Member Kate GriffinPunten : 293
Gender : Female ♀
Age : 20 [18/5]
Type : Ranger
Rang : Area Major
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: Little Princess ma okt 10, 2016 6:23 pm | |
| Waarom ze hier was wist ze niet zeker, maar het was een fijn moment om na te denken. Kate zat rustig op een dode, omgevallen boom in de Winding Woods. Dahlia en Noa speelden vrolijk tussen de dode bladeren en Kye zat op haar schouder. Tara liep ook ergens rond en Bella had haar twee uurtjes rennen alweer gehad. Het was een fijne herfstdag en hoewel ze normaal geen fan was van de kille wintertijden verwarmde de herfstzon zon haar meer dan genoeg. Ze was een paar dagen in Kalos. Niet echt voor iets bijzonders, maar ze was dingen aan het overwegen. Sinds ze de zesde gym had verslagen vroeg ze zich af of het echt mogelijk was de league te verslaan. Het was meer als tijdverdrijf begonnen. Er nu waren nog maar twee gyms.. met genoeg training zou het haalbaar zijn die neer te halen. En wat dan? Ze was geen trainer en ze deed dit niet alleen voor de gyms, maar het nam wel iets weg. Als ze de league had verslagen zou ze zich puur op haar Rangerwerk moeten richten en had ze geen doelen meer om naar te trainen. Training was natuurlijk super belangrijk, maar.. het kon zo saai zijn. Dus overwoog ze zich te laten overplaatsen naar Kalos als ze alle acht badges had gewonnen. Kate keek naar de verkleurende bladeren en zuchtte zachtjes. Mossdeep was dan wel overgenomen, maar de basis van het probleem zat op het moment in Kalos. Lumiose moest eerst worden ingenomen, anders had team Rocket genoeg kansen om nieuwe plannen te maken om een stad te stelen. En ze was geen Grand Ranger meer, dus het was haar taak als Area Mayor niet om alleen tegen team Rocket te vechten. Maar.. zoveel gemaar. Natuurlijk was de tijd die ze nodig had om de achtste gym te verslaan veel en het ging echt nog wel een tijdje duren tot ze echt een formulier kon invullen met de vraag naar Kalos te vertrekken… het was gewoon slim dit soort dingen nu al uit te plannen. Ze had zoveel bereikt sinds ze haar reis was begonnen. En Hoenn kende ze nu al als haar broekzak. Plus ze deed toch al regelmatig opdrachten in Kalos, dus waarom geen complete overplaatsing? Natuurlijk zou ze haar boomhuis niet verkopen, misschien wel verhuren, maar ze zou wel in Kalos komen wonen. En waarom niet? bijna haar hele team kwam uit Kalos. Alleen Tara en Kye waren in Hoenn geboren. Dahlia, Bella en Noa kwamen allemaal officieel uit Kalos. Nu ze eindelijk allemaal aparte ballen voor de pokémon had gekocht zou ze die ook niet meer door elkaar halen. Anyway, haar toekomst zag er interessant uit, ook al duurde het nog maanden. Misschien nog wel een heel jaar. Zolang ze maar een gericht doel had om heen te werken, zolang ze dat had ging het goed.
Dahlia haalde haar uit haar overpeinzingen door voor haar neus te staan en duidelijk te blaatten. De Mareep droeg een roze bloem in haar bek en liet die op haar schoot vallen. “Bedankt,” reageerde Kate zachtjes terwijl ze de plant oppakte. Dahlia blaatte vrolijk, blij met de glimlach die ze op haar trainers gezicht had weten te toveren. Rust was precies wat ze nodig had. Kye slaakte opeens een kreetje en trok zo alle aandacht naar hem toe. De Rufflet keek strak naar een bosje waar een rode snuit was verschenen. Kate tuurde naar de pokémon en herinnerde zich dat iemand iets had gezegd over een groep Vulpix die door het bos leken te trekken. De kleine vos kwam schuw tevoorschijn en was meteen op zijn hoede toen hij de groep zag. Een moment bleef de wilde pokémon verstijfd staan en toen verdwenen de zes staarten weer in de struik. Het waren immers wilde dieren. Kate glimlachte, Vulpixen waren vreemd elegant, en keek naar Kye. Ze moest goed op hem letten, anders had hij de kans als snack te eindigen voor een van de hongerige vossen. Soms zag ze de rode pokémon als ze een bezoek bracht aan Mt. Pyre, maar verder had ze nooit veel met de Firetypes gehad. Of Firetypes in het algemeen. Het waren wel fascinerende pokémon, vooral de evolutie. Ninetales waren wezens die voor 1000 jaar konden leven.. dat was een lange tijd, in die periode zouden de pokémon waarschijnlijk afscheid van veel vrienden moeten nemen. Een nadeel als je een extreem lange periode leefde. Dahlia blaatte weer en keek haar afwachtend aan. Kate keek wat verdwaasd op en knikte toen. “Tijd om te gaan.” Ze waren hier al een tijdje en het begon weer wat kouder te worden. Het was beter terug te gaan.
Kye fladderde vrolijk voor de groep uit, ondanks de waarschuwingen voor de vossen van de rest van het team. Bladeren werden opgeschrokken door de jonge vogel en Dahlia had er een spel van gemaakt erdoorheen te stormen. Kate slofte achter de pokémon aan met Noa naast zich en Tara op haar hielen. De Totodile was uitgespeeld en liep stil mee, soms leek de krokodil echt het meest volwassen van de drie jonge dieren. Wat wel grappig was aangezien Totodile bekend stonden als onvoorspelbare, kinderlijke starters. Waar ze precies in het bos waren wist ze niet precies, maar volgens haar holo caster was dit de weg naar buiten. En ze geloofde het ding, ondanks het feit dat technologie niet haar sterkste punt was. Goed dat ze voor het natuurdeel van de Rangers had gekozen, Kate had niet het idee dat de Operators erg blij met haar zouden zijn. Bovendien was ze veel liever in de natuur, dat was immers wat ze zo geweldig aan dit werk vond. De kans om door de routes te dwalen en de wilde pokémon helpen die daar leefden. Ze had gewoon meer met pokémon dan mensen, want de dieren stelden geen vragen. Pokémon gaven je gewoon de steun die je nodig had zonder vooroordelen, dat kon je van mensen niet altijd zeggen. Kate zuchtte en wierp een blik op de Totodile die onhandig met haar mee waggelde. Hoewel ze haar handen vol had aan het stel was ze blij met iets bezig te kunnen zijn. Bovendien zouden ze uiteindelijk wel opgroeien. Vooral Kye, als de jonge Rufflet eenmaal volwassen was zou hij waarschijnlijk een stuk makkelijker zijn. Hopelijk. Over de vogel gesproken, waar was hij eigenlijk? Bezorgd liet Kate haar blik over de weg glijden, een minuut geleden was hij er nog, ze was er zeker van. Nu was alleen Dahlia er die vooruit was gerend en nu door een hoop bladeren rolde. “Tara,” op haar hoede richtte de Ranger zich tot haar Flygon. “Kun jij Kye zien?” Tara stampte voorzichtig op de grond en wachtte toen geduldig tot de echo terug kwam. De draak richtte haar kop naar een klein zandpad wat van de weg af leidde en humde zachtjes. Hij was daar ergens, maar niet erg ver weg. Kate liet een zachte, half vermoeide, half geërgerde zucht horen en liep richting pad.
Ze maakte zich al mentaal klaar om Kye een standje te geven over dat hij voorzichtig moest zijn en dat hier gevaarlijke pokémon zaten die hem konden aanvallen. En hij zou dat alles waarschijnlijk niet verstaan omdat hij een pokémon was en geen mens, maar Tara zou de boodschap duidelijk kunnen maken. De irritatie verdween echter in een keer toen de noodkreet van de Rufflet klonk. Waarschijnlijk had hij een van die gevaarlijke pokémon ontmoet. Kate’s hart maakte een sprongetje van schrik en bezorgd begon ze richting het geluid te rennen. Tara en Dahlia hadden het ook gehoord en kwamen aangestormd. Alleen Noa bleef achter, de arme Totodile kon niet goed rennen met haar onhandige poten en trippelde struikelend achter de groep aan. Kye werd tegen de grond gedrukt door een gouden vos. De wilde pokémon keek hongerig op hem neer en had de aandacht voor de rest van haar omgeving verloren. Dit was duidelijk een shiny pokémon, maar dat was niet het eerste wat Kate opviel. De vacht van de Vulpix was erg warrig, alsof het al tijden niet verzorgd was en de houding waarmee ze de vogel tegen de grond drukte was erg onprofessioneel. Niet de houding van een echte jager. Ze was ook niet mager zoals de meeste wilde pokémon, maar duidelijk wel uitgehongerd. Verder hingen de restanten van een strik in haar staarten wat het al helemaal duidelijk maakte dat dit geen wilde pokémon was. Maar het was wel een hongerige pokémon en ze leek klaar de Rufflet’s nek door te bijten voor een hapje. Voor ze haar tanden ook maar in de buurt van Kye’s hals kon krijgen had Tara al gereageerd. De Flygon sloeg de pokémon met haar staart weg en de arme Vulpix sloeg tegen een boom. De pokémon bleef voor een moment versuft liggen en krabbelde toen overeind. De vos stelde zich meteen vijandig op en liet een diep grommen horen. Maar dat was niet het meest ontrustende aan de pokémon. Het was de blik in de ogen van de Vulpix. De blik was wild, wanhopig, iets wat je zag bij dieren die in een hoek waren gedreven en geen uitweg maar hadden. Behoedzaam maakte Kate de Styler aan haar riem los, iets wat het grommen nog een tikkeltje lager maakte, en liep een stapje naar voren. Tara liet een bezorgde hum horen, maar een gebaar van haar trainer legde haar het zwijgen op. Voorzichtig schoot Kate haar tol op de Vulpix af en liet het ding om de pokémon cirkelen. Een vlammenzee ontsnapte aan de bek van de kleine pokémon, het was duidelijk dat dit beestje sterker was dan haar onverzorgde vacht deed voorkomen. Maar het was ook duidelijk dat deze Vulpix ongetraind was en na een paar rondjes wist de tol de vos te kalmeren. Voorzichtig stak Kate haar hand uit naar het dier en liet de Vulpix aan haar hand ruiken. De shiny keek haar met grote ogen terug, ze leek nog steeds niet zeker of ze het meisje wilde vertrouwen, maar de vijandigheid was in elk geval verdwenen. In plaats daarvan was er nu argwaan te zien, gemixt met een beetje wanhoop. De blik van de vos gleed weer naar Kye, met hongerige ogen keek de Vulpix de vogel aan. Het was duidelijk wat ze verlangde. Kate glimlachte vriendelijk naar de pokémon en zocht in haar tas. Ze had vast wel wat te eten bij. Normaal gaf ze haar pokémon geen droge brokken, maar voor noodgevallen als deze droeg ze er altijd wel een paar mee. Op vlakke hand bood de Ranger het eten aan de Vulpix aan. De vos draaide haar kop van de Rufflet weg en keek het meisje aan, jammer genoeg werd hij goed beschermd door Dahlia en Noa die de groep eindelijk had ingehaald. Behoedzaam snuffelde ze aan de brokken en voor een moment leek de pokémon haar neus op te trekken. Kate fronste, ze had nauwelijks kieskeurige pokémon, alleen Bella weigerde bittere dingen te eten. En dat was nog begrijpelijk. Toen won de honger het van de Vulpix en begon de vos met eten. Eerst voorzichtig en daarna al snel in grote, schrokkende happen. Kate legde wat meer neer op een doekje en keek toe hoe de uitgehongerde pokémon zich van de brokken meester maakte.
Nadat de Vulpix haar eten op had keek ze omhoog. Met een schuine kop richtte ze haar blik op Kate en opeens leek ze een hele ander aura te hebben. ‘Hé, schiet op en breng me naar huis’ leek ze te willen zeggen met de dwingende blik in haar goudbruine ogen. Verbaasd door deze plotselinge verandering staarde Kate de pokémon een moment aan en draaide zich toen om een blik met Tara te wisselen. Wat moest ze doen? De strik maakte duidelijk dat deze vos al door iemand was gevangen, maar ze had geen idee wie dat in Arceusnaam kon zijn. Toch had ze weinig keus dan de Vulpix mee te nemen. Aan het gedrag van de pokémon te merken was duidelijk dat ze het niet zou overleven in het wild en het laatste wat ze wilde was de arme vos aan haar lot overlaten. Vooral omdat ondanks de wat arrogante blik er een zekere eenzaamheid en hulpeloosheid in de Vulpix verborgen lag. Voorzichtig stak de Ranger haar handen uit om de kleine pokémon op te pakken en die liet zich gewillig dragen. Niet dat ze er erg blij mee leek te zijn, but beggars can't be choosers. Met de vos in haar armen draaide Kate zich om naar haar team en knikte dat ze moesten gaan lopen. Kye was de enige die een protest liet horen en een geschrokken blik op zijn trainer wierp. Dat beest had hem bijna opgegeten! En nu namen ze haar mee?! Maar de Rufflet had niks te zeggen en de groep begon richting uitgang van het bos te lopen.
Ergens halverwege was de Vulpix in slaap gevallen. De pokémon ruste zacht in Kate’s armen en leek helemaal te zijn ontspannen. Ze hadden ergens een stop moeten maken omdat de vos hongerig naar Kye bleef kijken en de Rufflet doodsbang van haar was geworden. Dus voor misschien wel de eerste keer ooit was dat de vogel op eigen initiatief in zijn pokéball was gegaan. Het was een wonder. Noa had ook meteen besloten de kans te nemen en haar vermoeide voeten rust te geven. De arme Totodile had de hele weg onhandig achtergelopen, maar had geen protest gemaakt. Het was onmogelijk te weten dat ze zo kapot was, al had ze haar hard verdiende rust nu wel. Alleen Tara en Dahlia waren nog buiten te vinden. De Flygon sjokte rustig achter haar trainer aan en ook de Mareep was gekalmeerd zonder haar maatje. Het was erg rustgevend om over het pad te lopen en alle verkleurende bladeren te zien. Herfst was nog maar net begonnen in Kalos, maar in dit bos leek het al in volle gang. Hoewel er nog meer dan genoeg bladeren aan de bomen hingen, sierden een overvloed aan rode, bruine en alle andere kleuren die dode bladeren konden hebben de grond. Het was wonderbaarlijk. Jammer genoeg waren ze alweer bijna buiten de Winding Woods, zonder Kye op haar schouder was het heerlijk rustig. Kate keek een moment neer op de slapende Vulpix en merkte het gouden vacht op. Waarschijnlijk was dit de pokémon van een of andere rijke familie, op een of andere manier in het bos verdwaald geraakt. Het was afwachten, maar ze was er zeker van dat deze shiny een verwend leven had geleid. Nu was alles wat daartoe aanleiding kon geven een gescheurde strik die half uit de staart van de pokémon viel. Sneeuw begon onder haar voeten te knerpen en een ijzige kou sloeg opeens toe. Kate rilde en keek naar het begin van Snowbelle. Ze had een hekel aan kou, een bloedhekel. Maar de Vulpix in haar armen was heerlijk warm en maakte de kou enigszins dragelijk. Terwijl haar laarzen een knerpend geluid en ondiepe afdrukken in de sneeuw achterlieten kwam het rode dak van het pokécenter steeds dichterbij. Nog maar een paar meter en ze kon het heerlijk verwarmde gebouw binnenstappen en genieten van een warm drankje. Kate ademde een ijswolkje uit en rilde, als ze naar Kalos kwam was dit de laatste plek waar ze wilde wonen.
Half duttend zat Kate in haar kamer in het pokécenter. Ze had de slapende Vulpix afgegeven aan de balie en zou haar terug krijgen als ze helemaal was onderzocht. Dat was alweer een half uur geleden, dus het kon nooit lang duren tot ze de vos terug kreeg. Na misschien vijf minuten klopte er inderdaad iemand op de deur, Kate deed die open en keek in de ogen van een jonge zuster. Ze droeg de Vulpix in een soort mand en gaf die zwijgend over. Wat de vos had gedaan wist Kate niet, maar aan de ogen van het meisje af te lezen had ze het niet makkelijk gehad. De zuster verdween in de gang en Kate sloot de deur achter haar met haar voet. De mand met de gouden vos werd neergezet en meteen sprong de pokémon eruit om op het bed te liggen. Verbijsterd keek Kate naar de pokémon, was dit werkelijk hetzelfde dier wat ze uit het bos had meegebracht? De Vulpix leek een ijzige sfeer om zich heen te hebben en keek arrogant uit haar ogen. Of zo kwam ze op de eerste blik over. Toen ze beter keek realiseerde ze zich dat het niet zozeer arrogantie was, maar meer een wrede berekendheid en een kille eenzaamheid. Deze pokémon was een harde, niet iemand die helemaal buddy-buddy met andere ging zijn en ze door dik en dun steunde. Dit was een pokémon die zichzelf voor alles stelde en het niet erg vond andere te gebruiken. Nu lag de gouden Vulpix ontspannen op het door haar geclaimde bed en waren er geen dingen die ze nodig had, maar Kate was niet zeker of ze er achter wilde komen hoe de vos was als ze iets wilde hebben. Hooghartig keurde de shiny haar nog een laatste blik waardig en rolde zich toen op tot een balletje om te slapen. Kate zuchtte en zette zich neer in een stoel. Wat had ze zich nu weer op haar schouder gehaald.
Het was niet heel moeilijk contact op te zoeken met de Rangers in Snowbelle. Met de Vulpix arrogant in de mand, want blijkbaar vond de vos het niks om gedragen te worden, wat ook de reden was dat ze zo onmogelijk had gedaan bij de zusters, en wilde alleen van het bed bewegen nadat ze had aangeboden haar in het rieten ding te vervoeren. In elk geval had Kate besloten eerst de kleine Snowbelle Ranger base binnen te lopen en als dat niks opleverde zou ze de politie een bezoekje brengen. Die hadden hopelijk meer data, in het geval de Rangers niets hadden. Rillend liep Kate het gebouw in en was dankbaar voor de warme lucht die haar tegemoet kwam. Dit was de meest vreselijke plek in Kalos, dat had ze nu alvast besloten. Eenmaal bij de balie vertelde ze kort haar naam, rang en reden van bezoek en werd meteen doorgestuurd naar een kleine kamer. Vermoeid plofte de blondine op een stoel en zette de mand op een andere neer. De Vulpix leek helemaal niet onder de invloed van de kou, niet zo gek voor een dier met een innerlijke warmtezak, en keek hooghartig voor zich uit. Duidelijk niet je alledaagse pokémon. De deur sloeg opeens open en een jongeman kwam binnenlopen met een tablet met een kan en twee mokken. “Jij bent Kate,” vroeg hij, al klonk het meer als een statement. “Altijd leuk collega’s uit andere regio’s te ontmoeten.” Kate knikte en glimlachte vriendelijk. Haar blik gleed naar de kan waar stoom uit kringelde, het kon niet anders dan iets warms te drinken zijn. De Ranger zag haar blik en grijnsde. “Ik dacht, de meeste zijn niet gewend aan ons kille Snowbelle, dus ik heb een bak koffie meegenomen.” Dankbaar keek Kate hem aan en stak haar handen uit om haarzelf wat in te schenken. “Melk of suiker?” Ze schudde haar hoofd, ze was niet zo’n zoetekauw en op het moment was de bittere warmte precies wat ze nodig had. “Dus, je had een Vulpix voor ons?” de Snowbelle Ranger was nu tegenover haar gaan zitten en keek haar vragend aan. “Dat klopt,” reageerde Kate zachtjes, de eerste worden die ze tegen hem had gezegd. De kilte van dit gebied maakte haar moe en de Vulpix hielp daar ook niet bij. “Ik heb haar in de Winding Woods gevonden,” ging ze iets harder verder. “Ze was uitgehongerd en viel mijn Rufflet aan. Ik heb haar gekalmeerd en het viel me op dat ze een strik in haar staart had, dus dat maakte het onwaarschijnlijk dat ze een wilde pokémon was.” De andere Ranger luisterde rustig naar haar verhaal en knikte. “Zover ik weet zijn er geen Vulpixen als vermist opgegeven, maar ik ben ook maar een Area Ranger, dus er is altijd een kans dat ze is uitgezet door haar trainer,” reageerde hij rustig onder een snelle blik op de gouden vos. “Maar aangezien dit een shiny is lijkt me dat onwaarschijnlijk.” Hij kwam overeind en liep richting de deur. “Ik ga even een collega om raad vragen die beter op dat gebied is,” deelde hij mee voor hij uit de deur wilde lopen. “Wacht,” Kate kwam half overeind en greep de jongeman net niet vast. “Wat is je naam?” Hij had zichzelf niet voorgesteld en dat leek hij nu ook te realiseren. “Oh,” een wat verlegen glimlach verscheen op zijn gezicht. “Ik ben Collins. W-Whinter Collins.” Het laatste kwam er een beetje stotterend uit, alsof hij gegeneerd was om zijn naam te vertellen. “Mijn ouders waren niet zo.. origineel,” voegde Whinter er snel aan toe toen hij Kate’s ongelovige blik zag. Hij leek een moment te twijfelen of hij er nog wat aan toe moest voegen, maar besloot uiteindelijk toch de deur uit te lopen. Whinter.. dat was… bijzonder.
Het duurde niet erg lang of Whinter kwam terug met een andere Ranger, of misschien kon ze hem beter Collins noemen zoals de vrouw die hem vergezelde. Kate keek nieuwsgierig op, ze was eindelijk wat opgewarmd door de koffie, en hoopte op goed nieuws. “Dit is de Vulpix?” de dame keek neer op de vos en kreeg meteen een laag grommen terug. Het deerde haar echter niet en het volgende moment stond ze naast de shiny pokémon. “En je bent zeker dat dit geen wilde is?” nu was de blik op haar gericht. “Ik eh..” Kate keek naar de vos en knikte toen. “Ze is ongetraind en heeft duidelijk geen overlevingsvaardigheden.” De nieuwe Ranger fronste en keek weer naar de Vulpix, die leek niet erg geamuseerd met de vrouw en keek haar met samengeknepen ogen aan. “Maar er is altijd nog de kans dat ze is vrijgelaten,” wierp ze terug. “Heb je haar geprobeerd te vangen?” Kate schudde haar hoofd en besloot dat ze deze vrouw niet mocht. “Ik had geen reden haar te vangen,” reageerde ze iets koeler dan eerst. Of de dame ook echt had geluisterd wist ze niet, maar opeens was er een pokéball in de hand van de Ranger. De Vulpix liet een nog duidelijkere grom horen en was overeind gekomen in haar mand, ze vond dit duidelijk niks. De pokéball werd echter sneller tegen haar aangeduwd dan ze kon reageren en de enige reactie die kwam was een poging tot bijten van de vos. “Jammer,” teleurgesteld keek de vrouw naar de lege pokéball en richtte haar blik toen op Kate. “Ze is duidelijk van iemand, ik zal kijken wat ik kan doen.” En met die woorden verdween ze uit de deur. “Vergeef haar,” Whinter was weer in zijn stoel gaan zitten en zuchtte. “Ze is gewoon.. dol op zeldzame spullen en dat maakt haar soms.. wat ongevoelig.” Kate knikte, ze kon maar beter niks over haar shiny team zeggen, en keek naar de Vulpix. De vos had het duidelijk niet leuk gevonden als ‘zeldzaam object’ gezien te worden en was niet bang om andere aan te vallen als die haar agiteerden. Dat moest ze onthouden, dit was misschien wel een door mensen opgevoede pokémon, maar dat maakte haar niet mak als een Mareep. En dat gezegde was onzin, Dahlia was ver van mak, dus dat sprak al een beetje voor zichzelf.
Ze zaten weer in het pokécenter. De data op de computer hadden niks opgeleverd en kort contact met de politie had ook niet geholpen. Whinter had haar wel aangeraden om een tijdje te blijven, want de Vulpix wilde duidelijk niets met de andere te maken hebben. De gouden vos was na het voorval met Charlie, zoals de vrouw blijkbaar bekend stond, in een geïrriteerde bui gebleven en had zelf een paar Will-O-Wisps op iemand afgestuurd toen die haar had geprobeerd te aaien. Kate had na een uitgebreide verontschuldiging Whinter weten te overtuigen dat zij de vos tijdelijk zou verzorgen. Zij was immers al een beetje gewend aan het verwende nest. En nu lag de Vulpix weer op haar bed en zat zij in een stoel. Ze durfde niet op het bed te gaan zitten voor het geval de shiny het er niet mee eens was. Ergens was ze bang voor de kleine vos, het was alsof ze het dier tevreden moest stellen en anders kreeg ze die keurende blik die zei ‘je bent een teleurstelling’. Deze Vulpix had duidelijk een soort adellijk aura, misschien stamde ze wel van een van de oude nobele families die je vroeger door heel Kalos had. Sommige bestonden zelfs nu nog, al zeiden hun titels weinig meer. In elk geval gaf de vos haar het gevoel alsof ze haar moest dienen en dat was.. raar. De gouden pokémon begon opeens slaperig met haar ogen te knipperen en keek op. ‘Waar is mijn eten?’ dat was de boodschap die haar ogen door probeerden te geven. Kate zuchtte en herinnerde zich de laatste keer dat ze deze pokémon eten had gegeven. Ze had zeker tien minuten nodig gehad om de vos te overtuigen dat het eten wat ze had gekregen eetbaar was. Nu was het ‘simpele’ eten blijkbaar niet meer goed genoeg voor haar geweest en had ze duidelijk haar neus opgetrokken. Uiteindelijk had ze het wel gegeten, al was het niet van harte. “Genoeg,” Kate kwam kordaat overeind en keek de Vulpix fronsend aan. “Als ik je toch voor een tijdje moet verzorgen kan ik je net zo goed wat survival skills leren.” Voor de vos door had wat er aan de hand was had de Ranger haar al onder haar buik opgepakt en verliet de kamer. Een kort moment was de shiny verstijfd en trappelde toen om los te komen. De grimmige blik in de ogen van Kate zorgde er echter voor dat ze ophield en zich stil mokkend hield. Ze spuwde geen vuur, maar de Ranger was er zeker van dat als de pokémon niet op haar rekende voor onderkomen ze er niet zo makkelijk vanaf zou komen.
Een stevige wandeling verder bevonden het duo zich weer in de Winding Woods en Kate zette de Vulpix neer. Voor een moment dacht ze angst in de ogen van de pokémon te zien, maar dat verdween al snel nadat ze haar hele team naar buiten had gehaald, min Kye aangezien ze bang was dat hij nog steeds de rang ‘snack’ had. Tara keek nieuwsgierig naar haar trainer en ging naast die staan, ze wilde weten wat er aan de hand was. Noa en Dahlia hielden hun afstand van de Vulpix, vermoedelijk had de Mareep al besloten dat ze voorzichtig met de vos ging zijn en dat betekende automatisch dat Noa ook niet veel met de gouden pokémon te maken zou krijgen. De Vulpix zelf stak haar neus ook een andere kant op, duidelijk niks met het tweetal te maken willen hebben. Uiteindelijk viel de blik van de vos op een slaperige Belladonna. De Scolipede keek maar wat slaperig voor zich uit en leek niet erg geïnteresseerd in het hele gebeuren. De Vulpix leek dat echter wel. Met glinsterende ogen keek de vos naar de gigantische Scolipede, dit was waarschijnlijk de eerste keer dat er iets als bewondering in de blik van de pokémon te vinden was. Kate keek een moment verbaasd naar de shiny, dat was onverwacht, en richtte zich toen naar haar team. “Luister,” begon ze om de aandacht te trekken. “Dit is.. Vulpix.” Ze had een moment nagedacht over een naam om de vos te noemen, maar aangezien die er al een had ging ze geen nieuwe verzinnen. “Jullie hebben haar al ontmoet,” voegde ze er onder een lichte zucht aan toe. “De meeste dan.” Bella kende deze gouden shiny nog niet, maar op het moment leek ze helemaal geen interesse in de vos te hebben. Jammer. “Anyway, we gaan haar leren vechten,” Kate’s blik viel op Dahlia en keek de Mareep aan. Van al haar pokémon vond ze het schaap het meest geschikt om de kracht van de Vulpix uit te proberen. Tara was te sterk om tegen de vos te vechten en ook nog eens in het voordeel. Noa en Bella had ze liever ook niet aangezien die het meest fysieke aanvallen gebruikten en dat bewaarde ze liever voor later. Kye was al helemaal onmogelijk en dat maakte Dahlia de beste mogelijkheid. “Dahlia,” het schaap keek op bij het horen van haar naam. “Doe jij ons de eer?” De Mareep blaatte vrolijk als antwoord en schudde haar wollige vacht uit. Kate draaide zich naar de Vulpix en knielde voor de Firetype neer. De vos keek haar met samengeknepen ogen aan, niet blij met deze ontwikkelingen. “Ik wil dat je best doet haar aan te vallen,” legde ze de pokémon uit, hopend dat die haar kon verstaan. “En Dahlia, rustig aan.” Op de laatste woorden werd met een vrolijke blaat gereageerd. Hopelijk snapte de Mareep het ook, ze was een stuk sterker dan ze dacht. De shiny Vulpix liep een paar stappen naar voren en stak haar snuit arrogant in de lucht. Ze leek niet erg gemotiveerd te zijn om deze training te doen. Dahlia kreeg een ondeugende glans in haar ogen en blaatte iets naar de vos. De gouden pokémon keek op en kefte beledigd iets terug. Echt de kans om te zeggen wat ze wilde kreeg ze niet, want opeens trok er een krachtige elektrische schok door het lichaam van de Vulpix. De vos liet een geschrokken schreeuw horen en kneep haar ogen toen samen. Dat was laag!
Een vlammenzee verliet de bek van de pokémon, maar het enige wat het raakte was een hoop dode bladeren. Het vuur wat ontstond werd meteen geblust door Tara en Noa, al was dat het laatste waar de Vulpix op lette. Hoewel Mareep niet bepaald snelle pokémon waren had Dahlia een talent voor ontwijken. Pesterig bokte het schaap naar haar tegenstander en daagde die uit haar aan te vallen. Dit leek iets los te maken in de Vulpix, want opeens schoot de vos met een verbazingwekkende snelheid naar voren en een krachtige vuurbal verliet haar bek. De Flame Burst raakte Dahlia en voor een moment leek te alsof haar wol in brand zou vliegen. Gelukkig was Noa bijna meteen naast haar maatje en bluste het vuur met een lading water. De vos liet een triomfantelijke sneer horen en ontweek een schokgolf die op haar af werd gestuurd. Geïnteresseerd keek Kate toe, de Vulpix kon wel vechten, ze was alleen niet goed getraind. Aangezien de pokémon van een rijke familie leek te komen, kon ze voorstellen dat de vos nauwelijks had gevochten. Maar vaak wilden dat soort mensen wel ‘sterke’ pokémon en stopten ze gewoon vol met dingen zoals Rare Candy’s. Het level ging dan misschien wel omhoog, maar een ongetrainde pokémon was niet ‘sterk’. Het was gewoon een zwakke pokémon met iets te veel kracht voor zijn niveau. Toch, deze Vulpix was niet slecht. Met de juiste training zou de vos een erg krachtige aanwinst voor elk team zijn. Interessant. Dahlia was erin geslaagd nog een aanval te laten raken en had te kampen met de snelle vos. De gouden pokémon gebruikte haar lenige lichaam in haar voordeel en stuurde een paar Will-O-Wisps op de Mareep af. Door rare boksprongen te maken deed het schaap haar best de dingen te ontwijken, maar dat was haast onmogelijk aangezien de Vulpix er een hele goede controle over had. Uiteindelijk leek Dahlia er genoeg van te hebben en stuurde een Thunder op haar tegenstander af. Jammer genoeg voor de Mareep bevond die zich net bij een boom en raakte de bliksemflits de stam van het ding. Een onheilspellend gekraak klonk en de stam begon langzaam om te vallen. Geschrokken ging de aandacht van de groep naar de Vulpix. De arme vos stond verstijfd van schrik te kijken hoe de stam steeds sneller begon te vallen. Recht op haar af. Het zou niet lang meer duren of ze was een platte pokémon.
“Ta-,” bijna instinctief wilde Kate de naam van de Flygon zeggen, ze was het gewend dat die haar uit dit soort situaties redde, maar werd afgekapt door de donderende pootstappen van Bella. De Scolipede had de hele tijd voornamelijk geslapen en leek niet erg geïnteresseerd in het hele gebeuren te zijn. Maar ze had blijkbaar wel opgelet, want de pokémon stormde met laag gehouden kop op de boom af. De Megahorn beukte de boom de andere kant op en brak hem zelfs doormidden. Verbijsterd keek iedereen naar de Scolipede die haar kop schudde en een bijna verveelde blik in haar ogen had. Alsof het allemaal niks voorstelde. “Ge-Geweldig Bella,” onder de indruk keek Kate haar pokémon aan. De prijzende woorden veranderde de verveelde uitdrukking van de Scolipede in een tevreden glans en de grote pokémon keek voor het eerst neer op de vos die ze had gered. Bewondering glansde ook in de ogen van de Vulpix. Een vrolijke kef verliet de bek van het dier en voor een moment was de ijzige, arrogante houding compleet verdwenen. Toen leek ze het zelf ook te beseffen en stak ze verlegen en hooghartig haar snuit in de lucht. “Pffff,” Kate deed haar best niet te lachen, maar dit was ergens toch wel ongelofelijk schattig. De Vulpix draaide haar kop razend snel op en blies haar wangen beledigd op. Als de vos een mens was geweest had ze vast een dieprode blos gehad. Kate knielde bij de pokémon neer en gaf die plagerig een aai over haar gouden vacht. “Ben je oké,” de vos leek geen verwondingen te hebben opgelopen, al leek ze wat last te hebben van haar gekrenkte trots. “Zullen we dan doorgaan?” Een lichte interesse leefde op in de ogen van de shiny. Dat leek een ja te zijn.
Na de onhandige start was de rest van de training prima verlopen en ze zouden wel verder gaan, maar er was opeens een berichtje gekomen dat ze de eigenaar van de vos hadden gevonden. Natuurlijk had de groep meteen ingepakt en was Kate met de vos voorzichtig in haar armen op pad gegaan. Nu stonden ze voor een villa. Het was geen erg grote villa, maar voor de Ranger was het gigantisch. Normaal leefde ze in een boom, dit was een hele verandering. Whinter moest al ergens binnen zijn en zij stond nu te twijfelen. De Vulpix in haar armen trilde lichtjes en het gaf haar een onprettig gevoel bij dit grote huis. Misschien vond de shiny het wel vreselijk in dit huis – zij zou het waarschijnlijk niet uithouden. Maar aangezien de eigenaren van de vos hier woonden en die haar pokéball hadden was er niks aan te doen. Als het echt te erg was konden ze de pokémon in beslag nemen. Kate haalde diep adem, dit was ergens echt zenuwslopend, en drukte op de deurbel. Een fancy geluid klonk aan de binnenkant van het gebouw en een man in pak deed open. “Bent u de Ranger?” vroeg hij met een kleine buiging. Urg, butlers, was het niet vreselijk om het werk voor andere te doen? Ondanks het onprettige gevoel in haar buik glimlachte Kate en knikte. “Dat klopt,” voegde ze er bevestigend aan toe. “Ah, en u hebt Hime meegebracht,” de ogen van de man waren op de gouden vos gevallen. Hij kreeg een vuile, hooghartige blik terug, maar dat leek hem niet te deren. “Volgt u mij.” De man draaide zich om nadat hij de deur had gesloten en begon in door de gang te lopen. Kate keek kort naar de Vulpix in haar armen en volgde hem toen. Hime.. prinses. Wat toepasselijk. Ze kon veel vooroordelen over deze familie hebben, maar slecht met namen waren ze niet. “Jij bent Hime, eh?” mompelde ze tegen de pokémon in haar armen. De Vulpix liet een zachte gesnuif horen, maar het leek er niet op dat ze ontevreden was met de naam. Het was meer dat ze blij was eindelijk met haar naam te worden aangesproken. De butler leidde haar naar een kleine kamer waar Whinter al op haar wachtte. Nu alleen nog de eigenaren van de vos.
Een oudere man en vrouw kwamen niet veel later binnen, gevolgd door een meisje. Waarschijnlijk de dochter van het koppelen. En ze leek niet erg blij te zijn, om precies te zijn was de uitdrukking op haar gezicht echt zuur. In haar ene hand sleepte ze een half verbrande pop over de grond en in de andere was een Luxury Ball te vinden. Overduidelijk de pokéball van de Vulpix, en dat was niet alleen duidelijk omdat de spieren in het lichaam van de pokémon spanden. “Ah, daar is ze dan,” de man liep met uitgestrekte armen op Kate en de vos af en hield zijn ogen op de gouden pokémon. “We dachten dat we haar niet meer terug zouden krijgen toen onze kleine Louise vertelde dat ze was weggelopen.” Kate hield de Vulpix nog wat beter vast en keek de man argwanend aan. Aangezien de vos helemaal niet op haar gemak was vertrouwde ze het niet. “Oh, wat onbeleefd van me,” begon de man nadat hij de beschermende houding had opgemerkt. “We hebben ons nog helemaal niet voorgesteld. Ik ben Wilhelm Aguillard, en dit zijn mijn vrouw en dochter Maria en Louise.” De vrouw knikte beleefd, maar het meisje keek alleen strak naar de grond. Duidelijk boos over iets. “Toen onze kleine schat ons vertelde dat haar Hime was weggelopen waren we geschokt,” begon hij met zijn blik weer op de Vulpix. “Ze koste een klein fortuin weet u, en we wilden alleen het beste voor onze kleine prinses. Maar een paar dagen geleden was ze opeens verdwenen en Louise vertelde dat ze was weggelopen toen ze een tripje langs het bos maakten. Ik wilde natuurlijk meteen een reddingsteam sturen, maar onze kleine schat zei dat we het moesten afwachten.” Hij ratelde maar door over het hele gebeuren en Kate begon zich af te vragen of hij ook maar enig idee had was er was gebeurt. “Dus toen we hoorden dat ze was gevonden waren we zo verheugd,” eindigde hij zijn verhaal. Kate knikte en glimlachte vriendelijk, hopelijk had dit een goed einde. Het slechte gevoel was in elk geval nog niet verdwenen.
“Hebt u de pokéball?” strak keek Kate de man aan. Die leek een moment van zijn stuk gebracht door de reactie op zijn emotionele verhaal en knikte toen. “Louise, schat, mag ik die voor een moment hebben?” vroeg hij vriendelijk aan zijn dochter. Het meisje leek een moment te twijfelen, maar gaf het ding uiteindelijk toch. Kate nam het ding onhandig over en tikte het tegen de Vulpix. De pokémon verdween in het ronde voorwerp en de Ranger knikte. Het was een match. Bijna meteen sprong Hime weer tevoorschijn en schudde haar vacht uit. Ze was duidelijk niet blij met de opsluiting in de ball. De Vulpix ging elegant zitten en keek hooghartig naar de andere in de kamer. Kate richtte zich tot het meisje en keek die onderzoekend aan. De blik in haar ogen leek op die van haar pokémon, alleen meer arrogant dan eenzaam zoals de vos. “Wil je me vertellen wat er is gebeurd?” vriendelijk keek de blondine het meisje aan. Louise schudde lichtjes haar hoofd en keek weer naar de grond. Er was iets gebeurde, maar ze wilde het duidelijk niet delen. “Hmn, ik geloof niet dat het nodig is mijn dochter te ondervragen,” Wilhelm ging beschermend half voor zijn dochter staan en keek haar streng aan. “Er zal zeker sprake zijn van een beloning, u kunt Hime nu overhandigen.” Een moment twijfelde Kate, wat moest ze doen? Ze wierp een blik op Whinter, maar die kon ook niets doen. Hij haalde alleen hulpeloos zijn schouders op en verplaatste zijn blik naar de Vulpix. De pokémon was duidelijk niet op haar gemak in het huis en probeerde het te verstoppen door elegant op de grond te zitten, maar er was niet echt iets wat ze kon doen. Haar taak als Ranger was volbracht en er was geen sprake van mishandeling. Twijfelend was ze klaar de pokéball te overhandigen, maar een stem hield haar tegen.
“Nee,” de kinderstem klonk duidelijk door de zaal. Iedereen keek naar de kleine Louise en het was meteen duidelijk dat de woede die langzaam van haar gezicht was weggezakt weer volop aanwezig was. “Waarom moet ik dat vieze beest hebben?” gilde ze met haar vinger op de vos gericht. Hime leek niet blij een ‘vies beest’ te worden genoemd en gromde zachtjes naar haar kleine trainer. Het meisje was niet geïntimideerd en ging door. “Ik dacht dat toen ik haar in dat donkere bos achterliet ik haar nooit meer hoefde te zien, maar nu staat dat hopeloze geval weer voor me!” Louise was ondertussen helemaal rood aangelopen en stond trillend op haar benen. “Maar Louise, schat,” probeerde de geschokte vader zijn dochter te sussen, maar het hielp voor geen meter. Het leek het zelfs erger te maken. “KIJK WAT DAT DING ANNABETH HEEFT AANGEDAAN,” de half verbrande pop slingerde heen en weer in de hand van het meisje. “HET KAN ME NIET SCHELEN DAT ZE EEN GOUD VACHT HEEFT, IK WILDE GEEN STOMME VOS, IK WILDE EEN PONY!!” Dat laatste kwam onverwacht, maar dat was deze hele situatie. Kate deed haar mond open om wat te zeggen, maar kreeg de kans niet. Louise stormde opeens op haar af en rukte Hime’s pokéball uit haar hand. Met alle kracht die ze kon opbrengen sloeg ze het ding tegen de grond. Een lelijke krak klonk, maar het brak niet. “Louise,” de wit weggetrokken vader had zijn handen uitgestoken alsof hij het meisje wilde tegenhouden. Toen kwam de hak van het kleine ‘prinsesje’ op de pokéball neer en ging het ding met een tweede krak stuk.
Van het ene op het andere moment veranderde de zaal in chaos. Louise was in huilen uitgebarsten en haar ouders leken geschokt en radeloos op hetzelfde moment. Whinter wierp haar een hulpeloze blik toe en Hime leek verbijsterd over het feit dat ze nu vrij was. Een laag grommen van de vos bracht weer wat rust in de zaal en bijna meteen klonk de stem van Wilhelm. “Vang dat.. dat beest,” hij was nu ook rood aangelopen en wees met trillende vinger naar de vos. Voor een van de bediende echter wat konden doen had Kate de pokémon al vast. In de armen van de blondine leek Hime wat te kalmeren, maar blij was ze duidelijk niet. “Ik neem haar in beslag,” voor de man iets aan zijn woorden kon toevoegen waren de woorden haar mond al kil verlaten. Kate keek met een onleesbare blik naar de rijke Aguillards. Ze had echt een hekel aan dit soort mensen. Ze konden wel aardig overkomen, maar uiteindelijk waren ze alleen maar op hun eigen wensen belust. Dat was misschien iets in de menselijke aard, al kwam het hier op de ergste manieren boven. Deze mensen hadden geen respect voor pokémon als levende wezens, en de pokémon andersom ook niet. “Da-Dat kun je niet maken,” nu was het de vrouw die sprak. “Die Vulpix is ons eigendom.” Eigendom, zo een lelijk woord. Grimmig richtte Kate haar blik op de dame. “Ik geloof dat sinds het moment dat haar pokéball knapte ze als wilde pokémon geld,” reageerde ze koel terug. De vrouw leek wat terug te willen zeggen, maar kon niks bedenken. Kate knikte naar Whinter en verliet de ruimte toen met de vos in haar armen. Ze zou Whinter later haar excuses wel aanbieden. De rest liet ze verbijsterd achter, maar ze wilde hier echt geen seconde langer blijven.
“Weet je dit zeker?” onzeker keek Kate Hime aan. De Vulpix had haar vanmorgen rusteloos door de kamer achterna gezeten en uiteindelijk was het haar gedaagd dat de vos weer naar het bos wilde voor wat training. Waarschijnlijk wilde de pokémon nu ze vrij van haar vreselijke trainers was sterker worden en op zichzelf kunnen rekenen. Want zoals ze al had gemerkt kon ze dat nu niet. Maar de Vulpix was overmoedig geraakt en had Tara uitgedaagd. Voor Kate was het duidelijk dat de vos geen match was voor haar krachtige Flygon en de draak was over het algemeen geen pokémon die zich inhield bij gevechten. Maar zoals ze al een keer had gehoord was de beste manier om iemand wat te leren de harde. Samen met haar andere pokémon maakte ze plaats voor het duo om hun krachten te meten. Zelfs Bella had nu interesse in de vos.
Kleine vlammen verschenen rondom de Vulpix en schoten op de Flygon af. Tara wist de kleine Wil-O-Wisps echter af te slaan met een Mud-Slap. De modder doofde de vlammen en lieten alleen een verbaasde Vulpix achter. De vos had dan ook geen idee wat ze met de gouden lijn moest die vanonder de poot van Tara verscheen en richting haar over de aarde schoot. Voor ze het door had explodeerde de grond onder haar en ontsnapte een schrille kef haar bek. Snel probeerde de vos weg te komen van haar ongunstige positie en het volgende moment werd ze geraakt door een Dragon Pulse. Hime wankelde voor een moment en herpakte zich toen snel. Tara keek haar inschattend aan en wachtte tot de vos een zet zou doen. De Vulpix leek dat door te hebben en bleef staan om na te denken. Uiteindelijk begon ze met een zigzag beweging richting haar tegenstander te rennen en wist de draak met een krachtige Fire Blast te raken. Hime keek bijna verbaast toen de Flygon een stapje naar achteren moest doen vanwege de vlammenzee waarmee ze was geraakt. De vreugde was echter maar van korte duur, want Tara wist meteen terug te slaan met een Thunder Punch. De elektriciteit schoot door het lichaam van de vos en liet haar half verlamd achter. Een lage grom kwam van de Vulpix af en de pokémon deed haar best een tweede vuuraanval te gebruiken. De verlamming verhinderde dat echter en een kort moment flitste er angst in de ogen van de vos. Toen sloot ze haar ogen en bijna meteen daarna kromp Tara wat ineen. De Extrasensory bracht de Flygon een moment van haar stuk en gaf de gouden Vulpix een kans zich te herstellen. Voorzichtig rekte Hime zich uit en spoorde haar pijnlijke spieren aan een Payback uit te voeren. Tara liet de vos dichterbij komen en gebruikte toen tot de verrassing van de pokémon een Bulldoze. De plotselinge aanval brak de concentratie van de Vulpix en zorgde ervoor dat ze compleet aan de genade van de Flygon was overgeleverd. Tara handelde meteen en sloot haar klauw om de nek van de shiny. Hime werd tegen de grond gedrukt en leek een moment nodig te hebben om te beseffen wat er aan de hand was. Toen liet ze een zielig gejank horen en trok met haar poot alsof die enorm veel pijn deed. Tara liet meteen los en keek een moment geschrokken naar de vos. Zo veel schade had ze de Vulpix toch niet toegebracht? Het gepiep ging nog even door en hield toen op. Kate, wie in eerste instantie ook geschrokken was, schudde grinnikend haar hoofd. Ze had wel eens dingen over Vulpixen gehoord aangezien ze die soms bij Mt. Pyre zag en een van die dingen was dat ze soms deden alsof ze gewond waren om van sterke tegenstanders te ontsnappen. Het waren slimmere beesten dan ze dacht.
“Het geeft niet,” sprak Kate de Vulpix zachtjes toe. Hime had zich op haar schoot opgekruld en leek te mokken over het verloren gevecht met Tara. Nadat ze klaar was met haar act had ze zich gerealiseerd hoe schandelijk ze zich had gedragen. Alsof ze helemaal geen eer had! En daar was ze nu duidelijk erg ontevreden mee. Kate zuchtte en keek naar de rest van haar team. Dahlia en Noa waren ergens aan het spelen en zelf zat ze tegen een slapende Bella aan. Tara kwam rustig op haar afgelopen en plofte op de grond. Hime keek de Flygon een moment met samengeknepen ogen aan en gunde haar daarna geen blik meer waardig. De draak was ook helemaal niet met de vos bezig en humde wat tegen haar trainer. Kate knikte, ze wist niet precies wat de Flygon zei, maar ze wist wat ze bedoelde. Thuis. “We moeten inderdaad binnenkort naar Hoenn terug,” mompelde ze tegen de pokémon. Haar vrije dagen waren bijna op en dan mocht ze weer aan de bak. Een deel van haar keek ernaar uit en een ander deel totaal niet. Hime zouden ze dan wel moeten achterlaten, maar de vos zou vast een goed thuis krijgen. Beweging op haar schoot trok haar aandacht, bij de woorden ‘Hoenn’ en ‘terug’ was de Vulpix opgeleefd en keek haar met grote ogen aan. Ze gingen terug? Betekende dat dat ze alleen achter bleef? De normale, arrogante blik werd vervangen door lichte wanhoop en een piep ontsnapte de bek van de vos. Een oprechte deze keer. Kate aaide de pokémon over haar kop en zuchtte. “Maak je geen zorgen, ik zoek wel een goed plekje voor je,” zei ze zachtjes tegen de Vulpix. Hime sprong overeind en schudde wild haar kop, ze maakte zich wél zorgen! Dahlia en Noa kwamen nieuwsgierig aangetrippeld om te kijken wat er aan de hand was. Ondertussen leek de vos een halve paniekaanval te hebben wat meteen het moederlijke instinct in Dahlia los maakte. Bezorgd ging ze bij de shiny staan en blaatte zachtjes om de vos te kalmeren. Licht geschrokken door de extreme reactie stak Kate haar hand uit om het dier te aaien en probeerde zich in de vos te verplaatsen. Waarschijnlijk had de Vulpix een heel verwend leven geleid, alleen niet als pokémon, maar als voorwerp. En onzekerheid leek iets te zijn waarmee Hime blijkbaar totaal niet mee kon omgaan. De Ranger zuchtte en twijfelde voor een moment, de vos was een leuk dier als je wist hoe je ermee moest omgaan. En ze zou zeker geen slechte vechter zijn met de juiste training. Dus misschien kon ze.. er was nog één plekje vrij in haar team. Uiteindelijk sprak ze toch de woorden waarvan ze zeker van was dat ze later spijt zou krijgen. “Wil je.. wil je met ons mee?” de Vulpix draaide zich om en keek het meisje een moment met grote ogen aan. “Bij ons wonen,” voegde Kate er aan toe terwijl ze met haar hand in haar tas woelde. “Een Rangerpokémon worden.” Een pokéball kwam tevoorschijn en een moment leek de vos te rillen. Nare herinneringen. Rustig legde de blondine het ding op de grond en keek de Vulpix glimlachend aan. “Anders moet ik een ander huis zoeken of je hier laten gaan.” Dat leek de druppel te zijn. Hime drukte haar poot voorzichtig op de ball en liet zich opzuigen. Het ding begon te wiebelen onder een luid gepiep. Één. Twee. Drie. En? Vangpoging voor:
| Name: Hime Pokémon: shiny Vulpix Gender: Female Level: 42 - 50 Ability: Flash Fire |
|
|