We could be
immortals
Wat een prachtige, maar koude, dag om op pad te gaan. Dat was de gedachte die Lori helemaal naar Petalburg City had gedreven. Ze had plotseling besloten dat ze vandaag een Pokémon moest vangen, en had daar bij besloten dat het bos bij deze stad daar perfect voor was. Voor anderen zou het een raadsel zijn waarom ze nou juist zo ver van haar woonplek af wilde beginnen met haar Pokédex. Voor haarzelf… was dat mystery eigenlijk even groot. Lori had niet echt een bepaalde reden, behalve dat ze zin had om vandaag te reizen. Ze moest ergens beginnen met haar vangsten, dus waarom niet hier?
Het enige nadeel van een plek zo ver weg kiezen, was dat ze er pas laat in de middag arriveerde. Of het waar was wist ze niet, maar ze had altijd het idee gehad dat de Pokémon levendiger waren in de ochtend. Als je echt een goede vangst wilde, moest je al vroeg op pad gaan. Dat betekende natuurlijk niet dat de Pokémon van later op de dag minder waren van kwaliteit. In tegendeel. Lori geloofde zelfs dat de Pokémon van de middag precies dezelfde waren als die van de ochtend. Ze hadden alleen al een halve dag achter de rug, en waren daarom iets vermoeider – maar dat zou eigenlijk alleen maar van pas komen als je ze wilde verzwakken en vangen, of niet?
Het bos zat overvol met Pokémon. Lori had er wel vijftig kunnen vangen. Ze had echter niet zo veel ballen bij zich en als ze dat wel had gedaan, had ze alleen maar overwogen om wat meer Pokémon te vangen. Het doen was een ander verhaal. Ze stond er namelijk nog niet echt op te wachten om haar zakken vol met Pokémon te hebben zolang ze geen plek had om ze achter te laten. Inkomen om ze te voeren was daarnaast ook best belangrijk. Nee, ze zou pas echt beginnen met het vullen van haar Pokédex als ze een leuk pandje had gevonden voor haar daycare. Daarna zag ze wel verder.
De vele Wurmple en Cascoon en Silcoon liet Lori dus maar liggen. Deze Pokémon waren niet zeldzaam en kon ze later alsnog een keer vangen. Ze zocht nu eerst naar iets wat ietwat specialer was, of wat op een aparte manier haar hart kon veroveren. Dat kon nog wel eens lastig worden, maar ze had een goed gevoel over het bos vandaag. Het was donker, koud, een beetje vochtig, en ze had het gevoel dat er elk moment een Wurmple in haar nek kon vallen. Een perfecte dag voor het bos, dus.
“Wat zie je daar, Tay?”
Lori had haar Shuppet uit de Pokéball gelaten en die zweefde nu rond tussen de bomen, op zoek naar leuke Pokémon om uit te dagen. Ze had interesse gehad in de inhoud van een bosje, maar dat was blijkbaar ook niet zo leuk geweest als eerst gedacht. Hoofdschuddend kwam het spookje weer naar haar trainer toe. “Weer een Cascoon, eh? Jammer.” Even hield Lori haar blik op de Pokémon gefixeerd, wat precies op dat moment een slecht idee was. Haar voet bleef ergens achter haken en voor de zwartharige het door had lag ze met haar gezicht en de rest van haar lichaam op de grond. Ouch. Taylor lachte haar uit. “Jij hebt me laten vallen, of niet? Trut,” sprak Lori nep-boos tegen haar Pokémon. Het zand en modder van zich afvegend draaide Lori zich om. Eenmaal zittend op haar kont, zag ze de echte oorzaak van haar val. Een Slakoth lag midden op het pad. Ze wist niet of ze in de lach moest schieten of kwaad moest fronsen. Ze had zich afgevraagd hoe ze hem over het hoofd had kunnen zien, als ze die oorzaak niet al wist. Nu zat ze gewoon naar het wezen te staren, die na een minuut stilte zijn op ook eens in haar richting bewoog. “Hey. Jou vind ik leuk,” meldde Lori. Ze had niet het idee dat het de Pokémon verder iets zou doen wat emoties betreft. Was het beest überhaupt wel wakker, of bewoog hij zijn kop in zijn slaap? Tegen zo’n luie Pokémon vond Lori dat ze ook wel op een luie manier mocht vechten. Daarom bleef ze zitten toen ze Taylor aansprak.
“Hey Tay,” begon ze, om de aandacht van de Shuppet te trekken, “deze wil ik. Heb je een aanval die schade kan doen?” Taylor knikte en nam plaats in de lucht op een redelijke afstand van de Slakoth af. Daar vuurde ze een Night Shade aanval af. Dit was een dark-type move, en dus wist het de Slakoth te verzwakken. Raken deed het ook, want de Pokémon deed niet eens een poging om te ontwijken. Lori begon zich echt af te vragen of hij niet alsnog lag te slapen. Echter kwam de Slakoth toen opeens in beweging: hij gaapte. Maar hij gaapte niet zomaar, het was een aanval. Yawn. Dit betekende dat Taylor binnen een paar aanvallen ook in slaap zou vallen. Lori vond het maar een zinloze move, want voor Taylor in slaap viel zou ze toch al een Pokéball werpen en hopelijk het gevecht beëindigen. En zelfs als het dan niet lukte en Taylor in slaap viel, was haar spook Pokémon sterk genoeg om het even vol te houden tegen de Slakoth. Als deze überhaupt een aanval had die geen normaal type had. Maar wacht. Yawn was ook een normale aanval. Had het dan wel effect op Taylor?
Lori bleef het zich maar niet afvragen, want ze wilde de Slakoth best wel graag zo snel mogelijk vangen. “Hey Tay, je kan toch ook Will-O-Wisp?” vroeg de trainer. De Pokémon begreep dat dit betekende dat ze de aanval moest doen, en liet de kleine vuurballetjes om zich heen verschijnen. Vervolgens vuurde ze ze achter elkaar af op de Slakoth. “Een beetje overkill, vind je niet?” Taylor stak haar tong uit naar haar trainer, die als reactie breed grijnsde. Misschien plaagde Lori haar iets te veel, maar plagen was gewoon veel te leuk.
Nu de Slakoth verzwakt was en een burn op zich had, vond Lori het tijd om te proberen een Pokéball te gooien. Zo sterk zou de Pokémon vast niet zijn. Ze haalde één van de ronde voorwerpen tevoorschijn en gooide hem in een lakse boog naar de Slakoth toe. Te laks, want de bal haalde de Pokémon niet eens. Oeps. “Uhhm. Tay?” De Shuppet stak opnieuw haar tong naar haar trainer uit, duidelijk helemaal klaar met haar luiheid. Toch gehoorzaamde ze en gaf ze de Pokéball het laatste duwtje wat het nodig had om tegen de Slakoth aan te rollen. De Pokémon werd opgeslokt door een rode straal, en nu was het enige wat Lori kon doen wachten op de ‘pling’ die betekende dat ze een nieuw teamlid had.