet tevoorschijn liet komen. Zuchtend haalde ze haar hand over haar hoofd en voelde de koude druppeltjes tussen haar vingers komen. Natuurlijk was een van de soorten die ze niet had weer water, anders had ze hier een verfrissende douche kunnen krijgen. Maar goed, met een nat pak rondlopen was ook weer niet.. fris. Onderdak zoeken in een café leek haar dus wel een wat.. beter idee dan rondsjouwen met een vogel op haar schouder, want ook Niké vertoonde wat tekentjes dat ze het warm had. Het duurde even voordat ze bij de schaduwkant van de straat was gekomen, omdat het redelijk druk was op het pleintje waar ze uit was gekomen en stak, veilig, de weg over om vervolgens de eerste de beste winkel in te stappen, in de hoop dat haar eerste gok gelijk goed was en ze nu in een café terecht was gekomen. Niets was minder waar.

De sterke geuren van hooi, pokemon voer en.. gewoon een vreselijke stank kwam haar neus binnen en toen ze eens goed om zich heen keek zag ze allerlei pokemon in hokken en sommige in glazen kooitjes op tafels. Wat.. Toen ze echt goed om zich heen had gekeken zag ze een toonbank met daarachter een wat verveelde medewerker, die, toen hij haar blik ontmoette, gelijk overeind krabbelde en naar haar toe kwam lopen, een verkopersglimlach op zijn gezicht geprint. Hij liet zijn hand rond de winkel gaan, zijn houding trots gericht, een vooruitgeduwde borst, hoog opgeheven wenkbrauwen en een wat arrogante grijns. ‘Dit is mijn befaamde pokemon petshop,’ Sprak hij trots en liet zijn hand even door zijn kortgeknipte donkere haar gaan, om zich vervolgens om te draaien naar Abigail en haar van top tot teen te bekijken en tenslotte liet hij zijn blik op Niké rusten, die hij wat minachtend bekeek. ‘Zeker een wilde pokemon? Ja, dat zie ik al.’ Wat afkeurend schudde hij zijn hoofd en Abigail trok wat beledigd haar wenkbrauwen op. Wat ‘zeker een wilde pokemon’? Niké was even goed als elke Taillow op de wereld, misschien wel beter. De man zag haar houding van nieuwsgierig naar beledigd veranderen en deed een stap achteruit. ‘Maar dat is natuurlijk geen probleem.’ Zei hij snel, een verontschuldigende grijns op zijn gezicht gezet, zodat hij er ‘aardig’ vanaf kwam. “Sorry meneer ik ben de verkeerde winkel ingestapt, ik zocht namelijk een--” Ze had zich net willen omdraaien, toen de winkeleigenaar haar bij haar schouders meer naar binnen nam. De pokemon in de kooien keken haar nieuwsgierig aan toen ze voorbij liep. ‘Excuses mevrouw, ik wilde u alleen een rondleiding geven door mijn winkel.’ Abigail fronste. Alleen maar? Natuurlijk en Goldeen’s hielden niet van water. ‘Ik heb laatst een nieuw nest Lilipup’s binnengekregen.’ Hij wees op een hok met kwispelende puppies, die hebberig begonnen te blaffen toen Abigail haar hoofd boven het hok hield. Ze waren schattig, maar.. niet haar ding. Er lagen allerlei afgekauwde speeltjes in het hok, elk speelgoedstuk onder de kwijl. Ze trok een wat vies gezicht en de verkoper zag dit gelijk en leidde haar naar het volgende onderdeel van de tour. Dit keer was het een aquarium. ‘Of misschien een speciale Clamperl?’ Haar aandacht werd wel wat meer getrokken naar deze pokemon, aangezien deze afkomstig was bij Hoenn. De man merkte dit op, al legde hij de link niet zo snel. Abigail boog zich voorover bij het aquarium en merkte gelijk de gesloten schelp op, waar de Clamperl zich waarschijnlijk in verborg. “Wat is er zo speciaal aan dan?” Vroeg ze zich af en zag meteen aarzeling in de houding van de verkoper komen. ‘Nou.. eh.. deze Clamperl.. nee, deze is niets voor jou.’ Hij leidde haar weer weg bij het aquarium en moest even zoeken, maar zoveel Hoenn pokemon had hij niet. Hoopvol liet hij haar een Zigzagoon zien, maar Abigail schudde haar hoofd. Een Poochyena was de volgende, maar nogmaals kreeg hij een negatief antwoord.
Nogmaals, voor de tweede keer om precies te zijn, stond ze op het punt om te vertrekken. Maar de man hield haar weer tegen, dit keer met woorden. ‘Ik heb achter nog wel een lading staan, maar die is wel nieuw.’ In haar hoofd was het nieuwsgierigheid tegen vastberadenheid. Ze wilde hier weg, die vieze geuren maakten haar misselijk en de pokemon hier bleken allemaal maar.. normaaltjes te zijn. Maar.. wie weet was die nieuwe lading echt heel speciaal? Ze twijfelde even en de man nam dit aan als een positief antwoord, waarop hij Abigail door een deur naar achteren leidde. Het was meer een opslagplaats dan een leuke plek voor pokemon om te wachten tot een koper en de twijfels in haar hoofd groeiden met de seconden. Niet voor niets stonden deze pokemon achterin de winkel, toch? De verkoper was al eventjes weg en Abigail ging maar haar eigen gang. Misschien was dat ook de bedoeling? Alleen.. de pokemon hier waren niet goed zichtbaar, de hokken lagen onder een doek en ze hoorde niet zo veel krabbelend geluid. Toch ontzettend nieuwsgierig naar wat zich onder die doeken begaf haalde ze er eentje omhoog en werd belaagd door een grote stank. In een van de hokken zat een Skunky, bijna was ze geraakt door de stinkende straal, maar het doek had ze razendsnel weer neergelegd, zodat het opbolde door de stankstraal. Gadver! Waarom zou iemand zo’n pokemon ook willen kopen?! Nee, zo’n doek zou ze niet meer omhoog halen. Snel keerde ze weer terug bij de deur, net op tijd toen de verkoper naar binnen kwam, alleen struikelde man over een doos. De houten kist werd verlost van zijn deksel en een blauwe pokemon rolde eruit. De man begon te schelden en legde neer wat hij vasthield en begon de ontsnapte pokemon in zijn kist te duwen, alleen Abigail greep in. Ze pakte de man bij zijn armen vast. “Wat bent u aan het doen?!” Riep ze luid, zodat hij haar zeker kon horen. De pokemon maakte alarmerende snatergeluidjes met zijn snuitje. ‘Deze pokemon is vervelend als de pest, ik voorkom dat hij de hele winkel kapot maakt met zijn drukke gedrag.’ Snauwde de man haar toe en het werd Abigail duidelijk dat ze man geen moeite meer voor haar zou doen om haar een van zijn pokemon aan te smeren. Met een ruk verloste hij zich uit haar greep en Niké maakte drukke dreigende geluidjes, maar Abigail moest de Taillow rustig houden, voordat ze de aanval aanging met deze man. “Ik koop hem!” Het was meer een oplossing voor een drukke Niké dan dat ze echt haar hart bij deze keuze had neergelegd, maar.. het zou mishandeling voorkomen. De man rechtte zijn rug en liet de kist voor wat het was en keek haar minachtend aan, maar toch.. ze zag ook een glans van verlossing in zijn blik. ‘Goed.’ Hij ging er griezelig snel mee in, iets wat Abigail deed vrezen. De pokemon was ondertussen wat rustiger geworden en de man liet hem terugkeren in zijn pokeball, waarna hij deze naar Abigail toe wierp. Licht onhandig ving ze de bal nog net, voordat deze op de grond viel en de man ging haar voor het magazijn uit, haar een licht duwtje na gevend. Nou.. wat een verkoper zeg, met een kleine tegenslag veranderde hij al in een vervelende vent. Bij de kasse werd haar een aardig hoge prijs gevraagd, die ze zelfs niet voor deze pokemon had verwacht. “Wat?!” De man haalde zijn schouders op en wees op de pokeball die ze in haar riem had geklikt. De drang om de pokeball in zijn gezicht te smijten was groot, maar dan zou hij deze kleine pokemon weer in zo’n vreselijk kleine kist proppen, ja dag, dat zou ze zichzelf niet veroorloven. Met een tegenstribbelende zucht haalde ze haar geld tevoorschijn en betaalde de man wat hij vroeg, al was het nog steeds belachelijk hoog. ‘Nog een prettige dag verder.’ Grijnsde de man vervelend toen ze afgerekend had en haar naar de deur had geleid. Zonder ook maar gedag te zeggen tegen deze griezel stapte ze de deur uit, met een onbedoelde pokemon op zak. Goed.. wat moest ze ermee?

Rustig liep ze de drukke winkelstraat uit en vond een wat meer afgelegen pleintje, niet heel ver van het pokemon center. Wie weet had de pokemon wel schade opgelopen in die grote drukte en moest ze hem zo snel mogelijk daar naar toe brengen. Abigail keek om zich heen en toen ze niemand zag liet ze de pokeball openklappen. Plots verscheen er die kleine blauwe pokemon, zijn slurfje hing wat verveeld naar beneden. In een vloeiende beweging pakte ze haar pokedex erbij, om te zien welke pokemon het nou eigenlijk was. Want ja, ze wilde nu wel weten wat voor een pokemon er nieuw was in haar team. As a sign of affection, it bumps with its snout. However, it is so strong, it may send you flying. De naam van de pokemon was Phanpy. Met een frons op haar gelaat keek naar beneden. De pokemon was ongeveer een halve meter hoog en was volledig blauw, afgezien van wat oranje achtige strepen op zijn poten, oren en snuit. Hmm, nou.. ze had nog geen ground pokemon dus misschien kwam dit goed uit? Abigail zakte door haar knieën en reikte voorzichtig haar hand uit. De nog jonge pokemon hief haar snuitje wat op en maakte een snuffelend geluid, maar Abigail bleef kalm en bleef zich bevinden op precies dezelfde plek zodat ze de Phanpy niet bang zou maken. Toch bleef haar nieuwe aanwinst op haar plek, maar een griezelig lange tijd en met elke seconde droop haar zelfvertrouwen weer iets af. Straks zou deze pokemon haar nooit mogen? Straks was ze gewoon bang voor haar en was ze nog niet weggerend omdat ze gewoon versteend was door angst. Moeizaam slikte het meisje, terwijl er steeds meer twijfels in haar hoofd ontsprongen. Jup, dit begon al heerlijk.
Maar plots tikte de Phanpy haar hand aan met haar snuitje en maakte een vrolijk, toeterend geluidje, haar ogen even dichtknijpende en een klein sprongetje makende op haar plek. In minder dan een seconde verscheen er een glimlach op Abigail’s gezicht en aaide ze voorzichtig de Phanpy over haar hoofd. “Ik wist wel dat je een lieverd was.” Grinnikte ze zachtjes en verschoof haar houding iets, zodat haar knieën niet al te stijf zouden worden doordat ze haar gewicht moesten dragen. Om Niké te checken keek ze opzij en zag de Taillow enthousiast naar de Phanpy kijken. Met een vragende blik keek ze de Taillow aan, eigenlijk zwijgend vragende of ze geen kijkje dichterbij wilde nemen en de Taillow antwoordde met een rustig getsjilp, waarbij ze via Abigail’s arm naar de rug van de Phanpy hupte en plaats nam op de blauwe rug van de pokemon. De Phanpy, die nog geen naam had gekregen eerlijk gezegd, toeterde vrolijk met haar snuitje en verzette een paar passen met haar passagier op haar rug. Niké begon haar verendek op orde te brengen, terwijl de Phanpy haar langs de bankjes die zich op het kleine pleintje bevonden, leidde, terwijl ze een soort liedje zong doormiddel van haar snuitje. Ja, deze pokemon zou het waarschijnlijk wel snel kunnen vinden in haar team. Toen de tour van de Phanpy voorbij was en Niké ook nog eens voor haar doen helemaal schoon was, werd het toch echt tijd om de Phanpy een naam te geven. “Wat dacht je van.. eh.. Phoebe?” Gelijk werd ze aangemoedigd door een vrolijk getoeter.
Na een tijdje begon het donker te worden en werden de schaduwen uitgerekt door de ondergaande zon. Het werd dan maar eens tijd haar weg terug te maken naar Cyllage, want dat was nog wel een aardige rit. Toch was het wel een voordeel dat de zon niet meer zo heftig scheen, want zonder die warmte werd de reis een heel stuk gemakkelijk. In de verte hoorde ze vrolijke kindergeluiden, want ja, de meeste kinderen mochten niet in het donker buiten spelen. Niké had haar plekje weer gevonden op Abigail’s schouder en Phoebe keek vrolijk om zich heen en toen ze de kindervoetjes zag stormde ze erop af. Abigail schrok wat, want wie weet zou ze de kinderen heel erg laten schrikken en in die drukte een rommel maken. Maar ze hoorde al snel het gewoonlijke ge’ahw’ van de kinderen toen Phoebe zich voor hen bevond. De Phanpy werd geaaid en lieve woordjes werden toegedeeld. De Phanpy maakte vrolijk geluidjes en kon maar niet genoeg krijgen van al die aandacht die haar werd gegeven. De pokedex entry kwam weer in haar hoofd voor en wat voorzichtig kwam ze dichterbij, de kinderen toch wel een geruststellende glimlach gevende. Tot nu toe was het nog niet fout gegaan, dus misschien zou het niet fout gaan? Maar nee, dat was veels te optimistisch gedacht van haar. Een teken van affectie was het, voor Phanpies, om degene die ze aardig vonden een klein tikje te geven met hun snuit. Maar misschien kenden de pokemon hun eigen kracht niet, want een van de kinderen kreeg zo’n tikje en werd met een grote kracht tegen een vuilnisbak geduwd. Phoebe kreeg een geschrokken blik op haar gezichtjes en plots veranderden alle lieve kindjes in een gillende bende. Het geluid galmde over de met mos bedekte steegmuren en de duisternis maakten deze situatie tot een ware hel voor zo’n jonge pokemon. Eerst bleef de Phanpy daar gewoon staan, in schokreacties om zich heen kijkende, maar toen het geluid zo hard werd, zeker voor die tere oortjes van een Phanpy, duwde ze iedereen op haar pad weg en begon te rennen. Voor zo’n pokemon was ze razendsnel, maar Abigail ging haar sneller dan verwacht achterna, de gillende kinderen gewoon achter zich latend. Ze hadden dan niets fout gedaan, maar hadden ze van hun ouders niet geleerd dat vreemde pokemon aaien altijd fout kon aflopen? Ja oké, zij had er als trainer bijgestaan, maar misschien.. Ze beet onder het rennen door op haar lip, wat ervoor zorgde dat ze langzamerhand de smaak van bloed in haar mond kreeg. Misschien keerde ze na deze herrie wel terug om haar excuses aan de woedende ouders aan te bieden. Maar nu was haar doel om Phoebe weer terug te krijgen, want rennend een pokemon in haar pokeball krijgen was niet echt hetgeen waarop ze getraind had.
De razendsnelle Phanpy stormde de stad uit en ging over precies hetzelfde pad waar Abigail nog geen paar uur geleden over gelopen had met de gewonde Niké in haar armen en een overbeschermende Grovyle aan haar zij. Wacht! Onder het rennen door, wat nu al lichte steken in haar zij en een vermoeide ademhaling had opgeleverd, pakte ze de pokeball van Apollo en liet hem verschijnen. Natuurlijk wist hij niet meteen wat er aan de hand was en dus bleef hij wat versuft staan om later gelijk met een Quick Attack de afstand tussen hem en zijn trainer te verkleinen. “Nieuwe.. pokemon.. ontsnapt.” Bij de nieuwe pokemon fronste de Grovyle, maar Abigail kon niet al te veel praten, omdat ze niet al dood op was van het rennen. De twee kwamen langs de put, waar ze die flashback naar het verleden had gehad en nogmaals beet het schuldgevoel haar in haar maag. Niké begroef haar pootjes in haar schouder, aangezien de Taillow alles behalve van haar schouder af wilde vallen. De Trainer voelde dat Niké dolgraag op wilde stijgen om de Phanpy vanuit de lucht wilde toetakelen zodat deze tot rust kwam, maar ze mocht het niet, misschien kon ze het zelfs niet omdat ze bang was weer zo terecht te komen. Voor een moment was Abigail bang dat de Taillow nu een lichte angst had om te vliegen, maar ze schudde dat probleem uit haar hoofd. Daar had ze nu geen behoefte aan, ze moest nu eerst haar Phanpy weer onder controle en in haar pokeball krijgen. Toch werd de vermoeidheid groter en vervaagde haar beeld bij elke stap ietsjes meer. Apollo had dit allang door, maar de beuk die hij haar uitdeelde kwam onverwacht. Met een zachte landing op een hoop gras kwam ze aan de zijkant van het pad terecht en zag Apollo drukke bewegingen makende, een soort van duidelijk makende dat hij wel voor de Phanpy zou zorgen en zij op haar eigen gemak na zou komen. Abigail knikte hijgend en checkte gelijk of Niké wel in orde was en opgelucht haalde ze adem toen ze zag dat de taillow in orde was, alleen wat gekreukte veertjes, maar zelfs Niké ging daar niet op in. Toen Abigail overeind krabbelde, de grassprietjes van haar broekje veegde met haar handen, tsjilpte de Taillow strijdlustig. Ja, ze moesten maar weer eens gaan.

Toen ze weer op het pad stond, met beide voeten, wilde ze weer gaan rennen, maar nadat ze een keer te snel haar voeten had verzet voelde ze een hevige steek in haar zij en moest ze het gelijk alweer rustig aan doen. Bezorgde geluidjes kwamen voort uit Nike’s kant en ze drukte haar kopje tegen haar hoofd. “Ja, het gaat Niké.” Murmelde Abigail halfgeruststellend en half vastberaden. Met rustige stappen begon ze weer met lopen, haar blik strak voor zich uitgericht, zoekend naar een teken van groen en blauw, maar telkens als ze weer een grote afstand had afgelegd werd ze teleurgesteld met een saai geel pad en het groen van het gras dat zich ernaast aan beide kanten bevond. Waar was Apollo nou? Was er iets fout gegaan? Was hij Phoebe kwijtgeraakt? Waren ze beiden verdwaald geraakt? Ze begon weer op haar al gepijnigde lip te bijten en haar gezicht trok nog wat witter weg, al was dat moeilijk aangezien haar wangen door dat rennen knalrood waren geworden. Plots hoorde ze in haar oor een geschrokken geluid van Niké. Abigail hief haar blik weer op en zag met schok wat er zich voor haar afspeelde.
Ze waren weer terug. Terug op het grasveld waar ze ervoor zo hard hadden getraind. Niké met haar aanvallen en Apollo met zijn verdediging en nu leek het bijna precies hetzelfde. Het grasveld opende vlak langs het pad, alleen door het gebrek aan zonlicht nu, leek het wel een erg grauwe kleur te hebben. Maar hetgeen wat er zich op het veld afspeelde was wat haar de adem af had genomen. Natuurlijk ving haar blik gelijk het blauwe hoopje pokemon dat Phoebe was eerst was Abigail ook meer dan opgelucht om haar pokemon te zien, maar toen ze geen teken zag van Apollo begon de bezorgdheid ook op te steken.

Met razendsnelle passen gleed de Grovyle over het zanderige pad, in de achtervolging van de Phanpy. Vastberadenheid glinsterde in zijn blik terwijl hij zijn snelheid nog wat hoger gooide. Dit keer zou hij niet falen, niet zoals hij vanmiddag had gedaan. Niké zou achterlaten, alleen om zijn eigen zelfvertrouwen weer op te krikken door zijn tegenstander volledig te vernederen en achterna te gaan. Hoe hij Abigial had teleurgesteld, dat mocht echt nooit meer gebeuren. Nu zou hij haar weer zo ontzettend trots maken, net zoals hij had gedaan toen hij geëvolueerd was, in dat zware gevecht tegen die vuur pokemon wiens naam hij alweer was vergeten. Dat maakte eigenlijk ook niet uit, want hij had deze bijna verslagen. Wie had dat kunnen denken? Een gras pokemon die een vuur pokemon van gelijk level bijna had verslagen? Ja, zo zou hij in de toekomst steeds succesvoller zijn en samen met Abigail zou hij elke Gym verslaan met het team dat ze nu aan het opbouwen waren. Dan zou iedereen wel anders van hem denken, zoals die vreemdeling die het maar niet had gehad op gras pokemon. Die kreeg er dan flink van langs met zijn saaie Charmeleon, die had hij ook mooi in de maling genomen. Een geniepige grijns verscheen op zijn gelaat onder het rennen door en plots verscheen de Phanpy in zijn blik. Met een sprong landde hij op het groene grasveldje dat hem al griezelig bekend voor kwam. ‘Hey kleintje, kom je mee?’ Riep hij luidop en zag de Phanpy trillend opgerold in een blauwe bal. Met een frons stapte Apollo op hem af, alleen was dit een valsstrik die hij eigenlijk had moeten zien aankomen. Het grasveldje was hem al bekend voorgekomen, heel erg zelfs en zelfs de geuren van die.. monsters die hingen er weer net zo sterk als vanmiddag.
Uit de schaduwen verschenen de twee Furfrou’s, valsheid scheen in hun kijkers en hun scherpe tanden waren ontbloot. Apollo sprong wat achteruit, in de buurt blijvende van de Phanpy, want die moest hij koste wat het kost beschermen. Al was het niet de Phanpy waar de twee wilde pokemon achterna zaten. Nee, zelfs Apollo wist dat ze hem moesten hebben. Degene die hij zo had toegetakeld was er weer bovenop gekomen, maar Apollo kon hem gelijk herkennen. Die Furfrou had een knik in zijn staart en de ander niet. ‘Kijk, kijk, kijk wie we hier hebben.’ Spuugde zijn vorige tegenstander uit en hij deed dreigend een pas naar voren, maar de Grovyle bleef moedig staan. Moedig of was het meer dom? ‘Degene die jou toch heeft ingemaakt.’ Kaatste Apollo terug, even fel sprekende als de Furfrou had gedaan. Toch leek de hond alles behalve van zijn stuk gebracht te zijn. Met een huil van hem verschenen er plots twee andere Furfrou’s die zich bij de twee voegden. ‘Je had slimmer moeten reageren, groentje.’ Grauwde de hond pokemon en met een grom stortte hij zich op Apollo, die door het zware gewicht op de grond werd gedrukt en een paar kaken in zijn arm kreeg. Apollo haalde met zijn andere, vrijgelaten, poot uit naar de snuit van de Furfrou, die met een yelp hem weer losliet. Net toen Apollo weg wilde rollen, botste hij tegen een van de poten van de andere drie Furfrou’s aan. Ze hadden zich verzamelend in een rondje om hem. Dit zou nooit goed aflopen voor hem. ‘Dit is wraak, zoeter dan zoet.’ Lachte de pokemon vals en hij haalde weer met een beet naar hem uit, maar Apollo had deze al zien aan komen en schoot met een sprong, versterk door een Quick Attack, boven de groep van Furfrou’s uit, zijn staart buiten het bereik van de honden latend en landde op het gras, naast de Phanpy, die hij liet voor wat het was. Met die Defense Curl zou hij het wel redden tot Abigail kwam, want deze hongerige beesten zaten achter hem aan en niet achter deze onschuldig pokemon. Het was ook waar, want met gegrom stapten de honden weer op hem af, telkens weer uithalende met hun kaken naar elk deel van zijn lichaam.


Niké waarschuwde haar weer. Nogmaals had de Taillow een scherpere blik dan het meisje. Door stonden de vier Furfrou’s al grauwend en grommend omcirkelden ze iets en Abigail hoefde niet eens de groene flitsen van Apollo te zien om te weten dat hij zich midden in die cirkel bevond. In minder dan een seconde liet ze Reese en Hannibal verschijnen die ze gelijk beval met elke aanval die ze hadden die beesten bij Apollo uit de buurt te halen en ze voelde het nerveuze veranderen van gewicht bij Niké. De Taillow wilde zich dolgraag begeven in het gevecht en de peinzende blik in haar ogen bevestigde dit. Maar voor nu moest ze het maar houden op de Aron en de Bagon. In de tussentijd rende zen naar Phoebe die zich wat ontrolde, maar nog steeds heftig door trilde. “Het is goed Phoebe, rust jij maar uit.” Met een rode flits keerde ze terug in haar pokeball en nu was Abigail haar concentratie volledig op het gevecht gevestigd.
Hannibal haalde uit met een Metal Claw naar een van de Furfrou’s van buiten de cirkel en wist deze op zijn achterpoten te raken. De wilde pokemon stortte even op het gras en hierdoor kreeg de Aron de kans hem een flinke kopstoot de geven met zijn ijzerharde kop. Vervolgens sprong de Aron naar achteren, gebruikte een Mud Slap om zijn vijand deels van zijn zicht te beroven en rolde weer terug buiten het bereik van de honden. Daar gebruikte hij een Iron Defense, waardoor zijn pantser sterker werd en wist hij de Furfrou uit de cirkel te lokken. Nu waren er nog maar twee andere Furfrou’s over en Reese deed zijn best daar eentje van weg te halen. Met een Bite en Headbutt probeerde hij deze af te leiden, wat deels lukte, aangezien de Furfrou schade op liep, maar deze bleef dicht bij zijn medestander staan, die, wanneer Reese zich weer in de buurt van zijn maatje bevond, de Bagon terugbeukte met een Tackle. Hannibal kon niet helpen en Apollo vocht zijn eigen gevecht uit met de grootste en duidelijk sterkste Furfrou. Waarschijnlijk was dit ook de pokemon die hij achterna was gegaan. Met rake Pounds, maar pijnlijkere Bites werd de Grovyle belaagd, maar opgeven stond niet in zijn woordenboek. Door verscheidene keren Absorb te gebruiken keerde hij de gezondheid van de Furfrou tegen de pokemon zelf en wist hij steeds weer op de been te blijven. Slim.
Maar toen ze een hulpkreet van Reese’s kant hoorde, versteende ze. De Bagon was duidelijk gegrepen door de twee Furfrou, die hem met zijn voorpoten op de grond had gebracht en degene die hij had willen afleiden boog zich nu grommend boven hem. Oh nee, dit zou niet goed aflopen. Maar wat kon ze doen? Een doodsbange en uitgeputte Phanpy in brengen? De enige oplossing leek om zelf de strijd aan te gaan, maar toen ze een stap verzette barstte Niké naast haar los. Met een kreet zette de vogel zich af van haar schouder en begon te flapperen met haar vleugels. In het begin had ze moeite, maar geleidelijk kreeg ze haar ritme weer terug. Oh nee, oh nee, dit ging sowieso fout, hoe dan ook. Met een strijdkreet drukte de pokemon haar vleugels tegen haar lijfje en dook naar beneden, met een Peck uithalende naar de Furfrou die de Bagon op de grond hield. Ze had hoogte, maar hierdoor had de Furfrou meer reactietijd om te reageren. Simpel sprong hij uit de weg en toen de Taillow net naast hem opdook, gebruikte hij een Tackle om haar tegen de grond te krijgen. Met een soort pokemon gelach drukte hij met zijn poten de twee vleugels tegen het gras en Abigail begon al met rennen. Nee, niet haar pokemon, deze Furfrou zou haar pokemon met geen veer krenken! Maar ze hoefde al niet meer in te grijpen, want dit deed Niké helemaal alleen.

Het was eerst een moment van angst geweest, want de Taillow had zelf dondersgoed door dat ze zich hier niet uit kon halen, maar plots voelde ze een gloed van zelfvertrouwen om zich heen te krijgen en die voelde ze ook. Rustig haalde ze adem en zag plots in de blik van de Furfrou boven haar lichte angst verschijnen. Maar die gloed van zelfvertrouwen was voor iedereen zichtbaar. Abigail stopte met rennen en zag haar Taillow omgeven worden door een witte gloed, die ze herkende. Ja. Die had Apollo ook om zich heen gehad toen hij.. Nee, was het echt zo?
Het antwoord was een simpele; ja. Niké vervormde in haar witte gloed en met een angstige piep sprong de Furfrou op, zijn prooi loslatende. In een fontein van glitters barstte de lichtgevende gloed van Niké uit elkaar en daar stond niet langer een kleine Taillow, nee alles behalve dat, er stond nu een volwassen en gegroeid Swellow. Elk pijntje leek verdwenen te zijn uit het lichaam van Niké en met een strijdlustige kreet steeg ze op, om met een haviksduik zich op de Furfrou te storten. Met het grotere gewicht kwam de klap veel harder aan en met een stevige klap van haar gegroeide vleugels sloeg ze de pokemon zo wat van zijn poten. Het gevecht was nu losgebarsten en alle andere Furfrou’s kregen wat meer angst in hun technieken, dus het gevecht begon in haar voordeel uit te werken. Apollo had het nog het zwaarst, want hij had het langst gevochten van iedereen. En toen zakte hij in elkaar. De Grovyle zakte door zijn poten en de Furfrou wilde naar beneden duiken om hem de genadeklap uit te delen, maar Niké, met haar grootse snelheid, dook op voor zijn ogen en gebruikte een Peck met haar snavel om hem van haar teamgenoot af te houden. De Furfrou gromde en wilde zijn kaken inzetten als wapen, maar de Swellow haalde uit met haar vleugels, hem op zijn zo vaak gebruikte wapen rakende en door de impact werd ook deze pokemon van zijn evenwicht beroofd. Hannibal en Reese hadden nu meer te maken met bange roedelhonden, die zwakjes meevochten en telkens blikken wierpen op hun leider, die het zelfs moeilijk had. Al dat zelfvertrouwen leek wel in het niets te zijn opgegaan en Niké had deze stukjes zelfvertrouwen opgepakt en gebruikte het nu voor zichzelf.
Uiteindelijk zag de Furfrou leider het maar hopeloos in en sprong hij naar achteren. Niké ging er niet achteraan, ze bleef met haar borst driegende naar voren gestoken voor Apollo staan en keek de wilde pokemon na, toen ze lafhartig weg liepen. Toen was het ook pas veilig voor Abigail om naar voren te komen. “Niké.” Riep ze vrolijk uit en omhelsde de Swellow toen ze bij haar pokemon was aangekomen en voelde een gevederd kopje in haar nek gelegd worden. Oh wat was ze trots op haar pokemon, allemaal, stuk voor stuk. Apollo krabbelde overeind, zwaar gehavend van dat zware gevecht en ook hij kreeg een flinke knuffel. “Goed gevochten, jullie allemaal.” Glimlachte ze trots en haalde Phoebe’s pokeball erbij, die met een witte flits tevoorschijn kwam en bij alle aandacht even een beetje in elkaar kromp. Ze was natuurlijk nog steeds geschrokken van de hele gebeurtenis met die kinderen. “Het is al goed, Phoebe, niemand is boos op je.” Glimlachte ze en aaide de kleine Phanpy over haar kopje en werd gerustgesteld door het vrolijke getoeter. Reese was de meest spontane van het kliekje en dus ging de Bagon voor de Phanpy staan en keek de pokemon doordringend aan en brabbelde weer zoveel als hij kon verzinnen. Phoebe leek het helemaal niet erg te vinden en begon vrolijk mee te praten, zij toeterend, hij brabbelend. Hannibal schudde afkeurend zijn kopje, maar leek de Phanpy gelukkig wel te mogen en rikte hij haar vriendelijk aan. Apollo duwde Reese speels weg en stelde zich zeer waarschijnlijk voor als haar redden, want Phoebe tikte de Grovyle met haar snuitje aan, misschien weer met wat te veel kracht, want Apollo werd bijna beroofd van zijn evenwicht. Dit keer leek Phoebe de verkeerde inschatting niet heel erg te vinden, want ze begon vrolijk te lachen. Niké was de laatste die nog voor de Phanpy kwam te staan en de Swellow zette haar verendek weer netjes in elkaar door er met haar snavel over te gaan. Het bijzondere was dat de Phanpy haar nog wel herkende als de Taillow die ze niet zo gek lang geleden nog op haar rug had genomen, want het vriendelijke tikje met haar snuit was er ook voor de Swellow, die keer was de kracht echter perfect ingeschat. “Dit is dus de nieuwe aanwinst.” Legde Abigail aan, nadat iedereen de Phanpy goed en wel had bekeken en er mee had gepraat. Van een onveerwachte aankoop was de Phanpy naar een gezellige en geweldige aanwinst gegaan. Met die verborgen kracht konden ze het misschien wel heel wat Gymleaders lastig maken. Maar ook Niké had haar waarde voor dit team dubbel en dwars laten zien.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Pack attack
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Attack
» Attack!
» Leg attack. & Abigail.
» Random attack
» Attack on Connor

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Camphrier Town-
Ga naar: