“Stop.” Daniel’s vingers gleden nog even over de verschillende toetsen van de piano, maar hij drukte er geen enkele meer in toen hij dat ene woord hoorde. De toon was streng en krachtig, wat hem liet geloven dat er iets aan de hand was. Zijn handen vonden rust op zijn bovenbenen, terwijl hij zich langzaam naar het andere figuur in de ruimte draaide. Net als die persoon z’n blik stond de zijne kil en emotieloos.
“Wat is er, vader?” vroeg Daniel aan de man. Zijn helderblauwe ogen staarden doordringend in die van zijn zoon, maar spreken deed hij nog niet. Pas toen de jongen er zeker van was dat hij niks voorstelde in de ogen van Harrison Sweets en woordloos aangaf dit te begrijpen, slaakte de man een diepe, teleurgestelde zucht.
“Je concert is volgende week al, Maximilian,” sprak de man, terwijl hij door de kamer liep. Uiteindelijk begaf hij zich naar de piano waar zijn zoon aan zat.
“Dat weet ik, vader,” reageerde Daniel lichtelijk geagiteerd. Hoe kon hij dat vergeten? Harrison bleef er maar op hameren, dus zoiets was onmogelijk om nu nog niet te weten.
“Waarom is je optreden dan nog niet perfect?” beet de man hem toe. Daniel had het liefst met zijn ogen gerold, maar in deze situatie zou hem dat geen steek verder hebben geholpen. De jongen wist ook niet waarom het niet goed genoeg klonk, maar alleen omdat hij zelf het probleem niet hoorde. Het was de volwassen Sweets die er zo’n groot probleem van maakte.
“Dat weet ik niet,” kwam er uiteindelijk maar over zijn lippen. Het was het beste antwoord dat hij kon geven zonder een ruzie te ontketenen.
“Zoek dat dan uit,” blafte Harrison naar zijn zoon, terwijl hij richting de deur van de ruimte stapte.
“En doe er wat aan.” Met die scherpe woorden liet hij Daniel achter, zijn blik strak op de grond gericht terwijl hij zijn frustraties in toom probeerde te houden. Hij had geen flauw idee wat er met zijn vader aan de hand was, maar zijn intolerantie voor het imperfecte scheen alleen maar erger te zijn geworden sinds Daniel zijn pokémon van hem had gekregen. Hij wilde het er wel met iemand over hebben, maar de enigen die daar ervaring mee zouden kunnen hebben, waren op het moment bezet. De witharige koos er dus voor om zich stil te houden en afleiding te zoeken – waarvan hij al precies wist waar hij het kon vinden. Daniel nam eens diep adem en zuchtte het uit, voor hij de pokéball van Eevee tevoorschijn haalde en de pokémon eruit liet. Ze leek een beetje in de war te zijn, maar ze was in ieder geval blij om haar trainer te mogen begroeten.
“Zullen we naar buiten gaan?” vroeg Daniel zonder een pauze tussen de scenario’s te laten. Eevee keek hem vragend aan.
“Ik heb frisse lucht nodig. Ik weet precies waar we heen kunnen.” Hij stond op en wenkte zijn pokémon achter zich aan. Zonder over de consequenties in te zitten liep hij, na zijn jas aan te hebben getrokken, zelf naar buiten en vertrok zijn huis uit. Aan het begin van de week hadden Eevee en hij gepraat over een toekomstige evolutie en ze was het erover eens dat een Glaceon haar beste uitkomst was. Daniel vroeg zich af of dat deels kwam omdat hij het ijs-type wel leuk vond, maar hij besloot er verder niet naar te vragen. Als ze echt een Glaceon wilde worden, dan ging hij haar natuurlijk niet tegenhouden.
Voor hij echter het grondgebied verliet, stapte hij naar de garage toe. Daar vond hij zijn eigen snowboard, die hij van de muur pakte en om zijn schouders bond. Eevee keek hem schuin aan.
“Voor het geval dat,” sprak hij simpelweg. Mocht hij zin krijgen om een helling af te gaan, dan had hij daar nu de benodigdheden voor. Zijn jas was misschien niet echt een winterjas te noemen, maar de skibril en zijn snowboard waren alles dat hij echt zeker weten nodig had. Met zijn spullen nu compleet begaf hij zich van het erfgoed van zijn familie en begon hij aan zijn kleine tripje naar de plek van hun bestemming.
“We gaan naar de Frost Cavern,” meldde Daniel aan zijn Eevee tijdens hun wandeltocht. Ze keek op.
“We kunnen gewoon een kijkje nemen, ik dwing je nergens toe,” voegde de jongen eraan toe. Hij schonk Eevee één van zijn zeldzame glimlachjes. De pokémon knikte tevreden en toverde zelf een glimlach op haar snoet, waarna ze een beetje in gedachten leek te verzinken. Daniel liet het gebeuren, voornamelijk omdat hij de weg naar de grot ook met zijn eigen gedachten bezig was.
Hij wilde er eigenlijk niet aan denken, maar hij worstelde erg met het feit dat zijn vader hem zo bekritiseerde. Had hij iets gedaan waardoor hij dat verdiende? Het enige dat een beetje rebels aan zijn acties was, was de band die hij met Sara had. Zijn nichtje en haar gezin waren het zwarte schaap van de familie – en dat zei nogal wat met een figuur als Tamara in de groep. Ze was echter zo aanwezig en koppig dat Harrison het gewoon niet voor elkaar kreeg om zijn zus te mijden of te negeren. Natuurlijk had hij wel kritiek op Tamara’s manier van leven, maar het was lang niet zo kleinerend als wat hij voor Simon en zijn gezin voelde. Daniel vroeg zich altijd af of er meer achter zat dan alleen het opgeven van zijn baan en zijn lesbische dochter. Hij vond het namelijk erg nobel en dapper van zowel Simon als Sara om die beslissingen te maken, zowel het zorgen voor een minder mobiele vrouw en het ervoor uitkomen dat je op hetzelfde geslacht viel. Hijzelf zou het zich niet kunnen voorstellen, zeker niet met een familie als de zijne.
Buiten het contact met het zwarte schaap, echter, deed Daniel nooit iets dat tegen zijn vader en diens principes inging. Hij had Eevee zelfs zonder te klagen aangenomen en lette aandachtig op wanneer Harrison een plan van aanpak met hem maakte over het opzetten van een daycare. Hier en daar kwam een kleine bijeenkomst ter sprake dat voor zakenpartners was weggelegd en ook daar deed Daniel netjes aan mee. Het enige waar hij eigenlijk
oprecht tegen op zag waren de afspraken met dochters van andere rijke zakenlieden die eraan zaten te komen.
“Je hebt nu de leeftijd voor een vriendin,” had Harrison gezegd.
“Aangezien je zelf geen initiatief neemt, en ik later wel graag kleinkinderen van je zie, doe ik dat zelf wel voor je.” Iets over dat het goed was voor zijn zaken, ofzo. Daniel zat niet helemaal op te letten omdat Joey hem tussendoor aan het smsen was en als de jongen eerlijk moest zijn, dan was dat een welkome afleiding voor zijn doemsdag.
De behoefte aan een vriendin, op romantisch vlak, had hij totaal niet. Daniel wilde veel liever een platonische vriendin om zijn dag mee te delen. Het was een geluk dat hij Joey Breeze al als een soort vriend kon beschouwen, maar daar hield het verder ook wel zo’n beetje bij op. Telde Fidger? Daniel had geen flauw idee. Zoveel mensen had hij nog niet ontmoet sinds hij vaker uit huis kwam en dat terwijl dat altijd zo gepromoot werd op televisie.
“Begin vandaag je pokémonreis en ontmoet mensen over de hele wereld!” Ja, vast. Het was allemaal een verkooptruc. Hoe meer mensen op reis gingen, hoe meer hotels verdienden omdat trainers niet altijd in de buitenlucht wilden slapen. Om nog maar te zwijgen over het gebrek aan plek in een Pokécenter. Gelukkig bezat Daniel over flink wat zakgeld en zou hij makkelijk een nachtje in een hotel kunnen overnachten als het niet anders kon, maar zo vaak dwaalde hij niet ver van huis. Dat zou zijn vader niet appreciëren. Vandaag was een uitzondering omdat zijn welzijn het goed kon gebruiken en misschien versterkte het de band die hij met Eevee had.
Halverwege hun tocht vond Daniel het welletjes met alleen denken. Ze waren ver genoeg van huis om niet afgeluisterd te worden en hij had nu echt behoefte aan een gesprek, zelfs al zou hij zijn eigen pokémon niet echt kunnen verstaan. Hij moest afleiding hebben, want dat denken bracht hem telkens terug bij zijn vader.
“Heb jij familie, Eevee?” vroeg hij uit het niets aan zijn pokémon, welke verbaasd opkeek en haar hoofd een tikje scheef hield tijdens het lopen. Daniel herkende het gebaar als verwarring. Waarschijnlijk begreep ze niet helemaal waar de vraag vandaan kwam.
“Als je familie hebt, dan weet je vast wel hoe frustrerend het soms kan zijn,” deelde hij enkel mee. De jongen keek strak voor zich uit en checkte of de grot al in de buurt kwam. In de verte doemde het sneeuwige landschap al op, wat betekende dat ze de stad binnenkort zouden verlaten. Dit was één van de weinige keren dat Daniel daar eigenlijk voor stond te popelen.
Eevee wierp hem een bezorgde frons toe – iets wat de jongen verder zelf negeerde. Sympathie had hij niet nodig. Oplossingen wel. Zou hij zijn vader duidelijk moeten maken hoe hij zich hierbij voelde? Nee, dat zou alleen maar verkeerd uitpakken. Daniel zou als een rebelse puber worden bestempeld en dat scenario wilde hij het liefst voorkomen. Het kostte teveel onnodige moeite. Er zat dus niets anders op dan gewoon blijven luisteren naar Harrison, zelfs al deed het zijn zelfvertrouwen niet veel goeds. Daniel besefte zich echter gelukkig wel dat één man zijn mening niet meteen alles betekende, zelfs niet als die man zijn vader was. Er waren vast genoeg mensen die hem wel goed vonden met zijn pianospel. Zijn oudere broer, bijvoorbeeld. Sara. Joey? Die had hem nog nooit horen spelen, maar hij zag wel voor zich dat de jongen erg onder de indruk zou zijn van de melodieën. Eevee kalmeerde altijd als ze hem hoorde spelen en dat was ook een positief effect. Om nog maar te zwijgen over de complimenten die hij van bezoekers had gehoord. Nee, Harrison was wat dat betreft maar een speldje in een hooiberg. Eentje die Daniel liever zou laten zitten in plaats van ernaar te lopen zoeken.
Ondanks dat hij een gesprek wilde aanknopen, kwam er niet veel van. Hij verzonk opnieuw in gedachten en zijn Eevee hield zich verder stil. Haar eerdere poging voor zijn aandacht had niet gewerkt en ze wilde hem niet boos maken, dus liet ze het maar voor wat het was. Uiteindelijk bereikten ze de ingang van de Frost Cavern en keken ze elkaar voor een paar tellen aan.
“Wil je naar binnen?” vroeg Daniel aan zijn pokémon. Ze twijfelde even, alsof de keuze die ze zou maken iets definitiefs zou zijn, maar ze stapte uiteindelijk toch naar binnen. De jongen volgde haar op de voet en haalde zijn Holocaster tevoorschijn, waarna hij daar de zaklampfunctie van aanklikte en door de grot scheen. Hm. Het was eigenlijk nog niet super donker, maar zo kon hij de grot tot in de kleinste details in zich opnemen, totdat het zonlicht van buiten niet meer naar binnen kon vallen. Daniel keek geïntrigeerd om zich heen, terwijl hij zich tegelijkertijd liet leiden door Eevee. Het wezentje hield de omgeving nauwlettend in de gaten en zorgde ervoor dat haar trainer niet zomaar ergens tegen aanliep of inviel. Daniel waardeerde de hulp van Eevee in ieder geval enorm.
Hoe dieper ze naar binnen gingen, hoe donkerder het uiteraard werd. Bang was hij echter niet. Zijn pokémon voelde zich wel een beetje ongemakkelijk, maar buiten dat was er eigenlijk niks aan de hand. Als Daniel eerlijk moest zijn, dan had hij meer van de grot verwacht. Tot nu toe hadden ze nog geen andere pokémon gezien en dat terwijl er gezegd werd dat het er hier van de ijspokémon krioelde. Ach, het was niet alsof hij daadwerkelijk een poging tot vangen had willen doen. Daarvoor wilde hij eerst nog wat meer onderzoek hebben gedaan.
“Als het goed is dan zit de Icy Rock diep in de grot verborgen. We kunnen die proberen te mijden, maar we kunnen ook een kijkje gaan nemen, als je wilt.” Zodat ze, als het deze keer niet het juiste moment was, ze een andere keer hierheen konden komen en de weg al wisten. Eevee liet haar blijk van waardering horen, waaruit hij ontcijferde dat ze er wel heen wilde. Daniel keek meteen rond. Hoe zou hij eigenlijk weten dat hij goed liep? Een kaart van de grot was er niet echt… Tenminste, die had hij niet gevonden. Misschien moest het dan maar op gevoel?
Gevoel duurde langer dan hij had gehoopt. Hij hield niet bij hoe lang ze in de grot ronddwaalden, maar voor zijn gevoel was het
lang. Daniel begon zich lichtjes te agiteren aan de rotswanden, want ze leken allemaal hetzelfde. Liepen ze in rondjes? Waren ze hier niet al geweest? Waarom zagen grotten er zo saai uit? Er kwam maar geen verandering in. Misschien had hij beter met een gids naar binnen kunnen gaan. Hoewel de meeste trainers hier wel levend uit kwamen, was het geen garantie dat je hier niet kon verdwalen. Daniel had wel verhalen gehoord over kinderen die hier kwamen spelen en nooit meer waren teruggevonden. Zelfs als er niemand anders in het spel was geweest, klonk het al enorm griezelig om hier in je eentje naar toe te gaan. Gelukkig had hij Eevee, maar… Die wist de weg hier overduidelijk ook niet. Als ze nou een andere pokémon hier konden vinden, dan was dat probleem opgelost, mits ze die aan hun kant konden krijgen. Dat was ook nog maar de vraag.
Het was alsof de Goden hem hadden gehoord, want niet veel later verscheen er inderdaad een pokémon uit het niets. Daniel, wie de bewegingen vanuit zijn ooghoek had opgemerkt, scheen nietsvermoedend met het licht naar het wezen toe. Dat scheen een gevoelige snaar te raken, want de pupillen van de pokémon verwijdden en als de jongen iets had geleerd van lichaamstaal bij deze beesten, dan was het wel dat dit heel negatief uit zou gaan pakken.
“Eevee,” begon de jongen, zijn spieren aangespannen.
“Laten we langzaam weglopen, oké?” Daniel herkende de pokémon niet, maar het was een enorm bakbeest en dat was alles behalve wat hij nu achter zich aan zou willen hebben. Die slagtanden waren intimiderend, maar die blik was een stuk enger. Hij was echter nog niet uitgesproken, of het wezen begon met zijn voet te schoren. De jongen slikte, niet wetend wat hij van de situatie moest verwachten, maar probeerde nog steeds zijn kalmte te bewaren. Dat ging een stuk lastiger wanneer je recht in de ogen van een groot vrachtbeest keek. Zelfs Daniel voelde de paniek in hem opwellen nu.
Je kon een speld horen vallen. In feite leek het zelfs zo; waarin het moment dat de speld contact maakte met de grond, dat het startteken van de Mamoswine was om op Daniel af te stormen. Het was bijna alsof iemand op een knopje duwde en de pokémon in werking bracht, zo geanimeerd gebeurde het. Daniel sprong meteen naar links, één van de gangen van de grot in, en riep naar Eevee dat ze achter hem aan moest komen. Dat deed ze ook, maar niet voordat ze een Sand Attack gebruikte in een poging het enorme zwijn te verblinden. Het werkte deels, al zorgde het er ook voor dat de Mamoswine alleen maar bozer werd. Daniel moest snel denken om geen prooi van het wezen te worden. Helaas kon hij niet snel denken omdat hij niks van de grot af wist en dus eindigde het met blijven rennen. Hij had geen flauw idee waar hij heen ging, maar hij improviseerde maar wat en rende willekeurige gangen in, vurig hopend dat het niet dood zou lopen.
Uiteindelijk bereikte hij een enorm glad stuk, waar hij geen rekening mee had gehouden en natuurlijk uitgleed. Daniel verloor zijn evenwicht en gleed op zijn bips over de ijzige ondergrond. Hij kwam pas tot stilstand toen hij de overzijde had bereikt en dat was alleen maar omdat daar een stenen muur zat. Met een pijnlijke grom deed hij een poging tot opstaan, waarbij hij ook de omgeving in de gaten hield om te zien of de Mamoswine ze gevolgd was. Eevee kwam precies op dat moment naar hem toe gegleden – haar pose nog iets ongelukkiger dan Daniel. Ze lag op haar borst en het zag er alles behalve comfortabel uit. De manier waarop haar oren naar beneden waren gezakt gaf aan dat ze zich inderdaad niet op haar gemak voelde. De jongen raapte haar op, verloor bijna opnieuw zijn evenwicht, en zette haar recht.
“Ben je oké?” vroeg hij. Daar had hij nu een beetje de tijd voor, want de Mamoswine was nog niet tevoorschijn gekomen. Ergens hoopte hij dat ze hem hadden afgeschud, maar dat was waarschijnlijk niet het geval. Eevee liet in ieder geval merken dat ze geen blijvende schade had opgelopen en dat luchtte hem enigszins wel op.
Lang kon hij daar echter niet van genieten. De grond begon steeds heviger te trillen en Daniel wist al precies wat dat betekende. De jongen verloor opnieuw zijn evenwicht toen de Mamoswine door de grotopening heen denderde, maar hij sprong al snel overeind en schuifelende vlug aan de kant toen ook het enorme zwijn uitgleed over de spiegelgladde vloer. De pokémon had dit dus ook niet verwacht en knalde uiteindelijk tegen de muur waar Daniel en Eevee zojuist hadden gestaan. Turquoise ogen keken vluchtig door de ruimte en vielen uiteindelijk op iets waar hij eigenlijk al die tijd al naar had gezocht. Het was de met ijs bedekte rots in de tegenovergestelde hoek van de ruimte die hem een sprankje hoop gaf. Hij richtte zijn blik op Eevee, wie het ding nu ook had gevonden, en keek haar vragend aan. Misschien was dat wel hun enige hoop om iets te betekenen tegen dat gigantische bakbeest… Maar hij wilde zijn Eevee nog steeds niet dwingen, zelfs al was dit precies wat de situatie hen aan deed…
Ze twijfelde nog steeds. Dat zag hij aan de blik in haar ogen. Toen de Mamoswine echter opstond en zijn kop uitschudde, veranderde die twijfel in vastberadenheid. Daniel wist niet zeker of het er nou aan lag dat ze hem wilde beschermen of niet, maar ze leek ineens een hele andere pokémon te zijn. Het zwijn draaide zich naar hen om en schampte opnieuw met zijn poot over de vloer, klaar om opnieuw te komen beuken. Voor hij echter de kans kreeg, rende Eevee zo soepel als ze kon over het ijs heen om de aandacht bij haar trainer weg te trekken. Ze schaatste meer dan dat ze rende en verloor vaker bijna haar evenwicht, maar ze kermde alsnog zo luid als ze kon zodat de Mamoswine haar in het vizier zou houden en niet Daniel. Het werkte wel, want hij stormde op
haar af, zijn aandacht compleet bij het kleine wezentje en niet meer bij het mens die bij haar hoorde. Hij gleed natuurlijk uit en schoof meer over de gladde ondergrond dan dat hij op Eeve afstormde, maar hij wist haar hoe dan ook wel te raken en beukte haar een stuk verder de grot in. Dit pakte alleen maar in haar voordeel uit, aangezien ze vlakbij de Icy Rock belandde, maar Daniel maakte zich zorgen of ze de klap wel kon hebben.
“Eevee!” riep hij, zijn toon bezorgd. Het feit dat zijn stem oversloeg was een teken voor zijn pokémon dat hij echt om haar was gaan geven en dat was precies de motivatie die ze nodig had.
Daniel, de jongen die nooit zijn emoties toonde omdat hij dat niet nodig vond, toonde nu zijn bezorgdheid voor
haar. Hij was zo bezorgd dat hij zichzelf niet meer in toom kon houden en dat raakte toch wel een gevoelige snaar bij de Eevee.
Ze stond op. Krampachtig, maar ze duwde zichzelf overeind en keek met een kwade frons naar de Mamoswine, welke al op zijn poten stond en zijn evenwicht opnieuw zocht. Het zag er best komisch uit met hoe hij over de vloer spartelde, en Eevee had waarschijnlijk gelachen als de situatie niet zo serieus was, maar ze had een missie en die ging ze nu volbrengen. Zo snel als ze kon overbrugde ze de afstand tussen haar en de Icy Rock, waarna ze haar poot er haastig tegen aandrukte en een laatste keer
“Eevee” liet klinken, voor ze wit begon op te lichten en van vorm veranderde. Daniel moest zijn ogen afschermen voor het felle licht, maar hij deed zijn best om de Mamoswine in de gaten te houden, zodat hij zijn eigen pokémon kon waarschuwen voor inkomende aanvallen. Dat gebeurde niet, want het wezen was net zo verbaasd als de jongen, en dus bleef Eevee veilig totdat de evolutie compleet was. Toen het licht wegtrok, liet Daniel zijn arm zakken en keek hij onder de indruk naar zijn pas geëvolueerde Glaceon. Ze zag er precies zo uit als hij verwachtte. Haar gracieuze houding zorgde er alleen maar voor dat ze volwassener overkwam – iets wat Daniel wel goed deed, aangezien hij daardoor ook de indruk kreeg dat ze wist wat ze deed.
Niet alleen haar trainer, maar ook haar tegenstander herpakte zich nadat het licht was weggetrokken en dat betekende dat ze op haar hoede moest zijn. De Mamoswine begaf zich op de Glaceon af en Daniel trok dit keer eindelijk zijn mond open om een commando te geven.
“Spring aan de kant en lok hem in de val. Drijf hem een hoekje in,” droeg hij zijn pokémon op. Hij had een idee. Nu Glaceon nieuwe aanvallen in haar arsenaal had, was het niet moeilijk om van die pokémon af te komen. Of om hem in ieder geval wat meer af te remmen. Zo soepel als ze kon sprong de Glaceon inderdaad aan de kant, erop lettend dat ze niet haar evenwicht verloor bij de landing, maar ze had meer aandacht voor de Mamoswine. Deze dreef zichzelf al het hoekje in door er regelrecht tegen aan te beuken met zijn hoofd. Daniel greep meteen zijn kans.
“Zet hem vast door een muur van ijs te creëren.” Glaceon opende zonder twijfel haar bek en liet een hoop ijs verschijnen, wat zich langzaam ophoopte en inderdaad een muur liet groeien. Ze hadden geluk dat het zwijn zich moest herpakken, anders was er de kans geweest dat hij de ijzige muur al had verbroken voor het goed en wel was opgebouwd.
Zodra het er stond, draaide Daniel zich met een ruk om.
“En nu wegwezen!” riep hij over zijn schouder, zijn toon streng, maar dat kwam alleen maar omdat hij zo snel mogelijk weg wilde zijn hier. Hij begon opnieuw te rennen, proberend niet opnieuw uit te glijden, en vond al snel een gang die hem wel een goed gevoel gaf. Glaceon haalde hem al vlug in en ze wisselden een blik en een zachte glimlach met elkaar uit. Die verdween echter toen ze een doffe klap hoorden. De Mamoswine probeerde te ontsnappen. Het duurde zo’n drie beuken, telde Daniel, voor hij gekraak hoorde en het ijs waarschijnlijk op de vloer kletterde. Net op dat moment zag hij dat de grot lichter werd, wat betekende dat ze vlakbij een grotopening waren. Ze waren gered.
De hoop die hij had verdween als sneeuw voor de zon toen hij de vloer weer voelde trillen. Volgde dat beest hen echt nog steeds? Ze moesten hier zo snel mogelijk naar buiten zien te geraken. Gelukkig werd het licht met de seconde groter en stonden ze inderdaad vlakbij een opening. Daniel wachtte geen moment en stormde meteen naar buiten, zwaar hijgend van de ontsnappingspoging die nog steeds gaande was. Tot zijn ongenoegen bevonden ze zich hoger dan hij verwachtte en was het meer stijl dan hij had gehoopt. Opnieuw wisselde hij een blik met Glaceon uit. Het gedender werd steeds luider. De Mamoswine kwam steeds dichterbij.
En toen viel hem iets te binnen. Daniel haalde in een paar vlugge bewegingen zijn snowboard van zijn rug en klikte zijn voeten vast. Daarna hield hij zijn armen voor Glaceon open.
“Kom. We gaan naar beneden,” sprak hij simpel toen hij de vragende blik van haar opving. Ze leek te twijfelen.
“Er is geen tijd. We moeten gaan.” Ze sprong op en Daniel ving haar in zijn armen, maar moest haar wel even verplaatsen om het gewicht goed te verdelen. Daarna schuifelde hij met zijn snowboard naar voren. Nog een klein stukje en… De Mamoswine stormde ook naar buiten, waarvan de trillingen genoeg waren om Daniel dat kleine stukje te laten overbruggen. Net toen hij achterom keek, gleed hij samen met Glaceon al naar beneden, waardoor hij de enorme pokémon achter hem liet. Als hij speels genoeg was geweest, dan had hij naar het wezen gezwaaid, maar dat ging nu sowieso niet omdat hij Glaceon in zijn armen had.
Met geoefende bewegingen zorgde Daniel ervoor dat hij heelhuids beneden kwam. Glaceon werd na enkele tellen toch wat zwaar voor hem, maar hij hield vol en daar werd hij voor beloond. Ze raakten bij de voet van de kleine berg zonder te vallen. Ze hadden het overleefd. Zijn pokémon sprong uit zijn armen en keek hem triomfantelijk aan, vrolijk dat ze een soort van gewonnen hadden. Daniel slaakte een klein zuchtje.
“Dit was niet wat ik verwachtte toen ik voorstelde om naar buiten te gaan,” mompelde hij. De jongen bukte zich voorover om zijn voeten los te klikken, zodat hij zijn snowboard opnieuw kon opbergen. Hij slingerde het voorwerp dan ook over zijn schouder zodra hij eruit was gestapt en het touw er weer bij had gepakt.
“Ik heb nu wel de perfecte naam voor je bedacht,” vervolgde hij, zijn blik en toon neutraal, zoals het bij hem hoorde. Turquoise keek naar zwart, welke hem nieuwsgierig terug aan staarde.
“Blueberry.”