Verdanturf Town. Alweer een locatie waar Philip nog niet was geweest. Het was een dorp waar een sterke wind hing. Die wind zorgde ervoor dat het vulkanische as van de vulkaan hier vandaan bleef. Diezelfde wind gebruikte ze ook voor het gebruik van windmolens hier. Vrij slim om het milieu zo duurzaam te gebruiken. Daarnaast stond Verdanturd Town ook bekend om een aantal bloemenvelden in de buurt. En Philip hield van dat soort dingen. Mooie kleuren en een een heilzame omgeving. Het was een van die plekken waar Philip graag naartoe ging. Hij kon niet anders dan direct bij het aanzicht zijn gepatenteerde Philip glimlach op zetten. Wie hier zelfs nog meer van hield, was Linus. Linus leek zelf op een bloem. En van zijn instinct uit voelde hij zich prettig in de buurt van bloemen. Het voelde zelfs beter als hij helemaal tussen de bloemen zat. Eigenlijk was het helemaal niet zo’n mooi verhaal, waarom het in zijn instinct zit om tussen de bloemen te zitten. Maar daar gaat het nu even niet om. De twee heren hadden het naar hun zin. En dat mocht ook wel eens een keertje. Ze hadden de afgelopen tijd heel hard zitten werken. Dit was, echter wel, een bewuste keuze van Philip geweest. Hij wist niet wat hij anders zou moeten doen in zijn vrije tijd dan mensen helpen. Buiten natuurlijk misschien weer eens een leuk boek schrijven. Maar goed, bloemen nu dus. Paarse bloemen. Gele bloemen. Rode bloemen. Oranje bloemen. Witte bloemen. Ze waren er allemaal. En ze waren prachtig. Philip ging op zijn knieën zitten om er een aantal te ruiken. Linus was eigenlijk gewoon over het bloemenveld heen aan het rennen. Hij was klein en smal genoeg om de bloemen niet te beschadigen, maar wel optimaal te kunnen genieten van hun schoonheid. Dat was ook het moment dat Linus langs een bepaald stuk van het bloemenveld kwam waar hij een beetje verdrietig van werd. Hij schudde zijn hoofdje en holde zo snel hij kon terug naar Philip. In paniek trok hij aan de mouw van de jonge Ranger en probeerde hem mee te krijgen naar wat hij had gezien. Philip hoefde niks te zeggen. Hij wist dat als Linus er zo over deed, dat het écht belangrijk was. Hij wist ook, dat Linus wist, dat Philip hem absoluut zou helpen, als hij erom vroeg. Dus zonder twijfel ging meneer Schulz weer op zijn voeten staan en rende hij meer met Linus. Wat ze daar aantroffen maakte Philip ook verdrietig. Allemaal bloemen die er niet gezond uitzagen. Had het niet genoeg geregend de laatste tijd? Philip legde zijn hand op zijn mond. Hier wilde hij eigenlijk wel wat tegen doen. Hij keek Linus aan en zei: “Dit gaat goed komen. Een momentje alsjeblieft.” Hij pakte zijn Pokédex en zocht op welke Pokémon hier in de buurt voorkwamen. Een water Pokémon het liefst, die de plantjes water zou kunnen geven. Philip haalde namelijk het liefst geen water uit de meren, daar leefden Pokémon die het óók hard nodig hadden. En ze bleken geluk te hebben, want er leefden hier Azurill. Azurill waren tevens ook basisevoluties, dus die kon hij met zijn Styler vragen of ze wilden helpen. Dat was wel fijn, want dat zou het hulp vragen gemakkelijker maken. “Mooizo.” Zei hij al weer wat meer opgevrolijkt. “We moeten een Azurill vinden Linus.” Zei hij, voordat ze op pad gingen. Op zoek naar een Azurill. In de Pokédex stond dat deze aan de rand van meren leefden, dat zou de zoektocht significant makkelijker maken. Dan hoefden ze zich minder lang zorgen te maken om de bloemen. Linus voelde zich eigenlijk al direct wat meer gerustgesteld. Niet omdat er een plan was, maar omdat Philip het was die het uitvoerde. De manier waarop deze jongen het allemaal zo snel aanpakte.. hij had hem nog nooit teleurgesteld. Vastberaden liep hij met zijn partner mee naar de waterkant. En ja hoor. Daar zag hij er eentje aan de waterkant spelen. Hij liep naar het beestje toe en ging door zijn knieën. “Hallo daar. ik ben Philip.” -sploesh- Hij water in zijn gezicht gespoten. Hij proestte het water uit zijn mond en wreef zijn gezicht droog. “We hebben je hulp nodig, als dat mag.” Hij kreeg weer water in zijn gezicht. Linus kwam er nu bij staan. Woedend. “Fomantis! Mantis Fomantis!” Zei hij boos tegen de Azurill, die vervolgens ook water in zijn gezicht spoot. Philip ging rechtop staan en zei: “Dan maar zonder praten.” En hij haalde zijn Styler erbij. De eerste cirkel ging makkelijk, toen had de Azurill nog niet door wat er aan de hand was. De tweede ging al moeilijker, omdat een Azurill nu eenmaal heel goed is in springen. Maar na wat moeilijke bewegingen, en de kans op een polsblessure, lukte die tweede cirkel dan ook. De derde cirkel ging makkelijker, aangezien Linus de Azurill probeerde te sturen, net zoals een HerdersHerdier zou doen bij een kudde Mareep. “Okay luitenant Azurill, we hebben uw hulp nodig.” Hij salueerde. Philip had gewoon zin om er een spelletje van te maken. Ineens. Hij pakte de Azurill op en rende samen met Linus naar de bloemen die nodig water nodig hadden. “Uw Water Gun graag. Deze bloemen hebben het hard nodig.” En ja hoor. De Azurill deed zijn werk. Het zag er ook eigenlijk wel poëtisch uit. Door de zonnestralen die de Water gun raakte, was het net alsof de Azurill een regenboog over de bloemen sprenkelde. Dat was wel een leuk idee voor een boek vond Philip. De legende van de Regenboog: hoe bloemen hun kleur kregen. Even opschrijven straks. De bloemen leken er eigenlijk ook al meteen van op te knappen. Maar dat was natuurlijk maar gewoon het over romantiseren van de situatie. Philip bracht samen met Linus de Azurill weer terug naar het water en verbrak de capture. De twee heren zwaaide de kleine blauwe muis uit, en de kleine blauwe muis spoot water in hun gezicht. Ze waren misschien nu nat.. maar het maakte hen niks uit, want ze hadden de bloemen gered. En dat was het allerbelangrijkste. Goedzo heren!
[Closed]