Moderator Cecille SkarsgårdPunten : 84
Gender : Female ♀
Age : 22
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: They're not taking us alive [Closed] wo apr 24, 2019 9:35 pm | |
| Haar instinct zei haar dat ze moest rennen. Haar gezond verstand vroeg haar waar ze mee bezig was. Als haar ouders hier zouden zijn, dan zou Lena de longen uit haar lijf gillen en Fredrik er alles aan doen om bij haar te komen. Hij zou, op aanmoediging van zijn vrouw, door de menigte knokken als het moest.
Maar vanavond liet ze die gedachten van zich afglijden. Vanavond was het niet aan anderen om voor haar te beslissen. Zij maakte de beslissingen nu – en haar beslissing was zich van haar knieën af duwen en doorgaan. Haar tong gleed soepel over haar bovenlip en een bittere, metalen smaak nestelde zich in haar mond. Normaal zou ze daar haar neus voor optrekken, maar Cecille wist heel zeker dat, als ze dat zou doen, haar neus het haar niet in dank af zou nemen. Met een gevoel die ze alleen maar als hongerig kon beschrijven, keek ze haar tegenstander aan. Zijn gejuich nam langzaam af en maakte plaats voor verbazing. Woede volgde daarna. Bij haar verscheen juist een brede grijns op haar gezicht, vlak voor ze een set woorden sprak die hem op haar af liet stormen.
“Is dat alles wat je hebt?”
Ondanks dat het huilen haar naderbij stond dan het lachen, kon Cecille de woorden niet helpen. Haar tegenstander, een wat oudere vrouw die alleen maar uit dikke spieren leek te bestaan, greep het aas met beide handen aan. Cecille liet zich gewillig tegen het hek duwen en hoorde al snel de scheidsrechter roepen dat de vrouw afstand van haar moest nemen. Het gaf Cecille de ademruimte die ze nodig had, zelfs al had dat nog langer van haar mogen duren.
Met haar onderarm veegde ze over haar natte onderlip en fronste bij het zien van de rode veeg die het achterliet. Dat ging Sara waarschijnlijk niet leuk vinden. Tijd om daar verder over na te denken had ze niet. Haar tegenstander kwam opnieuw haar kant op om haar te belagen in een zee van furieuze vuisten. Cecille vroeg zich af waar ze mee bezig was. Tegelijkertijd bedacht ze zich dat ze voor hetere vuren had gestaan.
Ternauwernood stapte ze voor de vlammenzee opzij. Een tiende seconde later en het had waarschijnlijk aan haar onderbenen gelikt. Cecille wierp een venijnige blik op de jonge Magmar. Die beantwoordde het met een gemene grijns. Zijn geklauwde vuisten gingen open en dicht – en niet veel later gebaarde hij naar haar dat ze dichterbij moest komen. Een lage grom verliet haar mond, voor ze lichtjes door haar knieën zakte en haar gebalde vuisten omhoog hief. Als hij het spelletje zo wilde spelen, dan kon hij het zo krijgen.
Het gejuich van het publiek werd alleen maar luider zodra Cecille zich met haar voeten afzette en haar been de lucht in wierp. Haar voet raakte de Magmar net niet, maar het was genoeg voor een waarschuwing. In haar ooghoek zag Cecille dat meer mensen een bod uitbrachten. Voor heel even vroeg ze zich af of het voor of tegen haar zou zijn, maar haar aandacht werd al snel weer door de pokémon gevraagd. Met meer snelheid dan ze zichzelf voor mogelijk had gehouden, dook Cecille onder zijn uitgestrekte poot.
Rakelings ging de vuist van de vrouw over haar heen. Cecille wist dat ze niet later naar beneden had moeten uitwijken, anders tekende morgen de kleur blauw sterk tegen haar huid af. Om niet een verrassing te krijgen van een tweede vuist of zelfs een voet, snelde ze een stuk naar achteren. Beschermend hield ze haar eigen handen voor haar gezicht, proberend te vinden waar boven en waar onder ook alweer zat. Deze dame had pit. Als ze eerlijk was, dan zag ze haar jongere zelf in de vrouw terug.
Die gedachte maakte haar bang.
Vroeger had ze geen pauze-knop. Ze gunde haar tegenstander geen moment rust. Cecille wilde altijd zo snel mogelijk klaar zijn en voor het kickboksen betekende dat een knock-out. Als ze niets deed, dan zou het voor haar ook einde oefening betekenen…
Was het niet voor haar koppige karakter, dan stond ze met knikkende knieën tussen haar belagers in. Klap na klap had haar motivatie en wilskracht langzaam eruit geslagen. Cecille wilde niets liever dan door haar knieën zakken en het opgeven, maar ze wist dat ze dan met zijn allen de deur door zouden stormen. Daar waar haar vriend op haar rekende om deze mensen lang genoeg bezig te houden, zodat hij zijn ding kon doen. Cecille en Sivar waren de enigen die tussen hen en die deur in stonden – en ze mocht barsten als ze ook maar met een vinger aan de deurklink zouden komen.
“Genoeg gehad?”
Cecille rechtte haar rug. Die opmerking schraapte het bloed zo pijnlijk langzaam onder haar nagels vandaan, dat ze haar woede niet eens als water op het vuur begon te voelen borrelen. Het pruttelde al zo erg dat het dreigde over te koken. “Genoeg?” herhaalde Cecille. Naar haar eigen smaak te erg buiten adem, maar ze moest het er maar mee doen. Haar mondhoeken krulden op tot een gevaarlijke grijns. “Jongens, ik begin net.”
Hard tegen hard. Dat was wat deze dame van haar vroeg en dat was wat Cecille bereid was om te geven. Ze ademde een keer diep in, nam alle geluiden om haar heen in zich op; het gejuich van het publiek, het geschreeuw van sommige van haar fans, de vele woorden van de commentator die voor haar een onbegrijpelijke brij van letters vormden. Zodra ze uitademde bestonden die geluiden niet meer. Er was geen hek, geen vloer, geen scheidsrechter en geen grote mensenmassa buiten de ring. Alleen zij en haar tegenstander bestonden nog.
Ze voelde het gestaag in haar opkomen. Alsof iets tot nu toe de stroming naar de waterpoel had geblokkeerd en Cecille het eindelijk weg viste. Haar zware ademhaling nam af en de energie begon naar haar armen en benen te stromen. De gespierde vrouw haalde naar haar uit, maar dit keer ontweek Cecille de vuist niet. Ze hief haar ene arm om de stoot tegen te houden en gebruikte haar andere om zelf in de aanval te gaan.
Cecille was nog lang niet klaar.
Ze was net pas begonnen.
|
|