Riley haalde diep adem. Het was kwart voor acht ’s morgens, ongeveer een uur voordat de Santalune Gym open zou gaan en de eerste uitdager de strijd aan zou gaan met de gymleader. En zij? Zij zou wel eens die eerste uitdager van de dag kunnen zijn. Een gevoel van onbehagen settelde zich in haar maag, waardoor Riley plots een klein beetje beter begreep waarom het haar twee jaar had geduurd voordat ze de Violet City gym een tweede keer uit had gedaagd. Haar blik gleed omlaag naar haar handen, die trilden alsof ze zich een weg baande door het Ice Path in Johto. Riley balde haar handen langzaam tot vuisten. Nee. Ze wilde geen herhaling van de Violet Gym hebben. Ze was nu in een nieuwe regio, met nieuwe kansen, en nieuwe ervaringen die op haar stonden te wachten. Als ze daadwerkelijk achter haar droom aan wilde gaan, dan zou ze niet twee jaar lang kunnen doen over de eerste gym. Als ze op dat tempo door zou gaan, dan zou ze pas tweeëndertig zijn tegen de tijd dat ze alle gyms zou hebben verslagen. En alhoewel tweeëndertig klonk als een zeer respectabele leeftijd voor een gymleader, klonk 16 jaar toch eigenlijk wel als een heel erg lange tijd.
Riley liet haar Croconaw, een van de twee Pokémon die ze plande om in te zetten, uit haar Pokéball. Misschien dat het doornemen van hun strategie haar zou helpen om de zenuwen wat weg te halen.
”Wel, hier… hier staan we dan, right, Brie?” zei Riley met een nerveus lachje. De Pokémon keek nieuwsgierig om haar heen, om tot de conclusie te komen dat ze zich voor de Santalune Gym bevonden. Met een trotse grijns draaide de Croconaw terug naar trainer. Alhoewel Riley eerder die week al had gepraat over hoe het misschien tijd begon te worden om de eerste gym uit te dagen, had de Pokémon niet verwacht dat ze zich ook echt aan haar woord zou houden. Of eerder, om het iets beter te verwoorden, dat ze zich
nu al aan haar woord zou houden. De staart van de Croconaw zwiepte wild heen en weer, opgewonden door het vooruitzicht om
eindelijk weer eens in een gym te kunnen staan.
”We hebben het al één keer voor elkaar gekregen, dus een tweede keer zou… ook wel moeten lukken, toch?” zei Riley, met een stem die meer trilde van de zenuwen dan ze had verwacht. Het zou zo te zien nog wel een tijdje duren voordat haar zenuwen wat zouden kunnen kalmeren. AHHHH, had ze maar gewoon een aan-en-uit knopje waarmee ze de zenuwen uit kon schakelen. Riley keek op haar horloge. Vijf voor acht. Shit, wat ging de tijd langzaam. Ze voelde haar Croconaw aan de onderkant van haar jas trekken.
”Wil je een stukje gaan wandelen, Brie?” vroeg Riley, die zag hoe haar Croconaw op haar plaats marcheerde. Haar Pokémon knikte, en stak haar duim op naar haar trainer. Riley haalde haar schouders op.
”Sure, waarom ook niet. We hebben toch nog een uur te gaan voordat de gym open gaat,” stemde ze in met de suggestie van haar Pokémon. Misschien dat het goed was om nog even iets anders te doen. Wat afleiding kon nooit kwaad.
Het wandelen bleek te werken – voor eventjes in ieder geval – want hoe meer Riley zich focuste op de slaperig uitziende mensen waarvan ze er langzaam maar zeker steeds meer op straat zag, hoe minder ze na dacht over haar opkomende Gymgevecht. Dat was in ieder geval tot ze twee jongens op straat passeerde die druk met elkaar in gesprek waren over hun eigen ervaringen met de Gym – toen kwamen de zenuwen weer in één klap terug, en waren ze zelfs zo erg dat Riley de dichtstbijzijnde prullenbak op moest zoeken om haarzelf er van te weerhouden om een spoor van haar ontbijt midden op straat achter te laten. Misschien dat het toch niet zo erg zou zijn om 16 jaar te doen over het behalen van alle gymbadges. Haar maag en slokdarm zouden het in ieder geval geen probleem vinden.
Toen Riley’s maag na een klein half uur eindelijk weer wat gekalmeerd was en ze aan het eind van haar wandeling weer bij de Gym uit was gekomen, had ze een beslissing genomen. Ze zou de Gym uitdagen, hoe het ook af zou mogen lopen. Bij de Violet City Gym had ze tenslotte ook de Gym al eerst één keer uitgedaagd voordat ze een ‘leerperiode’ van twee jaar lang in laste. Als ze over deze gym ook twee jaar zou doen, dan moest ze hem op zijn minst óók een eerste keer uitdagen voor ze aan de nieuwe twee jaar durende ‘leerperiode’ zou beginnen. Bovendien, hoe erg kon het nou echt aflopen? Haar maag had ze al leeggegooid – veel erger dan simpelweg verliezen zou toch niet moeten kunnen? Riley stopte een paar meter voor de gym met lopen, beseffend dat er wel
degelijk ergere dingen waren. Wat als ze het in haar broek zou doen? Dat was zekersteweten erger. Het was inmiddels al negen uur geweest, wat betekende dat de Gym inmiddels open zou moeten zijn.
”Okay, Brie. Heb je nog een paar laatste, wijze woorden voor mij voordat we ons lot tegemoet gaan?” vroeg Riley aan haar Pokémon. Ze keek vanuit haar ooghoeken omlaag naar haar Pokémon. De Croconaw knikte naar haar trainer, en liet een triomfantelijke brul horen. Dat was in ieder geval één van hen die niet zenuwachtig was.
Riley haalde een laatst keer diep adem, en liep naar de ingang van de Gym toe. Ze had haar arm al half uitgestoken in een poging om de schuifdeuren op een coole Star Wars manier open te laten gaan, maar haar Croconaw was haar voor geweest. Op het moment dat haar trainer in beweging was gekomen, was de Pokémon met een rotvaart naar voren gesprint, waarna ze haar korte armpjes naar voren had gestoten, om het zo te laten lijken alsof de beweging van haar armen er voor had gezorgd dat de deur open was gegaan. Technisch gezien was dat eigenlijk ook zo, want dat was hoe bewegingssensoren meestal werkten, maar dingen die ‘technisch gezien’ klopten waren eigenlijk gewoon een beetje saai.
”Nice, Brie.” De Croconaw snoof trots, en paradeerde voor haar trainer uit de gym in.
Eenmaal binnen knipperde Riley verwoed met haar ogen tegen het verblindende van de spotlights, maar veel langer dan een halve minuut duurde het niet voordat haar ogen aan het licht gewend waren.
”Ah, ben je de extra schoonmaakhulp die het Bureau gestuurd heeft? Of ben je een uitdager?” klonk al snel een stem. Riley’s ogen zochten naar de oorsprong van de stem, en vonden een blonde vrouw.
”Een… een uitdager, sorry,” antwoordde ze. De vrouw glimlachte beleefd.
”Ah, dat geeft niet. Dat betekent alleen dat je nog heel even zal moeten wachten voordat we kunnen beginnen, want het veld is namelijk nog niet gerepareerd sinds gisteren. Wat is je naam, als ik vragen mag?” Riley knikte, hopend dat ze haar verbazing daar mee kon verbergen. Gerepareerd? Was het normaal dat de velden in Gyms kapot gingen? Want als dat zo was, dan was het misschien toch niet zo’n goed idee om haar vaders’ garage als oefengym te gebruiken.
”Riley, ik heet Riley.””Wil je misschien iets te drinken terwijl we wachten? vroeg de blondine, om Riley hiermee uit haar gedachten te schudden.
”Drinken? Oh, uh… Ja. Graag!” antwoordde Riley.
”Wat kan ik voor je halen? Koffie? Thee? Water? Iets van sap?” was de volgende vraag.
”Thee, graag,” antwoordde Riley, die hoopte dat ze inmiddels genoeg gekalmeerd was om niet overal thee te knoeien, of erger – het kopje of glas in zijn geheel te laten vallen. De blondine verdween, om pas na een paar minuten weer terug te keren met twee stomend hete bekers met thee er in.
”Suiker er bij?” vroeg de vrouw terwijl deze Riley haar beker overhandigde. Riley knikte dankbaar.
”Graag,” antwoordde ze, waarna de vrouw een aantal suiker pakjes uit één van haar broekzakken viste.
Met haar handen om de eigenlijk iets te warme beker heen gevouwen, zaten Riley en de vrouw zij aan zij op de tribune, wachtend tot het strijdveld eindelijk gerepareerd was. De ondergrond van het veld moest alleen nog maar even ‘goed aan worden gestampt, als het goed is’, wat dat ook mocht betekenen.
”Dus! Is dit je eerste keer dat je een gym uitdaagt?” vroeg de vrouw, die duidelijk haar best deed om een poging te doen om Riley bezig te houden terwijl ze op de reparaties aan het wachten waren. Riley schudde met haar hoofd.
”Nee, ik heb de Violet Gym in Johto ook al uitgedaagd.” De blondine fronste even, en leek kort na te denken over Riley’s antwoord, voordat ze langzaam een herinnerende “oooh” uit liet.
”Dat is die ene gym van… Hoe heet hij ook alweer? Floknerd? Ah… Die gymleader met zijn vogels? Dat is hem toch?” vroeg ze. Riley gniffelde. Floknerd… Yeah, dat was bijna hetzelfde.
”Yeah, dat is hem. Falkner,” verbeterde Riley de blondine.
”Ah, right. Falkner. Natuurlijk. Sorry – ik doe het nog niet zo lang, en heb nog niet de kans gehad om alle gymleaders in persoon te ontmoeten.”Terwijl Riley met de vrouw praatte over haar ervaringen tijdens haar eerste gymgevecht, merkte Riley langzaam maar zeker dat ze zich iets begon te ontspannen. Of het misschien ook aan de thee lag wist ze niet, maar al pratend over hoe ze het voor elkaar had gekregen om de Violet City Gymleader te verslaan, ebden haar zenuwen langzaam weg.
”Hmm, wel, dat klinkt in ieder geval wel alsof we een interessant gevecht voor de boeg zullen hebben, zometeen,” zei de Gymleader toen Riley eindelijk klaar was met het vertellen van haar verhaal. Riley fronste. Zij? Vechten? Maar… Oh.
Oh… Aangebrande kipnuggets op een stokje. Ze had met de gymleader zitten praten, of niet? De blondine grijnsde breed, en stak haar hand uit naar Riley.
”Ik ben Viola – de Santalune City gymleader. Laten we er een goed gevecht van maken nu de reparaties klaar zijn en we onze thee ophebben, okay?” Yeah. Yeah, dat was de gymleader. Shit. Dus dat was wat ze bedoeld had met dat ze ‘nog niet alle gymleaders had ontmoet’.
FIGHT START!!! VS
Okay, dit was het. Het was nu of nooit. De zenuwen die ze net zo netjes weg had weten te werken, leken nu dubbel zo sterk weer terug te zijn gekomen.
”Hey! Zou je even snel kunnen poseren? Dan krijgen jullie een aandenken na het gevecht – mits jullie winnen, natuurlijk,” klonk van de andere kant van het veld. Een aandenken? Riley keek haar Pokémon kort aan, waarna ze naar de overkant van het veld keken, waar de gymleadster een Polaroid camera in haar handen had. Oh! Een foto? Was dat het aandenken?
”Zeg maar cheese, Brie!” zei Riley, die zelf een peace sign naar de camera toe deed. Haar Croconaw ontblootte haar tanden tot een brede grijns, en deed de pose van haar trainer na. Nice. De gymleadster klikte haar camera, en een klein, vierkant papiertje kwam uit de onderkant van de camera tevoorschijn.
”Cool! Tegen de tijd dat we klaar zijn met dit gevecht, zal hij vast wel klaar zijn! Alrighty, Riley, laten we dan maar van start gaan! Surskit, ga!”De gymleadster had een blauwe Pokémon opgeroepen – een Pokémon die Riley absoluut nog nooit had gezien – wat betekende dat het nu haar beurt was om een zet te doen. Hm, wel, de eerste gym was een bug-type gym, dus… Een vuur type zou logisch moeten zijn, nietwaar?
”Valencay, ik kies jou!” zei Riley, die de Pokéball van de Houndour het strijdveld op gooide. Nadat de Pokémon vorm had gekregen, kefte deze opgewekt, en kwispelde ze vrolijk met haar korte staartje. Haar Houndour leek in ieder geval geen zenuwen te hebben.
”Hm! Een Houndour! Interessante keuze! Goed, begin jij het gevecht maar!” sprak de gymleader. Riley knikte, en haalde vervolgens diep adem. Hier gingen ze dan.
”Vale, gebruik je Ember!” beval Riley. De Houndour stopte kort met kwispelen, alsof ze het vuur uit het puntje van haar staart moest halen, en vuurde vervolgens een salvo aan kleinere vuurballen op haar tegenstander af.
”Surskit, blokkeer de aanval met je Bubble Beam!” riep de gymleader.
De Surskit spoot vrijwel direct een straal van bellen uit zijn antenne, waarna de twee aanvallen elkaar midden in de lucht raakten, en er voor zorgden dat het veld werd overspoeld met dikke stoomwolken.
”Snel, Vale, gebruik je Smog, zodat het met de stoom wordt gemengd!” siste Riley naar haar Pokémon, hopend dat ze zacht genoeg was geweest om er voor de zorgen dat de gymleader haar niet gehoord had. De Houndour staakte haar Ember aanval, en de vuurballen die zojuist nog uit haar mond werden geschoten gingen over in een dikke, paarse mist, die zich langzaam over de grond uitspreidde, en zich vervolgens mengde met de stoomwolk.
”Surskit, gebruik je Quick Attack!” riep de gymleader, die nu ook had gemerkt dat Riley’s Houndour was gestopt met de Ember. Riley’s mondhoeken trokken schokkerig omhoog tot een verbaasde glimlach. Haar plan werkte beter dan verwacht.
De Surskit stoof regelrecht de wolk van stoom in, zonder ook maar enig idee te hebben van de giftige gaswolk die zich vanaf de andere kant met het stoom was begonnen te mengen. De Surskit liep regelrecht in hun val. Toen de Surskit zelf ook eindelijk door had waar hij in was gelopen, was het al te laat; behalve dat hij de giftige wolk in was gelopen, had hij het gas ook nog eens ingeademd, wat maar één resultaat had: hij was vergiftigd. Riley kon de gymleader aan de overkant vloeken – en nog een verbazingwekkend familievriendelijke vloek ook.
”Surskit, gebruik je Water Sport om het stoom af te laten koelen!” riep de gymleader. De Surskit snapte waar zijn trainer naar toe probeerde te gaan met haar bevel, en spoot water in de lucht alsof hij een of andere tuinsprinkler was. De koude waterdruppels daalden neer op het stoom, dat hierdoor langzaam maar zeker afkoelde, tot het gereduceerd was tot enkele flarden van mist die nog net zichtbaar waren.
Val, gebruik je Bite!” riep Riley naar haar Pokémon. Beseffend dat er meestal niet al te veel momenten in een gevecht waren waarop een Pokémon langer dan een paar seconden stil stond, greep Riley de kans die ze kreeg met beide handen aan. Een stilstaand doel was immers veel makkelijker om te raken dan iets dat constant bleef bewegen. Net voordat de Surskit helemaal klaar was met het afkoelen van het strijdveld, was de Houndour al naar hem toe gesprint. Voordat de kleine blauwe Pokémon de kans kreeg om de aanval te ontwijken, had de zwarte Pokémon haar kaken al om het lichaam van de Surskit heen geklemd, alsof het een of ander kauwspeeltje was dat ze van haar trainer had gekregen.
”Vale, gebruik je Ember!” beval Riley. Een perfecter moment om de aanval te kunnen gebruiker zou er waarschijnlijk niet meer komen. Een bewegend doel raken met de aanval? Dat was redelijk moeilijk. Een stilstaand doel raken? Dat was makkelijk, maar niet geheel onmogelijk om te missen. Een doel raken dat zich zo dicht bij je bevond dat je in elkaars mond ademde en allebei smachtte naar een pepermuntje? Dat was onmogelijk. Onmogelijk om te
missen.
Een rode gloed verscheen vanuit de keel van de Houndour, voordat deze de aanval op de Surskit die ze tussen haar tanden had geklemd afvuurde. De Surskit liet een kreet van pijn horen, en aan de vonken die tussen de tanden van de vuur Pokémon door schoten, was duidelijk te zien dat de blauwe Pokémon niet een fijne massage onderging.
”Surskit, counter het met je Bubble Beam!” riep de gymleader, wiens stem oversloeg van bezorgdheid. De bezorgdheid was op zich goed – tot op een zekere hoogte, in ieder geval, want Riley wilde absoluut niet dat de Surskit daadwerkelijk helse pijnen leed – maar bezorgdheid kon leiden tot roekeloos gedrag. Riley bevroor plots, zich realiserend wat de gymleader zojuist aan haar Pokémon had gevraagd. Als een Ember die direct tegen je lichaam af werd gevoerd al zo pijnlijk was, hoe… hoe pijnlijk moest het dan wel niet zijn als er een
Bubble Beam recht in je keel af werd gevoerd? Riley kon wel een gokje doen – het voelde waarschijnlijk kwalitatief uitermate teleurstellend.
”Vale, laat los!” brulde Riley nog, maar het was al te laat.
De greep van de Houndour verslapte wel wat, maar dat had pas effect nadat de ergste schade al was aangebracht. Een straal aan bellen schoot uit de Surskit, als een verse fles Cola waar zojuist een paar pakjes Mentos in waren geduwd. Als dezelfde soort fles glipte de kleine Pokémon tussen de tanden van de Houndour uit, en lanceerde hij de lucht in, weg van zijn belager. De Houndour bleef achter met een gezicht dat verwrongen was van de pijn, met water en bellen die uit bijna elke mogelijke gezichtsgaten van de Pokémon leken te stromen. De Houndour ging jammerend op de grond liggen, en gigantische Krookodile tranen stroomden over haar gezicht heen. Riley wilde naar voren stormen om haar Pokémon in haar armen te sluiten. Om haar te troosten, en om zich te verontschuldigen voor de vergissing die ze had begaan – maar een harde beuk tegen haar linker been bracht haar uit balans, zodat ze recht op haar gezicht viel.
Haar Croconaw keek van boven op haar neer, met haar handen nijdig in haar zij.
”H-hey, waar was dat voor nodig?” vroeg Riley. Haar Croconaw had zich nog
nooit zo gedragen. De Croconaw snoof nijdig, en gebaarde kort naar de Houndour, voordat ze haar armen over elkaar heen kruisde alsof het een ‘x’ was. Riley trok een gezicht waar de verwarring van af droop. W… wat? De Croconaw liet een geïrriteerde grom horen, zich duidelijk storend aan de taalbarrière. Ze gebaarde een tweede keer naar de Houndour, en gromde hierbij iets naar haar teamgenoot toe, die reageerde door te keffen, en die vervolgens haar neus met veel gesnotter ophaalde. Weinig bleek het niet te helpen, want de Houndour probeerde het water vervolgens ook nog met haar poot van haar neus af te vegen. De Croconaw wees vervolgens naar de lijn die zicht recht voor Riley’s neus bevond – de helder witte lijn die de grens tussen Riley en het veld markeerde. De Croconaw sloeg vervolgens weer haar armen over haar borst heen om er een kruis mee te vormen. Ze mocht het veld niet op?
”Hey, Riley, je weet dat het gevecht over is als je het veld op gaat, right?” klonk de stem van de gymleader vanaf de andere kant van het veld. Riley hees haarzelf op haar knieën en haalde haar neus op. Wel, shit.
Brie… Ben je okay?” was het eerste dat Riley vroeg, die uit de boodschap van haar Croconaw vaagjes op had weten te maken dat het waarschijnlijk niet eens half zo ernstig met haar Pokémon was gesteld als ze had gedacht. De Houndour kefte, en kwispelde met haar korte staartje. Dat klonk als een ja. Haar Croconaw had gelijk. Het was nog te vroeg om op te geven nu. Ze moest wat meer vertrouwen hebben in zowel haar Houndour als in haarzelf. Eén enkele Bubble Beam zou niet genoeg moeten zijn om er voor te zorgen dat ze op gaf. Als het gevecht echt over was, dan zou ze zich wel fatsoenlijk aan Valencay verontschuldigen. Voor nu was er iets dat veel belangrijker was: winnen. Dat was alles waar ze zich op moest focussen.
”Sorry, ik… Ik struikelde. Het zal niet meer gebeuren!” verontschuldigde Riley zich aan de gymleader, die geduldig had gewacht met aanvallen tot Riley weer overeind was gekomen. De blondine glimlachte, en schonk Riley een dikke thumbs up en een bemoedigende grijns. Dat was het. Dat was precies de reden waarom ze gymleader wilde worden. Niet omdat ze zo nodig trainers wilde verslaan of terecht wilde stellen, maar omdat ze anderen wilde kunnen aanmoedigen. Ze wilde anderen geven wat ze zelf nog niet helemaal had; zelfvertrouwen.
”Okay, Valencay! Laten we het afmaken!” sprak Riley haar Pokémon toe. Haar Houndour kefte opnieuw, en nieste in een poging om nog wat van het water uit haar neus te krijgen. Riley haalde diep adem. Okay, daar gingen ze dan. Het was tijd om het eerste deel van het gevecht af te maken. Ze konden dit.
”Vale, gebruik je Bite!” riep Riley. Ondanks dat de gymleader beleefd had gewacht tot Riley klaar was geweest om het gevecht te hervatten, was er één voordeel dat de pauze haar had gegeven: de Poison Damage was niet gestopt. Riley’s Houndour nieste een laatste keer, en sprintte vervolgens op de Surskit af, die zich dankzij zijn Bubble Beam lancering weer aan de andere kant van het veld bevond.
”Surskit, gebruik je Bubble om haar te stoppen!” riep de gymleader, gevolgd door de Surskit die de aanval vrijwel direct afvuurde.
”Vale, gebruik je Ember om de Bubble tegen te houden!” riep Riley. De Houndour opende haar bek, en vuurde de aanval al rennend af op de Bubble. De twee aanvallen raakten elkaar, en de dikke mist die het strijdveld eerder al had bedekt keerde langzaam weer terug.
”Bite!” herhaalde Riley, toen ze dacht dat haar Houndour dichtbij genoeg was. Zeker wist ze het absoluut niet – haar zicht was immers geblokkeerd door de mist.
Twee luide kreten klonken, gevolgd door een stilte. Riley hield haar adem in, en wachtte met nerveus gebalde vuisten tot de mist eindelijk genoeg op was getrokken om weer wat te kunnen zien. Ze zou natuurlijk wel nog een commando kunnen roepen, maar wat als de vorige aanval al genoeg was geweest om de Surskit uit te schakelen? Wat als haar eigen Pokémon uit was geschakeld? De mist trok langzaam weg, en Riley’s zenuwen bleken voor niets te zijn geweest. Op het strijdveld kon ze langzaam het silhouet van haar Houndour onderscheiden, die vrolijk kwispelde met het bewusteloze lichaam van de Surskit in haar bek geklemd. De Houndour ontmoette de blik van haar trainer, en legde de Surskit voorzichtig op de grond neer.
”Surskit is niet meer in staat om verder te vechten!” klonk de stem van de scheidsrechter. Riley liet de lucht uit haar longen ontsnappen. Het was gelukt! Riley hurkte, en spreidde haar armen breed uit, om haar Houndour, die op haar af was komen rennen, op te kunnen vangen om haar een trotse knuffel te geven.
”Het is je gelukt, Vale! We hebben hem verslagen!” bracht Riley uit, haar stem overslaand van blijdschap. De Houndour kefte, en likte het gezicht van haar trainer, alsof deze haar gezicht in had gesmeerd met pindakaas.
VS
”Okay, Brie, het is jouw beurt nu,” zei Riley toen haar Houndour eindelijk was gestopt met het likken van haar gezicht. Ondanks het type voordeel dat haar Houndour had moeten hebben in een Bug Type gym, had ze daar nog maar bar weinig voordeel uit kunnen putten – dus veel reden om niet een andere Pokémon te gebruiken zag ze niet. Haar Croconaw grijnsde opgewonden, en marcheerde het veld op. Riley glimlachte. Het was zo te zien een goede beslissing, want haar Croconaw leek absoluut zin te hebben om zelf ook te vechten. Riley aaide haar Houndour een laatste keer over haar hoofd, en knikte daarna een keer – vooral tegen haarzelf – om aan te geven dat ze er klaar voor was. De gymleader had inmiddels haar tweede Pokémon al tevoorschijn getoverd; een Pokémon die Riley sterk deed denken aan een Butterfree, maar die er alsnog behoorlijk anders uit zag. Een ‘Vivillion’ bleek het te zijn, nadat ze haar Pokédex had geraadpleegd.
”Okay, Vivillion, gebruik je Gust!” zei de Gymleader, die deze keer als eerst in de aanval ging. De Vivillion sloeg hard met zijn vleugels, en veroorzaakte een sterke wind, die Riley’s haar vast en zeker behoorlijk verpest zou hebben als ze niet een staart in had gehad. Haar Croconaw hield haar armen voor haar hoofd in een poging om het stof tegen te houden, maar kon niet voorkomen dat ze door de sterke wind achterover werd geblazen. De Vivillion bewoog zelf echter ook achteruit door de sterke wind, waardoor er uiteindelijk een ruimte tussen de twee Pokémon was ontstaan die er voor zorgde dat de Gust niet effectief meer was. Beseffend dat de aanval geen effect meer had, stopte de Vivillion tijdelijk met de aanval om weer wat dichterbij zijn tegenstander te kunnen komen.
”Brie, Water Gun, voordat hij weer zijn Gust kan doen!” riep Riley. Haar Croconaw krabbelde overeind, en vuurde vrijwel direct een waterstraal op de vliegende Pokémon af. De Vivillion klapte al met zijn vleugels om de waterstraal tegen te proberen te houden, maar deze wist hem te bereiken voordat hij hem af kon weren, met als resultaat dat hij als een kleiduif uit de lucht werd geschoten. Met een zachte plof belandde de Pokémon op de grond.
”Vivillion, vecht terug met je Psy Beam!” weerklonk het commando van de Gymleader. De Vivillion krabbelde snel overeind, en was nog nauwelijks weer opgestegen, of hij vuurde al een helder blauwe straal op zijn tegenstander af. Verrast door de snelheid waarmee de aanval werd afgevuurd, werd de Croconaw volop door de straal geraakt. Riley klemde haar kaken op elkaar. Wel, shit. Het was niet alsof ze verwacht had dat de rest van het gevecht makkelijk zou zijn, maar dat de Vivillion zo snel was? Dat had ze absoluut niet verwacht.
”Brie, gebruik je Bite voordat hij te hoog in de lucht zit!” riep Riley toen de Vivillion eindelijk klaar was met het afvuren van de Psy Beam. De Croconaw schudde met haar hoofd alsof ze de effecten van de Psy Beam van haar af wilde schudden, en sprintte vervolgens met wijd opengesperde kaken op de Vivillion af. Haar tegenstander was misschien snel, maar dat kon zijn
ook zijn. Nog voordat de Vivillion weg kon vliegen, was de Croconaw al dichtbij genoeg. Ze sprong haar tegenstander achterna, regelrecht de lucht in, en zette haar tanden in het zachte lichaam van de Vivillion.
Zwaar als de blauwe Pokémon was, was haar gewicht genoeg om de Vivillion naar beneden toe te trekken.
”Vivillion, gebruik Struggle Bug om los te komen!” riep de gymleader. De Vivillion sloeg verwoed met haar vleugels tegen het hoofd van de Croconaw aan, net zo lang tot haar belager wel los
moest laten, en weer terug op de grond viel.
”Vivillion, Light Screen!” klonk er. Terwijl de Croconaw overeind kwam, creëerde de Vivillion een helder, doorzichtig scherm in de lucht.
”Croconaw, gebruik je Water Gun!” riep Riley, die de Vivillion een tweede keer neer wilde halen. Een kleine glimlach was – nog net – zichtbaar op het gezicht van de gymleader, en alhoewel Riley de glimlach aanvankelijk niet snapte, begreep ze het toen haar Croconaw haar aanval uitvoerde. Het scherm blokkeerde de Water Gun deels, en liet een kleinere portie van het water door, waardoor de aanval waarschijnlijk even effectief was geworden als het afvuren van water uit een spuitfles. Nee, het zou waarschijnlijk zelfs effectiever zijn geweest als ze zelf een slok water had genomen om die daarna op de Vivillion uit te spugen. Heck, het spuug uit haar mond dat er dan in zou hebben gezeten zou dan misschien zelfs meer schade hebben gedaan, puur omdat het eigenlijk een best vies idee was dat iemand op je spuugde.
Okay, prima. Als ze geen lange afstandsaanvallen uit konden voeren, dan moest ze er maar nog een van dichtbij doen. De Vivillion, echter, was verstandig, en was inmiddels behoorlijk ver omhoog gevlogen, om zo buiten het bereik van de Croconaw te komen.
”Brie, gebruik je Water Gun op de grond om jezelf de lucht in te lanceren!” flapte Riley er uit, die niet eens zeker was of haar plan zou werken. De Croconaw gehoorzaamde echter, en schoot een waterstraal af op de grond onder haar voeten waardoor ze, verbazingwekkend genoeg, de lucht in schoot, regelrecht op de Vivillion af.
”Brie, gebruik je Bite!” beval Riley. De Croconaw staakte haar Water Gun, en opende haar bek opnieuw, om vervolgens haar tanden om het lichaam van de Vivillion heen te sluiten. De Vivillion liet een kreet horen – een geluid waarvan Riley niet precies wist hoe ze het ooit zou moeten beschrijven. Het gewicht van de Croconaw trok de Vivillion opnieuw een heel stuk omlaag, maar net zoals de keer daarvoor gebruikte de Vivillion opnieuw zijn Struggle Bug – en hij wist weer te ontsnappen.
Als in slow motion leek haar Croconaw uit de lucht te vallen. Riley haalde diep adem, en dacht terug aan haar eerste gevecht. Het was, net als toen, een gevecht geweest tegen een tegenstander die kon vleigen. Het gevecht tegen Falkner was enkel een oefening geweest. Een manier om te leren kruipen. Een manier om het lichaam dat haar team was te leren bewegen als één geheel. En nu… Nu was ze hongerig geworden naar meer. Nu ze
zo dicht bij de winst waren, voelde het alsof er maar één manier was om het te eindigen. Alsof er maar een manier was om verder te kunnen gaan. En die manier? Dat was winnen. Het was tijd om op te staan. Het was tijd om de eerste stap te zetten, zodat ze langzaam aan, voetje voor voetje, verder zouden kunnen gaan. Ze hadden nog één aanval die ze nog niet gebruikt hadden, en dit leek op het
perfecte moment om hem te gebruiken. Een aanval die
perfect was om een vliegende tegenstander neer te halen.
”Brie, snel! Gebruik je Ice Fang voordat hij buiten je bereik kan vliegen!” riep Riley naar haar Pokémon. De poten van de Croconaw hadden nog nauwelijks de grond aangeraakt, of ze zette haarzelf al weer met zoveel mogelijk kracht af om terug de lucht in te gaan, haar staart hierbij gebruikend als extra middel om zich van de grond af te kunnen zetten. Voor een derde keer sprong de Pokémon met wijd opengesperde kaken op de Vivillion af, en sloot haar bek vervolgens als een pijnlijke versie van klik-oorbellen om het lichaam van de vlinder Pokémon heen. Ijs verspreidde zich zowel direct over het lichaam van de gebeten Pokémon heen, en verstijfde de vleugels van de Pokémon, waardoor het onmogelijk was om nog langer in de lucht te blijven. De twee crashten neer, als een ijzige komeet, en belandden als een dikke wolk van stof op de grond. Ah… Zou deze laatste aanval genoeg zijn geweest?