You gotta face up, gotta get used
Welkom op
Pokémon Journey!

Heb je altijd al een Pokémon trainer, coördinator of breeder willen zijn? Of bewandel jij liever het gevaarlijke pad van een Team Rocket Grunt? Samen met andere leden schrijf jij het verhaal van jouw geheel eigen personage. Doorkruis regio's, vang je favoriete Pokémon en maak nieuwe vrienden onderweg. Laat het avontuur beginnen!
WELCOME, GUEST!
PLEASE Login OR Register.

Deel
 

 You gotta face up, gotta get used

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Alyss Timer
Member
Alyss Timer
Punten : 353
Age : -
Icon : Mudkip

You gotta face up, gotta get used Empty
BerichtOnderwerp: You gotta face up, gotta get used   You gotta face up, gotta get used Emptywo maa 04, 2015 10:19 pm

Ze beleefde het opnieuw. Ze had net de ball van Está weggestopt, en die van Amarilla volgde. Tussen haar vingers zat nog een ball geklemd. Het was die van Promise, rood en wit, zoals de anderen. Ze zag hoe de ball van de Quilava uit haar vingers glipte, en wegrolde. Ze hoorde gevloek. Dat was ze zelf. En toen was hij er. De langere, gespierde jongen met het blonde haar. Hij had de ball. "Geef terug!" hoorde Alyss zichzelf schreeuwen. Niemand zou aan haar pokémon komen. Maar hij gaf het niet terug. Integendeel, hij grijnsde. Hij zei iets wat de coördinator niet meer kon verstaan. Het geruis van de zee sloot haar op in zijn armen. Ze hoorde niks meer boven de zee uit. Ze kon niks meer doen, en de man verdween, een rookspoor nalatend. Hij had Promise' ball bij zich. Ze was van hem. "Cespéd!" stootte ze uit. De Sceptile moest... Nee. De Sceptile was er niet. Er was niets meer. Alleen de zee. Zonder haar voeten te bewegen schoof ze achteruit. Het water kwam dichterbij. Of kwam zij steeds dichterbij het water? Diep in het water begonnen groene en blauwe lichten rond te draaien. Een grote paarse vloedgolf rees op, overal boven uit. En het meisje leek alleen maar kleiner te worden. Ze wilde rennen, maar er was geen mogelijkheid toe. Haar voeten waren vastgeplakt. Vastgeplakt aan niets, want er was niks anders dan zee. De golf veranderde van kleur. Van donkerpaars naar donkergrijs en toen werd hij zwart. Daar stopte de kleurverandering, en toen zocht hij zijn weg naar beneden. In volle vaart kwam hij op Alyss af. And there was nothing she could do about it.

Ze schrok wakker. Althans, dat was wat ze dacht dat ze deed. Immers werd ze niet echt wakker. Maar ze deed haar ogen met een schok open in haar droom. Dolblij was ze toen ze in de rode ogen van haar beste vriendin keek. Promise leefde, en ze was dichtbij. De vlam op haar rug was uitgegaan, daarom waren de rode ogen van de Johtostarter de enige dingen die oplichtten in het donker. Ze brachten een boodschap, een waarschuwing. De coördinator kon het voelen. "Wat is er, meisje?" vroeg ze. Daarop begon de rug van de Quilava weer te branden, en ze sprong van het bed. Zo kon de trainster zien waar ze liep, al zag ze haar eigen voeten niet. Over haar blote benen en voeten hing een stof. De rok van haar nachtjapon. Ze wist niet hoe ze aan het ding kwam, ze droeg het nooit. Maar zoiets vraag je je niet af in een droom. In een droom loop je iemand blindelings achterna, zelfs in een huis wat je niet kent, in het donker, met kleding aan waarvan je zeker weet dat je het niet hebt, zelfs niet ver weggestopt in een hoek van je kast. Dat was Alyss' situatie nu. Terwijl ze de trap af liep werd ze bekeken door meerdere gezichten. Ze realiseerde zich dat het allemaal dezelfde gezichten waren. Een man met warrig zwart haar. Zijn ogen waren verschillend, maar de blauwgroenogige man had de gemeenste ogen. Dezelfde scherpe jukbeenderen, en dezelfde vierkante kaaklijn. Philip Sage, haar biologische vader, die haar bedreigd had. Maar de Quilava liep verder, en geen van de mannen deed iets. Ze staarden enkel naar de donkerharige dame die langs liep. Ze liep een tweede trap af. Het was een wenteltrap, waarvan de treden kraakten. En het einde was niet zichtbaar vanaf het punt waar Alyss stond. Ze boog zich voorover, en verbaasde zich over hoe diep het wel niet was. Ze liep weer wat, maar nu stopte ze met lopen door één van haar vaders kopieën. Ze stopte met lopen omdat ze gestruikeld was. En ze viel, en viel, en viel, en viel, een eindeloze weg naar beneden. Het verrassende was dat ze een grond raakte. Een harde grond, niet helemaal effen. Het rook muf op de plek wasr ze was gevallen. Ze zag nog net Promise' vlammen door de deurpost verdwijnen. Snel rende ze de vrouwelijke pokémon achterna. Maar toen was ze plots weg. Verbaasd keek de coördinator om zich heen. Waar was de grote Mouse pokémon nu heen gegaan? Een blond meisje nam haar bij de hand. Opgelucht besefte Alyss dat het Chloe was. Deze knikte. Zonder dat ze ook maar een stuk gelopen hadden stonden ze opnieuw voor een huis. Deze had ook een deurpost zonder deur; dit keer een donkere, hoewel het huis licht was, met zo'n vuilwitte inschuifbare garagedeur. Voor die garage zat een tandeloze man, die grijnsde en zei: "Hier." De donkerharige snapte hem niet, maar de blondine knikte, om haar ogen te sluiten, en zich te laten vallen door de deurpost heen. Omdat ze haar hand nog steeds in die van haar zusje had liggen kon die laatste niets anders dan het voorbeeld te volgen. En opnieuw viel ze. Het was een huis, toch? Nou, het leek meer een afgrond. Een diep ravijn was het, in de vloer van een huis. Ze waren door een deurpost gevallen, en na een tijd vallen lag Alyss op een groot grasveld, naast een brede asfaltweg. De hemel was gevuld met sterren en een maan. Ze had genoeg licht daarvan, maar ze miste toch die ene lichtbron waar ze al de hele tijd achteraan liep. De vlammen die uit de rug van haar Promise kwamen. Haar blauwgroene blik speurde de omgeving af. Er klonk een gil, een knal, en een tweede. Toen niets meer. Langzaam draaide de jonge reiziger zich om, bang om te zien wat ze dacht dat ze zou zien. En ja. Het was dat. Ze zag geen auto's, niet in de verste verte, maar op de asfaltweg lagen twee silhouetten. Een lang silhouet, groter dan de zestienjarige, en een klein silhouet, als een dier. Nee. Nee! Tranen vormden zich in haar blauw kijkers terwijl ze de weg over rende. Ze sleepte de lichamen in de berm. Daar lagen ze, Chloe en Promise, zij aan zij. Dood. Geen ademhaling, geen hartslag. Er was niet eens een mogelijkheid geweest om gedag te zeggen. En het gebeurde nog eens. Nu lag er echter een nog langer gestalte. Toen Alyss dichterbij keek zag ze dat het Abby was. Mama... Ze wilde het zeggen, maar er kwam geen geluid uit haar keel. Toen gebeurde het nog tweemaal, achter haar. De lichamen van Cespéd en Está. En Amarilla volgde ook. Nee, nee, nee! Ze wilde dit niet. Waarom moest dit? Waarom gingen ze dood? Angstig drukte Alyss haar lichaam tegen de grond. Haar handen klemden zich hard over haar oren. Ze was een capsule van staal, en sloot alles buiten wat ze maar kon buitensluiten.


"Promise!" Het was gewoon het eerste wat haar nu even bijstond. Daarom schreeuwde ze het hardop uit. Een hartverscheurend geluid, de tranen die over haar wangen rolden kon je erin terughoren. De muren waren absoluut van cardboard, en de personen in de ruimtes naast haar waren vast wakker geworden. Maar het maakte haar eigenlijk niet veel uit. Ze schoot overeind. Allemachtig, ze was zich echt rot geschrokken. Van de hele droom overigens, die was niet mals geweest. Sommige fragmenten uit de droom had ze herkend. Zoals Chloe, het huis, en de tandeloze man. Maar voorheen waren ze meestal dan hun moeder kwijt. Samen lieten ze zich dan blindelings in het gat vallen. En dan stopte het. Ze had haar vrienden en familie nog nooit zien sterven. Ze begon te snikken, en direct kreeg ze gezelschap van haar twee grass types. De Sceptile en Leafeon leefden met haar mee. En ook de kleine fire type kwam erbij, hoewel die het allemaal niet precies begreep. Waarom was haar trainster bang? Waarom huilde ze? Alyss zakte ineen tegen Cespéd aan. Hij was een loyale vriend, en hij was een ideaal persoon om bij uit te huilen. Ja, ze beschouwde hem als een persoon. Hij zei niks, maar hij was gewoon sterk voor haar. Haar benen vouwde ze in kleermakerszit en Amarilla krulde zich daar op, als een troost. Está ging met een sombere snuit tegen de andere zijde van haar trainster aan liggen. Zij was, naast de coördinator zelf, het wezen die het meest zat met de verdwijning van Promise. Zij en de Leafeon waren beste vrienden geweest, voor ongeveer drie jaar lang nu. En voor pokémon was dat lang. Het was van belang dat de fire Johtopokémon terugkwam. Truly, ze konden echt noet zonder haar, ookal was ze weinig getraind de laatste tijd. Ookal zat ze veel in haar ball. Want wie wist wat er daar mee zou gebeuren. Er werd op de deur geklopt. Dat was vast één van de buren van de kamer. "Kan het wat stiller?!" brulde iemand, waarna er kwade voetstappen klonken en het weer stil was op de gang. Ja, het kon wel stiller. "Sorry..." fluisterde de donkerharige. Niet dat iemand dat zou horen, maar ze had haar excuses tenminste aangeboden. De jonge Fennekin was in slaap gevallen, en Cespéd zat rustig met zijn kop tegen de muur. Está maakte een zacht geluid. Haar ogen stonden zacht, maar waakzaam. Het was alsof ze wilde zeggen dat Alyss moest gaan slapen. Weer begon deze te snikken. "Ik kan het niet, Está... Ik kan het gewoon niet..." Haar ogen kneep ze strak dicht. Ze wilde Promise, en wel nu. De grass eeveelution wreef haar kop tegen het heupbot van haar trainster aan. Natuurlijk was de pokémon ook verdrietig om haar vriendin, maar in tegenstelling tot het menspersoon hield de pokémon zich sterk. Ze bleef tegen de zijde van haar eigenares wrijven tot deze ophield met snikken. Langzaam werd de ademhaling van het meisje ook rustiger. Ze had hoe dan ook slaap nodig. Er was nog tijd genoeg om te huilen. Morgen.

Een stel zachte teentjes porden in haar buik. Tijd om wakker te worden, vond Amarilla. Haar trainster had wel weer genoeg geslapen. Maar Alyss was totaal niet klaar om wakker te worden. Het was absoluut beter geweest als het meisje nog even door had geslapen. Maar goed, mislukt. Ze was wakker. Ze geeuwde en zorgde dat haar verhemelte weer wat vocht kreeg. Arceus, ze voelde zich echt verschrikkelijk. Zoals... Naja, hoe te beschrijven? Ze voelde zich echt zo'n persoon die had gehuild. En gô, dat was ook precies zo. De juiste uitleg dus. Ze vouwde haar benen uit, en merkte dat haar bloed langzaam weer begon te stromen. Ze moest eroverheen komen. Maar ze kon het niet. Ze kon het gewoon niet. Het was onmogelijk. Acht jaar samen. In die acht jaar zoveel meegemaakt. En nu was ze weg. Alyss wist het niet meer. Wat moest ze doen? Wat zouden die creeps van Team Rocket met haar lieve Promise uithalen? Zouden ze haar slaan omdat ze zich verzette? Of... Misschien deden ze wel allerlei testjes op haar! Misschien hadden ze haar opgesloten en voerden ze haar nauwelijks. Of misschien lieten ze haar vechten voor amusement, net zoals ze vroeger deden. Maar... dat werd toch alleen met Pyroars en Liepards gedaan? Kom op... Niet met Quilava's, alsjeblieft. Dan zag ze haar starter pokémon nooit meer terug. Ze sloot haar ogen, en liet de steken in haar hart voor enkele momenten komen. Hoe meer steken, hoe meer tranen er kwamen, en hoe dieper haar nagels zich in haar armen staken. Na zo'n vijf minuten opende ze haar ogen weer, wazig uit haar ogen kijkend. Ze was leeg. Ze wilde verder huilen... Nee... Dit zou de Quilava niet goed vinden. De coördinator begon zichzelf in haar hoofd opdrachten te geven, om ze met robotachtige bewegingen uit te voeren. Ga aan de tafel zitten, Alyss. Drink water, Alyss. Maak iets te eten voor jezelf, Alyss. Netjes volgde ze de instructies van zichzelf op, maar de opdracht om een glimlach op haar gezicht te toveren kon ze niet volbrengen. Sorry. Uit haar tas trok ze een shirt en een broek, en een sweater - die stiekem van haar zus was - met capuchon. De trui was dus iets te groot, en zo de capuchon dus ook. En daar doelde ze op. Ze had geen behoefte aan mensen die zich mengden in haar problemen. Zij moest haar leven voortzetten, en een plan maken om haar vriendin terug te krijgen. Met trillende vingers trok ze de kleren aan, en liet haar geld in de buikzak van de sweater glijden. De trui was grijs, van een zachte stof gemaakt, en het fijnste; hij rook naar Chloe. Dat was iets waar Alyss heel blij mee was, vooral na de droom die ze had gehad. Toen plofte ze weer neer op een stoel. Wat nu? Ze wilde haar hoofd op de tafel leggen, en huilen. Maar ze voelde een snuit in haar zij. Ze keek naar de eigenaar van deze snuit. Está had haar trainster opgezocht, om deze met droeve, maar vastberaden ogen aan te kijken. Ze wilde dat Alyss opstond, en zich sterk maakte. Zoals ze zelf deed. Er kwamen weer tranen op, maar de coördinator veegde ze weg met haar mouw. "Je hebt gelijk, meis," mompelde ze. Het was tijd om haar zaakjes te gaan regelen, en die Quilava terug te krijgen. Het verdriet zou niet lang duren als ze iets deed... toch? Ze lichtte haar achterwerk van het houten zitvlak van de stoel. "Sceptilite. Training. Está, Cespéd, Amarilla, nu," sprak ze, nog altijd met instabiele, maar wel vastberaden stem. De grotere grass type had tegen de muur staan leunen, maar deze knikte nu bemoedigend toen zijn trainster dat besloot. De Fennekin was blij om haar eigenares niet meer trillend en huilend te zien, en sprong op, waarbij ze van het bed sukkelde. En toen was er nog de eeveelution, die haar kop tegen het dijbeen van de blauwogige menspersoon wreef. Ze keek op met ogen die alles zeiden. "Ik weet dat het moeilijk is nu, maar we moeten verder. En de eerste stap zet je zelf," leek het te zijn wat de vrouwelijke grass type wilde zeggen. Alyss slikte. Bijna trokken de uiteinden van haar wenkbrauwen weer omlaag, en de einden die naar elkaar toe stonden weer omhoog, maar ze hield zichzelf tegen. Niet huilen. De eerste stap was gezet. Tijd om het hele pad af te wandelen. Toch trok ze de te grote capuchon over haar gezicht, opdat deze een schaduw over haar ogen liet vallen. Ze werd liever niet herkend. Niet nu.

Haar jas had ze dichtgeritst, maar besluiteloos ritste ze deze nu weer open. Jakkes, nee. Dicht was te warm, open te koud. Haar jas was ook zo pluizig vanbinnen. Alsof het echt Pachurisubont was. Maar dat was het niet, het was neppluis. Ze trok een mondhoek geïrriteerd op, en liet haar hand in de buikzak van haar trui glijden. Ze had hier best flink voor gespaard, gezien die dingen ook weer niet zo goedkoop waren. Waarvoor had ze gespaard? Een Sceptilite. Die pokémon was de enige in haar team die de mogelijkheid had gekregen om te mega evolueren. Een mega Sceptile, dat was nog net even wat sterker dan een Sceptile. Zeg maar gerust een beetje boel sterker. Ze had een Key stone ontvangen van professor Sycamore, en het enige wat ze nu nodig had was een mega stone. Dat was de Sceptilite. En die ging ze nu kopen. Haar voeten bewogen snel voort over de ietwat scheef gelegde tegels van het stadje. Een pokéshop... Waar vond ze die? Ze waren meestal gemakkelijk te vinden, behalve als je ze nodig had. Dan natuurlijk niet. Voor een moment stond ze stil. Haar blauwgroene blik gleed langs de gevels, op zoek naar de naam van het winkeltje wat ze zocht. Daar zat er één, toch? Dat was het toch? Ze vernauwde haar ogen even. Ja, dat was absoluut een pokéshop. Haastig liep ze erheen. Haar laarzen maakten bijna geen geluid op de grond. Daar hield ze van, daarom was het een absolute uitzondering als ze hakken aan had getrokken. Dat deed ze alleen voor speciale gelegenheden, zoals op het nieuwjaarsgala, en ook tijdens haar blind date met Alexander. Maar nee, op normale dagen trok ze nooit van die schoenen aan die veel aandacht trokken. Of... was dat gebeurd sinds de laatste aanvaring met haar vader? Vroeger had ze nooit problemen gehad met aandacht. Toen interesseerde het haar niet wat mensen dachten, maar sinds ze haar vader weer eens had gezien was ze... voorzichtiger. Ze wilde niet opvallen, eruit springen, bang om haar locatie weg te geven. Hij had haar te simpel laten gaan. Hij zou terugkomen, en ernstiger dingen doen dan hij had gedaan. Ze kon het voelen. Een rilling ging over haar rug toen ze de deur van de pokéshop opendeed. Er rinkelde een zacht belletje, maar ze lette er niet echt op. Ze liep door naar achter, en keek in het schap. Fijn, ze hadden het mooi gesorteerd. Maar niet heus. Uhm... Ze zag een boel verschillende mega stones, in kleine doosjes. Lucarionites, veel Cameruptites en Slowbronites. Pidgeotites, Garchompites, Absolites, Houndoomites. Het was duidelijk dat de Charizardites populair waren; er lagen er niet veel meer van. Af en toe vond ze een verdwaalde Charizardite Y. Toen ze de vierde stapel doorzocht vond ze eindelijk wat ze zocht. Een schitterende groen met rode steen werd op het doosje afgebeeld. Het doosje had de titel: 'Sceptilite,' met in kleine letters daaronder: 'Mega stone en bandje.' Oké, dat was inderdaad waar ze op uit was. Kort bekeek ze het in het licht, en toen besloot ze dat het echt de juiste was. Ze nam het mee naar de kassa. Twee mensen voor haar. Dat hoefde niet lang te duren. Natuurlijk deed het dat wel. De vrouw vooraan was snel klaar, maar erachteraan kwam een vrouw die een Scizorite kocht. Haar werd gevraagd of ze bekend was met de werking van de mega stone. Ze zei ja, en vertelde vervolgens een verhaal wat totaal niet logisch was. De kassière knipperde even, waarna ze het ietwat verveeld uit ging leggen, hoe dat werkte met die Key stone enzo. Vervolgens begon de vrouw te klagen over het systeem, en moest Alyss nog langer wachten omdat ze er ook een Key stone bij wilde. Dat kon dus niet; professor Sycamore moest daarover oordelen. Toch kocht de vrouw de mega stone, om daarna de winkel uit te stampen en kwaad iets te mompelen over service. De vrouw achter de kassa hielp de coördinator, hoewel ze wat geprikkeld leek. Niet dat Alyss haar dat kwalijk kon nemen. En tja, zelf zei ze ook niet veel. "Je bent bekend met het systeem, hoop ik?" vroeg de vrouw vermoeid. Daarop knikte de zwartharige, om haar mouw naar beneden te trekken, en de Key stone om haar pols te laten zien. De kassière knikte, nam het geld aan, en wenste de jonge reiziger een fijne dag toe. Dat dat zou mislukken, dat kon zij immers ook niet weten. En Alyss zelf ook niet.

Één voor één kwamen de pokémon uit hun balls. Viaje had de meeste tijd nodig om zich uit te rekken, gezien zij het meest in haar ball had moeten blijven de afgelopen tijd. Naast Promise dan... Niet aan denken, doorgaan. Het was eens een gezamelijke training. Voor alle pokémon samen. Behalve Cespéd. Die kreeg een andere taak. "Dusss... Training in teamwork vandaag," besloot de coördinator. "Vorm een tweetal met een pokémon van een ander type. En niet met Cespéd," Ze keek de Sceptile veelbetekenend aan. De pokémon in het midden keken even naar elkaar, waarna de Spheal teamede met Amarilla en Está een koppel vormde met Naranja. Tevreden knikte de zwartharige. "Goedzo. Dit is tevens een oefening van bewustzijn. Ken jezelf, je teamgenoot en je tegenstanders. De bedoeling is dat jullie aanvallen op elkaar afsturen. Bespreek goed wie wie aanvalt, wat je doet als die dat doet, enzovoort. In deze oefening speelt dus ook comminucatie een belangrijke rol. Houd contact, doe niet zomaar iets. Ik ga trainen met Cespéd, maar als er wat mis gaat hier zie ik alles," sprak ze. Het ging oké. Ze was... ongeveer over haar verdriet heen. Voor nu. De stappen waren gezet, en ze kon niet meer terug. Alleen nog maar vooruit. De dag was nog jong, zij was nog jong, alles kon gebeuren vandaag. Al moest er een wonder gebeurd zijn als die Team Rocketgast opeens haar Quilava kwam terugbrengen. Dat zou niet gebeuren. Daar moest ze zelf voor zorgen. De vier pokémon begonnen hun 'oefening,' voor teamwork, bewustzijn en communicatie, die Alyss in haar hoofd net even had opgezet. Nu wendde ze zich tot de Sceptile. Hij moest ook zo'n soort les hebben. "Mega evolutie," begon de donkerharige, terwijl ze het rood en groene doosje uit haar zak greep. Ze hield het omhoog. "Een extraatje wat wij toevallig kunnen krijgen. Niet alle Sceptiles krijgen deze kans. Luister goed," zei ze, terwijl ze door haar benen zakte en op het gras ging zitten. Ze wierp een korte blik op de andere pokémon. Dat leek goed te gaan daar. Oké. Toen maakte het plakbandje van haar aanwinstje los en haalde ze de band met steen eruit. "Mega evolutie is niet alleen leuk, belangrijk, interessant. Het is niet alleen dat het je sterker maakt. Het is ook een gevaarlijk iets. Sommige pokémon worden helemaal gek als ze voor het eerst mega evolueren. Ik geloof niet dat jij zo bent, Cespéd, maar je moet niet schrikken als je eenmaal in je mega vorm zit. Je zult er anders uitzien, en ik snap het als je er even bang van wordt, dan zal ik ingrijpen en je terug laten keren naar je oorspronkelijke staat, oké?" Op de één of andere manier was Alyss goed in lessen geven aan haar pokémon op deze wijze. Ze was duidelijk zat, en zelfs een kleuter kon het begrijpen. Zelfs een net gehatcht jonkie zou het snappen. Maar goed, dat was de Sceptile niet. Hij knikte; hij snapte het. En eigenlijk wilde hij het gewoon heel graag proberen, dat mega evolueren. Alyss klikte de band met Sceptilite om zijn pols heen. Vervolgens gleden haar vingers over de Key stone. Deze begon iets lichter te worden bij de asnraking. "Mega evolve," fluisterde ze, waarop de rood en groene knikkerachtige steen opgloeide, en er een paarse lichtbol rond de Hoenn starter verscheen. Die hield even aan, met een paarse lichtbron van binnenuit. Na enkele seconden brak de lichtbol in stukken, als een brekende pokéball, en daar verscheen weer een andere versie van haar Cespéd. Ze had er nu vier meegemaakt, hoewel die eerste nog niet een versie van Cespéd was geweest. Dat was een versie van Balcaz, maar dat lag ook alweer ver in de verleden tijd. Treecko, Grovyle, Sceptile, en moest je hem nu eens zien. Nog groter, met een grote, explosieve rode staart. Hij was niet veel veranderd, maar hij had een sterker uiterlijk. Zelf keek hij naar zijn lichaam met grote verbaasde ogen, maar hij deed niets. Zoals Alyss had gezegd tegen professor Sycamore; Cespéd kon die mega evolutie goed hebben. Goed genoeg, anyway. Hij reageerde helemaal niet gestresst of angstig op zijn nieuwe uiterlijk. Hij grijnsde alleen naar zijn trainster en liet vervolgens zijn armbladeren gloeien, om rond te draaien met zijn Leaf blade aanval. Hij zag er sterk uit. Uitdagend. Ja, dit was waar ze op had gehoopt. Op niets anders dan dit. Hij was nu officiëel haar bodyguard; haar beschermengel, om het maar even te zeggen. Met een glimlach keek ze hem aan. "Ik wist het Ces. Toen ze zeiden dat sommige pokémon gek werden van mega evolutie wist ik het. Ik wist dat het niet voor jou gold. Dankjewel, Ces," Ze glimlachte, en hij liep op haar af. Zijn bladeren korten zich in, en binnen de kortste keren had hij haar tengere lichaam tussen zijn armen en grote lichaam ingeklemd. "Hmm.. Dankje Cespéd, ik ben zo blij dat je nog bij me bent," reageerde Alyss. Wat moet ze toch zonder hem, eigenlijk? Ze kon zich niet meer voorstellen dat ze hem ooit had laten gaan. Ze had zich toen niet gerealiseerd dat ze hem nodig had.

Een paar ogen staarden door een bosje naar het tafereel. Het vroeg zich verscheidene dingen af. Allemachtig, wat was het allemaal? Waarom was er net paars licht? Waarom was die Sceptile daar met een persoon aan het knuffelen? Dat was zíjn persoon! En wat deden die gekke Milotic, Spheal, Fennekin en Leafeon daar? Waarom vielen ze elkaar aan zonder elkaar pijn te doen? Wat was dat voor gevecht? Het draaide zijn paarse kop weer terug naar zijn persoon. Die Sceptile moest van haar afblijven. Hij gromde en hobbelde uit de struiken, op de Sceptile af.

Wat was dat? Het meisje voelde iets bij haar benen. Zij en Cespéd lieten elkaar los uit de vriendschappelijke knuffel. Vier paar ogen richtten zich zo op het vreemde wezen. Hé! Die had Alyss eerder gezien. Kort staarde ze naar de pokémon, en dacht aan die keer op de Laverre Nature Trail. Haar pokédex had gezegd... Uhm... Mawile! Dat was het! Maar dit was niet zomaar een beetje Mawile. Dit was niet zoals die op het plaatje van haar dex; die had een kop gehad met een zwarte kleur. Deze, echter, had meer een paarse kleur op de kop. Shiny. Het was een shiny Mawile, concludeerde de blauwogige. Nu ze de grote grass type los had gelaten werd ze naar achter gewerkt door de kleine steel type, en vervolgens knuffelde deze haar benen. Verbaasd keek de trainster op naar haar eigen grass type, welke alleen grinnikte, en vervolgens wegliep naar de vier vechtende pokémon. De coördinator nam de voorpoten van de paars met gele pokémon en knielde toen bij hem neer. "Hé? Wat doe je hier?" Natuurlijk zou ze de pokémon met alle liefde vangen, maar een tekort aan shiny balls - oftewel, het feit dat ze geen shiny pokéball had - sneed haar in de vingers. De volgende keer zou ze er één hebben, maar nu was het helaas niet het geval. De fairy en steel type maakte een geluidje en knuffelde haar opnieuw. Alyss snapte er helemaal niks van. Nu liet de pokémon haar zelf los, en hij rende de struiken weer in, alsof er niets gebeurd was. Wat..? Nee, het was allemaal niet helemaal te bevatten waar de pokémon heen had gewild. Maar nouja, whatever. Hij was weg. Best jammer, hij was geen slecht gezelschap. Maar ze zou hem vast nog wel eens zien, toch? Ze klapte in haar handen terwijl ze terugliep naar de vijf pokémon. "Jongens, evaluatie!" riep ze uit. Ze kon niet echt praten met die pokemon, maar wel comminuceren. En anders maakte ze het wel op uit de uiterlijken hoe het daar was gegaan. Dat kon ze gelukkig niet. Ze bleef staan terwijl de Fennekin haar lichaam beklom tot haar schouder, en daar bleef zitten. "Dus," Ja hoor, daar was hij. De glimlach. "Hoe ging het?"

Het onmogelijke was gebeurd. Ze had zichzelf laten opvrolijken door alle gebeurtenissen vanmiddag. De mega evolutie, de goede training. Ja, ze was trots, tevreden. Iets vrijer, als je het haar zou vragen. Ze had al haar pokémon enkele momenten in hun pokéballs gelaten. Haar capuchon had ze nog altijd op haar hoofd. Waarom? Geen idee eigenlijk. Omdat... het toch veiliger leek om hem op te hebben. Ze kon geen andere reden verzinnen. Ze zat net te denken wat ze nu zou gaan doen. Iets eten misschien? Iets drinken? Het was niet laat, misschien net tegen zevenen. Ze had de hele verdere middag getraind, tot de zon achter de heuvels was gezakt. Ja, hij had zijn hele boog over de hemel afgemaakt vandaag. Misschien... werd het lente, binnenkort. Het begon redelijk donker te worden. Zou ze Cespéd er weer uit laten? Misschien een goed idee. Misschien niet. In ieder geval was ze net even te laat met het idee. Er moest, op zo'n dag, altijd iets slechts gebeuren. En bij Alyss was het juist datgeen waar ze zo bang voor was. Ze werd ergens een portiek binnen getrokken. Of, portiek... Meer een snel doodlopend steegje. Ze werd aan haar nek getrokken, en toen ze zich verzette pakte een andere stevige hand haar polsen allebei tegelijk vast tussen zijn vingers. "Kom maar," bromde iemand geamuseerd. De coördnator kneep haar ogen dicht. Philips stem. Ze trok zich uit alle macht weg van de greep van de man, maar hij was te sterk voor haar, en toen ze even niet vol kracht zette werd ze hard op de grond gesmeten. Meteen landde er gewichten op haar bovenarmen, en daar net onder haar knieën. Ze worstelde, maar een man van 90 kilo op je was nou niet iets wat je zo van je af wierp, helemaal niet als meisje van zo'n 65 kilo. "Ga weg man... Je hoeft niks van me te hebben... Ik heb niks waardevols voor je..." Tuurlijk wel. Ze had geld, ze had een vagina, ze had een korps sterke pokémon. Ze had een boel waardevolle dingen die een man kon gebruiken. Maar in het schemerduister schudde hij zijn hoofd. "Ik heb je vergiffenis gevraagd. Dat kon ik niet krijgen van je, dus het spijt me echt dat ik dit nu moet doen," Hij haalde twee pokéballs tevoorschijn, en liet een Litwick verschijnen. "Ryinn, wil je even bijschijnen? Uit de andere pokéball kwam een Braixen. Toen had hij nog iets. Uit zijn zak nam hij een mes. Het was een prima werpmes. Mooi lemmet, scherp aan beide kanten, licht handvat. Maar hij gebruikte het niet om te werpen. Hij zette zijn elleboog in haar armspier, opdat ze niet kon bewegen, en begon krassen te maken in haar wang. Het begon met een lichte snee over allebei haar jukbeenderen, waarbij ze gilde van de pijn. Meteen nam hij maatregelen, en duwde een zakdoek in haar mond. Omdat ze op de grond lag, en oprecht pijn had, kon ze er weinig tegen doen. Ze lag daar maar, terwijl het bloed zich vermengde met tranen. Maar natuurlijk bleef het niet bij die kleine sneetjes. Hij grijnsde, waarna hij er ook twee langs haar wenkbrauwen maakte, en hij zette een lange op haar voorhoofd. Het enige wat ze kon doen was gillen door haar neus, en grommen naar hem. Al deerde het hem niet, hij ging gerust door met zijn brute acties. Bij elke snee werd hij ruwer. Toen pakte hij haar kin vast, hield die achterover, en keek aandachtig. Toen sneed hij in de huid onder haar neus, op haar bovenlip. Het mes moest vlijmscherp zijn; het sneed door haar vel als een smeermes door de boter. Toen grinnikte hij even in zichzelf, en met kleine uithalen van het scherpe wapen begon hij te snijden in haar rechterwang, waar de vorm van een hartje verscheen. En Alyss? Alyss huilde. Wat kon ze anders? Ze zat vast onder zijn greep. Echter liet hij haar even los om het mes neer te leggen. Toen kon ze één ding doen. Met de linkerarm die vrij was gekomen haalde ze met gebalde vuist uit naar zijn kaak. Hij deinsde even terug en liet haar los. Ze krabbelde zo snel mogelijk overeind, en leunde tegen de stenen muur. "Wacht even meissie. Ik ben nog niet klaar," sprak hij met een grijnsje. Wacht, wat? Wat ging hij nog doen? Op het moment dat hij de stok van de Braixen vastpakte schudde ze haar hoofd. Dat kon hij niet doen. Dat kón hij niet doen! Maar hij deed het. Ze wilde rennen, maar ze wist dat hij haar zou inhalen. Dus stond ze aan de grond genageld, en kneep haar ogen vast dicht voor de brandende pijn. "Steek 'm effetjes aan," zei hij tegen zijn pokémon. Ze voelde de hitte daar waar ze stond, die de fire type produceerde. Toen werd ze weer vastgehouden. Nou ja, hij was met zijn volledige gewicht op haar tenen gaan staan. Hij hield haar hoofd tegen de muur. Ze voelde haar bloed in haar nek druppelen. Hij kwam dichterbij met de brandende tak. Ze kon de hitte voelen. De wonden schroeiden dicht. Nou, dat voor elkaar. Maar een pijn dat het deed. Ze werd er misselijk van, en ze schreeuwde. Hard. Ze kon niet huilen, alleen schreeuwen door haar neus. Schreeuwen, schreeuwen, schreeuwen. Piepen, gillen, wat je het ook wilde noemen, het was vol van de pijn die ze voelde. Ze krijste door haar neus, en alle pijn eruit die ze voelde. En het hield ook veel te lang aan. Hij ging veel langer door dan de wonden nodig hadden om dicht te schroeien opdat ze niet meer bloedden. De donkerharige spuwde de zakdoek uit toen het klaar was, in z'n gezicht. "Gadverdamme, ondankbaar wijf. Wees blij dat ik die wonden heb dichtgemaakt, anders bloedde je nog dood. Staat je goed, trouwens, dat hartje op je wang. Oh, daar moet je trouwens heen om hier weg te komen," wees hij. Ze was te verdoofd om iets te doen. Was ze compleet bij zinnen, dan had ze hem geslagen of geschopt, maar het was niet veilig. Dus ze volgde aangewezen route en liep wankelend de steeg uit, tot ze in een donkere straat stond. Had niemand haar horen gillen? Ze verwonderde zich er niet eens over. Er was één ding wat ze nu moest doen. Ze nam de meest rechtse ball van haar riem, en zorgde dat er een pokémon uit kwam. Cespéd. Ze had het goed gedaan. Op het moment dat ze hem zag kon ze niks meer zeggen. Haar beeld werd wazig en ze passeerde de werkelijkheid. Hij was veilig. Veilig.

"Meisje? Hoor je me? Hallo? Reageer, alsjeblieft!" klonk het van ver weg. Het echode in haar oren. Ze tilde een zweterige hand op en veegde haar hoofd af, maar liet de hand direct zakken. Hoe kon het zoveel pijn doen? Ze knipperde haar ogen open tegen het licht. Ze keek in een paar groene ogen. Die hoorden bij een jongen met zo te zien blond haar. Alyss zag alles nog wat wazig, dus zei ze de eerste naam die ze aan dit uiterlijk kon koppelen. Dat was een jongen die vroeger bij haar in de straat had gewoond. "Ritch..?" Dat deze jongen haar waarschijnlijk niet kende omdat hij haar meisje noemde kon ze even niet aan elkaar linken. Ze was niet helemaal bij zinnen. "Nee, ik ben Tim," reageerde de blonde jongen. Huh? Ze knipperde even, en wat meer van de plek waar ze was werd zichtbaar. "Tim..." herhaalde ze zacht. Waarom was haar gezicht zo warm? Waarom deed het zo'n pijn? "Wat is er gebeurd?" kwam de vraag van de groenogige jongen. Arceus... Dat wist ze niet meer... Ze besloot maar het woordje te zeggen waar meeste verhalen mee begonnen. "Nou..." Ze liet een stilte vallen, maar de woorden borrelden vanzelf bij haar naar boven. "M'n Quilava... Ze was weg... Iemand nam haar mee... En toen... Papa, hij had een Litwick. En een Braixen. En hij sneed me... En toen was er vuur... En het deed zoveel pijn..." De tranen zochten hun weg naar beneden, maar de brandwonden deden zo verschrikkelijk veel pijn terwijl dat gebeurde dat Alyss ze met voorzichtige vegen weg moest vegen, voordat ze binnen de hartjeswond op haar rechterwang terechtkwamen. De jongen legde een hand op haar schouder. "Oké, stil maar, het is oké. Je bent hier veilig, en je Sceptile zit in de pokéball aan je riem, oké?" sprak hij haastig. Tim was duidelijk niet goed met huilende meisjes. Hij ging naast haar op een stoel zitten. "Wil je wat drinken?" vroeg hij. De blauwogige keek even naar hem, knipperde nog eens, om nu de omgeving helemaal in zich op te kunnen nemen, en toen knikte ze. "Graag..." sprak ze, nog met trillende stem. Nu kon ze alles weer een beetje zien, en ze zag nu ook duidelijk dat het niet Ritch was die daar zat. Het was Tim. Een gespierde jongen met blond haar en helder groene ogen. Zijn stem was diep, en hij leek aardig. Of was dat alleen maar omdat zij zo zielig was? Ze zag nu ook waar ze zaten. Het was een klein café, en ze zaten in een hoekje. Heel veel mensen keken haar raar aan. Sommigen keken vol afschuw, anderen vol medelijden. Maar het enige wat ze zelf voelde was pijn. Waar had ze het allemaal aan verdiend? Was ze zo slecht voor de wereld? Was het zo erg..? Een serveerder liep op hen af. Hij wierp een bezorgde blik op Alyss. Ze was even druk met een goed punt zoeken om naar te staren om uiteindelijk te horen wat de blonde jongen bestelde. En dat was maar goed ook, immers was deze Tim van plan haar even flink te laten drinken. En ze had haar Quilava beloofd nooit meer te drinken. Hoewel ze misschien wel aan de drank was gegaan, zelfs als ze hier alleen had gezeten. Zelfs als ze een keus had gehad. Het enige wat haar nu kon redden was alcohol. Niets meer, niets minder. Alleen alcohol. Een Piña Colada had 'ie besteld voor haar. Ze was niet ondankbaar, sterker nog, ze dronk het met gulzige teugen op toen het voor haar neus werd gezet. Hmm... Lekker. Ze moest toegeven dat het lekker was. "Wat was dat?" vroeg ze, terwijl ze voorzichtig haar lippen aflikte. "Piña colada. Lekker?" vroeg hij. Daarop knikte ze zwijgend. Tim had een glas met een donkere vloeistof. "En dat is?" vroeg het meisje, al niet meer helemaal met beide benen stevig op aarde. Tim keek naar zijn glas. "Dit? Dit is Bacardi cola," sprak hij met een glimlachje. Toen wees hij naar haar lege glas. "Nog één?" vroeg hij. Nou ja, stel dat je een tweede koekje wordt aangeboden, en je bent niet aan de lijn, zou je het afslaan? Natuurlijk niet. "Daar zeg ik geen nee tegen," glimlachte ze, wat van de wereld. Dus hij bestelde er nog één. Nu kon de ober ook naar haar glimlachen, gezien zij dat ook deed. Het leek alsof alles er maar bij hoorde. En ja, ze kreeg nog zo'n lekker zoet drankje van hem. Toen ze dat op had - al had ze daar net wat langer over gedaan - was ze niet helemaal zichzelf meer. Hij schoof op een gegeven moment zijn glas weg. "Hoef je niet meer?" vroeg de zwartharige met een grote grijns. De blonde jongen schudde nee. "Jij mag het hebben," grijnsde hij. Ze ontblootte haar tanden in een vrolijke lach. Toen pakte ze het glas met de donkere vloeistof en goot het naar binnen. Bingo. Doel bereikt. Tim had Alyss dronken gekregen. Hij strekte zijn rug even en keek toen met één oog open naar het meisje tegenover hem. "Hoe heet jij eigenlijk?" vroeg hij. De blauwogige giechelde. "Alyss," reageerde ze toen. Hij grijnsde, en sloeg zijn armen over elkaar. "Zozo, Alyss, heb je ooit eerder seks gehad?" Hij trok even flirterig met zijn wenkbrauwen. Ze was vrij makkelijk omkoopbaar als ze dronken was, dus al die trucjes waren niet echt nodig. Maar het was een leuk detail. "Nog nooit," giechelde ze. "Ben pas zestien hoor," Weer zo'n zachte giechel. Dat ging Tim veel vaker horen vanavond. Maar hij leek niet heel erg geïrriteerd door het giecheltje. Was hij dat nou maar wel geweest... "Hmm..." Hij sloot zijn ogen, en deed alsof hij nadacht. Dat duurde niet heel lang. Opgewonden wachtte de zwartharige op wat hij ging zeggen, haar nek gestrekt en haar mondhoeken lichtjes omhoog getrokken. Toen liet hij één groen oog weer openglijden. "Voor álles is een eerste keer, hm?" sprak hij uitdagend. Alyss giechelde nog maar eens. Ze keek rond. Iedereen was nu druk in gesprek, alleen sommige blikken vielen af en toe nog kort op haar gezicht. Wat waren ze nou aan het doen? Een meisje dichtbij staarde nét iets te lang. "Heb ik een luier op m'n kop ofzo? Wat kijk je nou?" vroeg Alyss. Ze dacht echt niet meer na over de dingen die ze zei. Snel wendde het vrouwpersoon haar blik af. Met een glimlachje keek de zwartharige weer terug naar haar gezelschap. "Ja Tim, daar heb je helemaal gelijk in," Ze giechelde weer. Dat het irritant was had ze zelf ook niet door. Je deed nou eenmaal ongecontroleerde dingen als je dronken was. Maar Tim pakte nu haar hand. "Eerste keer..." fluisterde hij, weer alsof hij nadacht. Ze sloot haar ogen, en genoot van het gevoel van... Tja, van wat eigenlijk. Ze voelde zijn hand, zijn aandacht. Haar gezicht deed nog wel pijn, maar ze genoot zo erg van hoe de blonde jongen dit aanpakte. En dan was er dat gevoel dat je dronken bent. Je voelt niets, je denkt aan niets. Al het slechte had ze verdrongen met alcohol. Ze had zojuist besloten dat alcohol één van de meest geweldige dingen op de wereld was. Maar daar dacht ze vast anders over morgen. Maar who cares? Ze zat er nu middenin. In dat heerlijke dronken gevoel. En midden in de problemen, maar ook dat wist ze nog niet. Ze staarde wat afwezig naar hem terwijl hij nog iets bestelde. Een dromerige glimlach sierde haar gezicht tussen de donker gekleurde sneeën. Hij grijnsde toen hij haar zag kijken. Ze kreeg een ander drankje. Weer een heerlijk zoete. Die Tim wist zeker hoe dat werkte met meisjes. Alyss was zelf ook gek van zoete dingetjes. Niet alleen drankjes; snoepjes, cakejes, ijsjes... Chocolade. Jupp, nom nom nom. Alleen in de koffie had ze niet zo gek veel suiker. Misschien twee of drie scheppen... Of was dat wel veel? Met de hoeveelhuid suiker die ze nu naar binnen goot maakte het niets uit. Oh, ze zou zo dronken zijn. Dat was ze eigenlijk al. Ze goot de laatste slokken van de drank naar binnen. Ze voelde anders aan. Licht, vrij. Alsof ze weg kon vliegen. Opeens kon het wel. Net nog niet... maar nu wel. Nu zag ze wazigjes hoe Tim glimlachte. "Eerste keer. Voor alles is een eerste keer. Is het nu, Alyss?" grinnikte hij. Ze giechelde, en zo hard als ze durfde knikte ze van ja. Toen pakte hij haar bij de hand. Hij trok haar uit de grote stoel en tegen zich aan. Zo ondersteunde hij haar, terwijl ze naar de bar liepen. De groenogige rekende af en even later stonden ze buiten. "Kom je mee? De eerste keer is deze kant op," Hij lachte om zijn eigen grap en Alyss schalde vrolijk met hem mee, al wist ze niet precies wat hij zo om te lachen vond. De blonde jongen was iets minder dronken - en iets stabieler op zijn benen op het moment - en dus leidde hij de zwartharige zo zorgvuldig en recht mogelijk door de straten. Al vielen ze af en toe wel tegen muren aan, en bijna eens een open raam binnen, en een keer in een tuin, toch ging het goed. Ze kwamen daar wat de jongen de 'eerste keer,' had genoemd. Ze was nieuwsgierig. Wat was dat? Waar ging het ookalweer over? Ze had het vage idee in haar achterhoofd dat zij en haar gezelschap het erover hadden gehad, maar ze was echt straal vergeten wat het ookalweer was. De 'eerste keer' bleek het huis van de jongen die haar drankjes had betaald. Tenminste, hoe kwam hij anders aan een sleutel. Terwijl hij de sleutel in het slot stak begon zij te zingen. Zacht, dacht ze, maar het had redelijk wat volume. Gezien de deur openen een lastige klus was als je niet helemaal controle meer had over jezelf deed Tim er lang over. Alyss had al verscheidene scheldwoorden naar haar hoofd gehad toen de deur eindelijk open was gegaan en ze in de coulissen verdween. Ze grinnikte, opende de brievenbus en joelde: "Sorry mensen, de show is voorbij!" Toen ze overeind kwam giechelde ze maar weer. Toen werd ze op haar schouder getikt. Even keken twee heldere, groene ogen haar aan, en toen sloot ze haar ogen. Ze voelde een zacht paar lippen op de hare, en zo werd het zoenen. Niet hard, maar lief, zacht. Hij deed zijn best om de wonden niet te doen bewegen tijdens de zachte aanraking tussen de twee. Zij deed haar best niets fout te doen. Maar Arceus, het was allemaal wel nieuw... Ze zoende dus maar gewoon zoals hij het deed. Verder dacht ze niet na over enige gevolgen die de nacht voor haar kon hebben. Ze dacht in momenten, plekken. Ze dacht vooruit novh terug, het verleden was geweest, en de toekomst moest nog komen. Er was maar één ding nu, en dat was het heden, en daar stond ze nu met haar hoofd. En haar lichaam trouwens ook. Ze stonden een tijdje zo, en toen liet Tim het meisje los, hij wenkte haar naar een hoek, waar ze omheen liepen. Vervolgens kwam er een donkerrode deur. Hij opende deze. Een grote kamer verscheen, met een groot tweepersoonsbed. "Denk je niet... Perfect voor de eerste keer," knipoogde hij. De coördinator grijnsde domweg en knikte. "Ja, perfect," herhaalde ze, en wachtte op een teken. En het kwam.

Wakker worden met je verkeerde been, aan de verkeerde kant, van het verkeerde bed, in een verkeerde positie en verkeerde situatie. En knallende koppijn. Dat was ongeveer wat Alyss deed. Toen ze wakker werd, lag ze met haar gezicht naar de wekkerradio op het nachtkastje. Haar wang brandde, en direct keerde ze zich op haar rug. Wat was er gebeurd? Ze probeerde het zich voor de geest te halen, maar kreeg het niet voor elkaar. Stomme hoofdpijn. Ze kon zich dingen van gister herinneren, haar vader, de Mawile, de Sceptilite, de ochtend en de droom. Met alles wat ze zich herinnerde volgde er een steek in haar hart. Ze streek haar vingers, zo zacht dat ze het bijna niet voelde, over de sneeën op haar gezicht. Hij had het dichtgebrand, maar de huid was verschroeid en krulde wat om naar voor. Het voelde onaangenaam, vreemd. En pijnlijk, als je dacht aan wat het was. Plots voelde ze een hand op haar borst. Geschrokken draaide ze zich naar rechts. En daar lagen alle herinneringen die ze was vergeten. Bam. Ze werd in haar gezicht gemept met haar eigen stupiditeit. Haar Quilava was nog geen dag weg en ze had alweer gedronken. Bovendien had ze Promise een belofte gemaakt dat ze nooit meer zou drinken... Wat had haar bezield? Groene ogen keken haar wat slaperig aan. "Hey schatje..." mompelde de jongen. Per direct schudde de zwartharige hem van zich af. Ze smeet zijn hand van haar borst en ging overeind zitten, zo snel als ze met haar hoofdpijn kon hebben. "Tim?" piepte ze toen. De blonde gozer gromde iets als zege dat hij luisterde. "Ik was dronken, hè?" Ze keek naar hem om, en hoopte dat hij eerlijk zou zijn. Een halve grijns verscheen links op zijn gezicht, waarna hij zich wat overeind steunde met zijn elleboog. "Ja, heerlijk was het, hè?" vroeg hij. Daar moest ze even over denken. Het was vast heerlijk om dronken te zijn, maar de kater was vreselijk. En het feit dat ze geen idee meer had wat zij en Tim hadden uitgevoerd. Ze sloot haar ogen en zuchtte. "Het dronken gevoel was heerlijk. Maar ik voel me vreselijk op het moment," gaf ze eerlijk toe. En toen begon haar nog iets te dagen. "Trouwens... We hebben toch geen..." Ze begon, verwachtte vervolgens dat hij het zou snappen stopte. Maar hij snapte het niet. Tenminste, of dat, of hij wilde het gewoon uit haar mond horen. "Toch geen... Toch geen seks gehad?" vroeg ze angstig. Zeg nee, Tim, zeg nee. Maar nee. De grijns verscheen weer, en hij bewoog zijn hoofd niet heen en weer, maar op en neer. "Oh, dat was ook heerlijk," Voor enkele momenten liet hij zijn hoofd weer terugvallen in de kussens, om er zogenaamd nog eens van te genieten, maar in werkelijkheid keek hij naar Alyss en wachtte de reactie af. Maar de blauwogige staarde alleen maar naar het raam. "En had jij een..." Weer maakte ze haar zin niet af, en hoopte dat hij dat zou soen. En Arceus thanks, hij deed het deze keer wel. "Nope. Niet aan gedacht," grinnikte hij. Op dat moment werd ze kwaad. Ze schoof naar het voeteneinde en stond daar op, om haar kleren bij elkaar te zoeken. Ze begon een bh en t-shirt aan te trekken. "Hmm... Wat ga je doen..?" vroeg de blonde gast. Furieus draaide ze zich om. "Vriend, ik weet niet of je het beseft, maar gisteravond hebben we seks gehad terwijl we elkaar misschien een halfuur kenden. We waren dronken, en jij misschien niet, maar ik wel. Ik wil niets met je te maken hebben, laat staan een kind van je baren," spuugde ze uit. Nee, het was niet meteen zo dat als je het onbeschermd deed dat je dan meteen zwanger werd, maar het was op zich een sterk argument. Nu had ze hem at the sweet spot. Hij hees zichzelf uit het grote, verende tweepersoonsbed, en ging aan het voeteneind zitten. "Je zei dat je van me hield?" protesteerde hij toen. Gadverdamme. De zwartharige bukte ietwat, opdat haar gehavende gezicht recht voor het zijne was. "Dronken was ik, Tim. Dronken. Weet je wat dat is? Dan heb je teveel 'borreltje' op en dan ga je gek doen," Ze legde het op kinderlijke manier uit, maar in werkelijkheid siste ze het, nog altijd woedend. Hij keek haar fel aan, maar had er even niets op tegen. Dus zocht ze verder naar een broek en trok deze aan. Riem met pokéballs. Ze checkte even of ze van haar waren. Uhm... Viajes ball. Die zou de minste vragen stellen. Ze trok de ball van de Spheal van haar riem en liet haar eruit. Nog voor deze iets kon zeggen werd ze alweer teruggeroepen. Vijf balls aan haar riem. Het klopte. Immers was Promise... Stil, Alyss, het maakt je alleen maar gefrustreerd en kwaad. Ze had alles. Rugzak, kleren, pokéballs. Ze checkte haar rugzakinhoud. Holocaster, slaapzak, kleding, pokéfood, twee - beurse - appels, een tandenborstel en een kam. Dat was 't. Ze draaide zich om, mikte nog een appel naar de jongen op het bed. "Tim. Vanaf nu zijn we kennissen. Je zegt tegen niemand dat ze seks hebt gehad met mij. Ik zeg het zelf wel tegen de mensen waarvan ik wil dat ze het weten," sprak ze, duidelijk en helder. Alsof de alcohol totaal geen effect meer had op haar lichaam. Maar dat had het wel. Hij knikte. "Ik word gefriendzoned. Thanks," Hij draaide zijn rug naar haar toe. Ze siste tussen haar tanden door. "Niks friendzone. We kennen elkaar. Meer niet," Na de laatste woorden smeet ze de rode deur dicht. Tijd om er vandoor te gaan.

Buitendeur. Open. Dicht. Op het moment dat ze de deur eindelijk dicht had gedaan begon ze te rennen. Onderwijl deed ze een capuchon op en viste ze haar holocaster uit haar zak. Ze had één iemand die ze hiermee kon vertrouwen. En ze had haar nu nodig. Nu meteen. In haar contacten, echter, kon ze haar niet vinden. C... Camillle wel... Nee. Chloe, ze had Chloe nodig. Vervolgens ging het naar Z. Zus misschien? Maar daar vond ze helemaal niemand. Op een gegeven moment ging ze terug naar A om helemaal door te scrollen. Onder de L van liefste zussie vond ze haar zus. Daarom had ze het contact ook eerder niet kunnen vinden. Maar nu stond het hier. Ze klikte erop, en er verschenen drie keuzes. Bericht sturen, bellen of Holo Cast. Alyss vinger ging trillend over het scherm heen, maar toen koos ze voor bellen. Immers wilde ze in beweging blijven. Weg. Weg van die faggot, die Tim. Ze hadden het gedaan, en zonder condoom. En als er iemand was die het moest weten was het haar blonde vertrouwenspersoontje. Chloe, haar zus, van twee jaar ouder. Ze tikte tweemaal, en bij de tweede keer raakte ze het knopje. Ze duwde de mobiel tegen haar oor en zette haar voeten weer aan het werk. De hemel droeg weer een vlakgrijze kleur. Niet regenachtig, gewoon grijs. Ze bereikte snel de rand van de stad en school daar achter de hoek van een gebouw. Daar kwam ze langzaam op adem, terwijl de piepjes nog steeds in haar oor klonken. En toen een stem. "Alyss? Chloe hier," sprak de stem. Ze had het contact misschien herkend. De zwartharige had al een brok in haar keel toen ze weer sprak. "Chlo..? Kan ik je... spreken? Binnenkort? Misschien nu?" Wat gekraak. Duidelijk stond Chloe in de wind. "Sorry, nog een keer? Ik sta dicht bij de Connecting cave, niet zo gek veel bereik hier," Connecting cave. Zij was in Camphrier, of beter, ze stond ernaast. Dit kwam echt heel goed uit. "Kun je straks in de Berry fields zijn? Om een uur of elf?" vroeg de coördinator. Aan de andere kant bleef het even stil. "Daaaat... Dat red ik wel. Heb je me nodig ofzo?" werd er toen gevraagd. Alyss slikte. Ze kon er niets aan doen dat haar stem lager klonk toen ze antwoordde. "Ik moet wat met je bespreken," zei ze zacht. "Uhm... Goed dan. Tot zo," Tuut tuut tuut. Dat was het. Over een halfuur in Berry fields. Dan kon ze haar zus zien. Mazzel had ze. Nee, dat was niet waar. Ze had geen mazzel. Maar ze was opgelucht dat ze Chloe zo snel kon ontmoeten. Ze had haar nodig. Nu.

Ze zat onder een boom. Cespéd naast haar, en verder Está, die half op haar schoot lag te slapen. Ze had een capuchon op en had alleen haar ogen wat opgelicht. Haar hoofd hing naar beneden, maar haar pupillen en irissen hadden een plaats bovenop de ballen waarop ze zaten. Ze keek uit naar een blond hoofd en een lang, tenger lichaam. Dat was Chloe immers. Met haar vingers trok ze grassprieten uit de grond. Opeens werd ze aangesproken. Ze schrok toen iemand hi zei, maar vooral van de schoenen, die vreselijk op die van haar vader leken. Ze keek omhoog en wilde bijna Cespéd erop afsturen toen ze het gezicht zag. Een jongen met een grote rugzak en een baardje keek haar aan, en zij keek terug. De man had iets willen zeggen, maar nu bleef hij even stil, terwijl hij Alyss bestudeerde. "You know... Perfume Palace? Is close in here?" vroeg hij. Met heldere stem antwoordde ze. "It's that way. You're really close, it's really close to these fields. Just walk straight ahead, there schould be no obstacles," sprak ze. Hij keek haar even verbijsterd aan, maar knikte toen. Hij bedankte haar en weg was 'ie weer. Opeens plofte er iemand naast d'r in het gras. Een lange gedaante met lange blonde lokken over haar schouders en prachtige blauwe ogen. "Chloe," verzuchtte de donkerharige, terwijl ze haar zus in de armen viel. Een lange knuffel volgde. Toen ze elkaar los lieten en even aankeken liet de blondine haar zusje helemaal los, en keek geschrokken naar haar gezicht. "Wat is er gebeurd?" Ze sloeg haar handen voor haar mond terwijl ze de sneeën bestudeerde. De zeegroenogige keek de blondine aan en begon toen te huilen. Ze zakte tegen haar zus aan, welke haar in haar armen sloot en zachtjes over haar rug aaide. Zonder geluid bleef Alyss er zitten, in de warme, gemakkelijke positie, tegen haar zus aan, welke niets zei, en haar alleen maar troostte. Zonder enig geluid te maken stroomden de tranen over haar wangen. Ze huilde en huilde. Haar schouders schokten en haar ogen traanden steeds meer als ze weer aan haar eigen stommiteiten dacht. Het was allemaal haar schuld... Ze had de ball niet moeten laten vallen. Ze had papa gewoon moeten vergeven. Ze had niet moeten drinken. Ze had nee moeten zeggen toen hij... Er kwamen alleen maar meer tranen. Triestig had de Leafeon zich naast haar eigenares gelegd. Haar kop rustte tegen de scheen van de zwartharige. Deze lag daar maar. Ze hoorde het geluid van haar eigen schokkerige adem, en probeerde het weer onder controle te krijgen. Maar het lukte niet... Het lukte gewoon niet. Ze kreeg die controle niet terug. Maar er was een moment van vragen. En die was nu. De blondine liet haar greep verslappen, en sloeg haar arm om haar zusje heen. "Wat is er allemaal gebeurd, lieffie?" vroeg ze zacht. Trillerig haalde Alyss even diep adem. "Chlo... Ze stalen Promise..." Vervolgens stopte ze haar gezicht weer half in haar zusters vest. Deze drukte hen tegen elkaar aan. "Chloe... Ik heb papa gezien. Hij... Hij vroeg me om hem te vergeven... En ik zei nee. En toen liet 'ie me gaan. En toen was ik bang... En toen heeft 'ie met een mes..." Dat zei alles. De blondine schrok en haar greep verdween. "Je wil zeggen dat Philip..? Alyss..." Weer werd haar mond verscholen achter een paar handen. De zwartharige knikte, en staarde even voor zich uit. Ze zag zijn gezicht weer voor zich, half opgelicht door zijn Litwick en Braixen. En toen verlicht met de flakkerende fakkel. "Hij brandde het dicht..." sprak ze vervolgens. Ze herinnerde zich de pijn die het had gedaan. En niet alleen het branden zelf, maar ook binnenin. De dingen die hij deed... Ze dacht aan dat ze ooit van hem hield. Hij was ooit haar voorbeeld. Ze had nooit gedacht dat ze bang voor hem zou zijn, maar dit was nooit voor een enkele seconde bij haar opgekomen. Bij de achttienjarige duidelijk ook niet. "Brandde?" vroeg ze, vol ongeloof. Het was precies die reactie die de coördinator vanbinnen had gehad. "Oh Chloe, ik ben zo stom geweest... Ik ben daarna buiten bewustzijn geraakt... Cespéd heeft me naar een café gebracht... En er was zo'n lieve jongen, Tim. Hij was best knap, en hij vond het niet erg dat ik lelijk was door mijn brandwonden. Hij hielp me er weer even bovenop... door me drank te voeren," begon ze haar verhaal. De blondine zuchtte even toen ze het zei. "Hij had het... over een eerste keer. En ik was dronken, en ik snapte hem maar niet... En toen... Toen nam hij me mee, en toen hadden we... Hadden we..." Ze wilde het niet hardop tegen haar zus zeggen. Het was zo erg allemaal. Met grote ogen maakte ze de zin af. "... Seks?" Zoveel ongeloof. Dat was te verwachten. Alyss had het van zichzelf ook niet echt geloofd toen hij het vertelde. Wat ze hadden gedaan dan, hè? De meerderjarige reiziger schudde haar hoofd. "Met of zonder..?" Haar zusje zou het begrijpen. De coördinator richtte haar blauwgroene blik naar beneden, en de traan was oncontroleerbaar. Hij rolde over haar wang, ze kon er niets aan doen. Ze keek hoe hij nog langs haar neus gleed en op de stof van haar broek landde. "Zonder..." fluisterde ze, bijna onhoorbaar. "Arceus Al... Ik hoop voor je dat je niet... Maar we zullen zien. Wat heb je tegen hem gezegd?" vroeg ze vervolgens, om een beetje van het onderwerp af te komen. De coördinator keek op naar haar zus. "Ik zei dat we gewoon kennissen waren, en dat het nooit weer zou gebeuren. Toen mompelde hij iets met friendzone, en toen zei ik iets als; niks friendzone, we kennen elkaar gewoon. En toen ben ik weggegaan," mompelde ze, naar waarheid. Dat had ze immers tegen hem gezegd. "Goedzo... Ach meissie toch..." Chloe zuchtte, en weer zaten ze tegen elkaar aan. Dit keer allebei in stilte.

Ze werd wakker onder een deken. Een echt dekbed, met zo'n kriebelig kleedje eroverheen, uit een pokécenter. Aan haar voeteneind lag een Leafeon, en op haar borstkas lag een Fennekin. Está en Amarilla. Er lagen drie pokéballs op tafel. Alleen miste er een personage. De blondine was weg. Ohja. Dat was waar ook, die was alweer verder gegaan. Gister was Chloe laat weg gegaan. Ze had zo te zien wel een extra vest met capuchon laten liggen voor haar jongere zusje. Alyss glimlachte, en met een slaperig hoofd stond ze op. Ze kleedde zich aan, en at wat, op haar eigen commando. Het was gewoon weer een nieuwe dag. Ze trok het vest aan en deed de capuchon op. Lekker sociaal contact gaan vermijden vandaag. Met dat motto ging ze naar buiten.

Ze was weer terug bij Berry fields. Bij dezelfde boom, met hetzelfde gezelschap. Ze vond haar Leafeon terug naast haar, echter was haar Sceptile druk bezig met het uitvinden van zijn mega evolutie. "Doe maar Dual chop, Ces," sprak de coördinator, net hard genoeg opdat de Sceptile het hoorde. Hij voerde de aanval netjes uit. In zijn mega vorm was hij ook van het dragon type. Dat was echt awesome. Toen hij zich terugdraaide naar zijn trainster stootte hij zijn staart tegen een boom. De staart was nog iets te lang. Dat was nogal wennen. De boom hing echter vol met harde Sitrusberries, en één ervan landde op iemands hoofd. Auw. Eerst wilde de zwartharige ernaartoe lopen, maar ze besloot te blijven in de schaduw waar ze zat. "Gaat het?" vroeg ze, hard genoeg opdat de persoon het kon horen.

- 10278 woorden. And man, I fu'cked Alyss up.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
You gotta face up, gotta get used
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Pokémon Journey :: ► WELCOME TO THE POKÉMON WORLD :: Kalos :: Camphrier Town :: Berry Fields-
Ga naar: