Member Amal HakimPunten : 91
Gender : Male ♂
Age : 21
Type : Ranger
Rang : Graduate Ranger
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | Onderwerp: [Ranger Quest] Hyperdrive, Overdrive do nov 10, 2016 9:29 pm | |
| Hij had geen hekel aan het pad, maar hij vond het wel vreselijk om hier opnieuw te zijn. Amal had zijn patrouille een aantal weken geleden afgerond en dat was precies op dezelfde plek als hij zich nu bevond. De sompige modder dat zijn schoenen aan de grond vast liet plakken was hardnekkig en het frustreerde hem enorm dat zijn mooie gympen nu verknald waren. “Die krengen waren duur,” bromde hij chagrijnig tegen niemand in het bijzonder. Keith rolde met zijn ogen en keek van zijn trainer weg. Als hij het echt zo zonde vond, waarom had hij ze dan aangetrokken? Amal wist waar ze heen moesten, dus hij had zelf ook na kunnen denken. Het was niet alsof hij het terrein niet kende. Helaas kon Keith het hem niet duidelijk maken, anders had hij de stortvloed van geklaag en gemompel wel kunnen verhelpen. “Wie gaat er dan ook met hun pokémon in een moeras spelen? Dat is toch niet veilig?” vervolgde de jongen, alsof het humeur van zijn Pawniard hem totaal ontging. Hoogstwaarschijnlijk was dat ook zo.
Bruine ogen gleden tussen de bomen en boomstompjes door. Hij zag nog geen persoon staan, maar het was hier haast dood als het op drukte aankwam, dus Amal twijfelde er niet over dat hij de trainer zou vinden. Niemand waagde zich in het najaar op dit terrein, tenzij ze een missie voor ogen hadden, zoals het reizen van de ene naar de andere stad. Of, in de Ranger zijn geval, het redden van een pokémon met een domme trainer. Amal had eigenlijk geen idee of het de schuld van de trainer was, maar die legde hij voorlopig wel daarbij. Natuurlijk ging hij wel helpen en gaf hij een normale behandeling, maar… Een Kecleon. In een moeras. Dat kon gewoon niet goed gaan. Zelfs hij wist dat en hij zocht vaak de grenzen op.
In zijn eigen chagrijnige bui, wat puur en alleen kwam omdat zijn schoenen nu verruïneerd waren, kreeg hij niet mee dat het steeds moeilijker werd om zijn voeten op te tillen totdat zijn schoen bleef plakken en zijn voet eruit vloog. De jongen viel voorover in de modder omdat hij zijn evenwicht niet kon vinden en gromde meteen kwaad toen de situatie was bezonken. Keith keek ondertussen droogjes toe hoe zijn trainer langzaam en hard zijn handen één voor één in de modder stompte en zich vervolgens overeind duwde. Zijn gezicht, haren en uniform hadden nu een bruine smurriekleur erbij gekregen. Als Keith een gevoel voor humor had gehad, dan had hij nu gelachen.
Amal slaakte een diepe zucht en zocht naar zijn verloren schoen. Veel nut om het weer aan te trekken was er niet, maar hij deed het alsnog. Alles was toch al vies, dus wat maakte het uit. Hij had zijn handen zo nodig, dus kon hij zijn dure gymp niet echt vasthouden. Hij maakte die wel schoon als hij terug op zijn kamer zat. Ondanks dat hij zich al gewonnen had gegeven, trok hij een enorm vies hoofd toen zijn voet terug in zijn schoen schoof. Bah. Alles was nat en het voelde alsof hij in poep was gestapt. Deze missie was het maar beter waard, want hij stond op het punt om rechtsomkeert te maken en het iemand anders te laten opknappen.
Helaas kon hij die beslissing zelf niet maken, want zodra hij erover begon te denken, drong een onbekende stem zijn gehoorgang binnen. “Alles oké?” Amal keek op en zag een beeldschone jongedame van zijn leeftijd naar hem kijken. Ze stond enkele meters bij hem vandaan en had een bezorgde uitdrukking op haar gelaat. Hij viel meteen als een blok voor haar schattige sproeten en rode lokken. Haar helderblauwe ogen hielden hem in een trans vast totdat ze weer begon te spreken. “Oh hemel, ben je zo hard gevallen?” De Ranger keerde meteen terug naar aarde en schudde vlug met zijn hoofd. “Nee!” reageerde hij meteen. “Sorry, ik… Ik had je niet gezien,” loog hij vervolgens. Technisch gezien was het maar een halve leugen. Hij had haar echt niet gezien… En dat terwijl ze midden in een leeg moeras stonden.
“Zal ik je omhoog helpen?” vroeg ze, terwijl ze de korte afstand tussen hen al overbrugde. Amal verplaatste zich al in een hurkende positie en deed een poging om zijn broek schoon te vegen, maar de modder bleef alleen maar aan zijn handen kleven, dus staakte hij die activiteit al snel. “Nee, ik red me wel,” sloeg hij haar aanbod af. Hij duwde zich overeind en zuchtte nogmaals. “Heb je alles gezien?” Misschien was zijn gedeukte ego nog wel te redden. “Ja,” beantwoordde de roodharige hem met een verontschuldigende glimlach. Daar kon hij gewoon niet boos mee worden. Zijn ego viel echter in stukken op de grond. “Oh,” kwam er simpel uit zijn mond. Daarna keek hij even weg, maar hij kreeg de kans niet om zich te schamen. De jongedame knoopte namelijk een ander onderwerp aan. Of ze dit deed omdat ze hem die schaamte niet aan wilde doen, was Amal niet helemaal duidelijk.
“Ben jij de Ranger die me zou komen helpen met mijn Kecleon?” kwam de volgende vraag. Zijn blik schoot meteen terug naar de roodharige. Zij was de rede dat hij hier moest zijn? Opeens vond hij het niet meer zo erg. Dat liet hij blijken door met ontblootte tanden te grijnzen. Het voordeel van onder de modder hangen was dat zijn tanden nu nog witter leken dan ze al waren. “Dat klopt! Mijn uniform is misschien niet heel oranje meer, maar mijn hart ligt nog wel op het juiste pad,” sprak hij. Daar kreeg hij meteen een beetje spijt van, want hij had zichzelf nog nooit zo’n slechte openingszin horen zeggen. Dat was niet eens meer een flirt te noemen. Het moest meteen de prullenbak in. Samen met zijn gedeukte ego en zijn smerige poepschoenen.
Desondanks moest de roodharige even giechelen. “Ben je altijd zo’n charmeur?” vroeg ze geamuseerd aan hem. Amal lachte kort. “Normaal ben ik beter,” bekende hij een beetje beschaamd, terwijl hij bijna een hand door zijn korte lokken haalde. Hij herinnerde zich net op tijd dat hij dit beter niet kon doen. De modder zat al op genoeg plekken. “Is dat zo? Als je me helpt met mijn Kecleon, dan wil ik dat na afloop wel even uittesten,” reageerde ze met een knipoog. Amal kon zijn oren haast niet geloven. Was ze nou met hem aan het flirten? Nu? Terwijl hij onder de modder zat en hij bijna niet erger uit kon zien? Wow. Oké. Die quest was het nu al dubbel en dwars waard. “Daar hou ik je aan,” begon de jongen met een opgelaten grijnsje. “Al… Douche ik me denk ik eerst liever, hah.” De jongedame lachte geamuseerd. Een vrolijke twinkeling verscheen in Amals ogen. Ze was zo ontzettend schattig.
Goed. Voor hij de date überhaupt kon plannen – hij mocht het wel een date noemen, toch? – moest hij eerst de Kecleon vinden. Amal draaide zich naar zijn Pawniard en plaatste zijn handen in zijn zij. “Oké, wel, we kunnen de Kecleon proberen te lokken,” begon hij. “Heeft hij een voorkeur naar iets waar we dat mee kunnen proberen?” De roodharige fronste bedenkelijk en bleef even stil, maar schudde uiteindelijk teleurgesteld met haar hoofd. “Hij is erg… Eigenwijs en koppig. Als hij me wilt plagen kun je van alles proberen, maar hij komt niet vanzelf naar je toe.” Oh geweldig, het was er zo één. Amals gezicht betrok. Hoe ging hij dit aanpakken? De jongen begon te ijsberen en legde zijn duim tegen zijn kin, terwijl hij zijn wijsvinger eronder plaatste. “Hm…”
Zijn blik gleed door het moeras heen en bleef uiteindelijk op een Bellsprout hangen. Amal kneep zijn ogen tot spleetjes en dacht diep na. Kon hij die misschien gebruiken…? Als hij het zich goed herinnerde, dan kende Bellsprout een aanval die pokémon erg makkelijk konden lokken. Sweet Scent. “Keith,” sprak de Ranger opeens. Zijn Pawniard keek op en zag Amal naar zijn Capture Styler grijpen, waardoor hij al een gevechtshouding aannam. De jongedame keek in stilte toe hoe de jongen met zijn pokémon te werk ging. “Lok haar hierheen, dan probeer ik haar te vangen.” Keith sprintte naar voren en viel de Bellsprout aan, waardoor ze noodgedwongen richting Amal moest lopen. Die nam hier uitgebreid gebruik van door de disc van zijn styler af te vuren en cirkels te tekenen.
Hij voelde de blik van de roodharige op zich branden, wat hem toch wel een beetje plankenkoorts gaf. Het was niet dat hij niet durfde, maar eerder dat hij bang was om te falen. De Ranger was iemand die zich graag uitsloofde voor zijn werk, zeker als er publiek was, en dat bracht een zekere vorm van faalangst met zich mee. Dat had hij altijd al gehad, maar hij had er tot op de dag van vandaag nog geen echte oplossing voor gevonden. Amal besloot gewoon te doen wat hij altijd deed en focuste zich op enkel en alleen de Bellsprout. Hij deed wel een poging om zijn cirkels zo perfect mogelijk te tekenen – wat nog altijd een heel karwei was om te doen, want wat tekenen betrof had hij niet echt een vaste hand. Hij was beter in dingen gooien en vangen.
Gelukkig wist hij de Bellsprout wel te vangen zonder het te verpesten. Ze was zo overrompeld dat ze al was gevangen toen het eindelijk was bezonken. Amal keek tevreden van zijn eigen pokémon naar de grassoort en knielde toen bij haar neer. “Hey,” begon hij rustig tegen haar. Zijn verschijning liet haar schrikken, waarschijnlijk door alle modder die zijn gezicht en kleding bedekte, maar de jongen behield zijn afstand en glimlachte vriendelijk. “Ik heb je hulp nodig. We zijn een Kecleon kwijt en hopen dat we die terug kunnen vinden met jouw Sweet Scent. Zou je dat voor me willen doen?” Zijn vriendelijkheid was wat haar over de drempel trok en voor Amal het wist drong er een zoete geur zijn neus binnen. Tevreden kwam de Ranger weer recht en keek alert om zich heen. Keith en de roodharige deden hetzelfde.
Het moeras was opeens muisstil. Amal vertrouwde het niet. Het voelde alsof er iets op de loer lag, maar hij kon niet vinden wat of waar het was. Zijn ogen vernauwden zich opnieuw en hij keek strakker om zich heen. Dat hielp hem echter niet met zijn zoektocht, dus toen er enkele minuten waren verstreken en er nog niks was gekomen, ontspande hij zijn spieren en slaakte een diepe, overdreven zucht. “Man, ik had echt gehoopt dat het zo hel–” Zijn zin kreeg hij niet afgemaakt, want hij voelde opeens flink wat gewicht op zijn hoofd, wat naar beneden werd geforceerd door de zwaartekracht. Amal boog voorover. Hij viel dit keer niet omdat hij zijn evenwicht wel wist te behouden, maar hij schrok zich wel dood. Dat leek wel alsof het uit het niets was gekomen! Wat was het?!
De Ranger forceerde zichzelf weer omhoog en keek geschrokken om zich heen. “Wat was dat?” floepte hij er uit. De roodharige schudde teleurgesteld met haar hoofd. “Mijn Kecleon,” verzuchtte ze, waarna ze naar voren wees. Amal volgde haar priemende vinger en zag niets anders dan twee gekleurde strepen in de lucht zweven. Wat? Dat was een Kecleon? Hij had iets heel anders verwacht… Alsof het beest zijn gedachten kon lezen verscheen nu ook de rest van zijn lichaam en stak hij uitdagend zijn tong naar Amal uit. Dat schoot hem natuurlijk in het verkeerde keelgat. “Jij kleine… Ik zal je!” Met die woorden zette hij zich af en maakte een duiksprong naar de kameleon. Het was eerder een poging om hem te vangen, maar dat wezen was veel sneller dan de Ranger, dus viel Amal uiteindelijk alleen maar tegen de vlakte met niks om vast te houden.
Grommend kwam hij overeind. De Kecleon dreigde weer onzichtbaar te willen worden. “Keith!” riep Amal bevelend naar zijn Pawniard, welke meteen in actie kwam bij het horen van zijn naam. De pokémon tackelde de ander tegen de grond en wist daarmee te voorkomen dat de kameleon van kleur veranderde, maar het beest wist al snel weer uit Keith’s grip te ontsnappen en rende vlug van ze weg. Amal liet zich hier niet door kisten en ging erachter aan, gevolgd door zijn trouwe helper. De roodharige vroeg of ze moest helpen, maar de jongen reageerde dat hij het wel zou oplossen, want ze had immers om zijn hulp gevraagd. Daarom bleef ze aan de zijlijn staan en keek ze lichtelijk geamuseerd, maar ook bezorgd toe hoe Amal en Keith achter haar Kecleon aan renden.
Zo ging het een flinke tijd door. Telkens als de Ranger bijna de pokémon te pakken had, wist die met een gemene list te ontsnappen en Amal opnieuw uit te dagen. Zowel Ranger als Pawniard kwam nog meer onder de modder te zitten en eigenlijk was de jongen bijna van plan om het op te geven, want na een lange tijd rond te hebben gerend was hij toch best wel uitgeput. Amal zakte dan ook door zijn knieën en bleef verslagen zitten. Keith maakte weer een duikvlucht naar de kameleon, maar die dook zelf aan de kant. Het leek een verloren zaak te worden, want ook de Pawniard zakte vermoeid naar de grond. Kecleon stopte met rennen en keek vragend om. Hij werd niet meer achtervolgd en dat nam de lol wel een beetje weg. “Ik… Ik geef… Ik geef op…” hijgde Amal. “Dat beest is niet te vangen…”
De roodharige jongedame begon te giechelen, waarmee ze de aandacht van de Ranger trok, en liep rustig op haar Kecleon af. Het beest bleef zitten en liet zich gemakkelijk van de grond plukken door zijn trainer, waardoor Amal hen met verbaasde ogen aanstaarde. “Wa–?” bracht hij uit, maar de rest van zijn woorden bleven in zijn keel hangen en zijn stem stierf langzaam weg. Zijn gezelschap wierp hem een verontschuldigende blik toe. “Sorry… Mijn Kecleon is gek op spelen en je was zo fanatiek… Ik liet jullie gewoon jullie gang gaan om energie kwijt te kunnen. Het zag er wel leuk uit.” Hij geloofde zijn oren niet. Leuk? In de modder? Oké, ja, het voelde goed om weer eens te kunnen ravotten, maar Amal had dan liever van tevoren geweten dat het niet zo serieus was als het origineel leek. “Dus ik… Dit was allemaal een spelletje?” vroeg hij verontwaardigd. Ze liep rustig naar hem toe, de verontschuldigende blik nog altijd in haar ogen. “In het begin niet, maar toen jullie hem gevonden hadden een beetje. Dankjewel daarvoor. Jullie hebben hem best uitgeput.” De roodharige richtte haar ogen op de Kecleon en alsof hij door had dat het haar woorden kracht bij zou zetten, geeuwde hij een keertje luid.
Amal slaakte de zoveelste zucht die dag. Bah. Hier had hij zich niet voor ingeschreven… De jongedame merkte dat het idee niet helemaal was bevallen en besloot de jonge Ranger maar alvast een vroegtijdige beloning te geven door voorover te buigen en haar warme lippen tegen een schoon plekje van zijn wang te drukken. “Morgen om één uur lunchen?” vroeg ze met een speelse glimlach op haar gezicht.
Amal krulde zijn mondhoeken op tot een brede grijns. “Oké. Morgen om één uur.” Hier had hij zich absoluut voor ingeschreven.
|
|
Administrator Lynn XavierPunten : 482
Gender : Female ♀
Age : Nineteen
Type : Trainer
Regions : Hoenn en Kalos
Icon : | |