Welkom weemoed, welkom storm
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 Welkom weemoed, welkom storm

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Sagamore Ballantyne
Member
Sagamore Ballantyne
Punten : 183
Gender : Male ♂
Age : 82
Type : Trainer
Regions : Kalos
Icon : Mudkip
https://pokemon-journey.actieforum.com/t7160-prof-dr-sagamore-oswald-ballantyne https://pokemon-journey.actieforum.com/t7162-sagamores-pokedex

Welkom weemoed, welkom storm Empty
BerichtOnderwerp: Welkom weemoed, welkom storm   Welkom weemoed, welkom storm Emptydi aug 07, 2018 9:44 pm

Verdwaald in zijn geboortestad, hoe stom wilde je het hebben? Het was een soort misplaatste trots, dacht Sagamore, die hem ervan had belet om in het toeristenbureau waar hij langs was gelopen een kaart te kopen. Hij was verdorie geen toerist. Maar als hij vandaag nog ergens wilde komen, moest hij er toch echt achter komen waar hij in hemelsnaam was. Een tijdje nog liep hij door, voorbijgangers negerend. Hun uitstraling stond hem niet aan. Deze buurt stond hem niet aan. Hij was te shabby, er hing iets onguurs in de lucht, of misschien was het gewoon de drukkende hitte die hem benauwd maakte. Er kwam een storm aan, hij voelde het, en niet alleen door zijn slechte knie die opspeelde. Het hing al de hele dag te dreigen, vochtig en zwaar. Ja, vanavond zou het losbarsten, met regen en onweer. Hopelijk zou het zo’n storm zijn die de lucht daarna fris en schoon achterliet. Misschien zou het zelfs de stad schoon kunnen spoelen van het ongedierte dat met spiedende ogen in deuropeningen en steegjes stond. Ze waren feilloos van het gewone volk te onderscheiden, zelfs de beter geklede die zich in het open licht vertoonden. Hij zag het aan hun arrogante blik, hun achterbakse loopje. Alsof ze plaats bezaten, zo liepen ze. En het ergste was nog dat het waar was.

Uiteindelijk gaf hij toe en sprak een dame aan die er betrouwbaar uitzag. De straatnaam die hij noemde kende ze niet, maar ze wist hem wel de richting van het Florgespark te noemen, en vanaf daar moest hij de weg wel weten. Was het zijn vooroordeel dat sprak of was het park minder goed onderhouden dan vroeger? Hij doorkruiste het en ging een straat in. Hij kon de weg wel dromen. Op weg naar school was hij dikwijls door het park gegaan, en ze hadden er buiten gespeeld, zomer en winter, regen en zonneschijn.

Het huis was veranderd, natuurlijk. Hij had niet anders kunnen verwachten, na… hoe lang was het geleden dat hij hier voor het laatst was geweest? Veertig, vijftig jaar? Het viel nog mee dat het er nog stond, er was zo veel gesloopt en vervangen door nieuwbouwwijken en wolkenkrabbers. Lumiose City was groot en altijd bezig groter te worden, dat was zelfs in zijn tijd al zo geweest, altijd de oude dingen weghalen, als onkruid dat gewied moest worden, en altijd ergens een groots toekomstplan in aanbouw. En toch… beelden van vroeger bleven in de verwachting hangen, alsof ze voor eeuwig waren. Het was altijd desillusionerend om de werkelijkheid anders terug te vinden dan je hem had achtergelaten. Misschien had hij hier beter helemaal niet kunnen komen. Wat had hij er nou aan? Wat kon het hem zou opleveren om naar zijn ouderlijk huis te kijken en een mentale inventaris te maken van alles wat er veranderd was? Maar nu hij er toch was, kon hij net zo goed blijven. De raamkozijnen waren vervangen, merkte hij op. Misschien was het oude hout gaan rotten. Misschien vonden ze kunststof gewoon mooier, moderner aandoen. Er hingen andere gordijnen en de vensterbank stonden vetplantjes. Makkelijk te verzorgen. In zijn tijd hadden er bloemen gestaan, zorgzaam door zijn moeder bewaterd uit een kleine, bruine gieter. In Kanto had hij die bloemen gemist. Hij had de groene vingers van zijn moeder niet geërfd, en Elspeth had al even weinig aanleg voor tuinieren. In zijn werkkamer had een sanseveria gestaan, ook al zo’n makkelijke plant, met alle moeite en verwaarlozing van de wereld nog niet dood te krijgen. Hij herinnerde zich uit zijn studententijd een docent aan de universiteit die een bonsaiboompje in zijn kantoor had. Het was een prachtig boompje geweest, in een perfecte vorm gestuurd en met zorg overladen, en studenten grapten wel eens dat zijn vrouw hem had verlaten omdat hij dat boompje meer aandacht gaf dan haar. Het waren van die grappen die eigenlijk net iets te naar waren om echt leuk te zijn. Zo had een oud-collega hem een maand of twee geleden verteld over een rampzalig voorstelpraatje aan de universiteit, waarbij op een scherm berichten verschenen van studenten die anoniem konden zeggen waar ze bij die docent aan dachten. Bij het woordje ‘anoniem’ had Sagamore al begrepen dat geen goed idee was geweest. Niet met de studenten van tegenwoordig. En, moest hij toegeven, misschien ook wel niet met de studenten uit zijn tijd. ‘Dat is leuk’, zeiden de mensen die het bedachten dan, ‘interactief’. Naïef, kon je beter zeggen. Maar hoe was hij van de vetplantjes in de vensterbank naar studentenhumor gegaan?
Hij liep om het huizenblok heen naar de achterkant. Een schutting verborg de tuin, maar door de kier tussen het hek en de poort kreeg hij een redelijk overzicht. De tuin was gekrompen, zag hij meteen. Het huis was nooit bijzonder groot geweest, maar ze hadden een zeer riante tuin gehad, waarin zijn moeder haar rozen had verzorgd. De nieuwe eigenaren hadden echter een uitbouw aan het huis gebouwd, waardoor de tuin gehalveerd was. Rozen stonden er ook niet meer in, het was voornamelijk gazon en terras. Even overwoog hij aan te bellen om te vragen of hij even binnen rond mocht kijken, maar dit plan verwierp hij. Nu de stad in deze staat verkeerde zouden mensen vast niet zomaar vreemden hun huis binnenlaten, en gelijk hadden ze. Bovendien zou hij binnen toch niets bekends aantreffen. Nee, hij kon beter gaan.

Terwijl hij terugliep naar de binnenstad trok de wind aan en hij kon nog net een cafeetje binnenschieten voor het noodweer losbarstte. Binnen was het droog, maar ook benauwd en warm. Plafondventilatoren draaiden loom in het rond, niet veel koelte brengend aan het zweterige zaaltje. Het weinige volk dat er zat, zag er smoezelig uit en de blikken die zijn kant op werden gericht toen hij binnenstapte waren ofwel troebel van de drank, ofwel priemend van wantrouwen. Hij kon niet zeggen dat het een sfeer was die hem beviel, maar dit was ergens nog altijd zíjn stad, dus raapte hij zijn moed en koppigheid bij elkaar en bestelde bij de bar een drankje. Het was vijf uur, eigenlijk nog wat vroeg voor sterke drank, maar na een dag als dit had hij behoefte aan een borrel. Hij nam plaats aan een tafeltje dichtbij de deur, nam een slok van zijn cognac en staarde met een zucht voor zich uit. Wat was er toch van zijn mooie stad geworden?
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Welkom weemoed, welkom storm
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» A Storm Is Coming
» Storm is coming
» A storm is coming
» Soul Storm
» Soul Storm

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Lumiose City-
Ga naar: